t) OP DE PLAATS DER DAAD. VOOR 8MK B MmM. NIEUWS- B AIWEIITENTIEBLAD k, Zaterdag 27 Augustus 1204, No. 69 59e Jaargang. FEUILLETON. KENNISGEVING. Uitgever. B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentie. Java’s overbevolking. 3 misschien nog gedaan zal ri- rn Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. recht heeft op onze bescherming, is overdui- was En men staakte ’t werk. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, Gelet op art. 9 van het Koninklijk Besluit van den 4den Mei 1896 (Staatsblad no. 76) Brengen ter openbare kennis: dat de door hen definitief opgemaakte Lijst van Kiesgerechtigden voor Leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken, dezer gemeente, te rekenen van 1 September e. k., acht dagen ter gemeentesecretarie alhier voor een ieder ter inzage is nedergelegd en dat gedurende dien tijd bij den Gemeenteraad bezwaren tegen die lijst kunnen worden ingebracht, hetzij die den klager, hetzij die andere personèn betreffen. Sneek, den 27 Augustus 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van deb LAAN, Secretaris. oe- en .N- :ht, kte -er- de IS ir id •s :erd. 10 O zoor nen verzekerd, maar voor een een Tante zou hem gaarne hebben uitgehuwlijkt. Een aardig persoontje had ze hiertoe reeds uitgezocht, de dochter van den leeraar Heins op de derde verdieping, een lief meisje, dat door taalles te geven haar ouders steunde. Maar in den laatsten tijd moest ze helaas ont dekken, dat een zekere mijnheer Hoffman Els erg het hof maakte en dikwijls hare ouders bezocht. Blikken van onverholen vijandschap vielen den heer Hoffman ten deel, als tante hem toevallig op de trap ontmoette. Trots haar beroemde goedhartigheid, zou ze het geen al te groot ongeluk hebben gevonden, als hij gestruikeld, van de trap gevallen en den hals had gebroken. Zoover had haar lievelingsgedachte haar reeds van de rechte baan geschoven! En toen ze zelfs moest zien, dat haar Frits de vriendschap van den gehate zocht en ook vond, werd haar boosheid haar de baas. Ze negeerde den jongen man geheel en deed, toen haar neef hem eens bij zich had genoodigd, ge heel alsof hij er niet was. Toen gebeurde het dat haar oude vriendin uit Quebec hare dringende uitnoodiging zond, maar de weduwe dacht er volstrekt niet aan hieraan gevolg te geven. Toen haar vriendin echter niet naliet haar met vernieuwde uitnoodigingen te bombardeeren, had zij menigmaal aan haar medebewoonster te kennen gegeven, dat het toch mooi moest zijn zoo’n reisje naar het vreemde land en dat ze de zaak nog eens zou overleggen. En toen was zij op een goeden dag werkelijk vertrokken, zelfs zon der iemand vooraf vaarwel te hebben gezegd. Niet eens het dienstmeisje, dat voor een paar dagen naar haar ouders was, had zij er mee in kennis gesteld. Het scheen tante heel goed bij haar vriendin te be vallen, want Frits deelde, zoodra hij een brief had ont vangen, aan alle nieuwsgierigen den inhoud mee en toonde zelfs een paar keer het couvert met den buiten- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar plaatsruimte. Mevrouw Werter, de rijke weduwe, was den Oceaan overgestoken, om haar oude boezemvriendin, die een en twintig jaren geleden naar Quebec getrouwd was, terug te zien. Haar neef Frits had ze onderwijl tot haar zaakgelastigde aangesteld en Frits nam op tijd de huur in ontvangst van de huizen der weduwe, luister de met geduldig oor naar alle bezwaren en wenschen der huurders, beloofde hieraan tegemoet te komen, en gageerde ambachtslui, kortom nam de belangen zijner tante waar, alsof het zijn eigen waren. En wel beschouwd waren het ook zijn eigene, want mevrouw Werter bezat geen andere bloedverwant bui ten hem. Frits was plotseling