1
r
MEI WS- ES IMlRTDTIEÜHh
1
VOOR SM ES «ISMES.
1
Een sehot.
Woensdag 2 Maart 1904.
KENNISGEVING.
68e Jaargang.
No. 18.
Uitgever*. B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie
FEUILLETON.
I
I
Uit de Raadszaal.
-
-
-
i
p
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Zaterdag, den 27 Februari
1904, ’s namiddags te 61/, uur.
Tegenwoordig zijn 14 ledenéén vacature.
Voorzitter de heer Mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van behandeling
1. Resumtie der Notulen.
Na lezing door den Secretaris, worden de notulen
anderen, dat nogal van verstrek kenden aard is, voor te
bereiden ter behandeling in eene volgende vergadering,
onder opmerking, dat eene beslissing zeer veel over
weging verdient, waarom Spr. den leden verzoekt zich
door persoonlijk bezoek van den toestand aan de Woud-
vaart te overtuigen
het adres van de Kamer van Kooph., sub t, om een
havenmeester aan te stellen, nader ter tafel te brengen
met het te dier zake in de vorige vergadering inge
komen adres van de afd. »Sneek« der schippersveree-
niging «Schuttevaor*
de adressen sub s en r, beide betreffende bestrating,
te stellen in handen van de commissie voor straten
en wallen, ten fine van advies en daarna nader te
behandelen
het door B. en W. ingezonden verslag, sub k, be
treffende de volkshuisvesting, ingediend ingevolge
voorschrift der Wet, op te zenden aan de commission,
bij de Wet aangewezen
het verslag sub l, over den toestand van het Mid
delbaar Onderwijs, omvattende de Hoog ere Burgerschool,
Burger-avondschool en de Ambachtsschool, alsmede de
verslagen sub j en i, aangaande het Gymnasium en
van de Commissie tot wering van schoolverzuim, alle
in het gedrukte raadsverslag op te nemen.
De heer Paehlig wenscht het verslag over de volks
huisvesting, dat nog al belangrijk is, ook in ’t gedrukt
verslag op te nemen.
De Voorzitter antwoordt, dat in bedoeld verslag nog
vele vragen onbeantwoord zijn er bestaat echter geen
bezwaar een kort resumé van dat verslag op te nemen.
De beer Paehlig acht dit ook voldoende.
De Voorzitter herinnert, dat bij de thans finaal goed
gekeurde rekening van het Bumaleen sub f, door Ged.
-iat m de opmerking is gemaakt voor het volgend jaar
eene som van f 1.40 in uitgaaf aan te brengen, om de
rekening sluitende te krijgen.
Spr. zegt, dat het besluit tot cnderhandsche verhuring
van tolheffing aan de Dillebrug met het gebruik der
woning enz. aan A. Schaafsma, ter nadere overweging
door Ged. Staten is teruggezonden, wijl bij dat besluit
is bepaald de verhuring voor 5 jaren te doen plaats
hebbenGed. Staten merken op, dat het wenschelijk is
de onderhandsche verhuring niet langer te doen duren
dan tot den datum, dat de tolheffing aldaar bij Kon.
besluit is vastgesteld, zijnde 9 Jul 1906, met het oog
op alsdan eventueel aan te brengen wijzigingen.
Deze opmerking komt B. en W. zeer correct voorten
overvloede is aan Schaafsma gevraagd, de onderhand
sche verhuring voor 2 jareu te doen duren, waartegen
deze geen bezwaar heeft gemaakt.
B, en W. stellen dan ook voor opnieuw een besluit
te nemen en aan A. Schaafsma voor den tijd van 2 jaren,
van 12 Mei 1904—12 Mei 1906, onderhands te verhu
ren de tolheffing bij de Dillebrug met het gebruik van
het tot woning ingerichte wagenhuis enz., tegen eene
vergoeding van f 265 per jaar en voor den tijd van 2
jaren, ingaande 1 Nov. 1903 en eindigende 1 Nov. ’05,
een perceel weiland aldaar, groot ongeveer 51 are,
tegen ƒ70 per jaar.
