SIRBWS- ES AIHERTEÏTIEBLAD
Sêz varbergen Bewijs.
VOOR SME EJ «TM.
woensdag 2 December 1903.
No. 96.
58e'Jaargang.
9
Officieele Advertentie.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
i
3
MéE
i
Wordt vervolgd.
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
V
HOOFDSTUK VIL
28) Vervolg.
Hij moest zijn weg door de sacristij nemen om bij Ro
bert te komen, die met zijn vaderen zijn broeder Quidoin
de onmiddellijke nabijheid van het bruidspaar had plaats
genomen; de geheele kerk was met menschen gevuld.
De geestelijke hield slechts een zeer korte aanspraak;
hij zal wel gevoeld hebben dat bij dit ongelijke paar
niet aan een innige liefde kon gedacht worden.
Toen Schwerdtner op den drempel der sacristij ver
scheen, sloeg Elvira de oogen op en verbleekte. Ook
hij was zoo ontroerd, dat hij een poos onbewegelijk
bleef staan. Elvira was in haar prachtige bruidsklee-
deren een aangrijpende schoonheid, doch er lag een
waas van droefgeestigheid over haar gelaat. Hij werd
smartelijk aangedaan en gevoelde medelijden met haar,
ondanks zijn overtuiging dat zij geen medelijden ver
diende. Hij kon zijn blik niet van haar gebogen hoofd
afwenden, van dat rijke, blonde haar, dat hij sedert
dien namiddag op het ijs niet meer gezien had, maar
dat hem ’s nachts nog menigmaal in den droom versche
nen was. En dan had hij bij dat goudgele haar steeds
aan gemunt goud moeten denken, aan den afschuwelij-
ken Mammon, die hem langen tijd onverschillig was
geweest, doch dien hij nu haatte met een gloeienden
t haat. Op dit oogenblik dacht hij echter niet aan die
KENNISGEVING.
ZITTING VAN DEN MILITIERAAD.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 73 der Militie-
wet 1901, ter openbare kennis, dat de zitting van den
Militieraad voor deze Gemeente zal worden gehouden
te Bolsward in het Gemeentehuis, op Woensdag den
23 December 1903, des voormiddags te 10 uur, en dat
voor dien Raad moet verschijnen de loteling, die vrij
stelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of ge
breken of wegens gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 20 November 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
was later, toen het reeds gebeurd was en zij mij
kuste? Eerst wilde ik niet, maar ik weet niet
hoe het kwam plotseling was het, of mijn hart
zou bersten*.
De flinke knaap onderdrukte met moeite zijn tranen
en sloeg nu op eens een verwijtenden toon aan.
«Maar ik had destijds wel gelijk! Gij, mijnheer, gij
hadt haar die domme gril uit het hoofd moeten praten.
Gij weet zoo goed, wat een mensch moet doen voor
ziin eigen bestwil, dat hij misschien zelf niet kent,
en gij hebt er goed slag van om iemand terecht te wij
zen. Wanneer ge dadelijk met Elvira hadt gesproken
en haar alles voor oogen hadt gehouden ik kan dat
niet zoo goed uitdrukken, maar ge weet wel, wat ik
bedoel dan zou zij zich nog wel tweemaal bedacht
hebben. Gelooft ge dat ook niet?*
«Dat is kinderpraat
«Neen, neen,* viel de jongen hem met warmte in
de rede, »ik laat me dat niet uit het hoofd praten. Toen
ik u vertelde, dat Elvira verloofd was, waart ge vree-
selijk heftig; dat herinner ik me nog zeer goed! Ge waart
zeer boos op Elvira, en ge dacht, dat zij het gedaan hal
om het vele geld, dat die man moet bezitten. Doch nu
weetik beter zij verdient niet, dat gij of iemand an
ders met minachting op haar neerziet... zij wist
niet wat zij deed. En zij heeft niemand, die zich haar
lot aantrekt, zij heeft geen vriend, en nu moet zij boeten
voor een onberaden oogenblik veel zwaarder dan
mijn arme zuster verdiend heeft.*
Op dit oogenblik hield het rijtuig stil voor het paleis
van den baron. Schwerdtner verheugde zich hierover.
