MMS- KJ JIIÏEIITEÏTIEULW
FOOR SIER EI OISTREBÏ
Bij de jaarwisseling
f ga vsibtiïgsn Bêwljs.
1
Woensdag 6 Januari 1904.
59e Jaargang.
No. 2.
KENNISGEVING.
1
V
w
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentien.
FEUILLETON.
1
L
I
8o
9o
lOo
.1
1
12o
in de Stoomhoutzagerjj van Ter Horst aan de
Geeuwkade;
bij G. Bokma, logementhouder, IJlsterkade;
bij P. Prins, Lijnbaansbuurt bij de Prinsengracht;
inde Smederij van M. Postma, Parkstraat;
aan het Spoorwegstation;
bij Jan de Vries, 2e Oosterkade;
bjj J. Hofstra, Steenhouwer, aan de Leeuwarder
Trekvaart;
bij Johs Koopmans, Veehouder bij de Oppenhui-
zerbrug;
bjj de Kalkovens van Feenstra aan den Oppen-
huizerweg;
bij E. de Vries, aan de Woudvaart tegenover den
molen van Beekhuis;
bij den Concierge der Hoogere Burgerschool;
bij den Concierge der Openbare School no. 3,
Kerkgracht; en
inden Molen van Veen, aau de Franekervaart.
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
verleenen, die hij hem, zonder gevaar voor zich zelven,
verleenen kan, indien de dood van den hulpbehoevende
er op volgt, gestraft wordt met hechtenis van ten
hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste
driehonderd gulden.
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op art. 168
der Algemeene Politieverordening dezer gemeente, lui
dende als volgt:
.Niemand mag weigeren een drenkeling in zijn huis
op te nemen.
Ieder is verplicht, die daar te houden, totdat vol
gens verklaring van een geneesheer vervoer kan plaats
hebben.”
Overtreding van dit artikel wordt gestraft met hech
tenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden.
Sneek, den 29 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
JAC. van der LAAN, Secretaris.
2o
7o
'I-
13o
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat volgens
art. 450 van het Wetboek van Strafrecht, ieder die ge
tuige zijnde van het oogenblikkelijk levensgevaar,
waarin een ander verkeert, nalaat dezen die hulp te
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Smeek brengen ter openbare kennis, dat er
REDDINGSBAKEN
aanwezig zijn:
lo
de geweest, die bij haar was ontkiemd misschien
reeds bij de eerste ontmoeting met Frederik; haar hoog
moed had zich echter verzet tegen iets, dat haar toe
scheen als een juk, hetwelk men haar te dragen gaf.
Opzettelijk had zij zich zelf voor oogen gesteld, hoe
veel zij in de maatschappij hooger geplaatst was dan
die gouverneur van haar broeder, en zij had zich vast
geklemd aan de gedachte, dat hij een huichelaar of in
het gunstigste geval een verwaande zedenmeester moest
zijn. Op den duur kon zij haar betere inzichten echter
niet onderdrukken, en als zij dan bemerkte, hoe zij zich
blootgaf in den dwazen strijd, dien zij in haar binnenste
tegen Schwerdtners grondbeginselen voerde, dan kwam
bij haar de eigenaardige trots boven, die haar zelfs
bracht tot een verloving met den bejaarden Ameri-
kaanschen millionair.
Daarop kwam het vreeselijk ontwaken tijdens de
huwelijksplechtigheid, het hartverscheurend berouw,
toen zij op het kinderlijk gelaat van haar broeder de
taal van een onbedorven gemoed kon lézen en plotse
ling inzag, hoe onwaardig dit huwelijk was, waarvan
de wereld niets anders kon denken, of het was slechts
een overeenkomst van koop en verkoop. En ten slótte
de ontmaskering van den schurkachtigen echtgenoot,
tegelijkertijd met de diepe smart over den vermeen
den dood van den man, dien zij plotseling met volle
bewustheid beminde Dit waren krachtige middelen
genoeg om de verkeerde beschouwingen uit haar hart
te verbannen en haar .beter ik» de overwinning te
doen behalen.
Dan had zij ook zwaar geleden onder de gedachte,
dat Schwerdtner haar moest verachten en haar geen
wederliefde kon schenken, en zonder die wederliefde
zou zij niet meer kunnen leven. Doch in den laatsten
tijd was ook deze smart gelenigd. Zij zag, dat hij haar
Onderzoek Militaire bekwaamheid en
geoefendheid.