De Voorzitter herinnert, dat alsdan meer in over
eenstemming met ’t Kon. besluit wordt gehandeld.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
Verder stelt de Voorzitter voor de niet gememoreerde
der op 12 Januari jl. gehouden vergadering onveran
derd vastgesteld.
De heer mr. Paehlig vraagt, na afloop der agenda
een vraag tot het Dagel. Bestuur te mogen richten, be
treffende de afkondiging der Algemeene Politieveror
dening.
De Voorzitter zegt, dat den heer Paehlig, met toe
stemming der vergadering, daartoe de gelegenheid zal
worden geboden.
2. Mededeeling van iugekomen stukken enz.
De Secretaris doet mededeeling van
a. Resolutie van Ged. Staten, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 12 Jan. 11., tot het aangaan
eener procedure of het sluiten van een dading inzake
de geschillen aanneming der gasfabriek met L. de
Waard
b. Alsvoren, houdende goedkeuring van het raads
besluit van 12 Jan. jl., tot betaling uit den post voor
onvoorziene uitgaven en tot af- en overschrijving van en
op posten der begroeting, dienst 1903
Alsvoren, houdende ontvangst-bericht der alge
meene politie-verordening dezer gemeente
d. Alsvoren, houdende verzoek hunne Vergadering
te berichten op welken grond de Raad besloten heeft
het besluit van 12 Jan. 11. no. 6, waarbij aan den heer
J. Huges tot wederopzegging vergunning is verleend
tot het aanbrengen van een balcon aan zijn nieuw te
stichten perceel aan de Bothniakade, aan de goedkeuring
van hun college te onderwerpen
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2l/a cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Adres van den heer S. Gorter e. a., houdende
verzoek om ontheffing van eenige bepalingen der
bouwverordening, ten aanzien van door hen gestichte
woningen aan de Woudvaart
v. Schrijven van den heer W. van Staa, houdende
dankbetuiging voor de verhooging zijner jaarwedde
w. Rekening van de Brandweer over 1903.
De Voorzitter stelt voor
de laatstgenoemde rekening der Brandweer, sub w, te
stellen in handen der commissie voor het nazien van
rekeningen en begrootingen, om te dienen van advies
het adres sub w van de heeren Gorter, Sijsling en
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, noodigen, naar aanleiding van een van den
heer Commissaris der Koningin in Friesland ontvangen
besluit, alle houders van pretentiën ten laste van het
Rijk, den dienst van 1903 betreffende, uit, hunne de-
claratiën zoo spoedig mogelijk in te zenden, en het
uiterste tijdstip van indiening, zijnde den laatsten der
maand Juni e. k., niet af te wachten, vermits die pre-
tentiën, na dat tijdstip ingediend zijnde, volgens de
Wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51), worden
gehouden voor verjaard en vernietigd.
Sneek, den 1 Maart 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
was. We gingen aan tafel, de gastheeer was buitenge
woon vroolijk en weldra waren wij het ook.
Het was reeds laat, toen we van tafel opstonden en
toen ik evenals de anderen van Sylvio afscheid ging
nemen, zei hij tot mij:
U moet ik spreken.
Ik bleef.
Zwijgend zaten we tegenover elkaar, terwijl we onze
tchibouques (Turksche pijpen) rookten. Het duurde
eenige minuten, voor Sylvio het woord nam.
We zullen elkaar zeker niet weer zien, begon hij.
Ge zult zeker hebben opgemerkt, dat ik heel weinig
geef om wat anderen van mij denken; maar van u houd
ik en het zou me erg spijten, wanneer u van mij een
slechte gedachte koesterde.
Ge hebt het vreemd gevonden, vervolgde hij, dat ik
onlangs geen voldoening vroeg aan dien jongen dronk
aard, die mij een kandelaar naar het hoofd wierp? Na
tuurlijk begreeptge dat ik als beleedigde de keus der
wapenen had en het eerst mocht schieten; zijn leven had
ik dus in mijn hand, terwijl ’t mijne geen groot gevaar
liep. Nu kon ik wel den schijn aannemen of mijne
onverschilligheid te danken was aan mijn grootheid
van ziel, maar ik wil ronduit verklaren dat, indien ik
hem had kunnen straffen zonder mijn eigen leven in
gevaar te brengen, ik hem geen vergiffenis zou hebben
geschonken.
