RIEliWS- ES mEWSTIM VOOR SNEEK. ES WSTKEEES. No. 16. Woensdag 24 Februari 1604. 59e Jaargang. De Onderwijsstrijd. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. FEUILLETON. VERLOREN HAARD. I L 1 heeren armvoogden aldaar ter benoeming aanbevolen 'Tauta en H. Bijl; door B. en W.zijn daar- Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Tegenwoordig zijn 13 leden, afwezig Hm, aan het station was alles precies zooals het al tijd was geweest. Niets was veranderd aan het kleine, landelijke stationsgebouw, slechts een paar letters wa ren verdwenen uit het trotsche opschrift voor de deur: «Wach aal I en II Klas.« De vensters nog zoo wit als voor zoovele lange jaren. Zou vrouw Thieme nog in leven zijn, die vroeger alles in orde hield, die achter het kleine loket de biljetten verkocht en door haar gou den bril elkeen vriendelijk aanzag? De gezichten der beide beambten in de goederenloods, waar de terugge keerde langzaam voorbij liep, kwamen hem vreemd voor. Och neen, de eene was zeker de oude Rieger, wiens broer in het dorp een kleine herberg hield. De bejaarde beambte versjouwde met zijn jongen helper, korven, zakken, pakken en kisten en sloeg geen acht op den nieuw aangekomen reiziger. Dat beviel Johannes echter best. Hij ging door het stationsgebouw en wierp een blik naar het loket, waar achter hij den ouden Thieme zag, die evenals vroeger zijn werk verrichtte. Hij had hem gaarne willen toe knikken en vragen: «Nu Thieme, ken je me niet meer? Johannes Steen?* Maar hij bezon zich bijtijds. De tijd, waarop hij iets was geweest voor die lieden, was lang geleden, lang reeds heengegaan. Zij zouden bedanken met den ge brandmerkte iets te doen te hebben, de een hoffelijk en niet zonder medelijden, de ander stijf en koel, een derde verachtelijk. Deze bekentenis was bitter en deed smartelijk aan; ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dak van het woonhuis overdekte. Rechts, meer in de nabijheid van het veld, stonden de twee groote schuren. Links, onder beuken en kerseboomen, de keuken, die met roode pannen bedekt was, een stal en de schuur om de wagens en de werktuigen in te bergen. Op den achtergrond lag de tuin met de vele vruchtboomen. De teruggekeerde stond met wijd geopende oogen te kijken. Toen sloeg hij een smal wegje in. Johannes Steen zuchtte en lachte tegelijk. De andere, de gehate, zou wel geen voorgevoel hebben, dat het noodlot thans zoo dicht bij hem was. Hij zou het eerst ’s nachts bemerken, wanneer de roode haan op zijn dak zou kraaien en het vuuralarm van den wachter de slapende dorpelingen zou opschrikken; hij zou het eerst merken, wanneer de gloeiende vlammen hem warmte in het gezicht bliezen, wanneer zijn legerstede als een strootje in de woedende vlammen zou opgaan en het krakende stroodak een brandende muur om het werk van vernieling zou optrekken, waaruit geen redding mogelijk zou zijn. De ontslagen gevangene sloot de oogen, als werd hij duizelig bij die gedachte. Ja, ja, zoo had hij zich dat voorgesteld en ja, ja, zoo moest het werk der wraak ingeleid worden. Het was ellendig laag, wat hij wilde doen, bah, hij was niet krachtig en moedig genoeg meer om zich op een andere wijze op den broeder te wreken. Hij opende de oogen weer en streek zich met de hand over het gelaat. Hij zweette en wilde hierdoor zijn voorhoofd drogen. O God, het was nog dag, een prachtige zomernamid dag. De tijd zou hem ellendig lang toeschijnen. Hij overlegde bij zich zelf wat te doen en keek onbewust om zich heen. Plotseling begreep hij nu eindelijk goed waar hij was. Ach ja, hij had daar de aan de in ’t ontwerp bepaalde voorwaarden doctorale graden te verleenen, gelijke rechten gevende als die, welke door de Rijksuniversi teiten verleend worden. II. De vrijheid tot ’t oprichten van bijzon dere leerstoelen aan de openbare universiteiten. III. De toekenning van Rijks-subsidie aan de bijzondere gymnasia, welke, door te voldoen aan al de vroeger gestelde en in dit ontwerp verscherpte voorwaarden, reeds bevoegdheid verkregen tot het verleenen van ’t diploma van eind-examen, toegang