ÏIELWS- Bil llIllillTBJTIlilILlIl 1001! SfflR BS 018MH. De hoogste prijs. V 59e Jaargang. No. 22. Woensdag 16 Maart 1904. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Onware berichten. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Herald» zegt verder: «Vele Fransche bladen toonen hun wantrouwen reeds door boven hun dépêches te drukken: «Source Anglaise» natuurlijk slechts met iemand, dien zij liefhad, onuit sprekelijk lief. Liefhad och lieve hemel-liefhebben hoe toch doortintelt het iemand bij die gedachte, hoe gaat men als in een zaligen droom verder! En zij glimlacht bij zichzelve zoo echt oolijken denkt, terwijl zij voor zich de geopende poort van de grijze kweekschool ziet ja, wacht gij nog maar een poosje dan zal een persoontje met blonde vlechten en blau we oogen niet meer eiken morgen met loomen tred en bedrukt gemoed de treden opstijgen, dan zal zij op het gouden gelukswiel door het leven vliegen. Wiel wielrijden ja, dat zou men dan ook kun nen doen en dat alles dat onmetelijke geluk dat hield men in de hand! Dat hield-men in in de hand- Waar in welke- Neen toch, in den zak in den zak gestoken- zak- Nauwelijks zijn de bevende vingers in staat den zak in de japon te vinden dan woelen zij daarin rond en dan Dan leunt Greta Falsing tegen de deurpost van de kweekschool bleek gebroken verslagen. Verloren de portemonnaie het geluksnummer den hoogsten prijs 125.000 mark haar geluk - - verloren verloren! Acht luide slagen de bleeke Greta richt zich op een wanhopige blik glijdt nog over de straat zoeken het verloren geluk ach, zij kan niet eens, de schoolklok de vreeselijke les in de wiskunde, welke zij niet mag verzuimen nu minder dan ooit nu, nu alles verloren is, nu hare geheele toekomst nog op de hoop berust, eenmaal onderwijzeres aan de volksschool te worden. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. van den loterij-collecteur en kijkt voortdurend naar het plakkaat op rooden grond een groene krans daarin getallen. Haar droombeeld Juist zoo had zij het gezien in een groenen krans op rooden grond getallen een nummer 1828 een wenk van het lot: Biedt het geluk de hand de hoogste prijs.- Juffrouw Greta is niet bijgeloovig, maar voor positieve bewijzen sluit zij de oogen niet. Zij houdt de porte monnaie inde hand al hare spaarpenningen zijn daar in een oogenblik aarzelt zij nog, gaat met zich zelve te rade dan heft zij moedig het hoofd op en stapt het kantoor van den collecteur binnen. Een minuut later is alles gebeurd de teerling is geworpen, het rad aan het rollen gebracht haar ge- luksrad! Zij houdt het in de hand de kleine, groene portemonnaie bevat, zorgvuldig opgevouwen, het ge luksnummer 1828 een vierde lot een vierde van den hoogsten prijs 125.060 mark. O! zooveel geld was er op de wereld! En als iemand dat had, als dat zijn eigen was ja, dan behoefde men i niet eiken morgen naar de kweekschool te loopen en j zich tot ’s avonds laat voor het examen af te beulen, dan behoefde men niet bij wildvreemde menschen, bij rijke, misschien wel onbeschaafde parvenu’s gouver nante te worden en later, als dit haar gelukte, onder wijzeres aan eene volksschool, dan kou men thuis ma ma in het huishouden helpen, wat veel aangenamer was, en die arme mama behoefde zich niet meer zoo af te sloven en papa zich niet meer het hoofd te breken hoe hij aan geld zou komen om de drie jongens behoorlijk te laten leeren. En dan kon men ook eeas op reis gaan, of met de geheele familie naar zee dan kon Greta Falsing immers ook op een goeden dag trouwen bereiden. BijvoorbeeldEngeland zal zich meester willen maken van een paar Boeren-republieken. De regeeringsgezinde groote bladen schrijven dan weken, maanden achtereen reeksen van artikelen, om de regeeringen dier republieken in een slecht