Ik keek Sylvio verwonderd aan.
Hij vervolgde, ’t Is zooals ik zeg. Ik mag mijn leven
niet in gevaar brengen. Zes jaar geleden heb ik een
klap in het aangezicht gehad en hij, die me dien slag
heeft gegeven leeft nog.
Mijn nieuwsgierigheid werd grooter.
Hebt ge dan nooit geduelleerd? vroeg ik.
Jawel, antwoordde hij, ziehier het bewijs.
men officier, die onbekend was met de gewoonte van
Sylvio, om nooit tusschenbeide te komen als we on-
eenigheid over het spel kregen. Om een nietigheid ont
stond een twist en de jonge officier, opgewonden door
den wijn, riep den gastheer om te beslissen, wat deze
weigerde. De officier achtte zich beleedigd. In woede
ontstoken greep hij een op tafel staanden kandelaar en
wierp dezen Sylvio naar het hoofd, die hem gelukkig
kon ontwijken.
Sylvio stond op, bleek van ergernis. Mijnheer, ga
onmiddellijk vertrekken, zei hij, en dank den hemel
dat zoo iets in mijn huis is gebeurd.
We zagen in onzen vriend een verloren man en vroe
gen den volgenden ochtend elkaar angstig af of hij nog
zou leven, toen hij op hetzelfde oogenblik binnentrad en
verzekerde nog niets weer van Sylvio te hebben verno
men.
Drie dagen gingen voorbij, de officier was nog in
leven. Sylvio wilde niet duelleeren. Hij vergenoegde
zich met een eenvoudige verklaring en sloot vrede.
Weldra was alles vergeten en Sylvio kreeg op ons
weer denzelfden invloed. Ik alleen vond hem na het
gebeurde een minder dapperen kerel en ontmoette hem
‘lanook slechts in gezelschap van anderen.
Toen we weer eens bij elkaar waren, ontving Sylvio
een pakje, dat hij gejaagd opende en na ’t lezen van
een daarbij ingesloten brief, zeide hij eensklaps:
Heeren, mijne belangen eischen mijn onmiddellijk
vertrek. Morgennacht zal ik vertrekken en ik hoop,
lat ge vooraf het genoegen zult doen voor de laatste
maal bij mij te komen dinëeren. U verwacht ik ook,
speciaal u, vervolgde hij, zich tot mij wendend. Dit
zeggend, verliet hij haastig de kamer.
Den volgenden dag bevond ik mij op het vastgestel
de uur bij Sylvio, waar bijna de geheele stat bijeen
Het leven in het Russische garnizoensstadje, waar
ons regiment lag, was nu juist niet bijzonder gezellig.
Ons eenig verzetje was, elkaar te ontmoeten op onder
linge partijtjes. Tot onzen kring behoorde slechts één
burger, een oudgediende van omstreeks 35 jaar, van
wien niemand wist, waarom hij den dienst had verla
ten en zich terug getrokken in zoo’n afgelegen en stil
stadje en evenmin uit welke bronnen de man zijn in
komsten trok. Zijn voornaamste bezigheid was het
schieten met het pistool. De wanden van zijn kamer
waren als ’t ware met gaten doorboord. Zijn handig
heid in het schieten was zoo groot, dat, als hij iemand
van ons regiment had voorgesteld een peer op zijn
kepi te leggen als doel, geen enkele officier dit zou
hebben geweigerd.
We hadden het nog al dikwijls over duels; Sylvio,
zoo zal ik hem maar noemen, nam dan echter nooit
deel aan het gesprek. Als men hem soms vroeg of
hij ook al eens geduelleerd had, antwoordde hij kortaf
ja, zonder meer. We waren overtuigd, dat hij een
ongelukkig tweegevecht op zijn geweten moest hebben
en toch hadden wij hem nooit van lafheid verdacht.
Een toeval onthulde ons weldra alles.
