NIEUWS- EN lllTEIlTENTIEBLi» MET VALSCHE PAPIEREN. 4 WR SNEEK EN «STREKEN. 59e Jaargang. Zaterdag 2 Juli 1904, No. 53. T Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. FEUILLETON. het voorstel van den heer wordt dit met 11 tegen 3 I I /F Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 29 XII. Onderweg veranderde Morris van plan; hij reed eeni- gen tijd zonder doel voort en gaf den koetsier bevel om naar de Eue St.-Martin te rijden; hij wilde nogmaals een bezoek brengen aan professor Gispert. Doch daar kreeg hö een huis in het oog en nu liet hij den koetsier voor de deur daarvan stilhouden. De advocaat stapte uit en ging den winkel binnen. De koetsier las: .Louis Toublier.< Wij zullen den advocaat niet volgen bij zijn bezoek aan de inrichting van mijnheer Toublier, doch alleen vermelden dat hij na een half uur in het bezit was van het verlangde. Toen de advocaat in het rijtuig stapte, had hij in zjjn portefeuille het hooggeroemde poeder van mijnheer Toublier een plaatsje gegeven. Hij was nu gereed voor de reis naar Duitschland en reed regelrecht naar het Straatsburger station. van de Commissie van Toezicht en den Inspecteur M. O., bovengenoemd programma vast te stellen, ge lijk het is ingediend. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 4. Nadere behandeling der rekening Kamer van Koophandel en Fabrieken, over 1903- Namens de commissie voor het nazien van rekeningen en begroetingen brengt de heer Huges rapport uit, concludeerende tot goedkeuring van bovengenoemde rekening, bedragende in ontvang en uitgaaf f 200. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 5. Wijziging der begroeting van het Old Burger Weeshuis, dienst 1904. Dezelfde commissie stelt bij monde van den heer Paehlig voor, bovengenoemde wijziging, door heeren Voogden voorgesteld, goed te keuren en de rekening nader vast te stellen met een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 105.512.10. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 6. Adres van den leeraar mr. dr. P. C. Andreae, om een nevenbetrekking te mogen bekleeden. Burg, en Weth. stellen voor, op het verzoek van adres sant, om de nevenbetrekking van leeraar aan de Rijks H. B. S. te Leeuwarden te mogen vervullen, gunstig te beschikken, onder voorwaarden, dat de lessen aldaar op een en denzelfden dag worden geregeld. Den heer Dokkum verwondert ’t, dat B. en W. en de Commissie van Toezicht M. O. voorstellen ’t ver zoek toe te staan, daar bij de Raad steeds voorzit dat nevenbetrekkingen niet mogen worden waargenomen. Spr. vindt, dat adressant bij de verschillende betrek kingen, die hij reeds bekleedt, weinig tijd zal hebben om alles naar eisch waar te nemen. De architect en de Secretaiis mogen geene nevenbetrekkingen waarnemen en verder zijn er voor den stadstuinier en den parkwachter instructies in bewerking, waarbij nevenbetrekkingen niet zullen worden toegestaan. De Voorzitter is van meening, dat ieder geval op zich zelve moet worden beschouwd. De betrekking van adressant als leeraar wordt nog al goed betaald, doch hij heeft slechts 5*6 lesuren per week, zoo- dat hij verstandig doet, door nevenbetrekkingen, die hem niet schaden in de uitoefening zijner hoofdbetrek king, zijne inkomsten te vermeerderen. Adressant wil nu de betrekkingen van leeraar te Heerenveen en Meppel laten vervallen en daarvoor alleen die te Leeuwarden vervullen. De lessen te Leeuwarden zullen op een en denzelfden dag worden gegeven, zoodat het geen verzwaring van werkzaamheden zal zijn. Met den architect was het