daglicht te plaatsen. De klei nere bladen, om in de richting te blijven en effect te maken, dikken de tinten, waarmee de groote pers den toestand atschildert, nog wat aan en zoo wordt de Engelsche publieke mee- ning gemaakt. Bijvoorbeeld: Engeland zal een Belgischen Congo-staat of een deel er van willen hebben, dan wordt spoedig een pers-campagne begon nen tegen zoo’n staat. Er komen adressen van Britsche belanghebbenden, die door zoo’n staat benadeeld zijn. Er komen tal van artike len in de groote Londensche bladen, waarin de verkeerde toestanden van zoo’n staat met schrille kleuren worden geteekend: men be handelt er de inboorlingen onmenschelijk, men benadeelt er de belangen van vreemdelingen, men handelt niet volgens de tractaten, enz. Nog komt er bij, dat ’t voornaamste tele gram-bureau der wereld, Reuter’s telegram bureau, dikwijls te veel door een Engelschen bril de gebeurtenissen beschouwt en bijvoor beeld in den Zuid-Afrikaanschen oorlog geheel op de hand van Engeland was. Nu zijn er voor dat Anglicanism e van Reu ter wel redenen te vinden; redenen in de uit gebreidheid der Engelsche politieke bemoeiin gen, van den Engelschen handel en van En- geland’s wereldrijk. In Engelschen dienst zijn voor een telegram-bureau de meeste zaken te maken en de telegrammen moeten ook voor een groot deel langs Engelsche kabels worden overgeseind. Over partijdigheid gesproken, deze is vooral in den allerlaatsten tijd in de Engelsche groote pers duidelijk op te merken. Men krijgt zoo den indruk, alsof Engeland, dat door den oorlog in Zuid-Afrika aller sym pathie verloren had, door koninklijke reizen landen als Frankrijk en Italië aan ’t lijntje wist te krijgen en daarna Rusland een hak wist te zetten, door den kleinen, maar driesten Ja panner op den loggen Rus aan te hitsen, welk spel wonderwel gelukte, om meteen uit dien oorlog voordeel te trekken, door bijvoorbeeld een expeditie naar Tibet. Een sprekend artikel over ’t peil der Engel- Alsof zjj naar ’t schavot ging, zoo betreedt zij de stoep naar de school. Den volgenden morgen snelt zij op den couranten jongen toe, ontvouwt het blad, zoekt ja daar staat ’t op eene in ’t oogvallende plaats, dubbel vet gedrukt: «Verloren eene groene portemonnaie met een loterij- lot en wat kleingeld de eerlijke vinder wordt drin gend verzocht», enz. Dringend dringend. Zij vouwt de handen kramp achtig. Ondanks alle verdorvenheid waren er immers toch nog eerlijke menschen, en waarom zou niet dit maal een eerlijke Gelukkig het was Zondag, zij kon thuis blijven, wachten, opletten, wanneer er gebeld werd en dan heensnellen om den eerlijken vinder open te doen. En buiten adem, met eene hoog roode kleur vliegt zij de kamer uit, zoo dikwijls de huisschel over gaat, tot dat mama de zonderlinge gejaagdheid van haar dochter opvalt en het jonge meisje, onder een onder zoekend verhoor, haar ongeluk aan het trouwe moeder hart toevertrouwt. Er wordt geknord over de lichtzinnige geldverkwis- ting, maar dan volgt bij het zien van het diep bedroefde gezichtje een troostend: »nu, trek je het maar niet aan, misschien meldt zich de vinder aan». Maar het liep tegen den middag en nog had hij zich niet vertoond. Greta’s handen zijn krampachtig in elkaar gevouwen. Ach, als toch maar als toch maar Doch... luister, er wordt weer gebeld zacht, schuch ter, ja ditmaal zij voelt ’t, ditmaal is het om haar te doen de een of andere eenvoudige persoon, die bescheiden kwam met hare eerlijkheid ja zeker, niet onder de voornamen, in het volk lag de ware, flinke kern misschien zoo’n goed oud vrouwtje ach neen, Het vertrouwen in de berichten der cou ranten is er in de laatste jaren niet grooter op geworden. We bedoelen hier natuurlijk niet de kleine pers, de plaatselijke en andere kleine blaadjes, die bestaan voor en door de stad en omge ving, waar ze verschijnen. Ook die kunnen de waarheid wel eens door een partijdig ge kleurde bril beschouwen, doch dat zal geen invloed hebben op de groote wereldmaatschap- pij. Neen, we bedoelen de groote pers, die, om genoeg lezers te houden, wel moet trach ten in den geest harer lezers te schrijven, doch voor een deel ook de meening dier lezers vormt en beheerscht. En onder de groote pers bedoelen we voornamelijk de Engelsche pers, die een geheel op den voorgrond tredende plaats inneemt in de wereld. 