t,
MIMS- EJ AIIÏERTEATIEBLAV
Ssa. verborgen Bewijs.
fHK SHI EJI MSKUHL
Zaterdag 19 December 1903.
No. 101.
r
Stemmen uit Twente.
58e Jaargang.
Nieu wjaarwenschen,
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
DIE SCHÖPFUNG.
FEUILLETON.
Evenals
DE UITGEVER.
over
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
We willen hier geen conclusie trekken, doch
alleen hulde betuigen aan de kloeke Twent-
sche industrie en hopen, dat ze ook in de ar
tikelen, die thans nog steeds uit Engeland,
Duitschland, enz. in ons land gevoerd worden,
eens tal van specialiteits-fabrikanten kan aan
wijzen.
te gaan, en nu begon Snoward peinzend in de kamer
rond te loopen. Na een poosje trad hij zijn schrijfver
trek binnen; hij had een besluit genomen.
«Ja* mompelde hij, «het is voor geval van nood.«
In het schrijfvertrek stak hij licht aan, verwisselde
zijn slaaprok voor een ander kleedingstuk en ging aan
zijne schrijftafel zitten. Uiteen loket nam hij eenige
telegram-formulieren en vulde twaalf daarvan in.
Het waren dringende lastgevingen aan zijn agenten
te Frankfort, Parijs, Milaan en in andere buitenland-
sche beursplaatsen, dat zij het geld, verdiend met de
laatst verrichtte speculation, niet naar hier doch naar
zijn bijkantoor te New-York moesten zenden.
Toen hij gereed was met schrijven schelde hij den
kamerdienaar.
»Breng deze telegrammen dadelijk naar het hoofd
telegraafkantoor.*
«Zeer goed, mijnheer!*
Snoward ging weer in zijn slaapkamer. Hij legde
zich echter niet ter ruste, maar wachtte, totdat hij den
bediende het huis zag verlaten. Toen trad hij weer in
het schrijfvertrek, stak een kaars aan en liep een kleine
wenteltrap af, die naar zijn kantoor voerde.
Daar snuffelde hij geruimen tijd in den lessenaar en
in de brandkast. Alvorens naar zijn slaapkamer terug
te keeren, verbrandde hij in den haard verscheiden
boeken en een paket papieren. Zijn gelaat bleef daar
al dien tijd zoo effen mogelijk bij. Als iemand hem
hier bij dit werk overvallen had, zou hij heel bedaard
gezegd hebben, dat hij wegens de gebeurtenissen van
dezen avond rekening moest houden met de mogelijk
heid dat hij werd in hechtenis genomen, en dat in elk
handelsbedrijf geheimen voorkomen die men tracht
verborgen te houden.
Voelde Snoward zich schuldig, dan moest hij een
kolossale zelfbeheersching bezitten, want toen hij ’s
nachts te drie uur werkelijk naar bed ging, vertoonde
zijn gelaat nauwelijks eenige vermoeidheid, terwijl hij
Toch verscheidene aangrijpende gebeurtenissen achter
den rug had. Hierin bestond juist de grootheid van
dien werkelijk buitengewonen man. Tegenwoordig
heid van geest, een niets ontziende vastberadenheid en
in geval van nood een moed, die aan doodsver
achting grensde, ziedaar de eigenschappen die zijn in
borst kenmerkten. Daar had hij zijn fortuin aan te
danken; daar vertrouwde hij ook op tot aan den laatsten
ademtocht. In «het wilde Westen* van Amerika had
hij ook geleerd de revolver te hanteeren, en dikwijls
genoeg speelde dit wapen daar een beslissende rol
bij de vereffening van zaken met zijn cliënten. Wie
echter zulk een school heeft doorloopen, wie gewoon
is geworden alle bewegingen van zijn tegenstander in
het oog te houden, om hem desnoods op «voorkomende*
wijze te kunnen neerschieten, nu zoo iemand weet
zich overal uit te redden. En mr. Snoward nam het
als een complimentje aan, toen men hem in Amerika
eens zei, dat hij zich nog niet zou verloren achten,
wanneer de beul hem den strop reeds om den hals
gedaan hadimmers, het touw kon breken.
Om zeven uur werd de kamerdienaar door de schel
weer in de slaapkamer van zijn heer geroepen.
«Mijn ontbijt en de couranten! Ik zal mij intusschen
alleen wel aankleeden.*
Snoward deed dit, terwijl hij vluchtig de couranten
las, die de bediende op de tafel had gelegd.
