MET VALSGHE PAPIEREN. MMS- ES mMJTIBLl» 59e jaargang. Woensdag 20 Juli 1904. No. 58. m t De Doodstraf, vooral in Engeland. 1 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. FEUILLETON. r oor ook e i uw - t t Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,60. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. het mij slechts te doen om te zien wel- handschrift op de dame maakt,* ver klaarde hij met een onderzoekenden blik op Koert. Toen knikte hij hem vriendelijk toe en ging heen. Koert bleef een half uur alleen voor hem een eeuwigheid. Eindelijk kwam de professor terug. Men kon hem aanzien, dat bij geschokt was door bettooneel dat hjj bijgewoond had. >Ik heb u lang laten wachten, heer baron, maar il bid u, verschoon mij! Het is moeilijk voor mij, te weten hoe ik moet handelen. De dame herkende uv. handschrift; zij schijnt een groote genegenheid voor u opgevat te hebben; ik zou daarom den heer Morris aan- 34 XIV. De eigenaardige positie, waarin Koert verkeerde, was oorzaak dat hij den Engelschen advocaat niet van be drog kon beschuldigen, want mijnheer Morris kon im mers gehandeld hebben in het belang van zijn vriend. Ook was het voor Koert te pijnlijk, om de geheele ge schiedenis aan den professor te onthullen. Hij ver meed daarom daarover te spreken, doch de professor bemerkte dit en begon wantrouwen te koesteren. Toen de professor het nogmaals verzocht had, schreef Koert met bevende hand eenige woorden aan Jane en meldde haar tevens dat hij spoedig zou komen. De professor nam het papier en verzocht Koert te willen wachten tot hij zou terugkeeren. »Voorloopig is ken indruk uw was toegepast. Toen in 1901 ’t huidige anti-liberale mini sterie optrad en de Roomsch-Katholieke heer Loeff als minister van justitie optrad, dachten zeer velen, dat ook ’t weder invoeren der dood straf tot een der essentieële punten van zijn programma zou behooren. Doch de nieuwe excellentie sprak ’t duidelijk en onomwonden uit in de Tweede Kamer, misschien tot ver wondering van velen en tot teleurstelling van verscheidenen, dat van hem geen wederinvoe ring der doodstraf te wachten was. Een hoogst belangrijke reden tegen weder invoering der doodstraf is, dat niet alleen het volk in zijn plotseling opbruisende verontwaar diging kan dwalen, doch dat ook de rechters niet onfeilbaar zijn. Nu kan een opgelegde en in toepassing gebrachte gevangenisstraf verkeerd worden in invrijheidsstelling, na ge bleken rechterlijke dwaling. Maar de reeds toegepaste doodstraf kan niet meer ongedaan worden gemaakt. En ieder zal ons toestem men, dat in dit laatste geval een zeer onpretti ge gewaarwording in de harten der menschen drin gt. Reeds is ’t jammer, dat buiten zedelijke re habilitatie ook geen geldelijke schadeloosstel ling aan een onschuldig aangehoudene en ge vangen gezette persoon mag gegeven worden. In verband met de doodstraf zouden we ook de lijfstraffen kunnen noemen, die ook niet meer bestaan. Velen noemen 't jammer, dat bijv, tegen straatschenderijen van jeugdige personen niet eens hardhandig kan opgetreden wordennoemen ’t jammer, dat de straatben gels nu de openbare straat beheerschen. En fin, over deze dingen, zoo ook over ’t al of niet noodzakelijke van hardhandige schoolstraffen kan lang en breed gesproken worden, zonder dat men er mee opschiet. Over ’t algemeen mag men zeggen, dat de geest der tijden langzamerhand verzachting van rechterlijke straffen heeft gebracht. De tegenwoordige mensch gruwt niet alleen, als hij overdenkt welk gering euvel voorheen een doodvonnis ten gevolge had; doch hij gruwt ook bij ’t zien der marteltuigen, die men vroe ger gebruikte; vooral bij de foltermiddelen, die men gebruikte om een verdachte tot ’t beken nen eener misdaad te brengen, en welke fol teringen zoo vreeselijk waren, dat zij de on schuldig gefolterde tot de bekentenis eener mis daad, die niet bedreven was, brachtalleen om raden, zich terug te trekken.