JIMS- KJ llHKIlTEfflEULJl)
Over het leven der menschen.
IMH SIM KJ 01SMKJ.
59e Jaargang.
Zaterdag 30 Juli 1904.
No. 61.
BEKENDMAKING.
Tusschen water en vuur.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
C,
FEUILLETON.
4 1
:r.
an
ng
jer
in-
en
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
te
len
md
‘,rs
ijld
we
'.en
het
;er.
3l.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek maken bekend, dat de
Jaarmarkt of Kermis
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 12 Augustus,
des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den
19 Augustus d. a. v., des morgens acht uur, en dat
vóór den 21sten dier maand alle kramen, disschen,
tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en wegge
ruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Algemeene
Politie-Verordening, waarbij is bepaald: dat niemand
eene tent, kraam, tafel of iets dergelijks op den voor
den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan
of daarop uitstallingen van goederen hebben, dan
overeenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester
of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en na
voldoening van het marktgeld.
Sneek, den 22 Juli 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
een der Noordelijke Amerikaansche Staten geboren,
maar getrouwd met een plantagebezitter uit Virginië,
die nu in het leger der slavenhouders als officier diende.
Bij het uitbreken van den oorlog vertoefde zij juist bij
een familie te Boston en toen zij naar haar echtgenoot
wilde gaan, werd haar door de bevoegde autoriteiten
een pas door de liniën geweigerd.
Zoo was zij naar Nassau gekomen, in de hoop, van
daaruit met een «blokkade verschalker* Wilmington te
kunnen bereiken. Deze beweringen vonden echter
weinig geloof; daar werd gemompeld dat mevrouw
Osborne een Amerikaansche spion was en aangezien
men met dergelijke dames te Nassau reeds dikwijls
slechte ervaringen had opgedaan, was geen der scheeps-
commandanten er tot nu toe voor te vinden geweest,
de beide dames mede te nemen. Ook nu werden de
eigenaren en de commandant van de «Arrow* door hen
met beden overladen, doch eveneens zonder ge
volg, niettegenstaande mevrouw Osborne zich bereid
verklaarde, voor haar en juffrouw Laura Sutter vijf
duizend dollar te betalen. De jonge vrouw was bijna
radeloos en maakte alle kapiteins en agenten uit voor
ondankbare schepsels, die gaarne haar gezelschap wilden
genieten en haar het hof wilden maken, maar samen
gezworen hadden, haar tegen te werken en haar als
spion te brandmerken. Van het eerste oogenblik af dat
ik de dames had ontmoet, was ik smoorlijk verliefd ge
worden op de mooie Zwitsersche en volgens zeemans-
gebruikhadik niet lang geaarzeld, haar dit te vertel
len. Ik liep geen blauwtje en wij werden als verloofd
beschouwd. Wanneer het tot een huwelijk zou komen,
was onder de heerschende omstandigheden moeilijk te
zeggen.
De »Arrow« lag bijna drie weken voor anker en ik
genoot volop van dezen tijd. Eindelijk zou dan toch
zeelui, die, niet gerekend de aandeelen in de winst na
behouden vaarten, nog bovendien het tien- tot twintig
voudige van hun gewone gage uitbetaald kregen.
Overdag werd aan de ladingsplaatsen en op de sche
pen hard gewerkt, maar in de heerlijke tropennachten
kon men het leven, ieder naar zijn smaak, genieten.
Cn.fé’s, tingeltangels, casino’s en andere gelegenheden
schoten als paddestoelen uit den grond op in dit Engel-
sche koloniale stadje, dat door den oorlog van eene on
gedachte beteekenis was geworden. Een der eigena
ren van de «Arrow* had de reis met ons meegemaakt
en verzekerde zich terstond de diensten van den kapi
tein Maxwell, een van de meest ervaren «runners», die
zich op hoop van een goed engagement in Nassau be
vonden.
Reeds den volgenden dag nam deze kapitein het
commando van bet schip op zich, terwijl hij zijn eigen
loods en een ervaren man voor de signalen meebracht.