een ander geval diens betrekking eischt den geheelen man en diens jaarwedde is daarvoor dan ook belangrijk verhoogd. De heer dr. Bouma zegt, het principe om geen ne venbetrekkingen te bekleeden, met den heer Dokkum te hebben besprokenz. i. zou het onbillijk zijn het verzoek van adressant te weigeren. De heer Dokkum blijft van meening, dat bij al de werkzaamheden, die adressant heeft waar te nemen, het een of het ander moet achterstaan. Zonder verdere discussie wordt het verzoek toege staan, met aanteekening dat deheor Dokkum er tegen is. 7. Adres van dr. F. Schuh, om te worden her- de advocaat. «Wie haar gekend heeft zal zeker haar noodlottig einde betreuren.* «Het is vriéndelijk van u, mjjn beste Morris, dat ge met zooveel liefde en piëteit denkt aan de vrouw, wier nagedachtenis mij altijd heilig zal zijn, ofschoon ge u nooit in haar genegenheid hebt mogen verheugen. Ik heb den afkeer van mijn vrouw jegens u nooit begre pen. üw rustelooze ijver, uw talent, uw welgeslaagd streven, waren toch wel geschikt om haar tot erkenning van uw goede hoedanigheden te dwingen. Doch vrou wen rekenen met andere factoren dan wij mannen. Ik ben echter overtuigd, dat dit mettertijd anders zou ge worden zijn, als zij bij de stranding van de «King Richard* niet Door zijn gevoel overmeesterd voleindigde James Gray den zin niet, maar drukte de hand voor de oogen, om een traan weg te pinken. «Pardon, mijnheer als ik het vertrouwen van uw onvergetelijke echtgenoote niet mocht verwerven, dan heb ik daaraan alleen schuld. Al heb ik haar genoeg oplettendheid betoond, dan miste ik toch de gave, om dat te doen in de vormen, die de vrouwen gaarne zien. De arme Morris verdiepte zich te veel in zijn boeken en verzuimde daardoor zich de noodzakelijke beleefheids- vormen in goed gezelschap eigen te maken.* «Dat vond ik juist prijzenswaardig. Ge hadt een moei lijke taak, maar ge hebt dien met eereten einde gebracht. In het proces van Uriah James Gray hebt ge een schitterende proef van uw kennis en wetenschap gege ven. Ik ben daar trotsch op, want in zekeren zin heb ik deel aan uw succes; daar ik ’teerst uw talentheb op gemerkt en geen moeite spaarde om het tot ontwikke ling te doen komen.* (Wordt vervolgd.) zeker altijd zoo als men een doodgewaanden vriend on verwachte voor zich ziet! Ik zou zelf niet minder ver bluft staan kijken!* «Pardon, mijnheer! merkwaardig, het geluk van u weder te zien is niet zoo geheel onverwacht. Mijn gemachtigde Wilkens Jeffers telegrapheerde mij, dat mjjn weldoener na treurige lotgevallen gelukkig te Londen was aangekomen en mij aan den Rijn wenschte te ontmoeten. Ik vertrok dadelijk uit Parijs en liet sedert een dag en nacht geen boot voorbijgaan, zonder naar u te onderzoeken,* Een tweede handdruk beloonde den advocaat. «Laten wij in de kajuit gaan, mjjn vriend!* sprak Ja mes Gray. «Het regent weer harder. Bij een glas Rijnwijn kunnen wij daar ongestoord praten.* «Als u het goedvindt, mijnheer, dan houd ik u ge durende uw verblijf in Duitschland gezelschap. Zon der onbescheiden te zijn, meen ik toch dat ik u nu en dan nuttig kan zijn. Valt het Duitsch spreken u niet moeilijk?* «Ik hoop er met mijn Duitsch wel te komen,* ant woordde de consul, «maar het gezelschap van een man, die met de jaren bijna de plaats van een zoon bij mij inneemt zal mij recht aangenaam zijn.* Schijnbaar getroffen keek Morris ter zijde. «Ik zou gelukkig zijn, als u mij zoo’n eereplaats in uw hart wildet gunnen. Als trouw, liefde en dankbaar heid de middelen zijn om tot die eereplaats te geraken, dan hoop ik mettertijd dit doel van mjjn streven te zul len bereiken.