Een wintamclit op een locomotief. ÏWR SIM i PUST». L h- ■N k, Mr\ Woensdag 10 Augustus 1904. 59e Jaargang. No. 94. BEKENDMAKING. Uit de Raadszaal. Sneek. Officieele Advertentie. FEUILLETON. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, na !g- 1 wordt Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. sen an aat ne- lie lar □r- or« ng I us- on- een rin rei- IY- T- icht •ekt ial ■ag. ;n «t- 1 VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Vrijdag, den 5 Augustus 1904, ’s namiddags te 61/, uur. Tegenwoordig zijn 14 leden,-afwezig met kennisge ving de heer J. J. Beekhuis, wegens uitstedigheid. Voorzitter de heer Mr. D. Alma, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling 1. Resumtie der Notulen. De notulen der op 28 Juni 1.1. gehouden vergade ring worden, na lezing door den Secretaris, onveran derd goedgekeurd. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. a. Resolutie van h.h. Ged. Staten, houdende goed keuring van het Raadsbesluit tot afstand in koop van grond aan de Kloosterstraat aan de heeren C. Ver- hoeff en A. Bos; geven, wanneer gij verkiest. De stationschef geeft een teeken met de hand. De luid klinkende bel op het bordes maakt de ingeslapen reizigers wakker; het laatste geluid wordt verdoofd door een lang aanhoudend gefluit der machine en eindelijk hoort men niets meer dan het loeien van den wind en den langzaam wegstervenden klank der electrische klok ken. Reis met God roept de vrouw van derrmachi- nist haar man toe en reikt hem de hand. Goedennacht vrouw, denkt allen aan mjj, als gij tehuis in uw warm bed ligt. Arme man! De hand van den machinist, die overdekt is met een dik gevoerden handschoen, drukt sterk op de regulateur en de locomotief zet zich in beweging en neemt de waggons op sleeptouw, die, terwjjl zij voort moeten, een zucht slaken, als werden zij tegen hun zin medegetrok- ken. Nu gaat het voorwaarts; de damp jaagt de sneeuw vlokken uiteen, die verbijsterd in de duisternis rond vliegen, maar de wind vat ze weer op, laat ze als mil- lioenen van kleine schitterende duiveltjes in het licht der lantaarns dansen en werpt ze onder een vreeselijk geloei en gesnerp den machinist en stoker, die zwijgend op hun post staan, in ’tgezicht. De machinist keert zich om, om den trein te overzien. Het licht der coupé’s schijnt over de sneeuw heen te glijden. Men moet daarbinnen, op die zachte kussens wel warm en op z’n gemak zitten, maar hier op de machine. Duisternis, storm en sneeuw, ziedaar de reismakkers die den machinist omringen. Hij kan ternauwernood den schoorsteen van de locomotief zien. Welke gevaren kan die duisternis niet verborgen houden? Indien eens een daglooner zijn schop midden op beladen met bagage, naar de goederenwagens, waarin de pakkers de koffers met een vervaarlijk geraas en zonder veel omzichtigheid opeen stapelden, terwijl de nazieners der waggons, onder het neuriën van een eentonigen deun, met lantaarns in de hand, alle assen, raderen en veeren nauwkeurig bekeken en met hamer slagen onderzochten; iets wat tot geruststelling der reizi gers met expres-treinen bij ieder station herhaald wordt. Daar nadert de locomotief, die zonder schok aan de rij waggons gehecht wordt. De rook, die uit den schoor steen opstijgt, heeft iets van een rooden helmpluim, wijl het vuur van den oven, waarvan de deur open staat, er op afschijnt. Wie rijdt den expres-trein? roept nogmaals de stationschef, terwijl hij zijn ver kleumde handen ineen slaat; de oude Zimmerman, wordt hem geantwoord door een klein mannetje, dat in een dik met bont gevoerd buis steekt en tusschen de machine en den tender staat. De oude Zimmerman is een man in de kracht des levens, maar hij is oud als machinist. Hij staat reeds meer dan vijfentwintig jaar zoowel in de felle hitte des zomers als in de groote koude des winters in regen en onweer en orkaan, onwrikbaar op zijn locomotief en heeft op die wijze een afstand afgelegd, die gelijk staat met tienmaal den omtrek der aarde. Die reuzenarbeid maakt den