MIDI'S- KJ lllïEKTEÏÏIEDUb
LolM voor is Nalionale Militie.
1
Het valsche Testament
I
Wllll SJEEk KJ OKïliUkU
Soerates.
I.
Woensdag 5 October 1804.
59e Jaargang.
'0
KENNISGEVING.
g
No. 80.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentiën.
FEUILLETON.
n,
z.
iSi
Ik ben
De mensch is de maat
DERDE HOOFDSTUK.
'E.
tien-
"I
Ier
ve
Dit blad verschynt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Bewerkt door AMO.
5).
»Dat was het gelukkigste oogenblik mijns levens,
dierbare Minona.®
«En misschien de grootste domheid van mijn leven.®
«Minona!®
«Men heeft ons bespied!®
«Wie?»
«Niemand anders dan de graaf.
«Dat is niet mogeljjk!®
«Ik weet het zeker.«
«Hoe dan?«
«Uit hetgeen hij den volgenden nacht in ijlende koorts
sprak. Toenik op het kasteel terugkeerde,vernam ik
dat de graaf ongesteld was.
Hij was in zijne kamer gegaan en had bevolen nie
mand bij hem toe te laten, ook mij niet. Tegelijker
tijd had hij een dokter ontboden. Ik maakte mij onge
rust, want bij lichtere ongesteldheid riep de graaf nooit
geneeskundige hulp in. Nog altijd vermoedde ik niet
wat den ouden man zoo geschokt had, maar ik kreeg
daar kennis van, toen ik omstreeks middernacht aan
zijn bed sloop. In ijlende koorts lag hij onrustig te
woelen, opeens richtte hij zich op, noemde je naam en
stak dreigend de vuist op; toen zonk hij kermend op
zijn bed neer. Bij het schemerende nachtlicht had hij
kiezing zal plaats hebben van drie Leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens periodieke
aftreding met 1 Januari 1905.
Sneek, den 1 October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
Over ’t leven van Soerates.
Waarom is Soerates aangeklaagd?
Hij verkondigde vreemde góden en bedierf
de jeugd.
Stel eens twee overtuigingen tegenover el
kaar; bijv. -Thorbecke tegenover Groen van
Prinsterer. Beiden zijn in de diepten der we
tenschap en beiden hebben eerbied voor elkan
ders overtuiging.
Een meening omhelst men, omhelst men als
een bruid; kleeft ze aan.
Nu, omdat Soerates aan de meening der
kleinzielige Atheners kwam, moest hij ster
ven.
me niet gezien en de moed ontbrak me om hem uit zijn
ijlen te wekken. Uit ieder woord bemerkte ik, dat
hem nog duidelijk voor den geest stond, wat hij gezien
had, en als een schuldige, dat was ik
«Daar kom ik tegen op,« viel de baron haar in de
reden, «maar ga voort.«
«Als een schuldige sloop ik weg. Spoedig daarna
kwam de dokter. Ik bracht hem bij den zieke; deze
liet zich onderzoeken en een recept voorschrijven, en
sprak ondertusschen vriendelijk met mij. De dokter
vertrok; de voorgeschreven drank deed zijn werking
en de zieke verviel in een rustigen slaap. Ik ging naar
mijn kamer, die slechts door een portiere van de zijne
gescheiden was, en begaf me ook ter ruste. Tegen den
morgen ontwaakte ik door een roode schemering voor
mijne oogen, die verdween zoodra ik de oogen opende.
Waarschijnlijk had de graaf met een kaars in mijn bed
gelicht, om te zien of ik sliep. Ik hoorde zachte
schreden in de aangrenzende kamer en meende door
de vouwen der portière daar een vlam te zien flikke
ren. In groote ongerustheid stond ik op en sloop naar
de portière. Tusschen de plooieji door zie ik dat de
graaf een geschrift aan de kaars aansteekt en toen in
den haard werpt.