De BURGEMEESTER van Sneek maakt naar aanlei
ding eener missive van den Voorzitter der commissie
van onderzoek, d. d. 21 December j. 1. no. 1, bekend,
dat de lotelingen voor de lichting 1904 (en 1903) dezer
gemeente, dingende naar het bewijs, hetzij voor mili
taire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefend
heid, dan wel voor beide, op Donderdag, den 7den Ja
nuari 1904, des voormiddags ten 81/, ure aanwezig
moeten zijn, in een der lokalen van het gebouw Ami-
citia alhier, voor het alsdan te houden onderzoek naar
hunne geoefendheid.
Sneek, den 23 December 1903.
De Burgemeester van Sneek,
ALMA.
liet de beurs zich niet onbetuigd; de koers der aan-
deelen in alle ondernemingen, die Snoward op touw
had gezet, daalde ontzettend, zoodat zijn millioenen
merkbaar wegslonken.
Weldra bleek ook, dat Snoward eigenlijk Heinrich
Starkhorst zijn bewijs van Amerikaansch burger te
zijn was een valsch document reeds van te voren
heimelijk een daling had voorbereid in den koers der
effecten, die hij in den handel bracht. De zaak werd
in zooverre nog komiek, dat Snoward’s kapitaal, het
welk nog in die ondernemingen stak, nu ook verloren
ging door het onverwachte dalen van de koersen. In
Argentinië dreigde nu weldra een staatsbankroet, daar
door de snelle daling van de koers van uitgegeven
schuldbrieven reeds de rentebetaling moest worden uit
gesteld. Een iedereen wist, dat een algeheele staking
der schulddelging onvermijdelijk was en alzoo mil
lioenen kapitaal verloren waren en weder was het de
middenstand, die daarbij het zwaarst moest bloeden.
Baron von Ellerich, die door Snoward uit den drin-
gendsten nood was geholpen, zou zich nu wel weer
hebben kunnen staande houden. Hij gruwde thans
echter van: vele zaken, die hij vroeger wel met zijn eer had
kunnen overeenbrengen. Om in zijn eigen oogen weer
een eerlijk man te worden, trok hij zich uit alle zaken
terug, ofschoon daaronder de oneerlijke niet de meerder
heid hadden, hem ook geen gegronde verwijten konden
treffen.
Bij deze verandering verspeelde hij een aanmerkelijk
deel van zijn vermogen; maar hij verkreeg daardoor een
gerust gemoed; wat hij van zijn kapitaal had overge
houden, besteedde hij aan verbeteringen van zijn land
bezit bjj Berghausen, waar hij weer hoopte te worden,
wat hij vroeger geweest was, namelijk: een degeljjk,
tevreden landheer.
blikt menigeen terug op ’t afgeloopen jaar.
De koopman maakt zijn balans op, om een
helder overzicht over den stand van zijn affaire
te krijgen. En ook menig burger wenscht een
behoorlijke begrooting te hebben van zijn in
komsten en uitgaven in ’t anno passato. De pers
overschouwt dit ook, opsommende de veran
deringen op ’t wereldtooneel.
Zoo kunnen we ook voor onze stad Sneek
den afgeloopen jaarkring overzien, opnoemen
de veranderingen, die aangebracht zijn, nagaan
waar voorui tgang of achteruitgang valt aan te
teekenen.
Doen we dit, dan schijnt ons ’t jaar 1903
een jaar toe, waarop Sneek roemen mag; 1903
was voor Sneek een jaar van vooruitgang, van
bloei, van verbetering; een jaar, dat nog in
ver hierna komende tijden als een lichtpunt
zal aangeteekend staan in de kronieken van de
stad.
Van de groote staking in Nederland op 31
Januari en in April heeft Sneek zeer weinig
nadeel ondervonden; hier zijn, als we ons niet
vergissen, geen slachtoffers van die groote be
weging aan te wijzen, geen kinderen te voeden
en te kleeden, waarvan de vaders eerst behoor
lijk hun bestaan vonden door de verkeersmid
delen.
Voeg hierbij, dat de Friesche landman, na
jaren van malaise, thans een tijd van bloei be-
HOOFDSTUK IX.
36) (Vervolg.)