* »Ik begrijp niet hoe hier sprake kan zijn van een vrij willig terugtrekken van dien Engelschen heer; Jane Gray is mijn wettige vrouw! De omstandigheden, waaronder mijn vrouw en ik met u in aanraking komen, zijn welgeschikt om twijfel bij u op te wekken, maar als Duitsch officier verklaar ik u op mijn eerewoord, dat wij wettig gehuwd zijn. Het raadselachtige voor u in deze zaak kan ik thans nog niet ophelderen.* »U is zeer opgewonden, mijnheer Uw zenuwen zijn niet minder aangegrepen dan die van uw vrouw. Ik verlang volstrekt niet in uwe geheimen in te dringen; uwe ophelderingen kunnen dus achterwege blijven. Vóór u als officier uw eerewoord gaf, had ik mij reeds door uw vrouw laten bewegen tot de belofte, dat ik u bij haar zou brengen. Als geneesheer mocht ik haar hevig verlangen naar u niet onvoldaan laten, als ik haar niet aan een groot gevaar wilde blootstellen.* «Dank, hartelijk!* riep Koert uit en hij drukte den professor de hand. »Ik heb slechts een beding: ik neem in deze zaak geenerlei verantwoordelijkheid op mij en ik handel in de veronderstelling dat uwe vrouw de waarheid heeft gesproken. Verder blijf ik bij mijn verlangen, dat u nog heden de noodige stappen bij den Duitschen am bassadeur doet.* »Ge zult alle akten zien, die noodig mochten zijn om u te overtuigen. Bovendien zult ge van den heer Mor ris zelf vernemen, dat deze dame mjjne vrouw is.« Een fijne glimlach speelde om den mond van den professor, toen hij die laatste woorden hoorde. Hij verzocht Koert hem te volgen. Aan het einde van een lange gang klopte de professor aan de deur die dadelijk door de echtgenoote van den professor werd geopend. Koert trad binnen. Hij zag mevrouw Gispert nog achter de deur van een aangrenzende kamer verdwij nen en voelde twee armen om zijn hals-Jane had haar Koert weder- Toen zij op de sofa plaats namen zeide Jane: «O Koert! ik wist dat je komen zoudt!* Welk een aanklacht bevatten die teedere woorden voor hem. »Ik weet niet of je mij vergiffenis kunt schenken, Jane! O, hoe laaghartig heb ik gehandeld; ik was waan zinnig! En toch kon ik wel anders handelen na de onthulling van mijnheer Morris? Waarom heb je mij alles niet gezegd, voordat die Engelschman kwam op dagen? Wij zouden in stilte naar Amerika zijn getrok ken, om daar tevreden met elkaar te leven. Ik ben im mers overal gelukkig waar je bij mij bent, Jane!* De jonge vrouw richtte zich op en zeide: »Ik begrijp je niet, Koert 1 Hoe vreemd klinkt mij dit verwijt in de oorenWat zou ik voor mijn ge liefden man geheim te houden hebben Koert, Koert! ik smeek je, zeg mij toch eindelijk wat de oorzaak is van de scheiding tusschen ons.* Koert fronste het voorhoofd. De woorden van den advocaat hadden nog zooveel invloed op hem, dat hij zijn vrouw met wantrouwen aanhoorde. »0, Jane, wat doet het mij leed, dat ik je zoo hoor sprekenLaten we liever daarover het stilzwijgen bewaren. Waartoe nu nog ophelderingen Geloof mij, ik ben met het proces-Gray tot in bijzonderheden bekend en ik heb mij er mee verzoend. Als je wilt, gaan wij rechtstreeks naar Amerika daar zullen onze maatschappelijke positie en de vooroordeelen der menschen ons geluk niet in den weg staan.* »Neen, Koertlaten wij elkander wel degelijk op heldering gevenantwoordde Jane vastberaden. »Ik ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27a cent. Groote letters naar plaatsruimte. bemerk, dat wij te doen hebben met de booze inbla zingen van Morris Je spreekt van een proces-Gray, waardoor hij een beroemd advocaat is geworden. En je hebt je daarmee verzoend, Koert? Ik kan mij on mogelijk begrijpen hoe je met dat verschrikkelijk pro ces iets hadt uit te staan, zoodat er sprake kon zijn je daarmee te verzoenen.