NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR SNEEK EN «STREKEN.
4-
dè Prinsenloge.
Zaterdag 23 Januari'1904.
52e Jaargang
No. 7.
■t
Uitgever; B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
In ’t uiterste Oosten.
FEUILLETON.
h—
K
B
V'
z
Int blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Dien avond had Walther twee wenschen, voor welker
vervulling hij gaarne alles had willen geven: dat den
volgenden dag de zon mocht schijnen en dat de «Illu-
strierte Revue* de teekening van het Hoffeest bij hem
mocht bestellen.
Beide wenschen werden vervuld. Den volgenden
morgen was het prachtig weer en kwam er een brief
van de redactie der »Illustrierte Revue,* met het ver
zoek, de teekening van het Hoffeest te vervaardigen en
zoo spoedig mogelijk in te zenden.
Met dezen brief ging Walther naar den circusdirec
teur. Deze begreep terstond, dat de reproductie der
teekening in het veelgelezen tijdschrift een groote re
clame voor hem was en stelde een geheele loge ter be
schikking van den jongen schilder voor de drie avon
den, dal het circus nog in de Residentie zou blijven.
Des namiddags, op de wandeling door het Park, ver-
telde Walther van het werk dat hem was opgedragen
en noodigde vader en dochter uit met hem naar het
circus te gaan. Maar de griffier sloeg dat voor zich
en Else kortweg af. Hij zette den verbaasden toehoor*
der uiteen, dat «dergelijke lichte kunsten* niet geschiet
waren voor een jong meisje.
(Wordt vervolgd.)
wordt het donker.
Hij bracht Walther in een afgelegen deel van het
park en strooide vogeltjeszaad, dat hij bij zich had, op
het gras. Daarop floot hij eenige malen en van alle
zijden kwamen de vogels aanvliegen.
Zij kennen mij als sinds jaren en zijn niet meer
schuw, zeide hij.
Ziet u daar dien distelvink, hoe brutaal die is, hij
jaagt alle andere vogeltjes weg.
O daar links? Ja, antwoordde Walther, blij dat hij
de wijsheid van Juffrouw Wehner te pas kon brengen.
Thuis heb ik een heele volière met vinken, zeide
de griffier; wilt u die eens zien?
Zeer gaarne, als ik mag.
Ziet u; er zijn wel veel menschen, die van vogels
houden, maar de ware vogelliefhebbers zijn ze daarom
nog niet.
Neen zeker niet! beaamde Walther.
Walther speelde den aandachtigen toehoorder, terwijl
de griffier zijn kennis van de vogelwereld ten toon
spreidde, maar zijne gedachten waren elders en dat
hoe langer hoe meer, naarmate men het huis van den
ouden heer naderde. De ijverig vertellende griffier
merkte daarvan niets. Hij bemerkte niet eens, dat zijn
dochter bij het binnentreden van Walther groote oogen
opzette en vuurrood werd, noch dat Walther Else’s hand
langer in de zijne hield dan een gast dit gewoonlijk
doet.
Walther moest de vinken bewonderen en verschei
dene opgezette vogels, waarbij hij even weinig karig
met zijn lof was als bij het beschouwen van de schil
derijen, die in de kamers hingen. Daardoor won hij
geheel en al het hart van den ouden heer. Else kon
weinig aan het gesprek deelnemen, maar Walther was
reeds tevreden, dat hij haar kon zien en volgde haar
telkens als zij binnenkwam met de oogen.
Toen hij eindelijk wegging, noodigde hem de griffier
dringend uit, den volgenden dag terug te komen en
met hem de vogeltjes te gaan voeren. Gaat u morgen
mede, juffrouw? vroeg Walther. Else bloosde nog
heviger dan bij zijn binnentreden en de griffier sprak:
Als ’t mooi weer is, kon je eigenlijk wel meegaan Else,
je bent in lang niet bij mijn vogeltjes geweest.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek, voldoende aan het besluit van heeren Gedepu
teerde Staten van Friesland van den 14 Januari jl. no.
37, 3e afdeeling, statistiek, (Provinciaal blad no. 8),
brengen ter kennis van de ingezetenen, navolgende
UITNOODIG1NG.
