1
De Sneeker Hardzeilen),
ONDER DE SLACHTOFFERS.
JlfflWS- ES AKVERTESTIEBLAW
K
/HRs.#'
Milt N MSTlffilö.
I I
1 I
n
I J
I -i
Zaterdag 20 Augustus 1904.
No. 67.
FEUILLETON.
59e Jaargang.
I
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
I
J
I
lil
1 1
<g
I.
b
zeilers
e
t
j
I
beweging.
r
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
I
haren man zou vinden, die haar misschien wel eenige
stations tegemoet kwam reizen.
Esther Sanders schrikte eerst bij de gedachte aan
zoo’n verre reis; hoe meer echter Jenny haar het onge
vaarlijke er van en de gelukkige toestanden in het
land, waarheen ze ging, schilderde, des te meer over
won ze haren tegenzin en ten slotte verklaarde ze zich
bereid de dame te vergezellen,-ingeval zij haren oom on
der het adres, hetwelk hare moeder haar had gegeven,
niet kon vinden.
In Sacramento stapte een elegant gekleed heer met
een jeugdig uiterlijk in den trein, wien inrs, Steavens
verheugd tegemoet snelde. Hij had eene donkere ge
laatskleur, droeg een kortgeknipten ringbaard en een
bril van gekleurd glas. Jubelend drukten de twee el
kaar de hand en fluisterden daarna langen tijd met
elkander; ze hadden het blijkbaar over hetgeen ze in
den laatsten tijd hadden beleefd.
En de arme Willy is dus dood? vroeg de heer
eindelijk met luide stem.
Helaas, ja, beste Charles.
En hij moest zoo ongelukkig aan zijn einde komen.
Maar laten we het verleden laten rusten, Jenny, de toe
komst zal weer betere dagen brengen. Zijn dat de
kleinen, Jenny?
Dat zijn ze, Charles Quincey en Jane. Kijk
eens, hoe verbaasd de knaap je aanstaart hij houdt je
blijkbaar voor zijn papa je lijkt ook zoo precies op
hem.
Papa, papa! riep de kleine.
Laat hij mij gerust zoo noemen, zei de heer glimlach
end, ik wil voor hem immers ook een tweede vader zijn.
En hij drukte de kinderen beurtelings aan zijn
borst.
(Slot volgt.)
2)
De schuldeischers bromden wel, maar hij, die alleen
verantwoordelijk en schuldig was, mr. Holters, was
niet meer onder de levenden en zijne weduwe, die nooit
iets met de zaken uit te staan had gehad, kon geen ver
wijt treffen. Jenny reisde dus, nadat ze een fatsoenlijken
termijn had laten verstrijken, welgemoed al had ze
ook een rouwcostuum aan en al zette ze ook een diep-
bedroefd gelaat, van Chicago af met het aanzienlijk
kapitaal, goed bewaard in hare portefeuille.
Natuurlijk had ze geen dienstmeisje meegenomen,
want zij wenschte elke brug tusschen het verleden en
het heden af te breken. Niemand zou weer van haar
hooren. Het heette, dat ze naar bloedverwanten te
Topeka ging.
De reis werd echter heel spoedig zeer vermoeiend
voor haar: het jongste kind durfde ze nauwelijks van
den arm zetten en ook de kleine Quincey had nog hare
onverdeelde opmerkzaamheid noodig. Op deze wijze
met twee nog geheel onzelfstandige wezentjes verschei
den dagen en nachten onderweg te zijn, is geene klei
nigheid. Nu eischte nummer één, dan nummer twee
hare hulp, en aan den avond van den tweeden dag was
het of hare armen verlamd waren en gevoelde zij zich
zoo totaal uitgeput dat zij in tranen uitbarstte.
bent zeker erg moe? hoorde zij eene zachte
stem naast haar zeggen.
Mrs. Holters gaf zuchtend een toestemmend antwoord.
I
1
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
nen door den wind; het jacht voortzwevende
van plas tot plas, tusschen de begroeide pol
len door; het uit ’t water hoog opschietend
riet de lage landen omzoomend. Dan rust
werkelijk de geest uit, die overspannen was
door ’t drukke stadsleven.
Doch bovenal, welk een schoon gezicht op
de Sneeker hardzeilerij. Overal leven en be
weging. De groote en kleine hardzeilers
hebben er alles bijgezet, ’t Kon vandaag. Er
was een lief koeltje, dat des noods wel wat
steviger had kunnen zijn. Een mooi gezicht
was ’t, beurt voor beurt de verschillende klas
sen van de bakens bij het Kolmeer.