mensch oud voor den tijd. Zimmerman komt op den stationschef af. Zijn gang is wankelend en on zeker als die van een matroos. Zijn beenen, die ver moeid zijn door het aanhoudend schokken der machine, steken in verbazend hooge met bont gevoerde laarzen. Een muts, uit vossevel vervaardigd, zit hem tot over de oogen en bedekt zijn ooren, terwijl hij een dikken das om zijn hals heeft. Al dat bekleedsel laat van zijn goed opgeruimd, maar bronzen gelaat slechts een klein gedeelte zien. Zijn neus is bijna paars, maar ’t is de kou e genoemd, wenscht spr. voor kennisgeving aan te ne men, doch B. en W. behouden zich alsdan de vrijheid voor, er nader op terug te komen men zal zich ech ter nu aan den termijn van opzage moeten houden. Naar aanleiding van ’t adres van den heer Nieveen e. a., sub g, herinnert Spr. dat adressanten zeker niet hebben gelet op ’t geen te dien opzichte reeds wordt gedaan. Daar men geen bergplaats had voor de specie is er deze week niet gebaggerd, doch overigens is er sinds eenige weken een vaste ploeg aangesteld, die gemiddeld 150 pramen specie per week uitbaggert. Door den lagen waterstand van thans ondervindt de schipperij niet alleen hier doch overal elders last van den lagen waterstand, ’t Zal dan ook moeilijk zijn het dezen adressanten en de bewoners van Grootzand, Suupmarkt, Achterom en Kleinzand, die in de vorige vergadering een dergelijk adres indienden, naar den zin te maken; men jp adressanten echter zooveel mo gelijk tegemoet gekomen, door eerst op de noodzake lijkste plaatsen te baggeren en hiermee zal geleidelijk worden voortgegaan. De heeren Kingma verzoeken bij hun adres sub m eene radicale verbetering der Oudvaart daar deze vaart is opgenomen in een op te richten waterschap, zal verbetering der Oudvaart van de al- of niet-oprich- ting afhangen of echter die verbetering zoo radicaal zal zijn als door adressanten wordt gewenscht, daar van kan spr. geen toezegging geven. De heer Veen vraagt of het uitbaggeren der buiten- ,en binnengrachten geregeld plaats heeftSpr. vindt dit meer dan noodzakelijk. De heer Huges vraagt, of op enkele of verschillende plaatsen wordt gebaggerd, terwijl de heer Schijfsma wijst op de onlangs plaats gehad hebbende herstelling van de brug bij het Grootzand, waarbij veel baggerspe cie moest worden verwijderd z. i. is het wenschelijk dat geregeld door baggerwerk wordt verricht, ook in de binnenvaarten, wat zeer in het belang der schip perij is. De Voorzitter antwoordt, dat elk jaar door vaste werklieden geregeld wordt gebaggerddit jaar heb ben B. en W. nog een aparte ploeg van 5 man aange steld die, onder toezicht van den opzichter bij de Ge- meentereiniging, gemiddeld 150 pramen per week uit baggeren in de meest bedreigde punten, vooral in de binnengrachten, is en wordt eerst voorzien dat de baggerspecie zich op enkele plaatsen ophoopt, gelijk bij de brug aan het eind van ’t Grootzand, ligt in hoofdzaak aan den stroom. Waar Sneek voor een groot deel van de schipperij moet bestaan, hebben B. en W. deze belangen steeds voldoende op ’t oogspr. hoopt dan ook, dat de Raad zich met de thans genomen maatregelen kan vereenigen. b. Een schrijven van den heer F. Schuh alhier, daarbij berichtende dat hij zijne herbenoeming als leer- aar aan de H. B. School voor den cursus 1904/5 aan neemt; e. Eene missive van Z. E. den Min. van Binnenl. Zaken, houdende mededeeling, dat in de benoeming van den heer F. Schuh tot leeraar aan de H. B. School voor den cursus 1904/5 zal worden berust; d. Een idem van den heer Dr. J. van der Feen, alhier, dat hij wegens verandering van woonplaats de betrekking van lid van het burgerlijk armbestuur niet langer kan vervullen; e. Een idem van Kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente alhier, dat door de meerderheid der stem- uitbrengende leden dier gemeente, de goedkeuring is onthouden aan het besluit tot het aan de gemeente Sneek in erfpacht afstaan van een gedeelte van het Oud-Kerkhof ter uitbreiding der veemarkt; f. Een adres van den heer