»De Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland,
Gelet op art. 102, laatste lid der Kieswet,
Noodigen de inwoners der provincie uit om, indien
zjj in andere provincies in de Rijks directe belastin
gen zjjn aangeslagen, daarvan vóór den loden Maart
aanstaande aan hunne vergadering te doen blijken,
teneinde door haar daarop kunne worden gelet bij
het opmaken van de lijst der hoogst aangeslagenen
voor do verkiezing van afgevaardigden ter Eerste Ka
mer van de Staten-Generaal.*
Sneek, den 20 Januari 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
Doch thans willen we even de aandacht ves
tigen op Korea, omdat we hier dagelijks over
lezen en ook, omdat ’t even als China en Japan
door twee Nederlandsche reizigsters bezocht
isFreule Van Schmidt auf Altenstadt heelt
met freule Van Andringa de Kempenaar gedu
rende twee jaren in die streken gereisd. Eerst
genoemde heeft voor de leden van het Kon.
Nederl. Aardrijkskundig Genootschap een le
zing gehouden, waaruit we ’t volgende overne
men;
Op een mooien Meidag verliet spr. met hare
reisgenooten de haven van Nagasaki (Japan),
om naar Fusan (Korea) te varen. Het Japan-
sche stoomscheepje was klein en niet bestand
egen kwaad weer. Nu duurt gewoonlijk de
Overtocht 14 uren en kan men dus wel voor
uit weten, of de reis te wagen is. Ditmaal
echter kwam op reis de typhoon opzetten, tot
groote schrik van passagiers en bemanning.
De kapitein, de equipage en het grootste deel
der passagiers waren Japanners. De kapitein
werd zoo beangst, dat hij naar Nagasaki wilde
terugkeeren. Na 36 uren bedaarde echter ’t
noodweer en men kwam zonder ongelukken te
Fusan.
De oorspronkelijke naam Korea beteekent
morgenkalmte. Het is een eigenaardig land,
dat zijn nationaliteit lang heeft weten te be
waren. Al is ’t de brug tusschen China en
Japan, het heeft van deze landen niets over
genomen, doch zijn oorspronkelijkheid behou
den. Met zijn ontwikkeling echter is ’t treurig
gesteld, sedert het aan Japan zijn kunst en we
tenschappen wegschonk en daarvan zelfs niets
overhield. Korea heeft geen belangrijke ge
schiedenis en is weinig door reizigers bezocht.
De eerste was een Portugeesch priester, de
tweede Jan Tanszoon Weltevreden, een Hol-
lansch matroos, die, aan land gestuurd om
water te halen, door zijn schip werd achter-
Compagnie niet een
eiland Decima en waren dus de
niet de eenigen, die sedert een paar eeuwen
met Japan in aanraking kwamen.
Laten we er als merkwaardigheid nog bij
voegen, dat op ditzelfde eiland Decima de Ne
derlandsche vlag bleef wapperen, toen ’t va
derland onder Napoleons heerschappij zijn zelf
standigheid verloor.
Doch van recenter datum is 't gevecht in
de straat van Simonoseki, die Nippon van Kioe-
zioe scheidt. Nog vindt men in ons land (ook
op Bronbeek) getuigen van dit gevecht. Het
was in Juli 1863, in den tijd toen Japan nog
niet ontwaakt was, (want eerst in 1868 werd
de mikado ’t erkende hoofd des lands, staakten
de leenmannen hun twisten en gaven ze hun
rechten aan den mikado over.) Kapitein De
Casembroot voer met de «Medusa* door de pas
genoemde straat, die hoogstens 10 Meter diep
is. De «Medusa* was een zeilschip (corvet) met
hulpstoomvermogen. Doch met stoom op kon
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Reeds eenigen tijd worden we overstelpt
met elkaar tegensprekende of verbeterende of
aanvullende telegrammen over den toestand
in Oost-Azië.