Tegenover den knaap had hij niet langer zijn uiterlijke
kalmte kunnen bewaren.
briefjes waren blanco.
6. Benoeming van Armvoogd.
Wegens periodieke aftreding van den heer J. H. Bont,
worden aanbevolen de heeren L. van der Feer Pz. en
A. Hingst.
De uitslag der stemming is dat de heer Hingst be
noemd wordt met 7 stemmen tegen 4 stemmen op den
heer van der Feer; 2 briefjes waren blanco.
7. Adres der Directie der Ned. Tramw. Maatschap
pij inzake wijziging van telephoonleiding.
Adressant verzoekt, onder overlegging van schets-
teekening, het maken van een bovengrondsche tele-
phoongeleiding langs de Jousterkade, brug Kleinzand
en Oppenhui zerbrug.
B. en W. stellen voor het gedaan verzoek niet in
te willigen, daar een ondergrondsche geleiding de
voorkeur heeft boven een bovengrondsche.
Den heer Dokkum komt ’t voor, dat een plaatsing van
een paal, bezijden de brug, tegen de boomen, vooreen
bovengrondsche geleiding de voorkeur heeft boven een
ondergrondsche; indien er bij de laatste iets aan de
geleiding hapert, heeft men telkens opgraving van be
strating enz.
De Voorzitter antwoordt den heer Dokkum, dat de
boomen nadeelig op de draden werken; de heer Hame-
link zag daarin echter geen bezwaar.
Ook is overwogen bij «Seinpost* de geleiding over de
huizen aan te leggen, wat echter niet mogelijk is.
Spr. vindt dat ’t thans tijd wordt voor ondergrondsche
leiding, welke kwestie beheerscht wordt door de kos
ten bij eersten aanleg; is die er echter eenmaal, dan is
men er langen tijd af. Wel heeft de Rijkstele
graaf vanaf den Lemsterweg langs de Waterpoorts-
gracb- en Stationsweg nette ijzeren palen geplaatst,
doch he welstand wordt er niet door verhoogd.
De heer Bakker was voornemens, niet over deze zaak
te spreken, doch nu de heer Dokkum het ijs heeft ge
broken, wil hij ook daarover zijn meening zeggen en
ziet er ook geen bezwaar in, dat bij de brug tegen de
boomen een paal kwam. Bij grondleidingen is het
moeielijk de storingen te vinden, terwijl in den winter
van opgraving geen sprake kan zijn.
De telephoon is een behoefte voor de tram en om
deze ter wille te zijn, zag spr. gaarne wijziging in de
voorwaarden, om een paal te plaatsen.
De heer Fennema zegt, dat de gevraagde wijziging be
treft het gedeelte OosterdijkKleinzand en niet het
andere gedeelte. Dezen zomer is de zaak onderzocht
en gevraagd aan den heer Hamelink of de boomen ook
storing op de leiding geven, wat bevestigend door hem
werd beantwoord. Spr. is ook voor ondergrondsche
geleiding en wees daarbij op de geleidingen, die vanaf
het telegraafkantoor door de stad loopen. Z. i. moet
de tramweg-maatschappij de kosten voor eene onder
grondsche geleiding er voor over hebben.
De heer Schijfsma wijst er op, dat het Rijk ook
door de boomen gaat bij de Veemarkt en ziet het be
zwaar van storing daardoor niet in.
De heer "Veen is het eens met het Dagel: Bestuur,
de ondergrondsche geleidingen zijn toch de beste.
De heer Pijttersen antwoordt den heer Schijfsma,
dat de palen, door hem bedoeld, nergens een boom
rakenzelfs is een boom, die hinderlijk was voor den
aanleg, weggenomen. In groote centrums neemt men
geen bovengrondsche geleidingen, als ondergrondsche
al te duidelijk zijne gemoedsstemming bleek. En plot
seling trok zij den knaap dicht tot zich en kuste hem,
terwijl zij met moeite haar tranen bedwong. Een lange
poos hield zij hem in hare armen geklemd.