op het tooneel versche nen. Hij was een neef van tantes man en als eenige zoon grondig verwend, zoodat er een aartsdeugniet uit hem was gegroeid, dien de ouders met vreugde het zeegat zagen uitgaan. Jaren lang had hij niets van zich laten hooren, zijn ouders waren intusschen gestorven en nu eindelijk was hij teruggekeerd en blijkbaar gelouterd geworden. De oude vrouw was in- gelukkig een menschelijk wezen te hebben, aan wie zjj al haar liefde kon wijden. Ze vroeg weinig naar z^jn vroeger leven en was tevreden als hij haar nu en dan maar wat vertelde van zijn moeilijkheden en avon turen in de verre landen. Hij was eerlijk door de wereld gekomen, al had hij zich ook geen rijkdommen kunnen verzamelen en vaak in geldnood en benarde omstandigheden verkeerd. Het is eigenaardig, hoe over ons Oost-In- dië de bevolking verdeeld is. ’t Geheel is vijftig maal zoo groot als Nederland en over ’t algemeen is alles buitengewoon vruchtbaar. Er wonen misschien bijna zeven keer zooveel menschen als in Nederland. Maar ’t eigen aardige is, dat alleen op Java en nog drie kleinere eilanden (Madoera, Bali en Lombok) vijf maal zooveel menschen wonen als in Ne derland. Java is vier maal zoo groot als Nederland, doch er wonen meer dan viermaal zooveel menschen. De groote massa lands van Oost-Indië is dus over 't geheel genomen schaars bevolkt. Sumatra, waarop Palembang, Padang, Deli en Atjeh gevonden worden, is dertien maal zoo groot als Nederland en er wonen lang niet zooveel menschen: En toch is ’t land bui tengewoon vruchtbaar. Borneo, waarvan drie vierde deelen aan Nederland en één vierde deel aan de Britten behoort, is bijna twee en twintig keer zoo groot als ons land. Men staat versteld over landschen postzegel. Een half jaar was reeds sedert het vertrek van tante verloopen, toen neef op een zekeren dag in vreeselijke opgewondenheid het politiebureau binnentrad en in tranen losbrekend, een met zwarten rand voorzien schrij ven, uit Quebec gedateerd, liet lezen, waarin de vrien din van mevrouw Werter meedeelde, dat deze aan longontsteking was gestorven, trots de beste verple ging. Bij dit schrijven was een ander gevoegd, door den Duitschen consul aldaar onderteekend, dat het be richt bevestigde. Bliksemsnel had deze tijding zich verspreid en over al de meest oprechte deelneming verwekt. Alle be kenden haastten zich haar neef, die blijkbaar zeer ter neergeslagen was, hunne hartelijke belangstelling te toonen. Maar het leven gaat rusteloos voort en na enkele weken was de goede mevrouw Werter reeds vergeten. Als universeel erfgenaam had Frits de nalatenschap aanvaard, terwijl hij door zijne voorkomendheid en so- lieden levenswandel algemeen geacht werd. Door zijn vriend geïntroduceerd, verkeerde hij veel in’t gezin van den leeraar. Else voelde wel dat zijne bezoeken haar golden, maar ze sprak hierover niet, daar hij zich nooit met eenig woord had verraden. Sinds een maand was ze in stilte verloofd met Hoffman. Ofschoon ze dus vermoedde, wat er omging in Frits, kon ze niet boos op hem zijn, daar hij zich zeer eerbiedig gedroeg, al bewees hij haar wel eens ’n kleine attentie. Zoo had had hij haar Molly geschonken, ’t hondje dat eens ’t lie- velingsdiertje van zijne tante was geweest. Sedert volgde dit diertje haar steeds in huis en daarbuiten. Eens op een dag wilde ze een vriendin gaan bezoe ken, die op een uur afstands een villa bewoonde. Met vroolijk geblaf sprong Molly vooruit, zoodat ze moeite gedaan wordt en worden. Nu juist zes jaren geleden werden op tele grafisch bevel uit Holland de Solovallei-wer- ken geschorst, werken, die ten doel hadden 150.000 H.A. ruim de provincie Utrecht) bouwlanden te irrigeeren en tevens den