Men sprak van een bende schurken, die door een
gebrekkige wetgeving in staat was gesteld om in
een beschaafde maatschappij ongestraft allerlei slech
te praktijken uit te oefenen. Men roemde zijn eigen
eerlijkheid en vroeg wanhopig om betere bescherming
tegen zulke schurken; de regeering, de justitie en
de politie werden verantwoordelijk gesteld voor al het
gebeurde.
Gering in aantal waren de stemmen, die eerlijk ge
noeg waren om naar waarheid de schuld van het ge
beurde te geven aan: de geldzucht, het verlangen naar
ijdel genot en de begeerte om zonder arbeid zich te ver
rijken. Daardoor alleen kon een man als Snoward
in zjjn plannen slagen; men begon het verderfelijke van
zijn gansche systeem eerst in te zien, nu hij gevat was
wegens een misdaad, die niemand zich kon verklaren
en waarvan de samenhang met Snoward's zaken slechts
kon vermoed worden.
Nu kwam er eiken dag nog meer aan het licht, en
wat het gerechtelijk onderzoek opleverde, van zijn ge
boortestad uit tot heden, verkreeg zulk een omvang, dat
volstrekt nog niet was te bepalen, wanneer de verza
meling bewijsstukken volledig genoeg zou zijn om den
beschuldigde voor den rechter te brengen. Intusschen
Het paleis van den baron in de residentie werd ver
kocht, en Ellerich zou zeker onmiddellijk dit huis met
zijn smartelijke herinneringen verlaten hebben, als hij
er niet was teruggehouden door een gast, die daar
noodzakelijk moest blijven vertoeven. Dit was doctor
Frederik Schwerdtner, die er langzaam maar zeker
herstelde. Hij had nog een volle week bewusteloos
gelegen, terwijl wondkoortsen geen hoop op herstel
meer gaven. Doch zijn krachtig gestel behield de over
hand en eindelijk kwam de dag, dat de geneesheer
durfde verklaren: er behoeft geen vrees meer te zijn,
dat Schwerdtners verstand door de zware verwonding
gekrenkt zal worden.
Luitenant Guido liet zich overplaatsen naar een af
gelegen garnizoen, om niet dagelijks aan het schandaal
te worden herinnerd, waarbij ook zijn familie betrok
ken werd. Robert, die zeer gaarne bij zijn geliefden
leermeester gebleven was tot deze volledig was her
steld, moest gehoorzamen aan den wil van zijn vader,
die het voor zjjn studie beter achtte, dat die op de
vroeger reeds gekozen kostschool werd voortgezet.
Schwerdtner miste daarom niets van zijn zorgvuldige
verpleging. Elvira loste hierin haar broeder af. Zij,
die nu weer baronesse Von Ellerich was geworden, aan
gezien het huwelijk met Snoward ongeldig was wegens
de valsche documenten van den gewaanden Amerikaan,
zij betoonde den kranke de teederste zorg en oplet
tendheid. Het was verbazend, hoe in deze omstandig
heden haar ware inborst aan het licht kwam; zij was de
vrouw, die de gelukkige taak heeft haar omgeving een
gevoel van huiselijkheid en vrede in te storten. En
terwijl zij met bezorgdheid den loop der ziekte van
Schwerdtner volgde, scheen ook in haar binnenste een
heilzame verandering te zjjn gekomen. Nu eerst leer
de zij zich zelf kennen. Zij wist het nu: het was lief-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
dal, die de Geeuwkade in gewenschte korte
verbinding bracht met de Stationsweg en de
beide stations.
Hoe lang zal nu nog de oude gasfabriek
een onnut bestaan voeren? De teekenaar van
de nieuwe >Platte grond van Sneek” heeft deze
sta-in-den-weg handiger en vlugger geamoveerd
dan ’t gemeentebestuur ’t in werkelijkheid kon
doen.
Hoe lang zal ’t nog duren, vóór men met
de uitbreiding der veemarkt volgens een nieuw
plan begint? En hoe zal dat nieuwe plan zijn?
Zullen de vele neringdoenden, die indertijd
tegen ’t verplaatsen der veemarkt petitionneer-
den, naderhand met voldoening kunnen consta-
teeren: Kijk, wij hebben gelukkig verhinderd,
dat men den veehandel buiten de bebouwde
kom bracht?