In de couranten stond nog geen enkel bericht
hetgeen gisteren in het paleis van baron Von El-
lerich was voorgevallen. Toen Snoward zich daarvan
overtuigd had, vestigde hij al zijn aandacht op de
beursberichten.
L
PW)
Toen de kamerdienaar de chocolade bracht, meldde hij
tevens, dat «kapitein Murle* reeds was aangekomen
om den heer des huizes te spreken; hij kwam wat
vroeg, om mijnheer thuis te treffen.
«Goed! Breng het ontbijt in mijn schrijfvertrek en
laat dien man daar op mij wachten. Ik volg onmidde-
Ijjk.
Een paar minuten later stond de bankier tegenover
John Archer, die ditmaal bijzonder net gekleed was.
«Ik zie, dat je nog niets verloren hebt van de on
beschaamdheid, die ik in vroegere jaren bij je heb op
gemerkt,* begon Snoward kalmpjes. «En toch weet je
wel, dat het me maar één woord behoeft te kosten om
je achter slot te brengen wegens het bezoek dat je
drie maanden geleden aan mijn brandkast hebt ge
bracht.*
«Zeker,* antwoordde kapitein Murle, niet minder
kalm, «dat staat aan u. Maar waarom doet ge dat
niet? Ge ziet, ik wacht.*
Snoward ging zitten en nam een.slokje uit den zil
veren chocoladekop terwijl de ander met over elkaar
geslagen armen bleef staan en grijnzend op hem ne-
derzag.
«Laat ons tot de zaak komen! Je hebt een kostbaar
horloge van me gestolen, en nu geloof je, dat je er
meer voordeel van zult nebben, wanneer ik het van
je terugkoop, dan wanneer je het verschachert aan een
opkooper van gestolen zaken. Misschien zou ik er wel
toe kunnen besluiten op de zaak in te gaan, want het
horloge is mooi.*
«Wanneer het u alleen te doen was om de schoon
heid van het horloge, zou ik niet veel hoop hebben.
Het horloge was mooi, maar sedert gisteren is het zwaar
beschadigd.*
Wordt vervolgd.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
land; bovendien moet hij hooger werkloonen
betalen, omdat ’t er duurder leven is. Als ge
van hier naar de Duitsche grens loopt, zult ge
te Glanerbrug (op Ned. gebied) een heele ko-
I lonie Hollanders vinden, die over de grens in
Gronau op de fabrieken werken, daar ’t hooge-
re Duitsche loon verdienen en dit in ’t goed-
koopere Holland verteren. Voor die werklie
den is ’t te hopen, dat Duitschland aan dezen
toestand geen einde maakt. En aan bouwen
kost een Duitsche spinnerij reeds meer. En re
ken eens ’n enkel artikel in de weverij: ’t meel,
dat noodig is voor sterken en apprêteeren; de
Duitscher moet er meer voor geven.
De heer E. Jannink Gz. (firma G. Jannink en
Zn.) is 50 jaar fabrikant en spreekt ook van
vooruitgang en bestaan zonder schokken.
In 1853 de zaak opgericht; ’n kleine hand
spinnerij. In 1856 afgebrand. Toen beter her
bouwd en een weverij er bij met 100 touwen.
In 1862 weer afgebrand. Thans hebben we
842 powerlooms (getouwen) en 12000 spindles
(dit zullen we tot 30.000 aanvullen.) Vroeger
meest voor ’t binnenland gewerkt; thans gaat ’t
goed naar alle streken.
De Mi) voor Textiel Industrie zegt ook, dat
Twente de Duitsche kolen goedkooper krijgt
dan de Duitsche weverijen (door de kolensyn
dicaten.)
Ook Van Heek en Co. (oudste firmant G. J.
van Heek) is voor vrijhandel en kan best zon
der de 5% invoerrechten werken. De ophef
fing der differentie in 1874 heeft gemaakt, dat
ieder Twentsch fabrikant zijn specialiteit heeft
gezocht. Deze firma concurreert met Enge
land op alle markten, behalve N.-Amerika.
De Duitschers kwamen door hun protectie
tot overproductie en hebben zich daarmee
vastgewerkt.
Ook de stoomweverij Nijverheid heeft net
lak aan die 5% en werkt met 250 getouwen.
In Duitschland zijn aandeelen in spinnerijen en
weverijen gedaald van 180 op 60 pet. Wij stu
ren veel katoenflanel naar Engeland.