't Is immers opmerkelijk, hoezeer de Engel sche bladen op den voorgrond treden. ’t Is waar, men heeft in de Vereenigde Sta ten een groote pers, doch Amerika is ons wat ver af. Men heeft groote Fransche, groote Duitsche en groote andere bladen, doch zij treden niet op als de Engelsche. De Engelsche bladen maken en bewerken meer de politiek. Nu kan men hiervoor verschillende redenen vinden. Vooreerst is Engeland ’t land, dat ’t meest aan groote politiek doet. Engeland doet ’t meest aan koloniën, heeft den meesten han del, de grootste industrie, ’t meeste kapitaal, heeft overal belangen en tracht overal belan gen te zoeken. De Engelsche taal is de meest verbreide taal. Dan is de Engelschman in de wereld steeds opgetreden als de verdediger en beschermer der verdrukten. Hij ijverde het meest voor de vrijmaking der Grieken, hij kantte zich 't sterkst tegen de voortduring der slavernij en zocht zich verder overal met no bele bedoelingen op den voorgrond te plaatsen. Doch ’t is net, alsof er in de laatste jaren verandering gekomen is. ’t Nobele en onpar tijdige der vroegere Britsche dagblad-politiek heeft plaats gemaakt voor een tendenz-politiek. We bedoelen hiermee, dat sommige groote Britsche bladen reeksen berichten en artikelen opnemen, waarvan men de herkomst wantrouwt en die geplaatst zijn om ’t publiek op een of andere minder nobele onderneming voor te Wat heeft dat te beteekenen? Wat ter wereld heeft dat wel te beteekenen? De blauwe oogen peinzend neergeslagen, een diepe rimpel boven het sierlijke neusje, liep juffrouw Greta Falsing in den morgenzonneschijn en dacht na over den zonderlingen droom, welke dien nacht haar slaap on rustig had gemaakt. Als ontwikkelde jongedame, die zich voor het examen van onderwijzeres voorbereidt, geloofde zij wel niet in droomen, hadden deze voor haar slechts een zuiver pathologisch belang en hield de vraag in welke hersen vaten zij wel hun oorsprong hebben, door welke zenuwcentra zij den slapende tot bewustzijn komen, haar helder kopje altijd bezig, maar toch, deze droom- En hij hield haar bezig. Zij wilde de verklaring, de oplossing vinden. Raadsels oplossen was immers al tijd haar fort. Zij wilde er toch achter komen, wat de zonderlinge droom te beteekenen had. De droom- De zich vlug over het trottoir bewegende voet blijft plotseling staan, de oogen worden onnatuurlijk groot, staren naar den muur van een huis, waarvan haar tegenschittert een groot plakplaat op rooden grond eene groene krans daarin vetgedrukte getallen en daaronder in reuzenletters de vermaning: «Biedt het geluk de hand! Eerste prijs 500.000 mark...« 500.000 mark de hoogste prijs! Greta Falsing had de handen gevouwen, is bljjven staan voor den winkel sche journalistiek vonden we onlangs in een Engelsch blad, in den «Bystander». Dit leer rijk stukje luidt als volgt: Eenige jaren geleden beschouwde de ge heele wereld de Engelsche Pers als betrouw baar en in ’t bezit van besef van verantwoor delijkheid. Babbelpraat, jacht naar sensatie, vrees voor onaangename feiten, die erger lijkste aller journalistieke zonden, kende men in Engeland bijna niet. Toen verschenen de halve-stuiyers morgenbladen, die met een groot debiet een grooten invloed verwierven. En met hun