gevende tot de lessen der Universiteit. IV. De opneming van de Polytechnische School, als Technische Hoogeschool, onder de inrichtingen van Hooger Onderwijs, waartoe mede zullen behooren een later op te richten Landbouw- en een Handels-Hoogeschool. Men begrijpt, dat punt I de kardinale strijd- kwestie is. Het spijt ons, dat we geen ruimte hebben de motieven van de verschillende vóór- en tegenstanders beknopt weer te geven. maar zij verstikte ook de onwillekeurig opgekomen verteedering en verlevendigde weer het wenschen en willen om wraak te nemen. Johannes had geen oog meer voor het stationskoffie- hv.is, dat aan een verren bloedverwant van hem, een rijken korenhandelaar, toebehoorde. Hij lette ook niet op de boerenhoeven, die door tuintjes omgeven waren. Hij liep langzaam naar het dorp, nam een zijweg die naar de hoeve van zijn broeder voerde, ongeveer een kwartier van het dorp gelegen. Veel opmerkzaamheid trok hij niet, noch nieuwsgie rige noch wantrouwende blikken. Ontmoette hem ie mand dan klonk het vriendelijk «goedendag* en dan ant woordde hij terug met denzelfden groet en een hoofd knik. Niemand scheen hem te herkennen. De landweg buiten het dorp werd door de gloeiende stralen der middagzon beschenen en was stil en een zaam. Aan beide kanten stonden hooge boomen, die den wandelaar’n weinig schaduw verschaften. Johannes koos den rand van den weg om zooveel mogelijk in de scha duw te loopen en nu en dan bleef hij staan, om even diep adem te halen en zich te verlustigen in den aanblik van de omgeving. De kleiweg was op sommige plaatsen door wagens diep ingedrukt, de voetweg rechts was met grint bedekt en in het gras in de nabijheid bloeiden allerlei veldbloemen. Alles verrukte hem, het overvloedig groen en de prachtige kleuren. Hij naderde meer en meer de hoeve, waar hij het levenslicht zag. Op eens bleef hij ademloos staan, terwijl hij met duistere blikken voor zich keek, toen hij een kleine heuvel, waar hij als jongen gespeeld had, voor zich zag, te midden van heerlijk groen, waartusschen de zonnestralen speelden. Op den voorgrond stond de groote eik, die met zjjn breede kroon het bruine stroo- Was ’t vóór dien tijd mogelijk, dat bv. een Liberaal leider als de staatsman Thorbecke door Maastricht naar de Tweede Kamer werd afgevaardigd, sedert behoort zoo’n keuze bijna tot de onmogelijkheden. Terwijl de R. K. zich apart plaatsten, ont wikkelde zich een eerst heel kleine partij, de Anti-Rev., langzaam doch krachtig en vooral door ’t toedoen van mannen als dr. Kuyper en wijlen dr. Schaepman vereenigden zich de R. K. en de A. R. partijen in haren strijd tegen ’t Openbaar onderwijs. Velen zullen zich nog de reuzen-petitie te gen de wet-Kappeijne (1878) herinneren. Eindelijk, na veel strijd en een soms vreem de samenstelling der Tweede Kamer (men herinnert zich bv. nog wel, dat eens de con servatieve Haagsche afgevaardigde Wintgens de heele Kamer links* of «rechts* kon maken door zijn stem) kwamen in 1889 de anti-libe- ralen in de Tweede Kamer in de meerderheid en er kwam een ministerie-Mackay, dat vooral bedoelde een gunstiger wet voor ’t Bijzonder Lager onderwijs te maken, doch dat vrij wel gebonden was door de Liberale meerderheid der Eerste Kamer. Toen kwam, door de conciliante houding der partijen, een wet op ’t Lager onderwijs tot cf-nn/1 Later kwamen, onder Borgesius, verschillen de wijzigingen, waaronder we vooral noemen de invoering der Leerplichtwet, welk ontwerp er in de Tweede Kamer met één stem meer derheid dóórkwam, (50 tegen 49); ’t toe val wilde, dat een der tegenstanders van de wet, de heer Schimmelpennink, afgevaardigde voor Amersfoort, op een wandelrit een ongeluk had gekregen en daardoor verhinderd was in de Kamer te verschijnen. Dit paard heeft dus nog veel grooter beteekenis voor de Neder- landsche politieke tinnegieters dan indertijd de kiezer W. Cnossen bij de verkiezing van den heer Van Gilse in dit district. Toen ’t ministerie-Kuyper in 1901 optrad, kwamen vrijmaking van ’t onderwijs, wijziging der leerplicht, enz. op ’t programma. En thans is men dan in de Tweede