E. Feenstra alhier, ver zoekende hem onderhands in koop af te staan een ge deelte water, grenzende aan de zuidzijde zijner kalk branderij aan den Oppenhuizerweg; g. Een idem van den heer G. Nieveen e. a. te Sneek, verzoekende afdoende maatregelen te nemen tot verbetering van verschillende vaarwaters in de ge meente; h. Een schrijven van den Bestuurder der Stichting van Academische Bumabeurzen te Zorgvlied, terge leide van de rekening en verantwoording dier admini stratie over het tijdvak van Mei 1903/4; i. Het proces-verbaal van de opneming der kas van den Directeur-Boekhouder der Gasfabriek; j. Eene missive van heeren Ged. Staten, houdende verzoek om advies ter zake verdeeling van kiesdistric ten in stemdistricten; k. Een adres van den heer M. W. Verwer alhier, verzoekende het maken van een hoogdrukwaterleiding aan de orde te willen stellen en tevens te willen be slissen over de noodzakelijke voorbereide stappen; l. Een rapport met teekening van den waarnemen- den Gemeente-Architect en den opzichter bij den Prov. Waterstaat den heer T. C. Kiezebrink, inzake den toestand der fundeeringen enz. der Lemmerbrug m. Een adres van de heeren Hijlke Jzn. en H. Rinia Kingma alhier, verzoekende verbetering aan te brengen in den toestand van verdieping der Oudvaart. De Voorzitter zegt, dat de meeste dezer ingekomen stukken na de visie zijn ingekomen en dus nader aan de orde zullen worden gebracht. Spr. stelt voor om trent het adres sub f, van den heer Feenstra, het advies in te winnen van de betrekkelijke commissie en het alsdan in de volgende vergadering te behan delen. Het schrijven van heeren Kerkvoogden, onder ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. die hem die kleur gegeven heeft, niet de dronkenschap Ook heeft de kou het wit zijner heldere en levendige oogen rood gemaakten de oogleden doen zwellen. Wij zijn over vijf minuten gereed en gij Zimmer man? vraagt de stationschef. ’t Is drommels koud, mijnheer, minstens vijftien gra den onder nul antwoordde deze. Ik heb een glas bier gedronken, dat de directie ons geeft maar ik hoop dat mijn vrouw mij nog een kop sterke warme koffie met een glaasje rum er in zal komen brengen. Ik zal dat gebruiken onder het insmeren van mijn Griffioen. Wat een weer zullen wij hebben! De wind en de sneeuw zullen ons leelijk te pakken krijgen, ’t Zal net zijn alsof men ons met spelden in het gezicht gooit. Ha! daar is mijn Louise al. Een klein vrouwtje, met een mandje aan den arm en letterlijk wit besneeuwd, komt langs het bordes op een sukkeldrafje aangeloopen. Zij groet den stationschef en snelt naar de locomotief, waar zij haar mandje openmaakt, daaruit de koffiekan en een kop neemt en den verwarmenden drank inschenkt voor haar man, die de machine, welke met de schitterende oogen van twee lantaarns den stormachtigen nacht vertoornd schijnt aan te kijken, voor het laatst nog eens terdege smeert en naziet. De stationschef komt er bij staan en vraagt: Weigert de directie nog altijd om voor u een hut op de locomotief te laten maken? Mij dunkt, gij moet veel doorstaan in een winternacht als deze. Ja, ja, antwoordt Zimmerman, de heeren in hun bureaux hebben nooit gevoeld wat het is, als een noord- westewind iemand de sneeuw in ’t gezicht jaagt. Zij verbeelden zich dat de hutten ons zouden beletten om te zien en te hooren; alsof overdekte ooren en zieke oogen beter geschikt waren voor het werk. Alles is in orde, mijnheer, gij kunt het teeken tot het vertrek en dat BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de Jaarmarkt of Kermis alhier dit jaar begint op Vrijdag den 12 Augustus, des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den 19 Augustus d. a. v., des morgens acht uur, vóór den 21sten dier maand alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en wegge ruimd. Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Algemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaalddat niemand eene tent, kraam, tafel of iets dergelijks op den voor den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan of daarop uitstallingen van goederen hebben, dan overeenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en voldoening van het marktgeld. Sneek, den 22 Juli 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. ’tWas bij middernacht. Wie zal den exprestrein rijden? vroeg de stationschef te Moorstadt, terwijl hij uit zijn kantoor kwam en op de platforme heen en weer stapte. Een koude wind zweepte de sneeuw door de lucht en deed de lange rij van gaslichten nu eens fel fonkelen en dan weder bijna uitgaan. De trein, die slechts uit een klein getal sierlijke wag gons van de eerste en tweede klasse bestond, hield halt voor het bordes. Toen de portiers opengemaakt wa ren kon men in de flauw verlichte coupés zien, die op gevuld schenen te zijn met bont en mantels. Hier en daar verried een bevroren adem en een roode neus de tegenwoordigheid van menschen opder dien hoop stof fen. Bij wijlen ging zelfs de een of andere reiziger een weinig overeind zitten, keek met een slaperig en nurksch gezicht om zich heen en wist volstrekt niet waar hij zich bevond, waarna hij den conducteur riep om dezen te vragen of dit station Hannover, Dresden of Praag was, verder hoe laat het was, hoe lang de reis nog moest duren en waarom men zoo lang halt hield. Er zaten weinig reizigers in den trein, toen hij te Moorstadt aankwam en daar kwamen er nog minder bij. Men zag slechts een enkel lang gezicht, dat door een cachenez en een ontzettenden pelskraag zoo goed mo gelijk verstopt was, met moeite ’t een of ander por tier beklimmen. De blokwagens of mallejans rolden Bij het adres sub; wordt opgave gevraagd van het getal kiezers, dat op meer dan één uur afstand van het stembureau wcont. Waar hier slechts één stembureau is en wellicht niemand op meer dan een uur afstands woont, kan het antwoord zeer kort zijn en vragen B. en W. machtiging bedoelde missive, ingevolge den wensch van Ged. Staten vóór 15 Sept., te beantwoor den. De rekening van het Buma-leen, sub h wenscht Spr. te stellen in handen van de commissie voor het na zien van rekeningen en begrootingen, ten fine van rap port. Betreffpnde het adres van den heer Verwer, sub k, waarbij hij de dringende behoefte aan eene hoogdruk waterleiding uitspreekt, herinnert de Voorzitter, dat deze kwestie den Raad reeds jaren lang heeft bezig gehouden; ’t is echter hoogst moeilijk goed drinkwater te bekomen. Spr. stelt voor deze zaak tot nader order aan te houden. De heer dr. Bouma vraagt of de bestaande water- leiding-commissie ook aangevuld moet worden opdat de Raad dan weder een crediet voor eenige onder zoekingen kan toestaan. De Voorzitter brengt de geschiedenis omtrent de ingestelde onderzoekingen der bedoelde commissie te berde en zegt dat men er niet in is mogen slagen goed drinkwater te krijgen; ook verschillende concessie aanvragen liepen op niets uit. Spr. wenscht op deze zaak, die in de aanhoudende zorg bij B. en W. is, nader terug te komen. Het rapport sub l wenscht de Voorzitter in de vol gende vergadering opnieuw ter tafel te brengen en de overige, niet gememoreerde ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het voorgestelde van den Voorzitter besloten. 3. Adres van Dr. J. van der Feen, om eervol ontslag als leeraar aan het Gymnasium. Wegens benoeming naar elders verzoekt adressant eervol ontslag met 1 September a. s. B. en W. stellen voor, het gevraagd ontslag eervol te verleenen en het, met het oog op het reglement voor het Gymnasium, te doen ingaan met 1 October of zoo veel eerder als zijn opvolger in functie kan treden. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 4. Adres van mej. G. Rohdens, om eervol ontslag als onderwijzeres aan school no. 1. Burg, en Weth. stellen voor, het gevraagd ontslag wegens benoeming te Rotterdam, eervol te verleenen met 1 September a. s. Zonder discussie en hoofdelijke stemming conform besloten. i ÏL. f ÏN. i n sifflws- h jpvmmimib te K/- o HJRAN d

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1