Met spanning volgden velen de schepen,
waarin stuurman en fokkeman en andere hel
pers hun best deden, om »er alles uit te halen.*
Langzamerhand werd ’t duidelijker, wie de win
ners zouden zijn, ofschoon er twee klassen
waren, die een spannenden strijd tusschen
prijs- en premiewinnaar te zien gaven.
Terwijl de hardzeilers hun best deden, zweef
den nog tal van ranke en grootere vaartui
gen over ’t water, stoom- en motorjachten
schoten er tusschen door, terwijl stoombooten
vol menschen, die in feeststemming waren, een
kijkje namen in ’t eigenlijke meer en dan naar
de kermispolle zich richten. Aan de directie-
polle lagen de «Nijverheid III*, de torpedoboot,
de stoombarkas met de sloepen. Ook de an
dere stoombarkas was aanwezig en had de
jury vervoerd. Langzamerhand schoten meer
vaartuigen aan de direc tiepolle, waar de schut
tersmuziek haar opwekkende tonen liet hooren.
Dat ’t laag water was en ’t in »de meer*
altijd oppassen is, bewees de «Leeuwarden V«,
die ook aan de directiepolle lag en, met steun
van een andere stoomboot, een klein half uur
werk had om los te komen.
Het Bestuur der zeilvereeniging had gezorgd
voor zeilgelegenheid van af de polle en hiervan
werd ook gebruik gemaakt.
Het weer had iets beter gekund. Toen de
directieboot van de Jousterkade stoomde, was
’t reeds «tegen ’t. droge aan*. Later, op de
meer, kwam er een behoorlijke bui en tegen
’t einde van den wedstrijd werd ’t doodstil.
In ’t eerst van den strijd, terwijl de luchten
met regen dreigden, wakkerde de koelte soms
nog iets aan, maar toen de meeste zeilers
reeds aangekomen ot bijna aangekomen waren,
werd ’t stil, ’t Laatste schip, dat tusschen boei
en directiepolle doorging, had wel een uur
De stem behoorde aan een jong meisje dat in Daven
port in den trein was gekomen. Ze was ongeveer twin
tig jaar oud en eenvoudig gekleed, haar geheele uiter
lijk was ook eenvoudig maar lieftallig. In den begin
ne bevond zich de jonge reizigster in een ander ge
deelte van den trein, maar wijl in de nabijheid van
mrs. Holters nog meer dames zaten, had zij sedert
eenige uren hier plaats genomen, doch tot dusver nau
welijks enkele woorden met Jenny gewisseld. Des te
meer was zij met den kleinen Quincey bevriend ge
raakt, met wien ze gebabbeld en een sinaasappel ge
deeld had en nu wendde zij zich met echt vrouwe
lijke belangstelling tot mrs. Holters zelf, nadat zij
reeds geruimen tijd met deskundige oogen had gezien,
hoe deze zich inspande.
Ik wil u gaarne de kleine eens afnemen, bood
ze vriendelijk aan.
Ge zoudt me daarmee zeer verplichten, ant
woordde Jenny verheugd en het volgende oegenblik
lag het kind in de armen der jonge vriendin, die het
zachtjes wiegde.
Daarmee waren deze twee reisgenooten met elkaar
in kennis gekomen en ze werden met elk uur intie
mer. Mrs. Holters vernam, dat de vreemde Esther
heette, Esther Sanders en eerst kort geleden hare
moeder, haar laatste steun, verloren had.
Nu sta ik alleen in de wereld, vervolgde ze be
droefd, en moet beproeven een nieuw thuis te krijgen.
En waar wilt ge heen, lief kind? vroeg mrs.
Holters medelijdend.
Naar San Francisco daar moet een oom van
mij wonen, tot wien ik mij wil wenden.
O en met zulke onzekere vooruitzichten onder
neemt ge zoo’n verre reis?
Wat blijft mij anders over!
Het was Woensdag weer de groote feest
dag voor Sneek en de zeilsport: De zeilwed
strijd der Zeilvereeniging Sneekwerd gehou
den.
En behaagde ’t in 1903 H.M. de Koningin-Moe-
der twee groote zilveren medailles als eere-
prijzen beschikbaar te stellen, dit jaar was er
een dubbele attractie. Vooreerst werd het be
stuur der Zeilvereeniging aangenaam verrast
door de ontvangst van twee groote zilveren
medailles, namens H. M. de Koningin en Z. K.