Kamer met ’t wetsontwerp tot herziening der Hooger- Onderwijswet van 1876 bezig. Laten we in ’t kort zeggen, wat dr. Kuyper in dit ontwerp wil I. Het toekennen van bevoegdheid aan bij zondere hoogescholen om mits voldoende hoeve «Redder* naast zich. «Redder*. Hoevele herinneringen kwamen hem niet voor den geest. Langen tijd geleden was daar een oude bezembinder zonder hoofd gevonden. Het hoofd was nergens te vinden, maar toen het lichaam zou begraven worden was het plotseling bij het lichaam verschenen. Op een stompen paal van de houten omheining, die de hoeve van den landweg afsloot, kon men het altijd op midder nacht zien, en daar zou het ook zijn gebleven, hadde men niet het hek en den paal weggenomen om de verschijning daardoor te verbannen. Het zou toen hoog in de lucht gezweefd hebben, menschen hadden ook nog in Johannes’ jeugd aan dit vertelsel geloofd en had den het nooit gewaagd bij nacht voorbij de «Redder* te gaan en keken zelfs den anderen kant uit wanneer zij bij dag daar voorbij moesten. Johannes Steen lachte over zulke domheid en bijgeloof, maar hij moest zich zelf bekennen, dat hij in zijn kinder jaren en zelfs later nog, die eenzame hoeve in het donker van den nacht gaarne uit den weg was gebleven. Nu was hij veranderd en de hoofdlooze bezembinder joeg hem even weinig vrees aan als het lichaamlooze hoofd. Dan was daar nog een andere, oudere sage van de «Redder*, die van den dollen graaf Louckner van Depe- nau, die in Frankrijk in de revolutietijd zijn hoofd onder de guillotine zou hebben verloren. Hij had in de verlaten «Redder* eeuwige trouw gezworen aan de schoone dochter van boer Duggen, maar had haar verlaten, nadat hij haar verleid en schande over haar had gebracht. Zij wilde die schande niet dragen en had in een moeras een einde aan haar leven gemaakt. Johannes Steen knikte met het hoofd, Zooiets kon VERGADERING van den Gemeenteraad van Wymbritseradeel, op Zaterdag, den 20 Februari 1904, 's voormiddags te 10*/, BHT geving de heer Visser, zonder kennisgeving de heer Gerbrandij. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretarie de heer J. Poppinga. Punten van behandeling: 1. Notulen van den 23sten Januari j.l. Na lezing door den Secretaris, worden deze notulen onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. a. Een schrijven van de rijksveldwachters in de brigade Sneek, houdende dankbetuiging voor de hun onlangs verleende gratificatie; b. Als voren van mej. de wed. G. Elzerte Sneek, mede namens hare kinderen dank betuigende voor de haar toegekende milde jaarlijksche toelage; c. Alsvoren van mej. G. IJntema te Oudega, daarbij berichtende, dat zij, onder dankbetuiging, hare benoe ming tot onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de o. 1. school aldaar, aanneemt; d. Besluit van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het kohier van schoolgeld over het 4e kwartaal 1903; e. Alsvoren, waarbij worden goedgekeurd de raads besluiten tot onderhandsche verkoop van gedeelten bermsloot aan Tj. deVries te Oppenhuizen en aan S. H. de Jong te Heeg; f. Schrijven van den heer R. R. Koopmans te Wol- sum, daarbij berichtende, dat hij zijne benoeming tot armvoogd aanneemt; g. Alsvoren van den heer W. G. van der Ley te Oppenhuizen, dat hij zijne benoeming tot armvoogd niet aanneemt; h. Alsvoren van het hoofdcomité tot het brengen van eene bijzondere hulde aan H.M. de Koningin-Moeder, onder dankbetuiging berichtende, dat door den Pen ningmeester is ontvangen eene som van f 530,sa mengebracht in de gemeente Wymbritseradeel voor het sanatorium Oranje Nassau-oord en het Emmafonds. Op voorstel van den Voorzitter worden alle boven genoemde ingekomen stukken voor kennisgeving aan genomen. 