* De heeren gingen nu in de kajuit. De consul liet door den hofmeester een flesch Rijnwijn brengen en spoedig zaten de twee mannen tegenover elkander. «Laat mij u mijn oprechte deelneming betuigen over het afsterven van uw onvergeteljjke echtgenoote,* begon werd deelgenomen. Ten slotte werd de verordening voorloopig vastge steld en zal deze ter goedkeuring aan hh. Ged. Staten worden toegezonden; waarna ze opnieuw ter tafel zal worden gebracht om definitief te worden goedgekeurd. 11. Voorloopige vaststelling eener Verordening inge volge art. 18 sub 7 der Woningwet. (Ter vorige ver gadering aangehouden). Ook deze verordening werd na discussie voorloopig vastgesteld en zal eveneens ter goedkeuring aan hh. Ged. Staten worden toegezonden. 12. Mededeelingen inzake Telephoonaanleg. Door den Voorzitter wordt mededeeling gedaan van den stand der telephoonplannen te dezer plaatse, waar uit blijkt, dat B. en W., in overleg met het bestuur der Coöperatieve Telephoonvereeniging, het wenschelijk achten, een technisch advies over de voorwaarden, aanleg van geleidingen enz. en het bestek in te win nen bij het Centraal Bureau voor Arbitrage on Techni sche Adviezen te Rotterdam, waarvan de kosten door de genoemde Telephoonvereeniging zullen worden betaald. De Raad geeft hieraan zijne goedkeuring, zullende het advies met de bijlagen nader ter tafel worden ge bracht. Alsnu bekomt de heer Beekhuis het woord en vraagt of het in navolging van hetgeen in andere gemeenten geschiedt, ook gewenscht is, van deze zijde een adres tot de regeering te richten tot verandering der dienst doende schutterij in deze gemeente in eene rustende. Na bespreking wordt dit onderwerp in de aandacht van B. en W. aanbevolen. Hierna wordt de vergadering gesloten. De Rijnboot No. 21 bereikte eindelijk Dusseldorf. Sedert het vertrek uit Rotterdam had men niets an ders dan regen gehad. Er is niets zoo vervelend als een stoombootreis van Rotterdam naar Dusseldorf bjj regenachtig weder. De meeste reizigers zijn dan ook slecht geluimd en wandelen neerslachtig heen en weer in de bovenkajuit. Byna allen zjjn Londensche heeren, die hun jaar- VERGADERING van den Gemeenteraad van Wymbritseradeel, op Dinsdag, den 28 Juni 1904, des middags te 12 uur. Tegenwoordig zijn 14 ledenafwezig met kennis geving de heer A. H. Tromp. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Punten van behandeling 1. Notulen van den 11 Juni 1904. Na lezing door den Secretaris, worden deze notu len onveranderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. De Secretaris doet mededeeling van a. Een schrijven van mej. B. 8. Wijma te Balk, daarbij, onder dankbetuiging voor hare benoeming tot onderwijzeres aan de o. 1. school te Woudsend, berich tende, dat zij deze betrekking met 1 Juli a. s. hoopt te aanvaarden; b. Als voren van het Bestuur der Ambachtsschool te Sneek, daarbij oprechten dank betuigende voor de door den Raad toegezegde bijdrage van f 10.voor ieder leerling uit de gemeente die de school bezoekt en tevens berichtende dat bij den aanvang van het nieuwe schooljaar in 1905, een lijst van bedoeld aan tal leerlingen zal worden ingezonden c. Alsvoren van den heer H. Ringma te Leeuwar den van den volgenden inhoud: Tot mijn spijt moet ik ÜEd. Achtb. berichten, dat het mij, na ernstige overweging, niet mogelijk is, de betrekking van hoofd der school te Gaastmeer benoemd tot tijdelijk leeraar aan de H. B. School. Burg, en Weth. bevelen, ingevolge het ingewonnen advies van den Inspecteur en de Commissie van Toe zicht M. O., ter herbenoeming aan als leeraar in de wis-, natuur- en werktuigkunde aan de H. B. S., de heer dr. F. Schub. Uit de gehouden stemming blijkt dat de heer Schuh met 13 stemmen is herbenoemd, voor den cursus Sep tember 1904—-September 1905, tot tijdelijk leeraar in genoemde vakken; 1 briefje was blanco. 