In de eerste plaats liet hij de takelage van het schip
wegnemen tot aan de punt van de fokkemast, waarom
heen voor den uitkijk een klein platform was aange-
bracht. Vervolgens werden de buitenwanden van het
schip, de schoorsteenen en alles wat buiten zichtbaar
was, met aschgrauwe olieverf bestreken. De manschap
pen kregen kleederen van dezelfde kleur en hun werd
op het hart gedrukt, niets anders te dragen. Gedurende
de reis mocht na zonsondergang op dek geen licht
j aangestoken, niet gerookt of luid gesproken worden.
In het beste, ofschoon altijd nog primitieve hotel te
Nassau, woonden, toen ik daar aankwam, sedert eenige
i weken twee jonge dames: mevrouw Ellen Osborne met
I hare Zwitsersche gezelschapsdame, juffrouw Laura
.Sutter. Mevr. Osborne die, te oordeelen naar haar op
treden, zeer rijk moest zijn, vormde het middelpunt
van de betere kringen. Zij was, zoo beweerde men, in
In den loop der tijden is er in de leefwijze,
de huisvesting, de feesten en ’t uitgaan der
menschen al een heele verandering gekomen.
Neem ’t voedsel. De gerstebrooden wer
den roggebrooden en thans is ’t al grooten-
deels tarwebrood, en dit moet dan nog keurig
bereid worden. Voor ’t middagmaal zijn erw
ten, boonen en meelspijzen hoofdzakelijk ver
vangen door aardappelen. En er wordt min
der vet spek en meer rundvleesch gegeten.
Vooral in den laatsten tijd is de weelde bij
’t eten toegenomen. Er worden meer groen
ten gebruikt en er is meer afwisseling van
spijs.
Het snoepen is bij klein en groot ook zeer
toegenomen.
het afscheidsuur slaan. »Het afscheid valt je zwaar
Fred,* zei Laura den avond van ons vertrek, »en ook mij
doet het van harte leed je te laten gaan zou je mij
en mevrouw Osborne niet heimelijk aan boord kunnen
brengen en ergens verbergen, tot Wilmington bereikt
is?«
«Dat is onmogelijk, Laura,antwoordde ik, «bepaald
ónmogelijk.*
«Jelui bent verschrikkelijke tyrannen,* zeide mijn
meisje verdrietig. «Ellen is geen spion, zoo min als jij
of ik. Maar wanneer je ons nu eenmaal niet meene
men wilt of kunt, zooals je beweert, vaarwel dan en
kom gezond en vroolijk hier weer terug.*
Den volgenden morgen stoomde de «Arrow* onder En-
gelsche vlag zeewaarts, en volgde twee dagen lang den
oostelijken koers, om dan ’s nachts te draaien en naar Wil
mington op te sturen. De fortuin was ons gunstig en wij
slopen onbemerkt door de blokkade vloot en werden te Wil
mington met groote vreugde begroet. Met koortsachtige
haast werd de meegebrachte lading gelost en de leeg
gekomen ruimte met balen katoen gevuld. Bij het naar
buiten gaan behoefden wij niet, zooals bij het binnen
komen, de smalle opvaart, die naar de veilige haven
voerde, te zoeken en zoodra wij eerst goed en wel op
de Oceaan waren, konden we op onze snelheid rekenen.
Twee Amerikaansche kruisers ontmoetten ons en open
den een geschutvuur, daar wij hunne signalen om te
stoppen niet nakwamen. De afstand was echter te
groot en dé projectielen vielen, zonder iets uit te wer
ken, in het water. Vier weken na ons vertrek uit
Nassau lagen wij weer ongedeerd in deze haven voor
anker. De reeders hadden door dezen dubbelen tocht
een winst van eenige honderdduizend dollars opgestre
ken en ook door ons, ieder naar zijn betrekking aan
boord, waren zeer aardige sommetjes verdiend.
(Wordt vervolgd.)
In het jaar 1863 had de Amerikaansche burgeroorlog
zijn hoogtepunt bereikt en Engelsche reeders verdien
den schatten met het binnensmokkelen van goederen
in de door Noord-Amerikanen geblokkeerde havens van
de zuidelijke staten. Op den terugweg werden de
schepen met katoen bevracht, waarop eveneens aan
zienlijke winsten werden gemaakt. Koortsachtige be-
L drijvigheid heerschte toen ter tijd op de werven van
Liverpool, waar in snelle opeenvolging een aantal
stoomschepen van stapel liep, die, wat snelheid betreft,
alle tot hiertoe gebouwde schepen overtroffen.