3. Aanvraag van den pontveerwachter te Uitwel- lingerga om eervol ontslag uit zijne betrekking. Burg, en Weth. stellen voor aan TEbele de Vries, pontveerwachter te Uitwellingerga, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen met ingang van 12 Mei a. s. Zonder discussie eu hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 4. Benoeming van een pontveerwachter te üitwel- lingerga. De Voorzitter zegt dat B. en W. uit de 46 sollicitan ten, na grondige informatie het volgende drietal ter benoeming aanbevelen: 1. Pieter R. Ringnalda, 26 jaar, arbeider te Uitwel lingerga, 2. Hendrik van Noggeren, 32 jaar, gepas- porteerd 0.1. militair te Koudum, 3. Albert Alberda, 32 jaar, schippersknecht te Deersum Bij de eerste vrije stemming werden uitgebracht op Ringnalda 6, Alberda 3 en G. van Brug te Lemmer 4 stemmen. Bij de tweede vrije stemming werd benoemd G. van Brug te Lemmer met 8 stemmen terwijl op Ringnalda 5 s! immer1 waren uitgebraoht. huizen en Uitwellingerga. Door heeren armvoogden te Heeg worden ter be noeming aanbevolen de heeren Durk J. Reijenga en G. G. Wüste, terwijl door B. en W. hieraan zijn toege voegd de heeren A. B. Visser en H. de Boer. Benoemd wordt de heer D. J. Reijenga met 12 stemmen, terwijl de heer Wüste 1 stem verkreeg. Voor Oppenhuizen en Uitwellingerga worden door heeren armvoogden aldaar ter benoeming aanbevolen de heeren M. Nautaen H. Bijl; door B. en W.zijn daar aan toegevoegd de heeren H. H. Visser en M. E. de Jager. Uit de gehouden stemming blijkt dat de heer Nauta met 11 stemmen is benoemd, terwijl de heeren Bijlen Visser ieder 1 stem verkregen. 6, Benoeming van leden voor de stembureaux. De Voorzitter zegt dat voorin dit jaar eventueel te houden stemmingen stembureaux moeten worden be noemd. Op voorstel van B. en W. worden deze samengesteld als volgt: Hoofdbureau Sneek: Voorzitter de heer M. fl. Tromp, Burgemeester; leden de heeren D. Hokwerda en H. Op- pedijk; 4e lid de heer S. H. Reitsma; plaatsvervangende leden de heeren S. J. Alberda, P. Santema en D. Vol kers. Woudeend: de heeren D. Tromp, voorzitter, A. H. Tromp en B. Okma, leden, E. K. Vierkant, 4e lid; 8. Zeer merkwaardig, en bijna niet van een onpartijdig standpunt te bespreken, is de strijd over ’t onderwijs, die, mogen we zeggen, in de plaatste tientallen jaren de vorming en groe- peering der politieke partijen bebeerscht heeft, ’t Ging eerst om het Lager onderwijs, doch in de laatste jaren heeft zich de strijd uitge breid en zoo zit thans de Tweede Kamer druk te delibereeren over de door de Regeering voorgestelde wijziging en aanvulling der Hoo- ger-Onderwijswet van 1876. Voor hen, die zich den strijd over ’t onder wijs in de laatste tientallen jaren goed voor stellen, is ’t thans ingediende Hooger-Onder- wijs-ontwerp geen verrassing, ’t is, laten we zeggen, de doorvoering van den strijd, die eerst alleen op 't gebied van Lager Onderwijs van alle partijen de volle kracht vergde, en welke strijd sedert 1889 een heel eind in ’t voordeel der voorstanders van ’t Bijzonder onderwijs is... bijgelegd. (Is dit wel ’t juiste woord?) Voor we even ’t thans ingediende Hooger- Onderwijs-ontwerp bezien, willen we een paar datums uit den Onderwijsstrijd opteekenen. In 1857 kwam eene nieuwe regeling van het Lager Onderwijs tot stand en vormde als het ware een Kappeijne van de Coppello, die in 1878 het Openbaar Lager onderwijs regelde en ook de rechten van het Bijzonder Onderwijs aangaf. Van Katholieke zijde was reeds lang voor de laatstgenoemde wetsregeling de richting van de Katholieke partijstrijd aangegeven door ’t bekende «Mandement der bisschoppen*, waarin van de zijde der R. K. hooge geestelijkheid ’t Openbaar Lager onderwijs veroordeeld werd. Als belangrijke datum voor 't Middelbaar onderwijs willen we 1863 noemen, in welk jaar dit onderwijs geregeld werd en o. a. be paald, dat in iedere gemeente boven de 10.000 inwoners een Middelbare school moest aanwe zig zijn, terwijl tevens bepaald werd, dat hier van op aanvrage vrijstelling kon worden ver leend. Dit laatste geschiedde hootdzakelijk om sommige groote plattelandsgemeenten, zoo als bv. Wymbritseradeel, die uit tal van dor pen bestaan, waarvan geen enkel van genoeg belang is om er een kostbare inrichting, als een Middelbare school is, te vestigen. Het genoemde «Amendement* heeft de R.K. partij geheel afgescheiden van de Liberale. f ---F met EÜUIllb. COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1