8. Adres van P. C. Bekink te Nijmegen, om restitu tie van betaald schoolgeld voor school no. 1. Burg, en Weth. stellen voor, het verzoek van adres sant, om restitutie van betaald schoolgeld voor 2 zijner nichtjes, leerlingen van school no. 1, wegens vertrek naar Nijmegen, toe te staan, daar hier een buitenge woon geval aanwezig is, waarop teruggave kan worden verleend en over de maanden Mei tot September res titutie te geven ten bedrage van f 6,665. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 9. Voorstel tot wijziging van art. 4 Verordening betreffende den Burgerlijken Stand. De Voorzitter deelt mede dat met het vaststellen dezer Verordening er geen voldoende rekening mee is gehouden dat de secretarie des Zaterdags te 1 uur is gesloten. Burg, en Weth. stellen daarom nu voor, art. 4 der verordening te wijzigen in dien zin, dat de bu- reau-uren voor den burgerlijken stand zullen worden gehouden: op Zaterdag ’s morgens van 11—1 uur en op de andere werkdagen ’s morgens van 111 uur en ’s namiddags van 4—6 uur; op Zon- en feestdagen van 12—127, uur. De heer Paehlig wijst er op, dat de klokken kunnen verschillen en iemand b.v. van de Domp daardoor des Zondags te laat zou kunnen komen, waarom spreker voorstelt het bureau des Zondags geopend te hebben van 121 uur. De heer Fennema vindt dat zoo iemand, vroeger van huis gaande, er op tijd zal zijn. De Voorzitter licht toe, dat ZEx. de Minister van Binnenl. Zaken, alleen bij hooge uitzondering het bu reau des Zondags geopend wil hebben, daarom kwam ’t B. en W. voldoende voor om voor een plaats als Sneek die opening te bepalen op een half uur; de af standen zijn hier niet groot, terwijl verder ook gelet moet worden op de Zondagsrust der ambtenaren, die een geheele week ingespannen moeten werken. Op een desbetreffende vraag van den Voorzitter, steunt de heer ten Gate Paehlig. In stemming gebracht stemmen verworpen; vóór stemden de heeren ten Cate, de Jong en Paehlig. De heer dr. Bouma vraagt hierop wat nationale feest dagen zijn, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit moeilijk is te zeggen en men alles niet precies kan omlijnen. Hierop wordt het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10. Voorloopige vaststelling der Bouwverordening tot uitvoering der Woningwet. (Ter vorige vergadering aangehouden). De artikelsgewijze behandeling dezer verordening lokte vele discussies uit, waaraan door alle leden VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Dinsdag den 28 Juni 1904, ’s namiddags te 67, uur. Tegenwoordig zijn 14 leden; afwezig met kennisge ving de heer A. VeenEz., wegens uitstedigheid. Voorzitter de heer Mr. D. Alma, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling: 1. Resumtie der Notulen. De notulen der op 4 Juni j.l. gehouden vergadering worden, na lezing door den Secretaris, onveranderd vastgesteld. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. De Secretaris doet mededeeling van: a— e. Missives van de heeren mr. D. Alma, P. Fen nema, H. F. Pijttersen, Joh. van Akkeren en J. B. de Jongh, dat zij hunne benoeming tot Ambtenaar van den Burgerlijken Stand aannemen; f. Een schrijven namens den heer J. Ph. Hogendijk, dank betuigende voor het aan dezen toegestaan verlof; g. Alsvoren van den heer K. Baanstra, daarbij be richtende, dat hij de gevraagde gemeentegrond aan de Looxmastraat, op de gestelde voorwaarden niet aan neemt; h. Eene resolutie van heeren Ged. Staten dezer Provincie, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van gemeentegrond op het Aschland aan M. Blindeman; i. Een idem, houdende goedkeuring van het raads besluit tot versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven der begroeting, dienst 1903; j. Een idem houdende goedkeuring van het raads besluit tot rechtstreeksche betaling uit het fonds voor onvoorziene uitgaven der begrooting voor 1904; k. Een adres van A. J. Njjenhuis te Knijpe e. a. veerschippers, verzoekende het Kleinzand door uitdie ping te willen verbeteren; l. Eene missive van Z. E. den Minister van Binnen- landsche Zaken, daarbij berichtende, dat de door den Gemeenteraad vastgestelde wijziging van art. 17 van het reglement voor de Hoogere Burgerschool wordt goedgekeurd. De Voorzitter zegt, naar aanleiding van het adres sub k, dat reeds met de uitdieping van het Kleinzand een begin is gemaakt en de verdere uitdieping wordt overgelaten aan den Directeur der Gemeentereiniging van der Horst. Alleen dit stuk gaf z. i. aanleiding tot eenige nadere beschouwing, waarom spr. voorstelt de ov erige inge komen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con form besloten. De heer Beekhuis wenscht, met verlof der vergadering, na afloop der agenda, een vraag aan den Voorzitter te richten betreffende de-schutterij. De Voorzitter hoopt den heer Beekhuis daartoe in de gelegenheid te stellen. 3. Vaststelling van het programma H. B. School, cursus 1904/5. B. en W. stellen voor, na het ingewonnen advies lijksche reis langs den Rijn doen. Voor hen komt geen andere weg naar Zuid-Duitschland in aanmerking dan die Jangs'de schilderachtige oevers van «den groot vorst van Europa’s stroomen.* Aan het eene einde van de kajuit wandelt een lang, flink gebouwd heer regelmatig heen en weer; zijn zwar te kleeding steekt nogal af bij de bonte kleeding van de overige passagiers. Hij is in de beste jaren van zijn leven en draagt een zwaren lichtblonde baard. Hij schijnt voor de overige passagiers ongenaakbaar. De edele trekken van zijn gelaat drukken zekere treurig heid uit. Zonder eenige belangstelling laat hij nu en dan zijn blik over zijn medereizigers gaan. Toen de boot aan den steiger stilhield om een half uur te toeven, verliet deze heer de kajuit, om, ondanks den regen, naar de drukte aan den wal te kijken. Daar kwam in ijlende vaart een rijtuig uit de stad aan, het hield aan den steiger stil en mijnheer Morris stapte uit. Zonder naar den koetsier om te zien baande hij zich een weg door het gewoel en ging aan boord van de boot. Een aantal passagiers maakte zich gereed om met pak en zak de boot te verlaten. De advocaat werkte zich door de lieden heen en wilde naar de bovendeks- kajuit. Op eens voelde hij een hand op zijn schouder, hij keerde zich om en stond tegenover den langen heer van wien wij gesproken hebben. Een oogenblik stond mijnheer Morris verrast en ver legen; toen greep hij de hem aangeboden hand en vroeg beschroomd: «Heb ik de eer den consul sir James Gray te zien?* Een hartelijke glimlach speelde om den mond van den langen heer. «Juist, mijn béste heer Morris, juist. Ik begrijp dat het u moeielijk is, mij zoo dadelijk te herkennen. Dat is I t Vx OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1