fs
MET VALSCHE PAPIEREN.
JIEIIWS- ES lllVERTEÜTIEBLill
K
ÏWR SJEEk ES «!8T«.
59e Jaargang.
Woensdag 13 Juli'1904*
No. 56-
0t.,
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
De Noormannen in Friesland.
r
FEUILLETON.
c\
*den,
De andere
r-l
er
lijken
1W*
t
0.-
0.-
10,-
10.-
rste
gen-
icht-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
tie,
ES.
4A-
enz.
slui-
N.
ke-
1
j
Weer roof
Drie keer werden de Friezen gesla-
nu werd gansch Friesland verwoest.
De Friezen waren op weerwraak
Stavoren, Dokkum en Bolsward ver
en
<IE-
Cou-
vouwde den brief dicht, stak hem in den zak en liep
neuriënd in de kamer heen en weer.
«Koert verwerpt hier een goede positie,* zeide Von
Wambold bij zich zelf, »maar anderen verwierpen nog
veel meer. Ken flink man zooals Koert zal ook in de
Nieuwe Wereld zijn carrière wel maken. God zij met
je, edele vriend
De opgewektheid van Von Wambold hield aan. Hij
liet zich koffie, brood en eieren op zijn kamer brengen
en at en dronk met smaak. Toen ging hij het park in
en wandelde een flink eind. Eerst tegen negen uur
begon hij er aan te denken, naar de villa van Koert
terug te keeren.
Het rijtuig, dat hem den vorigen dag naar het ho
tel gebracht had, was onmiddellijk teruggekeerd het
eenige rijtuig van het hotel was in den nacht met Koert
naar de stad vertrokken en nog niet terug, zoodat Erik
in verlegenheid was hoe hij weer goed en wel te Wies
baden zou komen.
Hij was reeds van plan de reis te voet te doen,
toen een huurrijtuig uit de stad een nieuwen logeer
gast bracht. Gelukkig nam de koetsier dadelijk de
terugreis aan met mijnheer Von Wambold als retour
vracht.
Toen hij in den namiddag op de villa kwam zonder
Koert mee te brengen, werd hij door de dames met
vragen bestormd.
Mevrouw Von Berghaupt vreesde reeds dat haar
zoon zwaar ziek was geworden en verklaarde dat zij,
hem zou gaan verplegen.
In de kamer, waar Jane het liefst was, nam Von
Wambold plaats op een stoelhij keek een poos in het
rond, om al de gemaakte veranderingen te beschou
wen en zeide toen
»A1 dat werk is te vergeefs gedaan l*
«ga naar mijn vrouw.-Ja, Erik, ik reis mijn
»vrouw na om aan haar zijde mijn lot te ondergaan.
«Ge weet om welke reden ik overtuigd ben, dat er
«tusschen mij en Jane geen klove meer bestaat. Ik
«sta thans ver beneden haar, ik zal mijn best doen
»om van haar vergiffenis te verwerven. Deze reden
.drijft mij echter het minst aan tot dezen stap
«neen, ik wil het niet loochenenik word voortge-
»dreven door de liefde tot mijn aangebeden vrouw.
»Het is onbegrijpelijk, hoezeer ik haar bemin. On-
«danks alles kan ik haar niet verlaten, ik behoor haar
«toe tot in den dood. Je bent getuige geweest van
«mijn kwellingen, je kunt nu eenigszins begrijpen,
«dat mijn waanzinnige liefde tot Jane slechts zal op
houden als mijn hart niet meer klopt.
«Als Jane den erbarmelijken laffen briefschrijver
«nog in genade wil aannemen, dan wil ik met haar
»naar de woestenijen van Noord-Amerika trekken en
«daar een nieuw leven beginnen.*
»Om zoo te zeggen ga ik dus voor u en alle vrien
den deze wereld verlaten wij zullen elkander nooit
«wederzien! Vraag mjjn mama uit mijn naam ver
giffenis ik kan niet anders handelen. God zegen
«je, mijn edele, trouwe vriendMoge het je geluk-
«ken, mij spoedig te vergeten
Langen tijd staarde Wambold voor zich uit, zonder
eigenlijk iets te zien. Zoo iets had hij niet verwacht.