De firma 5”. J. Menko en Zn. heeft liever
de 5 pet. rechten er af dan nog 1 pet. er bij,
want goedkooper werken dan wij, kan het
buitenland toch niet.
En als Nederland voor onze industrie weer
differentiëele rechten in Indië zou hebben, ging
Engeland zeker onze export van groenten,
ooft, bloembollen, vleesch naar de Biitsche
havens keeren.
Onze nijverheid is sterk: Terwijl de weve
rijen in Italië bv. aan een man bijna 50 cents
en aan een vrouw bijna een kwartje dagloon
geeft, leveren wij nog veel aan den Levant,
waar Italië toch dicht bij ligt. En bescher
ming leidt tot trustvorming. Een aannemer te
Enschedé nam een bouwwerk aan te Gronau
(Duitschland). Hij liet portland-cement uit
Duitschland in Enschedé bezorgen en kreeg dit
door de cement-trust goedkooper dan een
Duitsch aannemerdaarna gebruikte hij deze
cement te Gronau en met vracht en inko
mend recht kwam ’t hem nog voordeelig uit.
De firma J. F. Scholten en Zn. prijst de
lage spoor- en bootvrachten op Londen en
concurreert met de Eng. fabrieken in Engeland
zelf. Ze plaatst evenveel binnen- als buiten
lands. Omzet in laatste 8 jaren 50 a 60 pct.
vermeerderd.
De firma Tattersail and Holdsworth maakt
textielwerktuigen te Enschedé, is geïnteres
seerd bij zoo’n fabriek in Engeland en heeft
er ook zoo een te Gronau. Ze brengt van
Enschedé ruw materiaal naar Gronau en
maakt daarvan machinedeelen, omdat Duitsch
land op machinedeelen zulke hooge rechten
heeft.
De firma Rozendaal doet in katoenafval,
handelt met verschillende landen en fabriceert
poetskatoen; vindt nergens gezonder katoen
industrie dan in Nederland.
De firma Nico ter Kuile en Zn. verschaft
gegevens, waaruit ’t duurdere leven in Duitsch
land blijkt. En de loonen over de grens zijn
evenredig niet zooveel hooger. Deze firma heeft
’t ook over ’t noodzakelijke van ’t specialiteit
in een artikel worden.
De firma H. P. Gelderman en Zonen te 01-
denzaal is erg voor vrijhandel, verlangt ook
als spinner geen protectie. Alleen de slecht
ingerichte spinnerijen maken in Twente geen
goede zaken. Deze firma heeft ’t ook over
hooger loon in Duitschland (ofschoon ’t ver
schil met Twente lang niet zoo erg is als
vroeger,) doch ook over nog hooger leef-prij-
zen. Ze noemt de zgn. klompentrein, die uit
Oldenzaal eiken morgen en avond de Holl.
werklieden vervoert: deze werklieden verdie
nen ’t hooger loon in Duitschland en verteren
’t in ’t goedkoopere Holland. De werktijden
zijn bij haar in de laatste 20 jr. met 12 pet.
verminderd, doch de loonen met 30 50 pet.
toegenomen en nog toenemende.
Slot.
Gebr. Van Heek te Enschedé werken hoofd
zakelijk voor ’t binnenland. De industrie te
Enschedé, zeggen ze, is gebaseerd op de vroe
gere 5% rechten (die eigenlijk slechts 21/,°/o
was.) Nu in de laatste jaren werkelijk 5°/tt
geheven wordt, hebben we dus eenige protectie.
De Duitschers hebben met hun protectie duur
der (8%) productieloon gekregen en kunnen
daardoor buiten hun eigen land slecht concur-
reeren. Ze gaan, speciaal in gedrukte goede
ren, achteruit. De concurrentie van ’t buiten
land voor de levering in ons land vermindert;
Engeland en Duitschland verloren in ons vak
terrein. We maken in ons land zelfs meer
«klaar goed*, d. w. z. goed, dat gereed is voor
de confectie. Van hier uit wordt zelfs goed ge
zonden naar de Britsche markt en daarvan was
voor 15 jaren geen sprake, We zijn tegen be
scherming, want dan zou de uitvoer belemmerd
worden; we zouden meer ’t binnenland moeten
bedienen en daarvoor is onze productie te groot.
