wiws- ej jmmmEBLAö De vredesengel waart rond! I MET VALSCHE PAPIEREN. L ft ÏMIl 81W i HSTÜEkEI Wo.*31. Zaterdag 16 April 1904. 59e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. KENNISGEVING. FEUILLETON. 4 V J 5 III. A f BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis, dat bij hun col lege is ontvangen een verzoekschrift van HENDRIKUS THOMAS KRIJGSMAN, caféhouder, wonende te Hen gelo, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, in het perceel staande aan het Kleinzand, wijk 1 no. 25. Sneek, den 14 April 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. i Merkwaardig is 't, na te gaan, hoe in de laatste jaren de engel des vredes overal ver schijnt, terwijl ook misschien geen tijdperk isop te noemen, waarin de oorlogsfakkel zoo zeer ge zwaaid werd als in deze jaren. Daar had men toch vooreerst de oorlog tus- schen Griekenland en Turkije, die door de be zorgde groote mogendheden gekeerd werd, zoodra de Griek een klaar blij kende nederlaag had geleden. Toen kwam de SpaanschAmerikaansche oorlog, waarin de Vereenigde Staten, onder den schijn van op te komen voor de door de Span jaarden verdrukte Cubanen, zijn vroegere Mon- roe-leer uitbreidde tot een imperialistische staat kunde a l’Anglaise. Hadden de Vereenigde Staten ’t eerst tientallen van jaren gedaan met den stelregel van den vroegeren president James Monroe, die president was van 1817 tot 1825, waarbij 't heette: Amerika voor de Amerika nen, waarbij de Vereenigde Staten dus geen bezetting van eenig deel van Noord-, Zuid- of Midden-Amerika door eene andere mogendheid wilde; met dezen oorlog drongen de Ver. Sta ten den Spanjaard uit de laatste koloniën, die hem nog restten van zijn vroeger reusachtig bezit in de Nieuwe Wereld, doch namen en passant ook de Filippijnen in beslag en werden sedert zoo imperialistisch, zoo heerzuchtig en veroveringsgezind, dat ze liefst’t idee verkondi gen, dat de Groote Oceaan eigenlijk een Ame rikaansche binnenzee moet worden. Zoo be scheiden! We hadden spoedig daarna den worstelstrijd der kleine Boerenrepublieken tegen Engeland. van dezen vredesengel te gres en noodigt Nederland uit, dit congres in zijn hofstad te willen ontvangen. Helaas, reeds de oproeping der mogendhe den bleek een stekelig werkje te zijn, dat Rus land handig op Neêrlands schouders wist te leggen. Machten, die uitgenoodigd hadden moeten of kunnen worden, werden genegeerd, omdat niet allen dit wilden goedkeuren. Transvaal en de Oranje-Vrijstaat mochten geen afgezanten zenden, omdat Engeland toen reeds omging met het plan, deze kleine repu blieken te veroveren en alleen nog maar de gunstige gelegenheid afwachtte, waarbij ’t met een schijn van recht die veroveringsoorlog wet tigen kon, ten minste in de oogen van de meeste Engelschen. Men kent de gevolgen van ’t Vredescon gres: ’t Arbitragehof werd gesticht, Den Haag als de zetelplaats van dat hof aangewezen en An drew Carnegie, de gulle Amerikaansche staal- koning, was reeds zoo goed enkele millioenen guldens uit zijn boordevolle brandkasten af te zonderen, om een waardig paleis voor dat hof te laten bouwen. Op dit vredescongres werden bepalingen vastgesteld, om den oorlog minder wreed te maken. Doch men had vergeten aan toekom stige moordkampen in Zuid-Afrika te denken. Laten we nu opmerken, wat in den laatsten tijd viel op te merken. Terwijl de Driebond (Duitschland—Oosten rijk—Italië) en deTweebond (RuslandFrank rijk) bleven bestaan en Engeland door zijn oorlog tegen de Boeren de antipathie van Europa in verhoogde mate had verworven, wijzigde zich de Engelsche koers. ’t Land, dat de zeeën beheerscht, en trotsch was op zijn isolement, sluit eerst een ver bond met Japan en zoekt daarna vrienden in Europa. De vriendschap van Duitschland wordt afgewezen. De hoffelijkheden van kei