JlfflïS- EI ADVERTENTIEBLAD
Hf drankgebruik te Sneek.
VOOR SM BS «TIM.
59e Jaargang.
No. 65.
t,
Zaterdag 13 Augustus 1904.
F r
op een locomotief.
'J 1 de laatste ïaren zijn mij de cij-
00). Over-y^d, maar dit is zeker en mag
ers niet beket,aande Wel aangenomen worden,
uit het vooraf van 17 veei te hoog is.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
U I L L E T O N.
er tijd, werkkracht en
-
van
iting
neer
nend
;ters
icht,
akte
ver-
toe-
s en
AN-
erd.
0
0
roor
j
’bin-
d en
dat verschillende feestelijkheden (zeil-
van
Arme Griffioen zegt Zimmerman, wij komen van
daag aan als sneeuwmannen en beiden zijn wij even
vermoeid en bevroren. De nacht is voor ons beiden
niet zeer gunstig geweest. Maar wees maar gerust,
mijn jongen, ge zult wel opgeknapt worden van deiji
schoorsteen af tot aan de raderen toe en ik, ik ga
mij verwarmen en ontdooien. God dank, daar hebben
wij Hochfeld, het laatste station.
Hij kan zijn arm, die door de koude verstijfd is en
als in een koker van ijs gesloten is, met moeite ophef
fen om het fluitje te laten werken. De huizen dér
stad hebben een doodsch aanzien. Alles slaapt nog,
alleen de wind is meer wakker dan ooit en giert sner
pend door de lucht.
De trein komt met groot geraas onder het schraal
verlichte stationsdek aanrollen. De machine, waarvan
het vuur bijna uit is, slaakt haar laatste zuchten.
De stationschef, in een groeten warmen capuchon ge
wikkeld, komtop den machinistaf, en toont Zimmerman,
die uitgeput is van vermoeienis en zich bjjna niet be
wegen kan, het horloge.
Gij zij t twintig minuten te laat, gij hebt de gra
tificatie verbeurd,
’t Weer was zoo slecht vannacht, mijnheer, zegt
Zimmerman.
Dat kan wel zijn, mijn beste man, maar dat is mjjn
schuld niet. Gij moet het echter maar zien te schik-
kèlb dat gij over een half uur weer kunt vertrekken.
De loachine van uw kameraad Gourig heeft letsel beko
men gij moet «Jus uw Griffioen maar schoonmaken om
den exorestrein naar Moorstadt terug te brengen.
Arme^immermanafgemat, stijf van kou, moest hij
den gehe®len weg nog eens afleggen, en nog altijd
houdt de storm aan en dwarrelt de sneeuw door de
lucht.
Zoo is ihet leven van den machinist in den winter.
strekken de verstijfde ledematen uit en trachten hun
knevel door den adem te ontdooien. Zij kunnen ter
nauwernood een woord uitbrengen.
Station Rodekirchen,twee minuten! Voorwaarts,
altijd voorwaartsen de storm houdt aan, de sneeuw
warrelt door de lucht, de ijskorst op de locomotief
wordt dikker, de kleeren worden zwaarder en de beide
mannen kunnen hun vermoeide, bevroren en gehotste
ledematen met moeite dragen.
Zoo gaat men het eene station na het andere voor
bij. De afstanden schijnen hun langer toe, naarmate
zij meer vermoeid worden en langzamerhand bekruipt
hun een bijna onweerstaanbare lust tot slapen.
Ja, straks Annaroept de stoker uit. Hij heeft al
staande geslapen, in zijn droom waande hij zich bij
het bed zijner arme vrouw.
Gartner, Gartner, pas toch wat op, schreeuwt
hem de machinist eenigszins vertoornd toe, maar ook
deze is op het punt geweest van te zwichten voor de
vermoeienis, want, nog geen minuut geleden, klonk
hem het loeien van den wind als zoetklinkende wo
nen in ’toor. Hij meende toch het geliefkoosde koor
te hooren, dat Zondag in de muziekvereeniging, waar
van hij lid is, gezongen werd.
Verschrikt bij de gedachte aan het gevaar, dat zij
door hun droom geloopen hebben, spannen zij alle
krachten in, om hun roode en vermoeide oogleden open
te houden en den slaap te verdrijven die hen telkens
opnieuw bedreigt, ’t Is gélukkig niet ver meer, mom
pelde een van hun beiden, nog een half uur en wij
zijn er.