Of zal men eens met spijt bekennen: Tot
tweemaal toe wilden we de veemarkt naar het
Geeuwdal verplaatsen, waar ruimte in over
vloed is en wij hebben niet gedurfd; wij
waren nog te kleinsteedsch.
De tijd zal ’t leeren!
Met trots mag men den vreemdeling het
St. Antonius-ziekenhuis toonen. ’t Is waar, dit
ziekenhuis is klein, gering, als men ’t verge
lijkt bij de reuzeninrichtingen van denzelfden
aard in de groote, en vooral in de academie
steden. Neem bv. eens ’t nieuwe ziekenhuis
te Groningen!
Doch voor onze stad, ja voor Friesland is ’t
een grootsche stichting, die voorziet in een
steeds grooter wordende behoefte en altijd de
sprekende getuigenis zal afleggen van de edele
bestemming, die de R. K. gemeente alhier aan
de gelden van den heer Edon Jans Hollander
durfde geven Zoo’n stichting aan te durven
is niet kleinsteedsch of enghartig.
Moge dit grootsche gebouw dat met zijn een
voudige, doch architectonische lijnen de aan
dacht van den vreemdeling vergt, lange jaren
voor Sneek en een goed deel van Friesland
een heilstichting blijven.
Is en blijft dit Ziekenhuis een weldaad ook
voor velen buiten de stad, dit zelfde kan men met
’t volste recht van de Sneeker Ambachtsschool
getuigen. Nu reeds mag men zeggen, dat deze
school, onder de wakkere leiding van den heer
Voet berg en zijne leeraren, in een langgevoel-
de behoefte voorziet. Moge de Ambachts
school voor een goed deel van ons gewest de
plaats zijn, die een flinke kern van bekwa-
leeft, dien we hem nog lange jaren toewen
sten. Wel heeft hij veel schade géleden
döor de slechte weersgesteldheid en den hoo-
gen waterstand, doch hoopvol blikt hij naar
toekomstige drogere jaren; ’t zal toch niet al
tijd zoo buiig zijn!
En bij een bloeienden, florissanten boerenstand
heeft Sneek groot belang.
De Dinsdagen waren dit jaar niet minder
druk dan vorige jaren. Wel ging de boter- en
kaasmarkt niet vooruit, doch dit is niet te ver
helpen, daar ’t ligt aan de verandering in de
zuivelbereiding.
Doch de veemarkt we herinneren ons
niet, dat er ooit zooveel koeien tegelijk ter
markt zijn geweest als dit jaar in October. Eens
toch kwamen er flink over de 1200 koeien.
Voeg hierbij, dat Sneek, als de nieuwe spoor
wegplannen Franeker—SneekGroningen uit
gevoerd zijn, veel kans heeft om, gedeeltelijk
ten koste van Leeuwarden, voor een grooter
déél van Friesland de marktplaats te worden.
Dit stemt hoopvol!
Doch er is meer dat hoop geeft en 1903 tot
een voor Sneek zeer gunstig jaar maakt.
Vooreerst mogen we constateeren, dat de
stad zich beduidend en op uitstekende wijze
heèft uitgebreid.
Terwijl er in vorige jaren te min arbeiders-
en kleine burgerwoningen waren, is thans heel
wat gebouwd, om daarin verbetering te bren
gen. En de woningwet zorgde, gehandhaafd
door ’t gemeentebestuur, er voor, dat er be
woonbare woningen kwamen.
Aan den kant van ’t spoorwegstation ont
wikkelt zich een wijk, die een sieraad van
Sneek wordt.
Doch treft deze nieuwe aan bouw den vreem
deling; krijgt hij de gedachte, dat Sneek van
alle Friesche plaatsen betrekkelijk ’t meest
schijnt te bloeien; deze gedachte komt vooral
in hem op, omdat de Sneekers hem met recht-
matigen trots op drie grootsche werken
kunnen wijzen, op de nieuwe gasfabriek, op’t
St. Antonius-ziekenhuis en op de Ambachts
school.
De nieuwe gasfabriek! Welk een verbete
ring! De fabriek kan nog voldoende gas le
veren, al groeit Sneek ook nog heel wat in om
vang en zielental en al vragen de steeds fraai
er en grooter winkels ook telkens schitterender
verlichting. Bovendien kwam met de nieuwe
gasfabriek ook de nieuwe straat door ’t Geeuw-
M 4
1
110
3o
4o
5o
6o
U RA NT
'I
I
I
1