zer Wilhelm en de familiebanden tusschen de beide hoven kunnen de naijver en antipathie tusschen de beide volken niet verdrijven. De Engelsche koning brengt bezoeken aan Frank rijk, aan Portugal, aan Italië, welke beantwoord worden; de vertegenwoordigers van den handel in Frankrijk en Engeland bezoeken elkaar en worden buitengewoon gul ontvangen en thans is de haat van den Franschman tegen Enge land verkeerd in een overeenkomst, waarin de voorname geschillen tusschen beide landen op elkaar tegemoetkomende wijze werden veref- me niet te kunnen verdragen. «Hij ziet er uit als een speler, die zoo pas zijn have en goed verspeeld heeft,* dacht de barones en keek daarbij onrustig in de kamer rond. »Ik wilde mij juist bij de dames verontschuldigen,* sprak hij met inspanning. »lk heb hier iets te doen dat geen uitstel lijden kan. U zou mij zeer verplichten, mevrouw, als u mij wilde verontschuldigen. Op een andere keer zal ik beter aan mijne verplichtingen vol doen. «Hij is geheel van streek,* mompelde de barones, terwijl zij hem een schrede naderde. «Wilt ge dan niet tenminste de onrust van uw lief vrouwtje tot be daren brengen? Ge zijt zeer ontsteld, mijnheer Von Berghaupt. Het zou goed voor u zijn, als ge eens in de vrije lucht ging.* Zwaarmoedig streek Koert met de hand langs het voorhoofd. «Ik hoop spoedig mjjn bezigheden verricht te hebben, ik «Mijnheer Von Berghaupt, ge zijt niet wel,* viel de barones in: ik zal uw vrouw zenden. Mijn God, hoe is het mogelijk, dat u in dien korten tijd zoo geheel ver anderen kan?* Zij keerde zich om en naderde de deur. Daar kwam haar Koert’s jonge vrouw vol angst tegemoet. Zij was haar gevolgd, omdat haar hart plotseling door angstige gevoelens was bestormd, die zij niet tot bedaren had kunnen brengen. «Maak u niet beangst, mijn waarde,* fluisterde de barones haar toe: «uw man schijnt een beetje onpasse lijk te zijn geworden.* Een oogopslag zeide haar meer dan duizend woorden. Met open armen snelde zij naar haar man. «Koert, Koert! wat ben je bleek!* riep zij. Mevrouw Von Reidersdorf sloot haastig de deur en ging in gedachten verzonken naar den tuin, waar zij waarin dit land een paar duizend millioen gul den en massa’s menschenlevens verspeelde om eenige rijke mijnmagnaten in ’t ongestoorde be zit van de rijke goud- en diamantmijnen van Zuid-Afrika te brengen. En ondertusschen kwam ook de Boksersbe weging in China, waarin de zes groote mogend heden van Europa, benevens de Vereenigde Staten en Japan met jaloerschen wedijver troe pen zonden naar Peking, om de benarde ge zantschappen te redden en om elkaar op de vingers te kijken. Want ieder dier grootmach ten was bang, dat een der anderen door Chi- neeschen landhonger geplaagd zou worden. Bovendien heeft men nog de kleinere oorlo gen, zooals de strijd der Britten in Somaliland, de doorloopende herrie in Zuid- en Midden- Amerika, de Britsche expedities tegen de Indi sche stammen in de Himalaya-streken, de Fransche excursies in Afrika, de Duitsche be moeiingen in Duitsch-Zuid-West-Afrika, de Ne- derlandsche beslommeringen in Insulinde en thans de zich ontwikkelende reuzenstrijd tus schen Rusland en Japan, die vooral merkwaar dig is, omdat er twee sterke allermodernste oorlogsvloten tegen elkaar in ’t strijdperk tre den. Wat dunkt u, lezer, is ’t zoo niet welletjes voor een tijdruimte van ongeveer zeven jaren? En ondertusschen zijn deze zelf le jaren tot de merkwaardigste in de wereldhistorie te re kenen, omdat de idee van arbitrage een vasten vorm aannam. De vredelievende Beheerscher aller Russen, die thans in dik weer zit met de Japanners omdat deze hem beletten al 't Chineesch en Koreaansch grondgebied tegenover de Japan- sche eilandenwereld in te palmen, de Czaar dan nam ’t initiatief tot de groote en grootsche vergadering te ’s-Gravenhage, tot het Vredes congres, waartoe alle landen van Europa en Amerika en verder China, Japan, Perzië en Siam hunne beste afgezanten naar onze hofstad zonden, om de regelen vast te stellen, waarvol- gens in de toekomst alle oorlogen, zoo mogelijk, door scheidsrechters zouden kunnen worden voorkomen. Welk een verheven idee! De Russische Czaar, hij, die ’t meest van allen bevoegd kon heeten, zulk een vredescongres bijeen te roepen, omdat bij hem, als vorst over een reuzenrijk, geen vrees voor anderen de drijfveer kon heeten; de Czaar roept allen op tot deelname aan ’t con- «Hoe zal ik mijn man vertellen, wat er met onzen lindeboom gebeurd is?* fluisterde zij de barones toe. «Dat neem ik op mij,* antwoordde de aangesprokene vastberaden. «Blijft bedaard hier bij elkander, dames! Ik keer spoedig met mijnheer Von Berghaupt terug en dan brengen wij hem naar de plaats, waar wij onzen aanslag gepleegd hebben. Ik zal hem daar eens ernstig onderhouden.* Zij verliet het tuinhuis. Op weg naar de villa ont moette zij den oppasser, die een goede fooi van mijnheer Morris had gekregen, mits hij de aanwezigheid van den advocaat-voor de dames geheim hield. Zij riep den jonkman en verlangde dat hij haar naar de kamer van zijn heer zou brengen. Hij bracht de dame tot aan de deur en keerde toen naar zijne bezigheden terug. Met een vroolijken lach trad mevrouw Von Reidersdorf bin nen. Zij had verwacht twee heeren aan te treffen, en was dus wel wat verwonderd toen zij Koert alleen aan de tafel vend zitten; geheel in gedachten ver zonken staarde hij op de documenten, die mijnheer Morris hem ter inzage had achtergelaten. Hij was zoo in de lectuur verdiept, dat hij de tegenwoordigheid van de barones eerst bemerkte, toen hij door haar werd aangesproken. «Mijnheer Von Berghaupt, ik kom hier om u mede te deelen, dat de dames haar goed humeur beginnen te verliezen. Ik kon het niet langer aanzien, hoe uw lief vrouwtje verteert van verlangen naar haar man, en kwam daarom u eens herinneren dat ge eene vrouw hebt, voor het geval ge dat vergeten mocht hebben.* Bij deze laatste woorden dreigde zij schertsend met den vinger, maar het volgende oogenblik liet zij haar hand zakken en trad verschrikt terug. Koert was op gestaan en leunde met de rechterhand op de schrijfta fel. Zijn gelaat was bleek, zijn oogen glinsterden op een ongewone manier en schenen den vrijen blik der da- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2'1, cent. Groote letters naar plaatsruimte. IV. Erik Von Wambold was zoo even van een vermoei ende exercitie thuis gekomen en lag in losgeknoopte uniform op de sofa met een sigarette in den mond. Voor hem op de tafel stond een glas wijn met water waarvan hij bij tusschenpoozen een verfrisschenden dronk nam. De oppasser was in de kamer daarnaast bezig de laarzen en sporen van zijn heer te poetsen. De ven sters stonden open en gaven dus vrijen toegang aan de heerlijke buitenlucht. Opeens hoorde Erik voet stappen naderen. Het scheen wel of de komende persoon niet wel waszijn stap was langzaam en slepend. De reeds half geopende deur werd verder geopend en Koert stond op den drempel. In hem was moeilijk den flinken officier te herkennen. Zjjn houding was vervallen. Hij was in grijze burger- kleeding, die zeer goed harmonieerde met zjjn bleeke gelaatskleur. Erik sprong verschrikt op. «Jongen,* riep hij uit, «je ziet er uit als graaf Han sen, toen hij door zijn geliefde vergiftigd was.* Koert gevoelde hoe passend deze vergelijking was. De woorden van mijnheer Morris waren scherp vergif geweest. «Je hebt gelijk, vriend,* antwoordde Koert met een zwakken glimlach; «ik voel dat ik niet in orde ben een zware verkoudheid, gelcofik. Van nacht was ik heel onpasselijk en heb ik mijn vrouw veel moeite be zorgd. Ik kwam hier naar Mainz, om mij eens door onzen dokter te laten onderzoeken. Wees zoo goed Erik en laat mij een flesch wijn brengen, om weer in mijn oude luim te komen.