De dag begint aan te breken. In een coupé der
eerste klasse, dat behoorlijk verwarmd, tochtvrij is,
zit graaf Pressel. Hij is juist wakker geworden, haalt
een zakkammetje voor den dag en kamt zijn baard en
de weinige haren uit die zijn schedel nog versieren,
terwijl een jong, blond en blozend meisje, dat naast
haar vader zit, wiens gesnork eenigszins gesmoord
wordt door een jas van Russisch marter, waarin hij
tot over de ooren gedoken is, den sluier van zwarte
kant, waarachter haar lief gezichtje verscholen was, op
zij schuift. Daarop brengt zij met een fijn aristocratisch
handje, waarom een fraaie glacé-handschoen sluit, haar
weelderige lokken in orde, die door den slaap wat ge
havend waren, knoopt de banden van haar blauwen met
hermelijn gevoerden capuchon dicht en wrijft zich de
slaap uit de heldere kijkers.
’t Is verschrikkelijk, onuitstaanbaar weer zegt
de graaf.
En wat vermoeit dat reizen antwoordt zij ik
gevoel mij even loom en mat, alsof ik den ganschén
nacht gedanst had.
En dan die sneeuw herneemt de graaf, men
kan nauwelijks drie pas ver zien. Ik heb gelukkig
order gegeven om Mahomet vandaag niet van stal te
laten gaan, ’t Is in vredes naam te hopen dat de man
nen, die dezen trein besturen, hun plicht doen panders
zou er in dit weer, ik weet niet wat gebeuren.
O, die mannen mijnheer, moeten er wel aan ge
wend zijn en er tegen kunnen antwoordt ’t j(h>ge
meisje, terwijl zij de hand voor haar gaaplustig mondje
houdt.
Nochtans weet gij, juffrouw, dat er dagelijks on
gelukken gebeuren met die slechte locomotieven. Ik
ben van meening, dat de spoorwegdirecties wat stren
ger voor die menschen moesten zijn.
Dat is wel waar, mijnheer de graaf. Papa zegt
het ook altijd. Hij beweert dat men al te inschikkelijk
en welwillend is jegens de mindere klasse, die onop
houdelijk van onze goedheid en toegevendheid misbruik
maakt. Maar mijnheer de graaf, vertel mjj eens, van
iets anders gesproken, zal de gravin, uw zuster, nog
dezen winter aan het hof verschijnen
Voorwaarts, altijd voorwaarts De machine, die be
laden is met sneeuw, met ijs overdekt en als het ware
geglaceerd is, werkt met groote moeite. Het rooster
is verstopt met metaalslakken en de vuurgloed dreigt
uit te dooven.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
verte niet te doen, om ’t nut van vereenigin-
gen tegen den alcohol en van meetings, om
de drankbestrijding te bevorderen, te ontken
nen. En waarlijk, welk argument zou men
ook kunnen aanvoeren, dat voor drankgebruik,
laat staan voor drankmisbruik, kon pleiten.
Door den drank zijn niet alleen huisgezinnen
afzonderlijk, personen afzonderlijk ongelukkig
gemaakt of ten gronde gegaan, neen, heele
plaatsen, gewesten, ja ?elfs volken kan men
noemen, die ontaarden, geestelijk en lichame
lijk, door den volkskanker. De Roodhuiden
in Amerika noemden de drank, dien de blanken
hun verkochten, vuurwater en de verstandi-
gen onder hen zagen ’t en wisten’t, dat die drank
hun ras verwoestte. Men zou meer volken
kunnen noemen, natuurvolken, die voor den
drank der blanke kooplieden alles over hadden,
en door dien drank zich zelf ten gronde richt
ten en tot een willig werktuig der blanke heb
zucht maakten.
En, gelijk in ’t Verre Oosten ’t opiumge
bruik de menschen vernielde en nog vernielt,
kan men bij de blanke volken den drank den
volkskanker noemen.
Nu mag men zeggen, dat de drankbestrij
ding in ons land terrein wint. Men kan ’t
bemerken aan ’t minder openbaar drinken en
aan ’t gebruik in gezelschappen, dat de drank -
zonde ,niet meer zoo’n algemeene zonde is.
Velen, die nog drank gebruiken, geneeren zich
hiervoor meer dan vroeger.
Ook kan men constateeren, dat de drank
bestrijding in alle lagen der maatschappij en in
elke politieke of godsdienstige partij bestaat
en groeit.
Hulde daarom aan de mannen, die in deze
beweging voorgaan en
geld voor opofferen.