jaar- lijkschen toevoer van slip in ’t Westgat van Soerabaja te doen ophouden. De Solo is de grootste rivier op Java. Men wilde met deze werken zorgen voor een goede bevloeiing en meteen Java’s drukste haven van een beteren toegang voorzien, ’t Werk zou zoo ongeveer 20 millioen gulden kosten, (dus bijna even veel als de pas geopende Nieuwe Maasmond kostte), maar toen er in 1898 voor 15 millioen gld. was verwerkt, bleek er nog wel 30 millioen gld. noodig te zijn. Er was een nieuwe directeur van openbare werken geko men, die ’t met den opzet der werken volstrekt niet eens was. In een commissie van 4 per sonen waren 3 leden voor doorgaan met het werk, doch de 4e, de nieuwe directeur, tegen doorwerken. De lezer gelieve zelf deze zaak te beoor- deelen Dertig millioen gulden bleef bespaard maar een belangrijk, nuttig werk bleef onuitgevoerd. Doch door dezen lapsus was en bleef de aandacht op den Javaan, die geholpen moest worden, gevestigd. En er werden voor aller lei irrigatie-werken gelden toegestaan. Thans wil men ’t bovengenoemde Westgat verbeteren (in plaats van de gestaakte rivier- verlegging) door een nog veel duurder dam. Laten we opmerken, dat ook voorloopig 3 millioen gulden zijn toegestaan tot opbeuring der inlandsche nijverheid. En dan is er in voorbereidingEmigratie op groote schaal tot wegneming der overbe volking. Daarmee zullen tientallen van milli- oenen gemoeid gaan. Men weet, dat er in de laatste jaren ook Javaantjes (per mailboot naar Holland en dan per W. Ind. mail) naar Suriname gaan, om daar te werken. Doch wat geven die enkele honderden, waar tien-, ja honderdduizenden verplaatst moeten worden. Wat men thans voorbereidt om hierin te helpen? In 1902 en 1903 heeft men op Sumatra de terreinen verkend en nu wil men op dit groo- de buitengewone groeikracht in den bodem en toch wonen op Borneo veel minder men schen dan in Nederland. Celebes is ruim vijf maal zoo groot als ons land en het aantal inwoners is misschien een vierde deel van die van Nederland. En zoo voort Men zou zeggenHoe is ’t mogélijk, dat juist op Java een zoo talrijke bevolking woont, die in de laatste honderd jaar meer dan ver drievoudigd isterwijl de andere eilanden, die even vruchtbaar zijn, dezelfde soort grond hebben, die op dezelfde wijze moet bewerkt worden, die een even tropisch klimaat hebben, zoo dun bevolkt zijn. Men mag op Java gerust van overbevolking spreken, ’t Is dichter bevolkt dan 6ns land. Stel u nu eens voor, dat de Nederlandsche bodem zijn bevolking zelf geheel moest voe den! Dat er geen granen en meel uit Ame rika, Rusland en Roemenië, geen rijst uit In- dië, enz. ingevoerd werd! Nu, Java, dat dichter bevolkt is dan Neder land, voedt niet alleen zijn geheele bevolking, doch voert ook nog suiker, koffie en andere koloniale waren uit naar Europa en andere werelddeelen. ’t Is te begrijpen, dat er heel wat gedaan moet worden, om zooveel uit den Javaanschen bodem te kunnen halen Men mag dan ook zeggen, dat de Javaansche landbouw flink ontwikkeld is. Menig Nederlandsch landbou wer zou raar opkijken, als hij ook zoo voor irrigatie, enz. zou moeten zorgen als de een voudige Javaan. We behoeven ook niet uit te leggen, dat het hoofdzakelijk van Java komt, dat de jaar- lijksche Indische begrooting bijna even hoog is als de Nederlandsche. We behoeven zeker ook niet te zeggen, waar de vroegere «batige saldo’s* vandaan kwamen, waarvoor een groot deel van onze staatsspoorwegen gebouwd zijn. Ook niet, met welk geld de langdurige Atjeh- oorlog gevoerd wordt. Dat de Javaan dus volle waardeering en delijk. De Javaan moet zooveel mogelijk geholpen worden en dit kan vooral op twee wijzen ge schieden, nl. door emigratie en door te zor