Op de «Arrow,* een der vlugste vaartuigen, die be
stemd waren om door de blokkade te breken, vond ik,
na reeds een paar jaar gevaren te hebben en geholpen
door de goede getuigschriften en invloedrijke aanbeve
lingen, een plaats als derde stuurman. Ik was niet
weinig trotsch, toen mij bij mijn eerste wacht het
dekcommando voor de volgende vier uren werd opge
dragen.
Zoodra de laatste baal contrabande naar boven ge-
heschen en geladen was, werden de trossen losgemaakt i
en stoomden wij door de lersche zee en het St. George
kanaal den Oceaan tegemoet. Toen zetten wij koers
naar de Bahama-eilanden en bereikten op den morgen i
van den elfden onze eerste aanlegplaats, de haven van
Nassau op het eiland New-Providenee, in die tijden van
beroering de operatiebasis van de «blokkade verschal-
kers,* en een Eldorado voor de waaghalzen onder de
uit er. vooral in de allerlaatste jaren heeft
men in ’t reissaison de reisgelegenheid zoo
goedkoop gemaakt, dat ieder aan zijn reislust
kan voldoen, al beschikt hij ook over zeer be
krompen financiën.
Met het reizen hangen feesten en sport ten
nauwste samen.
Wat een verschil bij vroeger.
De volksfeesten waren voorheen iets ruwer
dan thans; doch al zijn de vormen veranderd,
al hoort men niet meer van katknuppelen en
dergelijke wreedheden, is daarom de geest des
volks zooveel idealer geworden? Speelt de
drank ten slotte een zooveel minder schande
lijke rol dan voorheen?
Doch ’t groote verschil zit in ’t aantal fees
ten.
Ging vroeger ’t leven steeds denzelfden hui-
selijken gang, die slechts zelden door een feest
verbroken werd, thans is de huiselijkheid ver
dwenen en domineeren de feesten, de sport en
’t uitgaan. Ja, alles werkt er toe mee om het
leven te veranderen. Leefde men voorheen in
zijn klein stedelijk of dorpskringetje, en dacht
men weinig buiten dat kringetje, thans is ieder
bijna een wereldburger geworden. Ieder leest
zijn dagblad en dit houdt hein geregeld op de
hoogte van wat er tot in de verwijderste deelen
der aarde gebeurt. En daar de telegraaf zorgt,
dat een belangrijke gebeurtenis bijna onmid
dellijk over de geheele beschaafde wereld be
kend is, leeft ieder thans als ’t ware mee met
die gebeurtenissen. Wanneer er een halve
stad verbrandt, is de rook nog niet verdwenen,
de asch niet uitgedoofd, of men weet er alles
van; vergaat er in Amerika een boot vol men
schen, ieder weet er reeds ’t zijne van, nog
voor de familiebetrekkingen der verongelukten
alles weten. De telegraaf, ’t dagblad en de
bulletins maken, dat voor ieder eenigszins
ontwikkeld persoon alles wat er op de geheele
wereld gebeurt, als in een bioscoop voor zijn
oogen voorbijtrekt.
En dan de sport! Vooral de wielersport.
Wie had voor een kwarteeuw kunnen denken,
dat thans de fiets feitelijk ’t gewone leven van
de halve wereld beheerscht.
Ja, ’t leven is wel veranderd.
Kort gezegd: In de voeding der nïenschen
is meer weelde gekomen.
Ook de huisvesting is heel wat veranderd
en ten goede.
Toen met de kruistochten de steden zich ont
wikkelden, had men in zoo’n stad doorgaans
een enkel, of bij grootere steden een paar
meer, steenen gebouwen; daarin woonde de
edelman, die ’t meest te zeggen had. Zijn wo
ning werd «de steen” genoemd; ’tgeen duide
lijk aantoont, dat de andere gebouwen niet van
steen waren. De andere gebouwen, de kerk
en een klooster uitgezonderd, waren van hout.
Men had nauwe, ongeplaveide straten, waar
varkens, hoenders en andere dieren vrij rond
liepen. Men kan zich voorstellen welke mod
derpoelen dit gaf bij eenigszins vochtig weder.