Rusland heeft daar Mantsjoerije, ’t stamland
der Chineesche dynastie, zoo zachtjes aan in
geslokt en bewaakt er zijn spoorlijn, die van
Port Arthur, door Mantsjoerije en Siberië,
rechtstreeks naar Europa leidt. Aan Mant
sjoerije grenst ’t schiereiland Korea, een kei
zerrijk van misschien meer dan tien millioen
inwoners, bestuurd door een met despotische
macht bekleeden keizer, die echter te zwak is
om zelf flink te regeeren en zich laat beheer-
schen door de hovelingen en grooten; die bo
vendien nog onder Chineesche, Russische en
Japansche invloeden staat. Korea verkeert
ongeveer in denzelfden toestand als ’t varken,
waar een paar kooplieden ruzie om kregen
’t moet toch geslacht worden.
me een genoegen door ze aan te nemen. U ziet, hoe
gemakkelijk ik zoo iets bij elkaar flans. In een uur tijds
heb ik er weer een gemaakt.
Ja, maar toch van een onbekende zoo iets.
0, daar is gemakkeljjk in te voorzien, lachte
Walther. Mijn naam is Shilling, kunstschilder uit
München.
Pratow, oud-griffier bij de rechtbank, stelde de
oude heer zich voor.
Zeer aangenaam kennis te maken, antwoordde
Walther en nu ik geen onbekende meer voor u ben,
neemt u de aquarel aan, niet waar? U doet er mij wezenlijk
een genoegen mee.
Aarzelend strekte de griffier zijne hand naar de schil
derij uit maar in zijn oog blonk de vreugde over het
fraaie geschenk.
Als u ’t dan absoluut wilt, zeide hij, maar ik weet
niet, hoe ik revanche kan geven.
Als ’t u blieft, spreek niet van revanche. Sta
mij slechts toe, nog wat in uw gezelschap te mogen
blijven. Ik ben hier op de doorreis, moet u weten, en
heb hier geen enkelen kennis.
De griffier glimlachte, hij voelde zich blijkbaar ge
vleid. Gaarne, zeide hij, wanneer mijn gesprek u niet
verveelt. Ik ben n. 1. door intriges tot werkloosheid
veroordeeld, kom weinig onder de menschen en ben
wat ouder wetsch geworden.
Dit laatste kan ik niet aannemen, zeide Walther.
Uw kunstsmaak bewijst het tegendeel.
Nu ja, de liefde tot de kunst is mij aangeboren.
En dan de liefde tot de vogelwereld. Houdt u van vo
gels? Walther knikte.
Dan kan ik u wat moois laten zien. 0 hé, ’t is al
kwart voor vijf, mijn arme vogeltjes hebben al een half
uur moeten wachten. Laten wij voortmaken, anders
’t maar half zoo hard als met vol tuig. Kloek
hebben de Hollanders, onverwachts aangeval
len door Japansche schepen en strandbatterij-
en, zich in ’t onveilige vaarwater verdedigd,
boorden Japansche schepen in den grond, ver
nielden batterijen en wisten zich buiten ’t ka
naal te werken. Op 27 plaatsen was de «Me
dusa” geraakt en 4 man waren gedood.
Natuurlijk was deze «Medusa” een schip uit
de oude doos en zou nu ’t onderhoud niet
eens waard zijn.
Naar het Duitsch.
II.
Op eens viel het Walther in, dat hij op iemand
wachtte en dat dit misschien wel Else’s vader was.
Hij keek op zjjn horloge. Het was half vijf.
Een glimlach kwam op zjjn gelaat en hij vroeg: Be
valt ze u?
Ja, de schets is mooi. Dat watervlaken die
zwanen.
Het is maar een schets, viel Walther in, als ik
ze in olieverf uitvoerde, zou ze nog wel mooier wor
den.
De oude heer knikte. Dat begrijp ik, maar ik houd
nu juist van aquarellen. Ik ga steeds naar het Muse
um, als er nieuwe aquarellen aangekomen zijn en heb
er ook een paar thuis hangen. De olieverfschilderijen
zjjn te deftig, ziet ge, voor onze kleine voorkamers.
Walther kreeg een inval. Dat deze oude heer de
vader van Else was, betwijfelde hij geen oogenblik meer,
want hij zag er precies uit als een bureaucraat. Hij
had een mooie gelegenheid om zich bij den ouden heer
aangenaam te maken.
Wel, zeide hij, als u de aquarel zoo bevalt, mag
ik ze u dan ten geschenke aanbieden?
De oude heer deed een stap achterwaarts en keek
den jongen man wantrouwend aan.