Hij zet het licht op den schoorsteenmantel, gaat
in een leunstoel zitten en wacht tot het papier ge
heel verbrand is. Bliksemsnel begreep ik alles het
geschrift, dat daar verbrandde, beduidde voor mij vijf
millioen, dat papier was het testament van een ster
vende.®
«Minona! Is het mogelijk? Heeft hij zich zoo ge
wroken En welke bewijzen heb je
«Luister verder. Ik bleef rustig verscholen, alsof
het de onverschilligste zaak der wereld gold. En nu
zag ik het volgendeHij stond op, nam het licht en
sloop zacht naar de schrijftafel. Hij nam een blad
papier, schreef ongeveer tien minuten, vouwde het
papier dicht en sloot het weg op dezelfde plaats waar
het testament gelegen had. Toen ging hij stil weer
te bed en zonk met een zucht in de kussens.®
Hier hield zij een oogenblik op en hield de hand
voor de oogen, alsof zij haar tranen wilde bedwingen.
«Nu volgt een akelig oogenblik, waar ik niet gaarne
aan denk,« vervolgde zij. «Laten wij daar over heen
stappen. Twee uren later was de graaf dood.«
«Stierf hij bij zijn volle bewustzijn
»Neen.«
«En wie was bij hem
«Niemand dan ik.®
«Die gunstige omstandigheid zal je niet ongebruikt
hebben gelaten.®
«Natuurlijk dacht ik aan mijn eigen belangen. Ik
opende het vakje in de schrijftafel.®
«En het papier dat de graaf dien nacht verzegelde?®
«Dat heb ik in handen.®
«Bevat het zijn testament?®
«Zoo luidt het opschrift van den omslag.®
«En de inhoud? Heb je den omslag geopend?®
«De inhoud bevat mijn onterving: ik word weggezon
den meteen jaargeld van tienduizend gulden.®
«Dat papier kan verdwijnen.®
«Tot heden denkt het gerecht, dat dit het geval is.
Dan krijg ik de tweemaal honderdduizend gulden, die
de graaf mij vóór het huwelijk als bruidschat heeft
te goed laten schrijven.®
«Hm! Dat zou een vergoeding wezen voor de
duizend gulden ’s jaars volgens het testament.®
«Wil je me dat papier eens laten zien?«
«Dadelijk!®
Wat waar is, is voor
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Slot.
Spr. komt even terug op een wondervol
boek. Een boek, waaraan eeuwen gewerkt is.
Op den Bijbel.
Wat is de Bijbel?
Wat is de wijsbegeerte der geschiedenis?
Dit is een beschouwing van de menschheid,
alsof deze maar één mensch is. ’n Beschouwing,
alsof die ééne mensch als kind begon en op
groeide.
Wie deze wijsbegeerte ’t eerst probeerde te
beoefenen, was een wijsgeer.
En nu is de Bijbel de eerste wijsbegeerte
der historie.
In den Bijbel begint de menschheid als een
kind.
Spr. komt er niet op, of hij het met den
Bijbel eens is, of niet. Spr. zegt alleen: De
Bijbel is de eerste wijsbegeerte der historie, die
geschreven is.
Met de allerdiepste diepte des harten laat de
Bijbel in ’t begin een paar hartstochten spelen.
De wangunst is de hartstocht, die Kaïn van
Abel scheidt.
Velen schijnen zich nu niet meer de moeite te
willen geven, dit schoonste der boeken te lezen.
Zoo mooi: Aan den wieg der menschheid
treedt reeds de jalousie op den voorgrond.
Schrijf van alles, van iederen staat of stand
de historie: In ’t kort gezegd, maakt de ja
lousie de geschiedenis.
Neem de kunstwerken van Italië. Michel
Angelo begon een leeuw te scheppen; Leonar
do di Vinei begon ook een leeuw enz.
Door jalousie zijn veldslagen verloren.
Van de jalousie is dit ’t eigenaardige: Op
alle hartstochten hebben menschen zich trotsch
getoond: ga ze maar na. Alleen niet op de
jalousie; daar schaamt men zich voor.
AtheneSparta in de 5e eeuw.
Sparta is jaloersch, kan ’t niet zetten, dat ’t
de tweede geworden is in de Grieksche wereld.
De jalousie begint te werken en nu gaat ’t
schoone weg. De Kaïn-zaak hernieuwt zich.