En dan: geen kunstmatige" verlichting. Bij
branden ging vaak de halve stad er aan,
’tgeen gemakkelijk te begrijpen is. De blus-
sching met emmers water, die door in rijen
geplaatste mannen van hand tot hand gingen
en zoo eindelijk ’t vuur bereikten, was ook
niet erg geschikt om den brand te stuiten.
Eerst langzamerhand begon er verbetering
in den toestand te komen. Deze hield natuur
lijk ook nauw verband met den meerderen of
minderen vooruitgang. De groote rijkdom,
dien bijv. Amsterdam door zijn grooten han
del en de verovering van Oost-Indië verwierf,
maakte het mogelijk aan de prachtige grach
ten die rijke hoerenhuizen te bouwen.
Alweer moeten we opmerken, dat vooral
thans de woningen beter worden. De wet
verplicht tot ruimer bouwen en stelt allerlei
eischen, die voor de gezondheid en zedelijkheid
in ’t leven geroepen zijn.
Voeg hierbij dat ook voor beter drinkwater
gezorgd wordt.
Dit alles, betere voeding, betere huisvesting,
beter drinkwater, betere verwarming, betere
kleeding, beter reinigingsdienst, (vergelijk dit
eens bij vroeger!), betere geneeskundige be
handeling en ziekenverpleging heeft vooral in
de laatste dertig, Veertig jaren het sterftecijfer
buitengewoon doen dalendit is thans bijna
de helft kleiner geworden in dien tijd. Het
praatje, dat men soms nog van oude men
schen hoorde, alsof de menschen vroeger veel
ouder werden, is dus het omgekeerde van de
waarheid.
Dat er door de meeste menschen meer ver
diend wordt dan vroeger, dat daardoor de
levensstandaard verhoogd is, en dat in ver
band daarmee ook voor betere woningen kon
gezorgd worden, lijkt ons onbetwistbaar.
De grootere weelde openbaart zich echter
ook op andere wijzen. Er wordt anders feest
gevierd dan vroeger en de reuzenvorderingen
die allerlei soorten van sport gemaakt hebben,
hebben een heele omkeering in vele gewoon
ten gemaakt. Ook wordt er veel meer ge
reisd.
In de oude, goede tijden, toen Holland zijn
hoogen trap van bloei bereikte, dus in de 17e
eeuw, leefden de menschen eenvoudig en hiel
den daardoor wat over. Als er dan eens reden
was tot feestvieren, dan kon men ’t ook royaal
doen. De deftige standen en de regenten-
familiën behoefden toen al nooit zuinig te zijn
deze leefden altijd rijk, al zat er toch een
zeker soort Hollandsche degelijkheid en een
voud in.
De kleinere luiden, de burgers waren dus
zuinig en kloek; doch voor een keer, zooals
’t spreekwoord zeide, kon men wel eens teren
tegen een burgemeester. De volksfeesten
waren ook eenvoudig en werden niet te vaak
gehouden. Voor reizen behoefde men niet
veel geld af te zonderen. Want al zat men
in diligence en trekschuit intiemer, huiselijker
dan nu in den sneltrein of op den mailboot,
’t reizen had destijds te veel bezwaar, om er
veel aan te doen. Toch was ’t bij de zonen
van deftige familiën gewoonte, om door een
flinke reis, bijv, naar Italië, levenservaring op
te doen en als ’t ware een scheiding te bren
gen tusschen den jongelingstijd en den manne-
lijken leeftijd. Nu behoeft men zich hierover
niet zoo zeer te verwonderende voorname
Hollandsche kooplieden onderhielden handels-
betrekkingen met bijna alle deelen van Euro
pa. Hunne zonen, die vóór hun huwelijk te
sluiten, zoo’n Italiaansche reis maakten, kwa
men daar niet in geheel vreemde streken.
Was destijds een reis door half Nederland
reeds een heele gebeurtenis, waar men bijna
zijn heele leven op teerde, een reis naar Italië
was een groote onderneming, vereischte vele
dagen zittens in meer of minder gemakkelijke
diligences en kon allerlei moeilijkheden en ge
varen opleveren.
In dezen toestand is eigenlijk eerst door de
spoorwegen verandering gebracht en ook
door de stoombooten. Met de uitbreiding van
’t spoorwegnet breidde zich ook de reislust
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2‘/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
I
f
h