H. Prins Hendrik gezonden.
Vrij wat bekijks hadden deze blijken van
vorstelijke belangstelling, toen zij tusschen al
de andere prijzen in de vitrine van den heer
Feenstra, op de Schaapmarkt, te zien waren.
En dan bij den wedstrijd zouden tegen
woordig zijn een torpedoboot en twee stoom-
barkassen van de Koninklijke Marine en de
Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden zou
jongens van die school zenden, welke in twee
twaalfriems-sloepen zouden roeien.
De groote factor bij ’t zeilen is altijdhet
weder.
Hoe zou dat zijn? Maandag was ’t leelijk
weer. Zoo’n driekwart storm. Gelukkig rees
de barometer, die toch al niet op storm stond
en zoo wees hij Dinsdag reeds flink boven
«veranderlijk* -en ’t weder deed z’n best om
’t weerglas niet tot een leugenglas te maken.
Woensdagmorgen nu ’t ging. De baro
meter scheen een beetje lust tot plagen te heb
ben. Maar ’t ging.
Dinsdag waren reeds de bovengenoemde
vaartuigen via Stavoren gearriveerd. Allen
waren ze in de oorlogskleur, zwart. Aldoor lok
ten ze talrijke kijkers. Of de vaartuigen ge
schikt waren, in de Sneeker harten respect
voor H. M.’s marine te brengen, betwijfelen
we. Doch veel bekijks hadden ze en al de
bewegingen der bemanning werden gevolgd.
Een aardig gezicht, toen de Leidsche jongens
van de Ambachtsschool, hun logement, naar
Hart en Schouten marcheerden.
Woensdagmorgen dan. ’t Weer kon ermee
door en er was een behoorlijke koelte, juist
een om er alle zeilen bij te kunnen zetten.
De torpedoboot en hare zwarte makkers la
gen juist bij de Oppenhuisterbrug, en dus bij
’t centrale punt van beweging.
Langzamerhand kwam er beweging op de
kaden en tal van onware wijsheden werden
over de torpedoboot uitgekraamd.
Spoedig werd ’t drukker. Men zag
zich gereedmaken.
Om lO^jurtrok de optocht der Directie met de
Vlag der Vereeniging zeer veel volk, vooral ook
omdat hieraan werd deelgenomen door de Leid
sche jongens met hun tamboer en pijper.
Doch daarna hadden de kaden de onver
deelde belangstelling.
Stoombooten voor de Kermispolle namen
ligplaats en reeds begonnen ook de stoomboo
ten uit de provincie te komen, ’t Was weer
de bekoorlijke drukte van alle jaren. Ja, was
’t nog niet drukker ditmaal?
Wat een menschen bij de «Nijverheid III«,
die voor Directie- en Ledenboot moest dienen
en die zich letterlijk vulde met dames en hee-
ren. En ongeveer 12 uur zette deze boot zich
in beweging met de schutterij muziek in een
schip er achter. De torpedoboot en een der
stoombarkassen met de beide groote sloepen
volgden.
De «Nijverheid III«, had de Vlag der Zeil
vereeniging en de Friesche vlag aan de beide
masten in top en was verder, evenals het tor-
pedobootje, met vlaggen getooid.
En nog steeds werd ’t drukker op de ka
den. Zoo’n echte opwekkende beweging. Aan
komst van booten, met of zonder muziek, die
een ligplaats zochten.
Bij honderden stroomde toen ’t publiek toe,
om zich een plaatsje te verschaffen en te ge
nieten van een watertochtje naar Directie- of
Kermispolle.
Er gingen in ’t geheel 37 stoombooten meer-
waarts. En dan nog al de andere vaartuigen.
Tegen tweeën was ’t weer stil op de kaden.
Al wat meerwaarts wilde, was vertrokken.
Heerlijk tochtje naar «de meer*! Wat zijn
de Friesche wateren toch schoonDie aaneen
schakeling van meren, poelen, plassen, ver
bonden door nauwere en wijdere, ondiepe en
diepere wateren. Ee waterstand was laag,
zoodat de buitenlanden en de pollen flink er
boven en goed droog waren.
We kunnen ’t ons voorstellen, dat alle jaren
buitenlanders, Engelschen komen, om uit het
gewoel der wereldsteedsche samenleving zich
enkele weken te verplaatsen naar het Friesche
waterland, met een jacht wiegelend op de
kabbelende golfjes; de blanke zeilen gespan-
Maar als uw oom daar nu niet meer woont of
niet meer leeft?
Dan zal ik wel een dienst krijgen of mij op de
eene of andere wijze werk verschaffen.