* (Wordt vervolgd.) fend. Hoe is 't mogelijk? En ook met Italië, met Nederland raakt Frankrijk accoord en de arbitrage-engel spreidt zijne wieken over West-Europa. Merkwaardig is ook nog, dat juist Frankrijk en Engeland met de beide thans oorlogvoeren den verbonden zijn. Of ’t geklapwiek vertrouwen is? ’t Is zoo eigenaardig, dat de Britten de ex peditie naar Tibet begonnen, toen zij zeker schenen te zijn van den aanstaanden oorlog tusschen Rusland en Japan. En de beteekenis van deze onderneming kan men moeilijk te groot schatten, gelijk we in een vorig artikel aantoonden. Men begint deze soort van kwade gedachten te krijgen: Engeland is zoo hard mogelijk be zig geweest om Frankrijk en Italië tam te ma ken, (Duitschland was niet te gebruiken,) en zal nu met Amerika de handen vrij hebben te genover Rusland. Of ’t zoo is? Een nog onopgeloste zaak is, in hoeverre Spanje, als zeer geïnterresseerde bij Marokko, in de EngelschFransche overeenkomst is overgeslagen. Laten we hier nog bij aanha len, dat kanselier Von Bülow aan de Duitsche afgevaardigden vertelde, dat hij niet kon den ken, dat in Marokko Duitsche belangen zou den kunnen geschaad worden. VERGADERING van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Sneek, op 12 April 1904. Aanwezig de h. h. P. Reinouts van Haga, Voorzitter, S. Henstra, J. Smit Ez., A. L. Hansma, A. Dekker, W. Nieveen, E. Priester en J. van Loon, Secretaris. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige gelezen en onveranderd vastgesteld. 1. Worden gelezen de uitgegane missives: a. aanvraag aan B. en W. om een deel der toelage; b. advies aan Gedeput. Staten van Friesland, om de ijk op de botervaten niet af te schaffen, terwijl wen- schelijker wordt geacht ook het zoogenaamde Deensche fust aan den ijk te onderwerpen; c. een verzoek aan de fl. IJ. S. Mij, om bij drukke treinen, vooral bjj die van half tien ’s Vrijdags, aan de beide loketten kaartjes af te geven; d. inzending van de R. en V. over 1903. Betreffende het sub c genoemd verzoek wordt mede gedeeld, dat er door de H. IJ. S. dadelijk aan is voldaan tot groot gemak van de reizigers en de betrokken be ambten. 2. Worden gelezen en behandeld de in gekomen stuk ken: zich bij de andere dames voegde. «Ach! had ik toch den lindeboom niet uitgetrokken* fluisterde zij. 7. Mevrouw Von Berghaupt verschrikte hevig en ver bleekte. Zij gaf daardoor het duidelijk bewijs, hoe diep het bijgeloof reeds wortel geschoten had in haar hart. «Om Gods wil, mevrouw Von Reidersdorf,* smeekte Jane, «mjjn man zal ontroostbaar zijn.* «Wees maar niet bezorgd, lieve! Mijnheer Von Berg haupt zal door mij wel getroost worden. In het hart van een Duitsch soldaat is geen ruimte voor bijgeloof en daarom denk ik dat hij nooit goed heeft nagedacht over de redenen, waarom deze boom geplant is. Wij zijn daarom bereid, om hem in deze zaak van alle schuld vrij te spreken. Voorwaarts, dames; laten wij geen genade toonen voordien boom der angst!* Mevrouw Von Berghaupt moest rustig toezien, dat het boompje werd uitgerukt. Alle dames namen deel aan het gruwzame werk. «Ik zal dezen lindeboom aan mijn man brengen,* zeide mevrouw Von Reidersdorf op vroolijken toon; «hij zal hem in onzen tuin wel een goed plaatsje aanwij zen; zoo vindt hij dan toch weer een goeden grond om te groeien en te bloeien.* Men ging nu in het tuinhuis om nog wat gezellig te praten. Op dat oogenblik sloop Mijnheer Morris als een nachtvogel het huis uit. De dames waren in eene opgewekte stemming, doch de jonge vrouw kon aan de algemeene vroolijkheid geen deel meer nemen. R COURANT. 1 I 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1