Op zekeren dag dineerden we met z’n tienen bij Sylvio
en volgens gewoonte werd den wijnkelder alle eer
aangedaan. Na het diner gingen we een partijtje ma
ken. In ons gezelschap bevond zich een pas aangeko-
Hij stond op, nam een politiemuts en zette deze op;
juist boven het voorhoofd was er een kogel doorheen
gegaan.
Wellicht weet ge, zeide Sylvio, dat ik gediend heb
bij het 2de regiment huzaren. In mijn jeugd wilde ik
overal steeds haantje de voorste zijn, het was toen ge
woonte, overal herrie te maken en ik was altijd de dolste
van het heele regiment.
Ik wilde juist op mijn lauweren gaan rusten, toen
een rijk jongmensch van deftige familie ge houdt me
ten goede, dat ik zijn naam verzwijg bij ons regi
ment werd geplaatst. Nooit had ik een flinker kerel
gezien en mijne reputatie begon te wankelen. Ik begon
hem te haten. Zijn succes maakte me wanhopig.
Ik begon twist met hem te zoeken, maar op al mijne
hatelijkheden antwoordde hij met nog pittiger gezegden.
Ik was genoodzaakt dit te bekennen en mijn woede werd
steeds grooter.
Eens op een bal bij een Poolsch edelman, toen ik zag,
dat hij weder het middenpunt was van het geheele
gezelschap, fluisterde ik hem een grove beleediging in
het oor.
Ditmaal werd hij boos, gaf mij een klap in mijn ge
zicht en er werd besloten het onvermijdelijk duel ten
spoedigste te doen plaats hebben.
Het was intusscben reeds zeer laat in den nacht ge
worden en eerst toen de zon opkwam was ik met mijn
getuigen op de kampplaats aangekomen; ongeduldig
wachtte ik mijn tegenstander. Eindelijk zag ik hem
van verre naderen. Hij liep op ons toe met zijn uniform
pet in de hand, waarin hij kersen had.
De getuigen maten dén voorgeschreven afstand van
twaalf passen af. Ik had het recht het eerst te schieten,
maar mijn ontroering was te groot, mijn hand was on
vast en ik was niet zeker van mijn schot, daarom stond
e. Alsvoren, waarbij ter nadere overweging wordt
toegezonden het raadsbesluit van 27 Nov. 1903, tot
onderhandsche verpachting van de Dillebrug enz. onder
Rauwerd
Alsvoren, houdende toezending der rekening van
het Bumaleen over het tijdvak van 12 Mei 1902 tot
12 Mei 1903, met definitieve vaststelling en opmerking
om in de rekening over 1903 eene som van f 1.40 in
uitgaaf aan te brengen;
g. Alsvoren, houdende bericht, dat het raadsbesluit
tot het hebben van een balcon boven de publieke straat
door den heer J. Huges, geen bezwaren van gemeente-
eigendom is
h. Alsvoren, houdende beschikking op reclames tegen
aanslagen in den H. O. dienst 1903, van de heeren R.
J. Gorter, Th. Visser en mej. de wed. H. Boelens;
i. Verslag van de commissie tot wering van school
verzuim over 1903, ingezonden den 5 Februari jl.
j. Alsvoren omtrent den toestand van het Gymna
sium alhier over 1903, ingezonden bij schrijven van
19 dezer
k. Alsvoren van hetgeen met betrekking tot verbete
ring der volkshuisvesting in deze gemeente is ver
richt over het tijdvak van 1 Aug. 1902 tot en met 31 Deo.
1903, ingezonden door B. en W.
l. Alsvoren van den toestand van het Middelbaar
Onderwijs over 1903, ingezonden den 19 dezer
m. Proces-verbaal van de opname der boeken en kas
van den Gemeente-Ontvanger op 26 Januari jl.
n. Alsvoren der boeken en kas van den Directeur-
Boekhouder der Gemeente-Gasfabriek op 11 Febr. jl.