gen, dat de bodem nog productiever gemaakt wordt. Laten we in het kort zien, wat in dezen had hem te volgen. Zij moest een heuvelachtigen zand weg passeeren, toen de hond in een door twee zand bergen gevormde geul ging, waarin een paar armzalige pijnboomen hun droevig bestaan voortsleepten, plotse ling staan bleef en begon te kwispelstaarten. Else riep hem, maar hij wilde niet van de plek en besnuffelde ijverig den grond. Het meisje onderzocht of zij de oorzaak kon vinden, maar zij kon niets merk waardigs ontdekken, behalve misschien, dat de grond blijkbaar wat extra met een spade was platgeklopt. Ein delijk trok zij den hond met geweld met zich mee en behaalde zoo de overwinning. Maar op den terugweg naar huis gebeurde hetzelfde nogmaals, waarom zij haar ouders vertelde, wat ze met den hond had beleefd. Ook zij konden ’t zich niet verkla ren, evenmin als het feit, dat de hond sedert dien iets schuws en onrustigs vertoonde in zijn wezen. Omstreeks denzelfden tijd gebeurde er echter iets, dat nog veel zonderlinger was. Frits Werter was weer eens een zijner gewone kleine uitstapjes gaan maken, toen er een briefkaart uit Quebec kwam. Deze was van de bekende oude vriendin der overledene en de nieuws gierige dienstbode kon niet nalaten een blik er in te werpen. Hoe verbaasde zij zich over den inhoud. Reeds de aanhef was wonderlijk! Liefste Emilie! Ze bezag het adres nog eens nauwkeu riger, ja, daar stond het immers nauwkeuriger, ja, daar stond het immers duidelijk, wat ze in’t eerst niet had gezien: Aan mevrouw Emilie Werter. Dus was die kaart aan de doode gericht? Met steeds grooter worden de verbazing las ze, dat de vriendin haar gestorven mevrouw met verwijten overlaadde, dat deze heelemaal niets van zich liet hooren, terwijl zij eindigde met haar uitnoodiging nog eens te herhalen. (Slot volgt.) te eiland voor 90 millioen gulden spoorwegen aanleggen en Javanen plaatsen. Een spoorlijn zou dan beginnen te Telok Betong, de hoofd stad der Lampongsche districten en aan straat Soenda, tegenover Java gelegen. Die spoor lijn moet dan langs den Oostelijken voet van 't gebergte over Tebing Tinggi loopen, door ’t bovenland van Palembang, daarna dwars door ’t gebergte naar Benkoelen. Men zou dan ook gaan door ’t concessie-terrein der Mocara-Enim- petroleum-maatschappij. Ook zouden met den aanleg dezer lijn verbetering der rivieren ge paard gaan. Nu is er een groote kwestie! De lijn zal in langen tijd niet alleen geen rente afwerpen, doch zelfs de exploitatiekosten niet opleveren. Dit groote inconvenient kan men echter over 't hoofd zien als ’t werkelijk gelukt een groo te massa, tien duizenden Javanen over te plaat sen naar Sumatra en hen daar goede land bouwers te zien worden. Dan is wel niet zoo spoedig de rentabiliteit der uitgegeven millioe- er is ruimte gevonden Java’s overbevolking. Als er eerst maar goed begin is. Als er bv. eerst maar eens 5000-tal Javanen goed en wel gevestigd zijn en ’t in de nieuwe streek beter hebben dan in ’t oude Java. Dan zullen er spoedig meer komen. En Sumatra zal van uit Java lang zamerhand bevolkt worden met een bevolking, vlijtig» gedwee, gemakkelijk te regeeren en vruchtbaar. Doch zal dit gelukken»’ Zullen er ge noeg Javaansche landbouwers willen vertrek ken naar ’t vreemde eiland? Men moet niet vergeten dat er zooveel tien tallen millioenen mee gemoeid gaan. Wat zou ’t echter mooi zijn, als eerst Su matra, daarna misschien nog andere deelen onzer rijke, uitgestrekte Oost bevolkt werden met zoo’n geschikt ras. En dan behoeft men geen overbevolking meer te vreezen. Onze Oost kan nog best een honderd millioen menschen voeden. 4 LD IURAHT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1