En dat zij gaarne cijfers gebruiken, is geen
wonder; getallen zijn brutaal, spreken zonder
verdere uitlegging.
Wij hebben verleden jaar ook eens cijfers
genoemd, die zonneklaar de vermindering van
’t drankgebruik aantoonen.
Volgens den eersten spreker op de gehou
den meeting alhier, ds. A. van der Heide, staat
er thans op de begrooting van rijksinkomsten
27 millioen gld. voor accijns uitgetrokken.
Dit is zeer veel. Maar kijk eens naar de
1 Slot.
schijnt hard te sneeuwen zegden alsdan
Severs, die voor een oogenblik wakker worden,
de reiziggaan ook niet hard vooruit voegt er de een
Wij jr bij, terwijl hij zijn horloge uit den zak haalt,
of and<=,e vervelend om bij winternacht te reizen
He p wikkelen zij zich opnieuw in hun met bont
Daaro rde mantels en laten het hoofd op de kussens
gevoe>aet rijtuig neervallen.
Tan ’jorwaarts, altijd voorwaarts! De locomotief zijpelt;
W-schoorsteen, de veiligheidsklep, het fluitje, de
de gpompen geven een dampigen regen van zich, die
)ls op de machine en de kleeren der beide mannen
det t, waar hij terstond bevriest en deels door den
Taj nd wordt voortgedreven.
Tri Allengs wordt de locomotief meteen dikke ijslaag
i rdekt. De hoeken zijn opgepropt met bevroren
°Teeeuw en de werking der machine wordt belem-
sn oerd.
De vorst zal de pompen verstoppen, wij moeten
i wal laten werken zegt Zimmerman, maar als hij
z) ch wil omkeeren en de hand opheffen om het hand-
z> atsel der pomp te grijpen, voelt hij dat zijn arm
Té nier verlamd is en zijn hoofd door een hevige pijn
e vangen wordt. De koude toch heeft de natte klee-
b' en der aide mannen in een harnas van ijs veranderd,
1 ann baard en het bont zijn aan elkaar gevroren, hun
1 bonte mutsen harde en zware helmen geworden en
de ijskegels die aan hun oogleden zitten, maken dat
t tweede station, dat in de verte zichtbaar is, hun
he f zendkleurig toeschijnt.
dui (jen krachtigen ruk maken zij hun armen los,
begrooting van voor 20 jaren, dus naar die
van 1884. Toen woonden er 1 '/i millioen
menschen minder in Nederland dan thans;
toen was de begrooting van inkomsten nog
geen 114 millioen gld., dus ook veel minder
dan nu en toen bracht de accijns ruim 391/a
millioen gld. op.
Nu moet men opmerken, dat de zoutaccijns
na 1884 sterk verminderd is; doch de zoutac
cijns gaf niet veel in verhouding tot die op
drank. Ook zou men nog over den accijns op
wijn, bier, suiker en zeep kunnen spreken en
vergelijken in hoever 't meerdere gebruik van
bier ’t verminderen der andere accijns compen
seert. Doch nog eensde accijns op gedistil
leerd moest ’t ’m doen en dan zijn de getal
len, die we aanhaalden, brutaal en wijzen op
een sterke vermindering van ’t drankgebruik.
Dat ook in Sneek beterschap in dezen valt
te bespeuren, toont de heer Inspecteur duide
lijk aan.
’t Is daarom jammer, dat de inleider op de
openluchtmeeting wel brutale cijfers nam, doch
die niet goed waren.
En er is, om met getallen tegen ’t drank
misbruik te velde te trekken, toch gelegen
heid te over.
Dat Sneek dus zoo’n slecht befaamde stad
is op drankgebied, als de heer Jansonius be
toogde, is gelukkig niet waar. En volkomen
begrijpelijk is ook, wat in ’t ingezonden stuk
gezegd werd omtrent ’t verschil tusschen het
drankgebruik in Sneek en ’t drankgebruik
door werkelijke Sneekers.
Als men alleen lette op de cijfers, die de
statistiek verschaffen kan op drankgebied, dan
zouden enkele kleine steden, die door stroo-
men van reizigers bezocht worden, zooals bad
plaatsen, vele kleine steden in Zwitserland en
elders, al een heel droevige figuur maken. Er
zouden plaatsen zijn, die per inwoner en per
jaar een heel vat gedistilleerd lieten zien.
kelijk klein grondgebied geheel ingesloten
wordt door de uitgestrekte gemeente Wym-
britseradeel;
3. dat Sneek door zijn gunstige ligging en
verkeersmiddelen het aangewezen centrum is
voor de ingezetenen van omliggende gemeen
ten;
4. dat uit Sneek waar veel handel in ge
distilleerd gedreven wordt veel kleine hoe
veelheden (1 L. of minder) naar omliggende
plaatsen vervoerd worden, zonder dat daarvan
ambtelijk iets bekend is, om de eenvoudige
reden, dat voor dergelijke kleine hoeveelheden
van rijkswege geen document gevorderd wordt,
en
5.
wedstrijd, kaatswedstrijd, kermis, enz.) tal
buiten Sneek wonende personen trekken.