«Vaarwel, mijn jongen, vaarwel,* fluisterde zij met
bloedend hart. «Blijf maar veel van mij houden
enen
Zij bleef in haar woorden steken en kon den knaap,
die nu ook verteederd werd en haar omhelsde, slechts
op mond en oogen kussen.
Schwerdtner keerde zich om en staarde op den vloer;
eerst toen het gedruisch van voetstappen hem zei, dat
men heenging, waagde hij het om te zien. Robert trok
hem aan de mouw van zijn jas.
«Kom toch mee, mijnheer!*
Langzaam verliet de gouverneur met zijn leerling het
kerkgebouw; zij waren de laatsten en moesten in het
achterste rijtuig plaats nemen. De gasten waren onge
regeld ingestapt en de overige rijtuigen waren reeds
vol. Schwerdtner bleef in gepeins verdiept zitten. Robert
keek uit het portierraampje, maar blijkbaar niet uit
nieuwsgierigheid; van tijd tot tijd wischte hij nog zijn
tranen weg.
Plotseling wendde hij zich tot zijn vriend en leer
meester en zeide: «Weet u Elvira is toch een lief
meisje, en ik ben erg met haar begaan. Tot dusver
heb ik haar eigenlijk niet goed gekend; maar nu eerst
spijt het me zeer, dat zij dien Amerikaan heeft geno
men. Ik geloof dat zij niet goed bij haar zinnen was;
zij zou zoo straks liefst «neen* gezegd hebben, toen
de geestelijke vroeg, of zij hem liefhad en zijne vrouw
wilde worden.*
«Zij t gij daarvan zoo vast overtuigd?* vroeg Schwerdt
ner met geveinsde kalmte.
«Ja hebt ge dan niet opgemerkt, hoe zij te moede
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
afschuwelijke droombeelden.
Hij schrikte op door het luide jawoord, waarmee
de bruidegom de beslissende vraag van den geestelijke
beantwoordde. Thans wendde deze zich tot de bruid
Elvira’s «ja* klonk slechts zacht en bevend, doch in
Schwerdtner’s binnenste weerklonk dat geluid als een
gesmoorde klacht, totdat de geestelijke zijn zegen over
de ineengelegde handen van het paar had uitgesproken
en er een algemeene beweging ontstond na afloop der
kerkekjke plechtigheid.
Elvira stond op als een wassen beeld, dat door een
gebrekkig mechanisme in beweging wordt gebracht.
Snoward echter richtte zich op in de houding van
een overwinnaar, om door de aanwezigen gecompli
menteerd te worden. Baron Von Ellerich sloot zijn
dochter in zijn armen en drukte een kus op haar mar
merwit voorhoofd; doch daarbij zag hij er uit als iemand
die door gewetenswroeging wordt gefolterd. Zijn lip
pen trokken zenuwachtig, maar hij kon geen woord
uiten van hetgeen hij vooruit bedacht had. Elvira
stond met neergeslagen oogen, stijf en gevoelloos als
een pop.
Schwerdtner, die dicht bij stond en met goed fat
soen niet kon terugtreden, maakte een buiging voor het
echtpaar, dat langzaam voortschreed. Men kon die be
weging zeer wel aannemen als den gewonen geluk-
wensch.
Elvira kreeg van haar broeder Guido een vluchtigen
kus en kwam nu bij Robert, dien zij zacht de hand op
den schouder legde. De knaap, die al dien tijd met
sombere trekken had toegezien, knikte als een weer
barstig kind, dat slechts gedwongen een groet toe
brengt, en wilde zich losmaken, üit een droom ont
wakende, zag zijn zuster hem met wijdgeopende oogen
aan en ontmoette zjjn trotschen blik, waaruit maar
het adres onder sub g zou buiten bespreking kunnen
blijven, daar de aanleiding tot de klacht (drukke vee
markten) vervallen ismaar het volgend jaar, bij de
verbetering der veemarkt zal het de vraag nog zijn,
of bij aanvoer die hinder verminderen zal; dat zal
afhangen van de toegangen, die naar de veemarkt zul
len leiden. Bij de inrichting der nieuwe veemarkt
kan op de bezwaren gelet worden.
