MMS- EK ADVERTENTIEBLAD
VOOR SKEEk EK 0I8TMEK.
ct
Uitbreiding van Onderwijs.
s
n
Bet valsche
1
I
Zaterdag 15 October 1904.
59e Jaargang.
No. 83.
8
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
FEUILLETON.
1.,
n
O
5
O
el
m
et
i-
en wij hopen
le
>f
t
Alleen
VIJFDE HOOFDSTUK.
sr
ni
id.
jn
al
m
tl
of
stroominkje in ons land,
De kinderen tot 15
eerst dan begint de
een weinig op-
b.v. ’t programma
in
it
e-
le
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
cr
c
)0
>0
•O
>0
•o
>0
•o
•0
>0
>0
10
ie-
n.
Ü-
ig
18
de
a-
a
en
Voge
»N<
zag alleen, dat hij een voornaam heer was in een fjj-
e-
ot
O
L,
Bewerkt door AMO.
n
r-
le
spaard en eenvoudig haar adres gevraagd om haar een
bezoek te kunnen brengen? Toen hij afscheid van
haar nam, was hij niet van plan het avontuur voort te
zetten en nu hij in zijn rijtuig naar de tram zat te
kijken, was hij in angstige spanning dat hij haar uit
het oog zou verliezen.
Telkens als er passagiers uitstapten, vatte hij die
goed in het oog. Dicht bij de WAhringer lijn geko
men, meende hij dat een blauw fluweelen hoedje op
de treeplank zichtbaar werd.
Ja, hij vergiste zich niet. Hij zag het lieve kind
afstappen, terwijl de conducteur de oude dame hielp.
Vervolgens sloegen moeder en dochter den weg in naar
de Schoolstraat van Wahring. Hij liet het rijtuig stil
staan, betaalde haastig den koetsier en volgde toen de
beide gestalten, die arm in arm op het voetpad voort
schreden.
Waren de straten van Weenen nog levendig, hier
heerschte in de voorstad reeds de stilte van den nacht.
Hier en daar zag men een nachtwacht of iemand, die
nog laat huiswaarts keerde evenals de beide dames,
die nu de Schoolstraat insloegen. Hij volgde ze voor
zichtig op een kleinen afstand en bleef bij een muur
staan, toen zij voor de deur van haar woning stilhielden.
Een oogenblik later waren ze in huis verdwenen.
In een wip was hij bij de deur om het huisnummer
te zien. «Schoolstraat no. 33,mompelde hij. «Goeden
nacht, EefjeIk zal je wederzien.* En gelukkig in
deze gedachte sloeg hij den terugweg in.
Weinige minuten later stond op diezelfde plaats een
man, in wien men moeilijk den bevalligen ridder von
Hoffmann zou herkend hebben, dien wij in het boudoir
der schoone Minoua leerden kennen. Het gefriseerde
haar en de goed verzorgde baard waren nu verward,
zijn gouden lorgnet was vervangen door een stalen
wordt gegeven; dat ’t zoowat onmogelijk is,
om nog analphabeten onder de recruten aan
te treffen. Ook in de kleinste plaatsen kun
nen de kinderen van lager onderwijs genieten
en zelfs in min bevolkte streken wordt er nog
voor gezorgd, dat de afstand, die de kinderen
van hun school scheidt, niet groot is.
Bovendien is er in de laatste jaren nog leer
plicht bijgekomen; het lager onderwijs wordt
gedurende zooveel jaren en tot zooveel klas
sen verplichtend gesteld. Over de werking
dezer Leerplichtwet willen we echter niet uit
weiden en alleen zeggen, dat de voorstanders
van leerplicht, door den staat opgelegd, niet
uitbundig zullen zijn in hun lof over den inhoud
en nog minder over de werking, de toepassing
dezer wet.
Men mag ook zeggen, dat op ’t gebied van
lager onderwijs in Nederland behoorlijk goed
gezorgd wordt voor de opleiding der onder
wijzers, waarvan zeer velen zorgen, zich ook
nog op speciale vakken toe te leggen.
En sedert 1863 zorgt de Wet op ’t Mid
delbaar Onderwijs er voor, dat in alle plaatsen
van eenig belang Hoogere Burgerscholen met
5- of 3-jarigen cursus zijn.