Omdat nu eenmaal niet nagegaan kan wor
den, hoeveel gedistilleerd in de hiervoren ge
noemde gevallen door niet-ingezetenen van
Sneek is verbruikt, hebben de statistische cijfers
voor Sneek en andere groote gemeenten slechts
een betrekkelijke waarde en kunnen nimmer
juist aanwijzen, hoeveel liter gedistilleerd per
hoofd der in Sneek wonende bevolking wordt
verbruikt.
Het behoeft geen betoog, dat de drank,
welke door ingezetenen van Sneek buiten hun
gemeente gedronken wordt, of van daar in
kleine hoeveelheden (zonder rijksdocument) te
Sneek wordt aangebracht, geen noemenswaar-
digen invloed op de bovenvermelde cijfers uit
oefent.
Hoezeer toejuichende de loffelijke pogingen
van hen, die zich de moeite geven het drank
misbruik door woord en daad te bestrijden,
moet ik ter wille van de propaganda en om
andere redenen af keuren het gebruik maken
van z.g. statistische cijfers, die den toets der
critiek moeilijk kunnen doorstaan, een feit, het
welk aan het groote publiek niet bekend is.
Hoewel ik veronderstel, dat de meeste in
gezetenen van Sneek hun kalmte wel zullen
behouden hebben bij het vernemen van het
hun toegedachte aandeel in het drankgebruik
(17 L. per hoofd), heb ik gemeend de voren
staande beschouwingen niet achterwege te
moeten laten.”
Het is den heer Inspecteur dus in de verste
Mad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ÓNNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
a o o per post f0,50.
f r
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
igs werd in ons blad uit de Leeuw. Ct.
Unliomen het verslag over de openlucht-
overge van de Frjesche propaganda-com missie
meeting vereeniging tot afschaffing van al
der Nede dranken.
coholis er jansonius> voorzitter dezer commis-
De hs a_ ;n zjjn openingsrede, dat Sneek,
sie, zei o a]s vergaderplaats is gekozen, om
dit jaar^eeren tegen haar groot drankmis
bruik. d Werd, dat dit in Friesland jaarlijks
Betoog gemiddeid 7 Liter, te Sneek echter
per hqjedraagt met een jaarlijksche uitgave
325,000 aan alcoholische dranken.
va” (_ïgr Inspecteur der dir. bel., inv. en acc.
e •nt in een ingezonden stuk deze cij-
a ler kolwe|njg corrigeeren op de volgende
Iers een
9Z®' 'nde dat hier gedacht wordt aan
Aannemer (gedistilleerd), wensch ik in de
sterke dranke te komen tegen de onjuistheid
eerste plaats ofn genoemde cijfer, hetwelk ver-
van het zooevej Op ofgcigeie gegevens zal
moedelijk wel ni-eveelheid gedistilleerd, welke
berusten. De Jj-bruikt, bedroeg n.l. in ’t jaar
5eQn eek 1STfd der boKolkmg 15,55 L. en is
1894 per ho.erminderd tot 12,95 L. (in ’t jaar
at het cijfer ie en voornaamste plaats meen
In de tweefeeht
op te moeten vestigen, dat
ik er de aand^iijke gegevens wel bekend is,
volgens ambtitiiieerd
te Sneek verbruikt is,
hoeveel gedi'eveei per hoofd der bevolking,
maar niet, h^ Sneek, verbruikt wordt. M. a.
woonachtig /10emde cijfers is ook begrepen
w. in de gewerd, hetwelk door buiten Sneek
het gedistill,rsonen nnnen de gemeente Sneek
wonende p wordt. Dat dit laatste gebruik van
gedronkei*,en orrivang is, wordt duidelijk wanneer
met gerinf aandacht schenkt aan de volgende
men de
feiten: t Leeuwarden te Sneek de groot-
dï<markt gehouden wordt;
ste weejat de gemeente Sneek met een betrek-
j de
OURANT