* Koert drukte de handen tegen het voorhoofd. «O, Jane, waarom ben je zoo wreed? Is het dan niet genoeg, dat ik mij ter wille van onze liefde ver zoend heb met het lot, dat wij dragen moeten Mijn arm is sterk genoeg om ons beiden te verdedigen tegen een ieder, die ons verantwoordelijk zou willen stellen voor de moorden van James GrayAl is je vader on der beulshanden gestoiven, zijn kind, mijn teergeliefde vrouw, is een engel gebleven Hij wilde haar aan zijn hart drukken, maar Jane weerde hem af en keek hem strak aan. Toen stond zij op van de sofa en deed eenige stappen achter waarts, alsof zij bang voor hem werd. Zij hield haar hand afwerend omhoog tranen glinsterden in haar oogen. «O, Koert, spreek je zoo over mijn onvergetelijken besten vader Maar je bent ziekik heb je voortdurend beklaagd; ik weet dat "het mijn heilige plicht als vrouw is, je te verplegen en te leiden tot je weer geheel hersteld bent. Ik beschuldig je niet, Koerthoe zou ik dat kunnen doen Ben ik je niet opzettelijk nagereisd om je te verplegen Wil je mij je nood niet klagen en mij zeggen wie je op die rampza lige gedachte gebracht heeft, waaronder je zooveel te lijden had? Zeg mij alles! Je vrouw is dapperder dan je denkt, KoertZooveel leed kan alleen mijnheer Morris je hebben aangedaan hij, voor wien mama mij nog waarschuwde, toen zij reeds aan boord van de Li digheid; er eene mensch leven van die aan Men kan over ’t al of niet noodzakelijke van ’t wel of niet afschaffen der doodstraf zeer verschillend oordeelen. Er zijn er, die ze niet bestaanbaar achten met de menschelijke waar- zijn er, die der overheid ’t recht ontkennen, een mensch te dooden, want de mag niet beschikken over het den anderen mensch; er zijn er, de overheid ’t volste recht tot het toepassen der doodstraf toekennen; er zijn er ook, die meenen, dat de vrees voor terdood- veroordeeling menig boosdoener van ’t begaan eener misdaad zal terughouden en die daarom de doodstraf weer ingevoerd willen zien; er zijn er ook, die denken, dat ’t toepassen der doodstraf als van zelf behoort tot de bevoegd heden der wettige overheid. Zoo zouden we nog meer categorieën kunnen noemen. Soms gebeurt ’t ook, dat een begane misdaad het volk, dat in de nabijheid woont, zoo aandoet, dat ’t moeite kost, het van handelend optreden tegenover de boosdoeners af te keeren. In Amerika, dat in alles wat voortvarender be volking heeft dan ’t oude Germaansche Euro pa, in Amerika treedt ’t volk meermalen handelend op en heeft dit al zoo vaak gedaan, dat men den naam «lynchwet* heeft uitge vonden, om die uitbarsting van volksveront- waardiging aan te duiden. Laten we hier bij voegen, dat deze volks verontwaardiging onge rechtvaardigd kan zijn, kan steunen op een misvatting en dat daarom alleen reeds de daad zaak der uiting van deze verontwaardiging veroordeeld moet worden. Merken we ook nog op, dat ook de rassenhaat, die in de Ver- eenige Staten heerscht en die den neger door den blanke doet verachten, vaak een hoofd factor was bij het toepassen der lynchwet en dat daarom nog zooveel te meer tegen dit volkseuvel met zijn te schoonen naam moet opgekomen worden. Soms gebeurt ’t, zeiden we zooeven, dat een begane misdaad 't volk aandrijft, om zelf rechter te zijn. Dan hoort men, onder den in druk van de vreeselijke misdaad, de ernstigste lieden zelfs zeggen Ja, voor zoo’n vreeselijke daad moest de doodstraf nog bestaan. In de meeste landen bestaat de doodstraf nog. In ons land is zij onder de regeering van koning Willem III afgeschaft, nadat ze reeds eenige jaren achtereen in ’t geheel niet bedaard zijn. Zoo geschiedde ook toen. De commissie, in 1865 benoemd om de toepassing der doodstraf te ‘onderzoe ken, adviseerde slechts tot afschaffing der open bare executies. Het publieke geweten werd gepaaid en ’t hart kwam niet meer in opstand tegen een wreede straf, die ’t oog niet meer zag. De beul strijkt gemoedereerd zijn guinje f 12,60) op voor elk omgebracht leven. Hij reist als een gentleman in zwarten rok en met een hoogen hoed ’t land door, zonder in den trein onvriendelijke