De Voorzitter herinnert, dat in de vorige vergade
ring is toegezegd, met het polderbestuur van het wa
terschap «de Goesekoesterliem*, zich in contact te
stellen over den toestand, veroorzaakt door het hooge
boezemwater bij de nieuwgebouwde Parkbuurt. Spr.
heeft Boersma over deze zaak gesproken en van deze
vernomen, dat door versterking van den dijk, men
den toestand daar voorloopig kan laten rusten.
De heer Veen zegt, een onderhoud gehad te hebben
met den architect over de rioolkwestie aldaar en wijst
op den treurigen toestand daar ter plaatse. Het be
stuur van het waterschap, waarvan spr. een deel uit
maakt, vraagt positief antwoord op de vragen, in zijn
adres vermeld. Thans is reeds een maand voorbijge
gaan en nog is geen antwoord ingeaomen.
De Voorzitter heeft met verbazing van het laatste
adres kennis genomen. Den 23 October waren reeds
maatregelen genomen tot verbetering der toestand, ter
wijl de heer Veen toezegging gegeven heeft om de
zaak te onderzoekenmochten directe maatregelen
noodig zijn, dan zou het waterschap wel optreden. Spr.
weet wel, dat de macht van een polderbestuur groot
isals de heer Veen zegt, we wachten op antwoord,
kan het Dagel. Bestuur zeggen, dat de heer Veen nooit
bij B. en W. is gekomen, die gaarne in overleg willen
treden. Door versterking der dijk is deze thans in orde.
Ook hier is alles een gevolg van de hooge boezemwa-
terstand.
Uit de discussie blijkt dat èn het Dagel. Bestuur
èn de heer Veen zich bewust zijn van den toestand,
die aldaar heerscht.
De niet gememoreerde ingekomen stukken worden
alle voor kennisgeving aangenomen.
3. Adres van Hijlke Halbertsma tot het daarstellen
van een tuinkoepel.
Adressant verzoekt, volgens overgelegde teekening,
een tuinkoepel te mogen maken op eigen terrein aan
den Stationsweg.
B. en W. stellen voor gunstig op het verzoek te be
schikken.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
4. Begrooting van het Old Burger-Weeshuis, dienst
1904.
De commissie belast met het nazien van begroetingen
en rekeningen, stelt, bij monde van den heer mr. Paeh-
lig, voor, bovengenoemde begrooting, bedragende in
ontvang en uitgaaf f 67,707,73, goed te keuren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
5. Benoeming van een Weesvoogd.
De Voorzitter licht toe dat de heer Y. van der Feer
1 Januari 1904 periodiek aftreedt.
Aanbevolen worden de heeren K. ter Horst en mr.
T. K. Dorama.
Bonoemd wordt de heer K. ter Horst met 6 stem
men, terwijl de heer Dorama 4 stemmen verkreeg. 3
e. a. om afstand van
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Vrijdag, den 27 November
1903, ’s nam. te 6% uur.
Tegenwoordig zijn 13 leden, afwezig met kennisge
ving, wegens ongesteldheid, de heer D. Gorter; één
vacature.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van Behandeling
1. Resumtie der notulen.
Na lezing door den Secretaris, worden de notulen
der vorige vergadering onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
a. Een resolutie van Ged. Staten, houdende goed
keuring van het Raadsbesluit van 9 Oct. jl., tot wij
ziging der gemeente-begrooting, dienst 1903
b. Alsvoren, tot goedkeuring van het suppletoir
kohier van belasting op de honden, dienst 1903
c. Het proces-verbaal van de opneming der boeken
en kas van den gemeente-ontvanger op 26 Oct. jl.;
d. Alsvoren van den directeur-böekhouder der ge-
meente-gasfabriek op 30 Oct. 11.
e. Een schrijven van D. Bouma, gaarder der vee-
marktgelden, houdende dankbetuiging voorde verhoo-
ging van zijn salaris als zoodanig
f. Twee rapporten van den Gemeente-architect met
bijlage, inzake rioleering inde «Goesekoesterhem*
g. Adres van de firma J. Veen en Co. e. a. bewoners
in den omtrek der Veemarkt, houdende klachten over
ongerief en schade, veroorzaakt aan hunne perceelen,
door de tezoekers der veemarkt alhier
h. Alsvoren van Jac. Camphuis alhier, houdende
verzoek hem onderhands in koop af te staan drie
woonkamers in de Kruizebroederstraat, eigendom der
gemeente.