«En toch is dat nog het beste, wat de arme Koert
doen kan. Ik geloof waarlijk, dat hij aan hare zijde
geluk en vrede zal vinden. 0 Koert! ik ben je dank
baar voor je besluit. Wij zullen elkander eenmaal we
derzien en dan zal je mij bekennen dat je gelukkig
bent
Wambold geraakte in een vroolijke stemminghij
en zijn opvolger
I
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Verbluft nam Erik den brief aan, bedankte den ho-
en opende het couvert, zoodra hij alleen
was. De brief luidde
«Mjjn waarde vriend WamboldIk begin mijn
Schrik niet. Ik
in Friesland, werden eerst met een verlies van
12000 man geslagen, doch later de baas in
’t gewest, ’t Was weer een tijd van zware
schattingen en kerkbranden.
En in 846 kreeg men in Oostergo en Westergo
een herhaling van ’t vorige jaar.
In 851 roofden de Denen in Friesland en de
Betuwe en in 852 kwamen zij hier met 252
schepen; plundering en zware schattingen volg
den.
In 854 moest Oost-Friesland ’t ontgelden.
In 863 voeren de Noormannen naar Wijk-
bij-duurstede, waar ook vele Friesche kooplieden
’t moesten ontgelden.
In 867 werd Friesland door den Deen Erik
vreeselijk geteisterd.
In 869 kwamen de Denen weder met een
talrijke macht; doch de potestaat Hessel Her-
mana ging aan ’t hoofd der Friezen de inval
lers moedig te keer. In een bloedig gevecht
werd Hermana gewond, doch de Denen moesten
vluchten. Hermana genas weder tot blijdschap
van de Friezen.
In 873 kwam een groote vloot met Noor
mannen om Oostergo te brandschatten en daar
de Friezen zeiden alleen aan den Keizerschatting
verschuldigd te zijn, wilden de roovers alle
mannen ombrengen en de vrouwen en kinderen
als slaven meevoeren.
Onder aanvoering van graaf Abdagus bonden
de Friezen toen den strijd aan, die zeer bloedig
was. Rudolf, de Noordsche aanvoerder sneuvel
de met 500 a 800 der zijnen. De overige
Noormannen namen de vlucht, werden afgesne
den en belegerd in een groot en sterk gebouw.
Slechts na teruggave van al wat zij aan buit in
de schepen hadden, mochten zij aftrekken. Er
zijn schrijvers, die beweren, dat Hessel Herma
na, die alleen potestaat van Westergo was,
krachtig meehielp tot de nederlaag der Noor
mannen, gewond werd en aan zijn wonden over
leed.
In 874 verscheen Rollo met een menigte
Deensche vrijbuiters. De Friezen werden ver
slagen en moesten een grootte schatting beta
len. Deze Rollo maakte ook mooi werk in En
geland en België en was 30 jaren lang de
schrik van Frankrijk, totdat hem Normandië
werd afgestaan.
Na 880 was een groot deel van ons land
door den Keizer aan den Deen Godfrid be
leend ook Friesland behoorde daartoe en was
onder zijn heerschappij diep ongelukkig. Ge
in de aangrenzende kamer hoorde hij Koert gerui-
men tijd langzaam heen en weerloopen, doch onbemerkt
verviel hij in een onrustige sluimering, waarin ver-
w.irde droomen hem kwelden.
Hij ontwaakte even na middernacht en keek op zijn
her loge hoe laat het was. Hij stapte zacht het bed uit,
li. p op de teenen naar het venster, en zette dat open.
De lucht was bewolkt en nu en dan vielen er eenige
droppels regen. Uit het beukenwoud steeg een som
bere nevel op; het was een nacht om recht droefgeestig
gestemd te worden. Daar scheen een koets van het
hotel weg te rijden. Het gedruisch der wielen smoor
de in het zand. Een enkele maal knalde de zweep, het
gerammel der paardentuigen kon men onderscheiden.
Dat alles kwam den officier zeer geheimzinnig voor,
op de teenen sloop hij in de gang en luisterde aan de
deur van Koerts kamer.
Alles was daar stil en daarom keerde Erik terug,
denkende dat Koert in een gezonden slaap was geval
len. Hij ging weer te bed en sliep rustig in.
De zon stond reeds hoog aan den hemel, toen
bij Erik aan de deur werd geklopt.
«Kom binnen, Koert!* riep hij en sprong het bed
uit.
De deur ging open en daar stond de hotelhouder
met een brief in de hand.