verschijnen begon tevens de achter uitgang der journalistiek, die nu zijn toppunt bereikt heeft in een voddige journalistiek, in een volkomen gewetenlooze «gele Pers«, een journalistiek, die iederen Engelschman, die wat voelt voor de eer van zijn land, doet gloeien van schaamte. In vroeger jaren was men op het Vasteland en in Amerika zóó overtuigd van het gevoel van verantwoordelijkheid der Engelsche pers, dat twijfel noch ongeloof ooit opkwamen. Haar beschouwing mocht men onjuist achten, men hield ze voor eerlijk. Doch, helaas! Wij kunnen ons hoofd niet langer opheffen en mo gen niet langer zeggen«John Buil moge af en toe een stijfkop wezen, mijne heeren, doch hij knoeit niet,» want deze kanker, deze moder ne journalistiek ontstond een jaar of tien gele den, en onze tradities zijn niets meer dan tra dities. Met andere woorden, het resultaat van tien jaren heerschappij van de «gele pers« heeft Engeland zijn goeden naam gekost. De «New- York-Herald» (Parijsche editie) zegt«Het faalt niet aan bewijzen, dat de Vastelandsche pers begint te beseffen, hoe weinig vertrouwen men kan schenken aan nieuws uit het Verre Oos ten, dat ons door Engelsche kanalen bereikt. Haar wantrouwen zal slechts toenemen, tenzij men een einde maakt aan deze leugencampag- ne. En zelfs dan zal ’t geruimen tijd duren, vóór de Engelsche pers het terrein herwint, dat zij gedurende de laatste weken heeft ver loren. Het zal een tijd duren, vóór men door Engelschen gefabriceerd nieuws niet langer met argwaan beschouwt in diezelfde kringen, die het vroeger zonder aarzelen voor waar heid aanvaarden.» Hoe anders dan vroeger! Leugencampagne is een hard woord voor een natie, wier opvol gende geslachten trotsch waren op de vlekke- looze reinheid harer pers. De «New-York- Uit Engelsche bron), ten einde zoodoende haar lezers te waarschuwen en op hun hoede te doen zijn.« De correspondent te Seoel dierzelfde cou rant aarzelt niet den ergsten overtreder met name te noemen. «De Daily Mail» krijgt hare sensationeele berichten van een correspondent, die in Tokio alle respect verloren had, nadat hij den Amerikaanschen gezant grof had be- leedigd. Hij is hier gekomen onder een val- schen naam en men heeft hem reeds op ver schillende plaatsen toegang geweigerd. De «Herald» sluit met een lesje«Het moge voor gevoelige Engelschen niet aangenaam wezen het oordeel der buitenlanders te lezen, doch veel vernederender is ’t voor hen, te moe ten erkennen, dat dit oordeel juist is. Een golf van bloeddorst schijnt de waardigheid en de liefde voor waarheid weggespoeld te hebben, welke eertijds ieders achting voor de Britsche pers afdwongen.» Is dit waar? Vraag er iederen Brit na, die gereisd heeft en geen hunner zal 't ernstig ontkennen, want ’t is hier niet een kwestie van gevoelen, ’t is een onomstootelijk feit. Het doet er niet toe of ’t de schuld van ’t publiek is, dat gaarne sterkgekruide nieuwtjes bij zijn ont bijt leest; en ’t doet er evenmin toe, of onder nemingszucht en concurrentie dit soort van journalisten drijft tot het bedenken of verdraai en van feiten. Wat er wel toe doet is, dat de goede naam der Engelsche journalistiek er ernstig onder lijdt. Wij vragen: Wat kan er gedaan worden om die moderne «actueele» journalistiek te brei delen. «Ieder ander, die zondigt tegen de eti quette van zijn beroep, weet, dat hij door zijn collega’s voor hun vierschaar wordt getrokken; doch voor de journalisten bestaat zooiets niet. Er is een wet tegen den laster, doch iedereen weet, hoe gemakkelijk men door hare mazen glipt. Men denke geen oogenblik, dat wij de Pers willen muilbanden, doch wij verzetten ons tegen de eenzijdige voorstellingen, die zoogenaamde nieuwsbladen de wereld inzen den.» 1 f •R COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1