De Voorzitter zegt, dat 3 dezer ingekomen stukken
aanleiding geven tot nadere bespreking, nl. sub g en
h en stelt voor het verzoek sub h voor te bereiden ter
behandeling in eene volgende vergadering
gekregen kunnen worden.
De heer Fennema wijst er op, dat B. en W. bij de
Rijkstelegraaf hun wensch kunnen uitspreken. Zegt
het Rijk, een ondergrondsche geleiding is te duur, dan
neemt het een bovengrondsche, zonder dat B. en W. er
iets aan kunnen doen.
Het voorstel van het Dagel. Bestuur, om afwijzend
op het verzoek te beschikken, hierna in stemming ge
bracht, wordt met 9 tegen 4 stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren Dokkum, Schijfsma, Bak
ker en Huges.
8. Adres van S. Feenstra
gemeentegrond.
Adressanten verzoeken, ouder overlegging van situ-
atieteekeningen, gemeentegrond in koop aan de Loox-
mastraat voor het stichten van drie burgerhuizen.
B. en W. stellen voor, het gevraagde af te staan te
gen denzelfden prijs en onder gelijke voorwaarden als
aan den naastleger van der Werf.
Uit het concept-besluit blijkt, dat B. en W. adres
santen in koop willen afstaan pl.m. 340 M’ gemeente
grond aan de Looxmastraat, tegen f 2.50 per M2, onder
voorwaarden, dat adressanten 5 meter bestrating moe
ten aanleggen, aansluitende aan de bestaande bestrating,
waardoor de straat 8 meter breedte verkrijgt; 4 meter
van hunne straat wordt overgedragen aan den publie-
ken dienst, verder moet het terrein binnen één jaar
bebouwd zijn; bij gebreke daarvan kan f 100,— boete
op adressanten worden toegepast.
Zonder discussie en hoofdeljjke stemming wordt
conform besloten.
9. Adres van D. H. Leijding te Bozum, om resti
tutie van schoolgeld.
Daar hier een buitengewoon geval aanwezig is, zegt
do Voorzitter, dat ontheffing kan worden verleend,
stellen B. en W. voor, het gevraagde te verleenen over
de maanden December 1903 en Januari en Februari
1904, tot een bedrag van f 5,
Zonder discussie en hoofdeljjke stemming wordt
conform besloten.
10.. Adres van L. de Waard om restitutie van school
geld.
De Voorzitter zegt, dat dit een geval van gelijke
strekking is, doch het middelbaar onderwijs betreft.
Adressant verzoekt f 11,666 restitutie voor betaald
schoolgeld voor 2 zijner zoons.
Daar in de verordening op de heffing van schoolgel
den Middelbaar Onderwijs, geen bepaling voorkomt
betreffende restitutie, stellen B. en W. voor, aan adres
sant te berichten, dat aan het verzoek niet kan wor
den voldaan.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
11. Adres van S. Gorter, om onderhandsche pacht
van de rechten voor het gebruik van Wateren, Kaden
en Wallen.
Daar getwijfeld mag worden, of bij publieke verpach
ting hooger pacht kan worden verkregen dan thans,
stellen B. en W, voor, aan adressant wederom onder
hands het gevraagde te verpachten voor den tijd van
drie jaren, ingaande 1 Januari 1904, tegen de thans
bestaande pachtsom van f 2626.per jaar.
Na eene beschouwing over den vorigen pachter Fok-
kema, zegt de Voorzitter, dat Gorter veel hooger heeft
gepacht en in de jaren dat hij pachter is geweest, nooit
i
j
X?-
URANT.