De firma Blijdenstein en Co. (Enschedé) spint,
weeft, bleekt en verft en bestaat reeds meer
dan een eeuw, en zegt: We werken grooten-
deels voor ’t binnenland, doch die 5°/0 invoerrech
ten geven ons niet veel. We hebben last van
de grossiers in Holland. Deze, als tusschen-
personen, koopen liefst buitenlandsch goed;
want als ze binnenlandsch goed kochten, dan
zouden hunne afnemers spoedig zelf bij die bin-
nenlandsche fabrikanten terechtkomen. Als
spinner hebben we last van Duitsche overpro
ductie, doch een feit is, dat de Twentsche
spinners toch nog nooit met nadeel werkten.
De Twentsche spinners kunnen tegen de
Duitsche concurreeren, omdat de Duitscher
(door de protectie) alle hulpmiddelen duurder
moet koopen, ’t zij in eigen of in een ander
vorige jaren zal in ons Blad, dat op 1 Januari
verschijnt, gelegenheid bestaan tot ’t plaatsen van
a 25 cents per advertentie.
Vroegtijdige inzending wordt dringend ver
zocht.
HOOFDSTUK IX.
33) (Vervolg.)
Snoward keek verbaasd op; kwam die John Archer
nu alweer? Hoe durfde hij het wagen hem onder de
oogen te komen? Of zou hij dwaas genoeg zijn om te ge-
looven, dat de verdenking van den diefstal met inbraak
niet op hem was gevallen?
«Een poos lang wilde hij niet gelooven, dat hij u
vandaag niet meer kon te spreken krijgen,* vervolgde
de bediende. «Hij zou morgenochtend al vroeg weer
hier zijn.*
«Wat wil die kerel dan toch?*
«Ik moest u zeggen dat hij u een gouden hor
loge te koop wilde aanbieden.*
Die woorden ontroerden Snoward niet weinig; maar
dit duurde niet lang, het volgende oogenblik had hij
zijn zelfbeheersching weer geheel herkregen.
«Zoo, zoo! Nu, ik wil eens zien
«Mag ik den man bij u toelaten?*
«Och, als ik in een goede luim daarvoor ben.*
De kamerdienaar boog.
«Heeft mijnheer nog iets te bevelen?*
«Wacht nog een poosje in de kamer hiernaast. Ik
heb misschien nog iets voor je te doen, daar valt
me juist nog iets in!«
De bediende gehoorzaamde aan dezen wenk om heen
Dinsdagavond gaf «Gemengd Koor*, direc
teur de heer Jac. N. D. Hoogslag, een uit
voering in de groote zaal van «Amicitia* van
«Die Schöpfung*, oratorium van Joseph Haydn,
den beroemden componist, die van 1732 tot
1809 leefde en wel de «Vader van de sym
phonies genoemd wordt.
Hoevele malen is dit werk reeds opgevoerd;
ook hier is ’t reeds eerder gehoord. En toch,
’t werk blijft bekoren, blijft grootsch’t werk
is klassiek. Evenals «Die Jareszeiten*, ook van
Haydn; evenals meerdere groote werken.
In dit oratorium wordt behandeld ’t schep
pingsverhaal met de woorden uit den Bijbel,
aangevuld met koren en aria’s, waarin de be
wondering van engelen en menschen voor ’t
werk van Gods almacht wordt uitgedrukt.
De zaal was Dinsdag bijna geheel bezet met
een belangstellend kunstminnend publiek. ’tGeen
niet te verwonderen was. Immers, men kent
het kunnen en willen van den heer Hoogslag,
men herinnerde zich nog levendig ’t succes van
«Gemengd Koor*, ’t vorige jaar met de «Mis
in C dur* van Beethoven behaald.
Nu, dit groote auditorium moge met reden
iets schoons verwacht hebben, deze verwach
ting is bevredigd, ja, meer dan bevredigd.
Als solisten traden op, mej. Toos Hoog,
sopraan te Den Haag, de heer A. Nieuwkamp,
tenor te Zutfen, de heer Henri C. van Oort,
bas te Utrecht en als pianiste mej. Nelly C.
Francken, alhier.
De beide eerste traden, als we ons niet ver
gissen, hier voor ’t eerst op; men moest dus
afwachten, wat zij konden geven.
Nu, mej. Hoog bewees te hebben een bevallig
geluid, zich gemakkelijk in de hooge zoowel als
in de lagere toonen bewegende; de «hooge
en een paar malen de «hooge bes. bleken niet
boven haa? stemomvang. We durven zeggen,
dat, al was mej. Hoog ook geen sopraan van
de allesoverheerschende kracht, die bv. een
mevr. Noordewier-Reddingius kon ontwikkelen,
L’
ER COURANT