«Pardon, mijnheerzeide hij, «ik kom hier op last
van den heer Von Berghaupt. Mijnheer is van nacht
ning. Al het overige vindt u in dezen brief.*
goedennacht en scheidde van hem met een handdruk. - telhouder
1 V n i -» xtt-t Ai -1
de elk oogenblik van den nacht gereed zijn om naai
Vooral door de hulp van ’t reeds machtig
wordende Stavoren kon Ezonstad herbouwd
worden,
bedacht,
eenigden 14 schepen; zes hiervan roofden
plunderden op de Deensche kusten, doch ver
loren in den strijd veel volkde acht andere
schepen bezochten de kusten van Noorwegen
waar niet veel te rooven was, doch vrij wat
vernield werd. Daarna trokken de Friesche
schepen terug. Door een z waren storm ge
raakten in den Vliestroom 4 schepen aan
lager walde 10 andere kwamen behouden te
Stavoren aan.
Kort daarna kwamen de Noormannen en
roofden en vernielden hier veel.
Friezen noemden de Staverschen hiervan de
oorzaak. Doch Stavoren stelde de anderen
tevreden met een goed deel van den in Dene
marken behaalden buit en rustte een vloot uit,
die vier Noorsche schepen pakte en te Dok
kum binnenbracht. De hiermede behaalde buit
werd aan hen uitgekeerd, die schade geleden
hadden van de Noormannen. De Staverschen
o. a. Tako en Feyo Forteman, Janeke Ludig-
man (alle drie uit Almenum), Vincent Herma
na, Juw en Sijtze Rodman en vele andere edelen.
Nadat beide partijen hun dooden hadden be
graven, stelde Olaus voor, dat men hem on
gehinderd met zijn buit zou laten aftrekken.
Vele Friezen hadden daar wel zin in, doch een
der overgebleven Fortemans haalde zijn land-
genooten over tot den strijd, die weder zeer
bloedig was en onbeslist bleef. De Denen trok
ken terug over de Lauwers en staken de stad
Groningen, die slechts door houten palen en
geringe wallen versterkt was, in brand; de be
woners dier stad hadden zwaar te lijden. Toen
trok de Friesche edelman Gaele Hardeman,
wonende te of bij Stavoren, met 2500 man op.
Een bloedig gevecht werd weder geleverd en
met 't vallen van den avond trokken de Denen
over de Eems terug. De Friezen vervolgden
hen echter en nu werd Olaus met 170 Denen
gevangen genomen, terwijl er bijna niets van
het geweldige leger der Denen overbleef. De
gevangen Denen werden alle onthoofd en in
de Eems geworpen.
In 808 verschenen de Noormannen en staken
Ezonstad (aan de Lauwers) in brand. Wel
snelden de Friezen haastig toe, doch zij kon
den de stad niet redden; 24 huizen, wier da-
1 ken met pannen belegd waren, bleven staan.
behielden alleen de schepen.
In 810 kwam de Deensche koning Godfrid
met 200 schepen op deze kusten,
en strijd,
gen en
De Christenen, kerken en kloosters moesten het
vooral ontgelden. Ook moest een schatting
van 200 pond zilver opgebracht worden. Deze
schatting werd klipschild of klinkschatting ge
noemd, omdat de gelden, in een bekken ge
worpen en de klank op een afstand gehoord
moest worden door den inzamelaar der gel
den. Men deed dit in een huis van 240 voet
lang, verdeeld in 12 even groote vertrekken.
De rentmeester zat in ’t voorste vertrek en in
’t verstafgelegen vertrek stond het bekken,
waarin ieder zijn schatting moest werpen. Zei
de rentmeester, den geldklank niet gehoord te
hebben, dan was ’t geld verbeurd en moest
nieuw geld ingeworpen worden, totdat de
rentmeester erkende den klank gehoord te
hebben.
Deze Godfrid was een kleinzoon van den
heidenschen Radbodus II, den laatsten Frie-
schen koning, die indertijd naar Denemarken
gevlucht was, alwaar hij ook was opgevoed.
Daarom meende Godfrid recht op Friesland te
hebben.
Ook de Groningers moesten het ontgelden
en o. a. werd de St. Martini-kerk aldaar ver
brand.
Keizer Karei de Groote verzamelde wel een
leger, doch door de veepest kon dit niets uit
richten.
Godfrid stierf nog in 810
Hemming maakte in 811 vrede, zoodat Fries
land weer vrij werd.
Doch na
schatten de
weder.
In 826 waren heel Friesland en de landen
tot aan de Wezer door keizer Lodewijk den
Vromen aan den Deenschen vorst Harald ge
schonken.
In 830 versloeg de potestaat Adelbrik van
Adelen 800 Zweden en Gothen bij Kollum,
zoodat slechts weinigen door de vlucht het
leven behielden.