Ze bevalt u immers, hield Walher aan, en u doet
Met meer dan koortsige haast heeft Rus
land de laatste jaren gewerkt, om zijn Sibe
rische spoorlijn gereed te krijgen, om Port-
Arthur en Wladiwostok tot onneembare oor-
logshavens te maken, om Mantsjoerije te Rus-
sificeeren, om een sterke oorlogsvloot in Oost-
Azië te krijgen, om een leger van misschien
reeds meer dan 200.000 man te vervoeren, om
’t wereldverkeer voor passagiers en posterijen
over Siberië te krijgen.
Doch terwijl de reus China nog slaapt,
voortdommelt in ’t stof zijner duizenden jaren
oude beschaving, ontwikkelde zich het «land
der dwergmenschen», het keizerrijk Japan, op
onovertroffen wijze. Opgestaan uit den dom
mel der eeuwen, begrijpende, dat Europa en
Amerika loerden op landelijken buit, heeft ’t
zich gehaast, zich de Europeesche beschaving
aan te passen. In een oorlog met China heeft
’t laten zien, dat ’t op Europeesche wijze kan
optreden, al moest ’t zich door Europeesche
tusschenkomst van een goed deel der over-
winningsvoordeelen zien berooven. Evenals
Rusland loert ’t op Korea, waar een stamver
want volk woont, tracht China te Japannisee-
ren en wenscht afzetgebieden voor zijn talrij
ke bevolking. Japan toch, iets grooter dan
Engeland, heeft waarschijnlijk ook een iets
grooter bevolking.
Voor ons, Nederlanders, wekt Japan nog
oude herinneringen op. Had de Oost-Indische
vestiging op ’t kleine
Nederlanders
gelaten en gevangen werd genomen. In 1653
leden 36 Hollanders, die op de «Sperwer* naar
Decima onderweg waren, op de kust van Ko
rea schipbreuk. Ook zij werden gevangen
genomen en naar verschillende plaatsen ge
zonden.
Eenigen van hen bereikten Japan, doch Hen
drik Hamer bleef 2 jr. gevangen. Zijn onder
vindingen werden opgeschreven en in 1668
uitgegeven en later zelfs in ’t Fransch en En-
gelsch vertaald.
Uit ’t verblijf dezer schepelingen meent men
het verschijnsel te kunnen verklaren, dat er bij
sommige Koreanen een afwijking is van het
Mongoolsche type, hetwelk denken doet aan
een vermenging met ’t Kaukasisch ras.
De vuilheid der Koreaansche steden is onbe
schrijfelijk. Men vraagt zich af, hoe ’t mogelijk
is, dat flink gebouwde menschen, die er gezond
en frisch uitzien en in hun lange en witte klee-
ren geenszins den indruk geven van onzindelijk
heid, leven kunnen in die omgeving van ver
vuiling.
De straten zijn nauwe doorgangen; de hut
ten met rieten daken hebben geen venstersal
les is even primitief. De eenvoudigste vormen
der hygiëne zijn er onbekend. Er heerscht dan
ook een groote sterfte en epidemiën (pokken,
pest) zijn aan de orde van den dag.
Het hoofdbestanddeel van den Koreaanschen
maaltijd bestaat uit haaien- en walvisschen-
vleesch; ook hondenvleesch is een delicatesse.
In de Japansche kolonie te Fusan gaat het
heel anders en veel zindelijker toe, zoodat het
voor den Europeaan veel aangenamer verblijf
plaats is.
Seoul, waarheen spr. vervolgens vertrok, de
hoofdstad van Korea, is slechts één Europeesch
hotelletje rijk. Er woont geen enkele Hollan
der en de Hollandsche natie is er totaal onbe
kend. Als merkwaardigheden vindt men alleen
een pagode en een tempel. Spr. was in de
gelegenheid een oefening bij te wonen van al
de danseressen in de dansacademiede dan
seressen vormen een afzonderlijke klasse, zijn
’t eigendom des keizers en worden op staatskos
ten onderhouden. De Koreaansche muziek is
beter dan de Japansche en heett overeenkomst
met onze muziek.
De hoofdbedekking speelt een groote rol en
verandert met de verschillende levensperioden.
Van zijn pijp is de Koreaan onafscheidelijk.
Vrouwen ontmoet men heel weinig; zij leven in
1
I
IURANT.