gezichten te ont moeten. Wel is waar heette ’t in 1895, dat de toenmalige beul Berry om zijn griezelige staatsbetrekking nergens een particuliere be trekking kon krijgen. Doch de tegenwoordige hangman Bellington heeft een goed bestaan als handelsman. Eenige maanden geleden werd weer veel geschreven over ’t ophangen der moordenaars. De executies waren verplaatst van de afge- gebroken oude Newgate-gevangenis naar de Holloway-gevangenis in ’t N. der stad. En de plek binnen die gevangenis, waar de terecht- gestelden In kalk begraven werden, viel binnen den gezichtskring van het zolderkamertje van een huis, door twee oude dames bewoond. Dat werd zoo verschrikkelijk gevonden, dat er een petitie gezonden werd naar den Homo- secretaris, om die begraafplaats beter af te sluiten. Thans komt weer een heele beweging te gen de doodstraf op naar aanleiding van twee treurige gevallen. Een stoker werd eenigen tijd geleden, in een Londensche voorstad, in zijn woning met uitgesneden hals bij ’t lijk der vrouw, met wie hij leefde, gevonden. De algemeene opinie acht wel de vrouw, niet de man tot zoo iets in staat en de man betuigt zijn onschuld, ter wijl niets zijn verklaring logenstraft. De jury oordeelde hem echter schuldig en de rechter veroordeelde hem ter dood. De executie zou 12 Juli plaats hebben, maar werd uitge steld omdat des stokers hals nog niet genoeg genezen was om fatsoenlijk een val van 6 a 7 voet te kunnen uitstaan. Het andere geval was van een ongehuwde moeder, die haar kind uit armoede en ellende doodde; de 17-jarige werd ter dood veroordeeld. Denkelijk zal deze straf in «levenslang” wor den veranderd. van die martelingen af te komen. We zouden op dit stramien kunnen voort borduren, doch we willen alleen opmerken, dat ook in de landen, waar volgens ’t burgerlijk strafrecht de doodstraf is afgeschaft, in ’t mi litair strafrecht de doodstraf nog bestaat en toegepast wordt. Doch we eindigen hiermee, om eens te zien, hoe ’t met de doodstraf staat bij onze Engel- sche buren. In 1764 schreef de Italiaan Beccaria een boekje tegen de doodstraf en tegen te harde straffen; ’t werd in vele talen overgezet en verwekte ook in Engeland sensatie de ge moederen kwamen in beweging tegen de ver schrikkelijke tooneelen der openbare executies op het pleintje bij de oude Newgate-gevan- genis. - In 1770 werd een parlementaire commissie benoemd, die concludeerde tot opheffing der doodstraf voor 2 of 3 misdaden. Het Lager huis nam dit aan,.doch het Hoogerhuis wilde er niets van weten. De «hangman* hield ijve rig vzerkde doodstraf werd opgelegd voor de geringste misdrijven. Nog in 1833 werd te Londen een 9-jarig kind ter dood veroor deeld, omdat het voor een dubbeltje verf gesto len en eenig glas gebroken had. De straf werd in levenslang veranderd De heer Labouchère geeft in de «Truth* nu en dan een lijstje, waarin hij de strengheid der rechters tegenover kleine daden constateert, in verband met hun zachtheid tegenover sommige groote zaken. Dat er vroeger zeer vele misdrijven waren, die met doodstraf bedreigd waren, blijke uit de volgende verklaring van een historicus: »Tus- schen 1832 en 1837 werd door ’t Parlement de doodstraf voor zoovele misdrijven afgeschaft, dat er in 1837 nog slechts 37 over waren.* Tegenwoordig bestaat de doodstraf nog voor moord, landverraad, zeeroof, brandstichting in dokken en arsenalen en nog 2 of 3 andere misdrijven, maar zij wordt alleen nog op moor denaars toegepast. Na 1860 ontstond een publieke beweging, waarvan de afschaffing der doodstraf werd verwacht. Men verstaat in Engeland echter uitnemend de kunst om openbare beroeringen door schijn concessies te bezweren. Een ko ninklijke commissie wordt benoemd, die de zaak lang onderzoekt en met een onbeteekenend advies voor den dag komt, als de gemoederen l- i, i- i JF' SN )ÜRAK ïwr MM o oimms.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1