In 834 stroopten 13 Deensche schepen op
onze kusten en in 836 en 837 kwamen ze al
weer.
In 845 kwamen de Noormannen terug van
een plundertocht in West-Frankrijk en vielen
Slot.
In 794 kwamen zeven schepen met Noor
mannen en roofden op de Friesche kusten
twee voeren de Lauwers in, twee op de Eems
en de overige drie lagen in het Vlie. De
Staverschen begaven zich daarop met hun
schepen naar de Lauwers om de Noormannen
te bestrijdende mannen van Ezonstad hiel
pen van de landzijde. Eerst na een bloedigen
strijd werden de roovers overwonnen. De beide
roofschepen op de Eems gingen terug, toen
deze nederlaag bekend werd. Vijf Staversche
schepen bemachtigden de drie roofschepen in
’t Vlie en brachten ze met al hun buit in Sta
voren. De twee schepen, die op de Eems
waren, kwamen na acht dagen terug, roofden
en plunderden aan de kusten van Eems en
Lauwers, totdat zij door de mannen van Sta
voren en Ezonstad bemachtigd werden.
Ook in 796 en 797 hadden de Friesche
kuststreken te lijden van de Noormannen.
Doch toen verzamelden Dokkum, Ezonstad en
Stavoren hunne schepen en deze voeren naar
de Deensche kusten om wraak te nemen; zij
plunderden en stichtten brand op een woeste
wijze en trokken terug met goeden buit, zon
der dat zij last kregen van de Noorsche sche
pen, die zich reeds verzameld hadden.
In 807 namen de Noren drie schepen met
rogge, die te Ezonstad thuis behoorden, roof
den en plunderden en kwamen drie weken
later terug in het VlieDijkshorne en Sex-
bierum werden in brand gestokenin ’t laatste
dorp bleven slechts twee huizen en de kerk
staan.
Ook Oost-Friesland en andere streken had
den te lijden van de Denen, die toen door ko
ning Godfrid geregeerd werden. Keizer Ka
rei zond een leger en maakte, dat de Denen
in Oost-Friesland en de streken aan de Elbe
niets meer konden uitrichten. Doch nu zond
Godfrid zijn zoon Olaus met een zeer groote
scheepsmacht naar eigenlijk Friesland. Deze
groote macht bracht schrik en ontsteltenis en
de overste, die in ’s keizers naam Friesland
bestuurde, was te flauwmoedig. De Friezen
herstelden zich van hun schrik en moedigden
hun overste aan tot den strijd. De eerste slag,
die onbeslist bleef, kostte aan beide zijden 700
dooden; aan den kant der Friezen sneuvelden
ffec-
Hemmings dood in 812 brand-
zonen van Godfrid ons gewest
32 XIII.
«Om uwentwil spijt het mij, dat het zoo niet ge
beurd is, Koert! Ik houd niet zoo streng aan mijn
principes vast als gij. Ik neem de zaken luchthartiger
op, en zooals je weet, velen houden mij voor lichtzin
nig. Ik zou mij gemakkeljjker er doorheen geslagen
hebben.*
«Neen, Erik, dat zou je niet. Ik ken je hart beter
dan je het zelf kent.*
Het gesprek werd hier afgebroken door de komst
van een bediende, die naar de verdere wenschen der
heeren kwam vernemen. Wambold zeide, dat hij in het
hotel bleef overnachten. Hij kreeg een kamer, onmid
dellijk naast die van zijn vriend.
Op Wambolds verlangen deden de vrienden nog een
kleine wandeling in het heerlijke beukenwoud; zij keer
den tegen tien uur terug en gingen ter ruste. Op de
wandeling vermeden beiden angstvallig om weer op de
pijnlijke zaak terug te komen. Koert was buitenge
woon kalm en goedsmoeds; hij scheen een besluit ge
nomen te hebben, dat de rust in zijn binnenste deed in stilte vertrokken, hij verzoekt u wel om verschoo-
terugkeeren. ’"’inrr Al hot nvaricra irinrlf- n in rla7an M
Hij bracht Erik naar diens slaapkamer, wenschte hem i
Qeheel gekleed legde Wambold zich te bed; hij wil-
«brief met een hartelijk vaarwel.
zijn vriend te ijlen.
f
A
A
i
■1
?EN,
RCOURANT
-1'«W-Swa»'X 1
vr L Tïf„:i_ j i i a i_/._ i