De gravin opende een vakje van haar schrijttafel,
die in een hoek van het boudoir stond, nam daaruit een
cassette en nam daaruit een verzegelden omslag.
«De omslag is nog verzegeld,® zeide de baron verrast.
«Maar de zijkant is opengesneden. Hier is het do
cument. Lees het maar eens.«
De baron las het volgende:
Dit is mijn laatste wil.
I. Op het oogenblik, dat ik mij voorbereid op den
dood, denk ik met smart aan mjjn kind, waarnaar ik
zoolang te vergeefs heb laten zoeken. In welke om
standigheden dit kind ook verkeeren moge, ik vermaak
daaraan mijn geheele vermogen, met uitzondering van
het stamgoed en van het kapitaal voor de later te
noemen legaten. In ’n geheim vak van mijn schrijftafel
zalmen nadere aanwijzingen omtrent dit kind vinden,
dat in Juli 1859 geboren werd en dus nu 20 jaar oud
moet zijn. In datzelfde geheime vak zijn ook nog fa
miliepapieren en eenige aanteekeningen over den oor
log van 1859. Aan dengene, die het spoor van mijn
kind vindt en zijn afkomst kan bewijzen uit mijn ver
binding met de moeder, Louise Koch, die bij de ge
boorte stierf, moet een vergoeding van twintigduizend
gulden uit mijn nalatenschap worden uitgekeerd.
II. Indien mijn kind niet meer leeft, of binnen een
jaar na mijn dood niet gevonden is, vervalt bovenbe
doelde erfenis voor de helft aan de stad Weenen, voor
de andere helft aan de stad Brünn, om daarmede in
richtingen van weldadigheid te ondersteunen.
UI. Voor mijn vrouw Minona, geboren von Bjela-
Ferrari, wordt een rente van tienduizend gulden
’s jaars vastgezet, uit te betalén op den tweeden Ja
nuari van elk jaar.
IV. De erfgenamen, onder I en II genoemd, heb
ben voor mijn bedienden te zorgen, zoodat ze mjjn na-
Soerates gaat weer weg; komt in een ach
terbuurt; ziet een schrijnwerker, die onder 't
gehoor van den sophist op de markt stond.
Soerates doet weer vragen en ziet, deze schrijn
werker is trotsch door de democratie der we
tenschap.
Spr. haalt voorbeelden aan van de democra
tie der wetenschap: Ik moet de valwetten uit
leggen aan 't volk; er komen kwadraten bij te
pas en ik heb drie uren noodig om eerst het
woord kwadraat voldoende te verklaren.
Neen, niet 3 uur gestudeerd, gewerkt. Neen,
3 uren per dag en dan 40 jaren lang; dan
komt er eenige wetenschap. De wetenschap
laat zich niet in een oogenblik zien, laat zich
niet democratiseeren.
Wetenschap, weten, wat schoon.
zijn niet voor f 10 te koop.
Dat was de fout der sophisten; zij wilden
de wetenschap democratiseeren.
En dit wist Soerates.
En hoe werkte Soerates nu, om ’t volk weer
vasten grond te geven?
Twee menschen spreken nooit met elkaar;
er is altijd een derde bij, waaraan die twee
moeten gehoorzamen, willen ze vorderen. Die
derde is de rede, de logos.
De menschen verstaan elkaar daarom, omdat
ze luisteren naar die rede.
Spr. geeft nog meer voorbeelden-a-la-Socra-
tes, om het heersehen der rede aan te duiden.
Soerates zegt
Gij sophist zegt:
aller dingen.
Ik zeg: De mensch (datgene, wat in der
menschen ziel is, de rede) is de maat aller
dingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de ge
meente Sneek,
Gelet op art. 26 der Militiewet 1901 en art. 24 van
het Koninklijk Besluit van den 2den December 1901
(Staatsblad no. 230)
Brengen ter openbare kennis, dat de Loting van hen
die in dit jaar in deze Gemeente voor de lichting 1905
der Nationale Militie zijn ingeschreven, zal plaats heb
ben in de Concertzaal alhier, op Zaterdag den 15 Oc
tober e. k., des voormiddags te 91/, uur;
dat op Maandag 17 October ter Secretarie der Ge
meente door of van wege de lotelingen aanvraag kan
geschieden voor de getuigschriften ter bekoming van
vrijstelling wegens broederdienst.