o. Schrijven van den heer I. J. de Jong, houdende
dankbetuiging voor zijne aanstelling tot Gemeente-
opzichter en de verhooging zijner jaarwedde
p. Alsvoren van den heer F. Blok, houdende bericht,
dat hij de benoeming tot lid van den Gemeenteraad
aanneemt
q. Alsvoren van den heer J. Camphuis, dat hij de
voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 22 Dec. jl.,
inzake afstand van woonkamers aan de Kruizebroe-
derstraat, niet aanneemt
r. Adres van bewoners van dé Looxmastraat en 3e
Looxmadwarsstraat, houdende verzoek verbetering aan
te brengen in de bestrating en afwatering daar ter
plaatse
s. Alsvoren van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken alhier, verzoekende de balsteenbevloering van
af de Zuidenddwarsstraat langs het Zuidend (Perk sha
ven) tot het Hoogend en van daar tot de Oude Koemarkt,
te vervangen door eene klinkertbestrating
t. Schrijven van dezelfde Kamer, adhaesie betuigende
aan het adres van de schippersvereeniging »Schuttevaer<,
om een havenmeester aan te stellen
u. Adres van den heer S. Gorter
ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
6. Goedkeuring der rekening van den Waagraeester,
over 1903.
De commissie voor het nazien van rekeningen en be
grootingen brengt bij monde van den heer mr. Paehlig
rapport uit en stelt voor bovengenoemde rekening
goed te keuren, in ontvang en uitgaaf tot een bedrag
van f 547.93.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
Goedkeuring der rekening begrafenisrechten, over
Dezelfde commissie stelt voor, ook deze rekening goed
te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van
f 1249.75.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
aldus besloten.
5. Benoeming wegens periodieke aftreding van le
den der commissie tot wering van schoolverzuim.
De Voorzitter zegt, dat deze leden voor 3 jaar, in
gaande 15 Maart a. s., moeten worden benoemd.
Door de commissie voornoemd worden de volgende
vijf dubbeltallen ter benoeming aanbevolen
le categorie, ouders, voogden of verzorgers van
schoolgaande kinderen, waarvoor 2 leden moeten wor
den benoemd de heeren J.H. Schijfsma en D. J. Bouma.
Tot le lid wordt benoemd de heer J. H. Schijfsma
met 12 stemmen de heer Bouma verkreeg 1 stem,
terwijl 1 briefje blanco was.
De aanbeveling voor een 2e lid der le categorie
bestaat uit de heeren S. J. Schmidt en A. P. P. Bloemen.
De heer S. J. Schmidt wordt benoemd met 13 stem
men 1 briefje was blanco.
Voor een lid der 2e categorie, meerderjarige onder
wijzers aan een o. 1. school in deze gemeente werkzaam,
worden aanbevolen de heeren J. Visscher en J. Velsink.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer Vis
scher is benoemd met 11 stemmen; de heer Velsink
verkreeg 2 stemmen, terwijl 1 briefje blanco was.
Voor eén lid der 3e categorie, meerderjarige onderwij
zers aan bijzondere lagere scholen in deze gemeente
werkzaam, worden aanbevolen de heeren J. Spoelstra en
P. Gilhuis.
Benoemd wordt de heer Spoelstra met 12 stemmen;
de heer Gilhuis verkreeg 1 stem en 1 blanco.
Voor een lid der 4e categorie, overige meerderjarige
ingezetenen, niet onder een der vorige categoriën val
lende, worden aanbevolen de heeren P. Olij en I. Bu-
walda.
Benoemd wordt de heer Olij met 13 stemmen, terwijl
de heer Buwalda 1 stem verkreeg.
De commissie bestaat dus thans uit de heeren J. H.
'Schijfsma, S. J. Schmidt, J. Visscher, J. Spoelstra en P.
Olij, allen aftredende leden.
6. Behandeling ingekomen stukken inzake tot stand
koming stoomtram StavorenSneek.
De Voorzitter herinnert, dat in November van Ged.
Staten een schrijven is ingekomen, waarbij dat college
het gevoelen van dezen gemeenteraad wenschte te
vernemen omtrent een door den heer Beversen, conces
sionaris der aan te leggen stoomtram StavorenSneek,
voorgestelde gewijzigde richting, nl. om door eene om
buiging der lijn, niet over Hommerts en Jutrijp, maar
F
i
c.
y
I
'1
I UJ MBLlN