Jenny knikteen keek een poosje nadenkend voor zich
neer. Na eenige oogenblikken zei ze:
Dan ben je zeker ook niet in het bezit van vol
doende geldmiddelen?
Esther schudde weemoedig glimlachend het hoofd.
Nadat ik mijne reiskosten hadriJetaald, hield ik
nog tien dollars over, zei ze verlegen, en die zullen nog
wel voor eten en drinken weggaan.
Arm kind! Maar je kunt er nog wel wat bij
verdienen, als je wilt ik reis ook naar San Francis
co' wil je voor den duur der reis in mijn dienst
treden? Je krijgt vrije verpleging en vijf dollars en
heb niets te doen dan mij een weinig behulpzaam te
zijn en je met de kinderen te bemoeien.
Esther nam vol blijdschap dat voorstel aan. Dat was
een meevallertje, waarop ze niet had gerekend, en ze
hield daarenboven ook nog ontzaglijk veel van kinderen.
Ze zou zich stellig vol liefde en ijver aan de kleinen wij
den.
Het jonge meisje had niet te veel beloofd. Stor
menderhand veroverde ze de harten der kinderen en
ook voor hare nieuwe meesteres was ze binnen vier-
en-twintig uren onontbeerlijk geworden. Mr. Holters
overwoog daarom ernstig bij zich zelve, of het misschien
niet mogelijk zou zijn Esther te bewegen, dat ze ook
mee naar Australië ging. Het meisje was bruikbaar,
had geene kennissen in Amerika en kon licht, wat de
omstandigheden en den naam harer meesteres betrof,
worden bedrogen. Zij zelf noemde zich tegenover Esther
daarom reeds heel voorzichtig Mrs. Steavens en ver
telde haar, dat ze in San Francisco den broeder van
werk, om van de Heerenzijl om den uitlegger
bij de Provinciale betonning naar die boei te
komen. Een oogenblik zelfs, toen een stoom
boot ’t vaartuig op behoorlijken afstand pas
seerde, ging ’t gewoonweg achteruit.
Intusschen was er op ’t feestterrein nog
meer te zien. De Leidsche jongens kregen op
de «Nijverheid III* eerst een aangekleede bo
terham en toen klonk ’t: «In de sloepen!*
Haast je, rep je, daar stoven de jongens op
en weldra zaten er in elke marinesloep een stuur
man met twaalf roeiers. Een stoombarkas
sleepte hen een eind weg, tot dicht bij den
ingang der Sybesloot.
Vandaar moesten ze eenongeveer 1000 Me
ter lange baan afleggen naar de boeien bij het
feestterrein.
Een m ooi gezicht was ’t, die jongens al hun
krachten te zien inspannen en onder comman
do van den stuurman met gelijkmatigen slag
de riemen te zien bewegen. De barkas met een
paar heeren van de zeilvereeniging zorgde,
tijdig den doorgang voorbij de boeien te kun
nen constateeren, en, evenals bij de zeilklassen
werd geschoten. Toen de jongens weer op de
«Nijverheid III« kwamen, kon men’t hun aan
zien, dat ze hun best hadden gedaan.
Doch een nieuwe maagversterking verdreef
de vermoeienis en een heel poos later klonk ’t
weer: «In de sloepen!* Weer werd dezelfde
route geroeid; alleen hadden de beide sloepen
van baan verwisseld. Weer won sloep no. 1 ’t.
Daarna werd bij de feestpolle geroeid door
Friesche jongens van 14 tot 16 jaar; beman
ning van ieder roeibootje een stuurman en een
roeier. Vier bootjes namen er aan deel.
Na afloop van de wedstrijden had op de feest
polle de prijsuitdeeling plaats door de heeren
R. Paehlig en mr. P. C. Andreae. De toespra
ken bij ’t overhandigen der prijzen moesten,
met ’t oog op den tijd, kort zijn. Ze waren
kort, maar toepasselijk en krachtig.
Ziehier de uitslag:
Marinesloepen: 1. Sloep no. 1, stuurman bootsman
Hubregtsen, tijden 7 min. 26 sec. en 7,45.
2. Sloep no. 2, stuurman korporaal van Sluys, tij
den 7,46 en 7,55.
Eerste prijs: f 10 voor den stuurman. Een sigaren
koker met sigaren voor eiken röeier.
Tweede prijs: f 5 voor den stuurman. Een siga-
renpijp met eenige sigaren voor eiken roeier.
Verder kwamen er cadeautjes. Pijper en tamboer
werden ook bedacht.
I
I
f
i
i
i
i
JHULIlL
U RA NT.
I 1
J