Om vrijstelling wegens eigen militairen dienst of dien
van broeders te verkrijgen, moet men overleggen een
paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uittreksel
uit het stamboek of een bewijs van werkelijken dienst;
dit bewijsstuk kan, zoo het niet reeds onder den Bur
gemeester berust, ten minste tien dagen vóór den dag,
waarop de zitting van den militieraad wordt geopend,
op de gewone Secretarie-uren bij den Burgemeester
worden ingeleverd.
Ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst
moet men bovendien overleggen een getuigschrift
van den Burgemeester, waaruit het getal zonen, tot
het gezin behoorende, blijkt.
De opgave van eene reden van vrijstelling bij de
loting ontslaat hem, die vrijgesteld wenscht te worden,
niet van de verplichting om bij den militieraad de reden
van vrijstelling in te brengen, hetgeen in elk geval bij
dit college moet worden gedaan op het daarvoor be
stemde tijdstip.
Sneek, den 1 October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
Verkiezing van leden der Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Sneek.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op artikel 10 van het Koninklijk besluit van
den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76)
Brengen ter openbare kennis: dat ten Gemeente-
huize op Maandag den 7 November 1904, van des
voormiddags 11 tot des namiddags 1 uur, eene ver-
Athene blijft nu niet meer schoon. De democratie
heerscht nu in Athene.
Spr. wil nu niet over de democratie spreken.
Eén ding wil hij echter wel zeggen: Hoe men
ook denke over democratie, de democratie der
wetenschap is uit den booze.
In Athene komen de sophisten op, die zeg
gen dat iedereen kan weten.
De mensch vergelijkt alles met zich zelf. Ik
zat zoo even onder in de veetbcot; ik zag geen
beweging. Neem ons hier: We merken niet,
dat’we met de aarde draaiën en, terwijl «we
hier stil zitten, reeds vele kilometers hebben
afgelegd.
De sophisten zeiden:
u, voor mij waar.
De overtuiging zeggen de soph., heeft geen
recht van bestaan; alleen de meening.
Ik meen bijv. Amerika is in 1492 ontdekt.
U zult zeggen: Neen, in 1493! of ’t is heele-
maal niet ontdekt.
Dit maakt me niet warm.
Maar ik ben bijv, overtuigd, dat die en die
man dertig jaren mijn oprechten vriend is, dat
hij me helpen zal, als ’t noodig is.
hiervan overtuigd uit ondervinding.
Zeg me nu, dat die vriendschap niet echt is,
dan breekt ge mijn meening niet, maar mijn
overtuiging. En dat laat me niet koud.
Overtuiging, geloof, dat laat niet koud.
Mijn overtuiging is mijn leven. Daaraan heb
ben ouders, vrienden, onderwijzers, boeken, om
geving gearbeid,
Neem die overtuiging weg uit een mensch,
uit een volk en we kunnen die mensch, dat
volk vergelijken met een streng koralen dat
door een draad wordt bijeengehouden; deze
draad wordt doorgeknipt en ’t streng koralen
is weg. Gaat de overtuiging te niet, uit een
volk, dan gaat ook dit volk te niet.
En, de overtuiging vernietigen, dat deden de
sophisten.
En daar stond nu op de markt van Athene
een sophist, om ’t kromme recht te praten,
vóór zijn leerlingen. Daar komt langzaam aan
een leelijke figuur; geen hals, een hangbuik,
uitpuilende oogen; een gedrocht. Hij gaat door
de menigte tot bij den spreker. Hij doet den
sophist een vraag en krijgt antwoord. Doet
nog een vraag en krijgt antwoord. En nog
eens en nog eens. Steeds door vraagt de kal
me Soerates. Steeds meer raakt de sophist in
de war; wordt geheel dwaas.
Doch ze
e
i
1
1
a
RCOURANT
i
«Juist.®
e
e