Deze wet verplicht iedere gemeente boven
de 10,000 inwoners, er een Hoogere Burger
school op na te houden. Alleen stelt ze de
gelegenheid open, in speciale gevallen daar
van vrij te zijn. Neem bijv, de groote platte
landsgemeenten, zooals men ze in Friesland,
Drente en Gelderland aantreft; gemeenten die
10, 20 en soms nog veel meer dorpen en buur
ten omvatten; gemeenten van 10,000, van
20.000, ja van nog veel meer, zelfs van 32.000
Hectares oppervlakte. Waar zouden die een
H. B. S. moeten plaatsen.
De regeering des lands heeft verder gezorgd,
dat een opleiding aan een H. B. S. steeds be
geerlijk gemaakt werd, door ze te verbinden
met een openstelling van andere onderwijsin
richtingen.
Een Wet op ’t Hooger Onderwijs stelt reeds
zeer lang ’t hebben van Gymnasia in gemeen
ten boven de 20.000 inwoners verplichtend,
terwijl men op universitair terrein de keuze
heeft tusschen meerdere hoogescholen.
Wat zijn er echter nog andere onderwijsin
richtingen bijgekomen. Vooral inrichtingen,
die meer de praktijk naderen, en met ’t oog op
’t praktisch vakleven geopend zijn. Inrichtin
gen die meest laag bij den grond blijven en
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIE
KEN te SNEEK behandelde in hare Sept.- en
October-vergaderingen de volgende uitgegane
missives
a. gunstig advies aan Z.Ex. den Min. van W., H. 4
N. inzake voorstellen omtrent aansluitingen aan de rijks-
telefoonkantoren, gesprekken, tarieven enz. Het Kon.
Besluit dienaangaande is reeds uitgevaardigd
b. aanvraag om gelden voor de kosten van verga
deringen, correspondentie enz. der Kamer, over het
loopende jaar
o. aan B. en W., houdende advies omtrent de voor-
loopig opgemaakte Kiezerslijst voor de Kamer.
2.
De volgende ingekomen stukken
a. Verslag van den toestand der prov. Friesland
b. bericht van de H. IJ. S., dat voortaan 2 of 3 lo
ketten voor plaatskaarten aan ’t station zullen geopend
worden, in voldoening aan het verzoek der Kamer
c. adres tegen de verhooging van invoerrecht op
sue cade enz.
d. een uittreksel uit het verslag van den Ingenieur
van het Stoomwezen
e. de voorloopig opgemaakte kiezerslijst, ten fine
van onderzoek en advieshieraan is gevolg gegeven,
zie uitgegane stukken letter c.
f. Staat van de Ned. Zeevisscherijen
g. afl. 8 van het tijdschrift voor statistiek hiervan
is ontvangstbericht verzonden
S'
16
in
ig
4
1
1
-
«Dat doe ik ook niet, mijnheer Vogel
toen ik u hoorde fluiten.
«Zoo? En wat deedt ge daar straks aan het open
venster? Waarom sloot ge uw venster eerst, toen
zekere jonge dame het huis was binnengegaan
«Heeft u dat gezien vroeg de jonge man, kleuren
de, alsof hij op een slechte daad betrapt was.
«Zeker heb ik dat gezien. En ik heb nog meer gezien
ook.*
«Wat, mijnheer Vogel, wat?*
«Mooi Eefje zoo noemt ge haar immers
«Zoo noemt de heele buurt haar.*
«Mooi-Eefje is niet alleen gekomen.*
«Nu ja, haar moeder was bij haar.*
«Er was nog iemand in haar nabijheid.*
«Nog iemand
«In haar nabijheid, dat wil zeggen, op een kleinen
afstand achter haar. Een voornaam heer heeft haar
gevolgd. Dat is het begin van een avontuur, dat waar
schijnlijk nog een vervolg zal hebben. Ge zult goed
doen, als ge een waakzaam oog houdt op de deugd
van mooi-Eefje.*
«Heeft u dien man misschien herkend, mijnheer
Vogel
«Neen, ik liep aan den anderen kant van de straat en
zag alleen, dat hij een voornaam heer was in een fij
nen pels.*
«Het was misschien alleen toeval, dat
«Zou het toeval zijn, dat hij zoo nauwkeurig naar
het huisnummer keek, voor hij wegging?»
«Hm, hij zou de eerste niet zijn, die mooi-Eefje na
liep, maar tot heden kan nog niemand zeggen
«Dat hij in genade is aangenomen. Misschien is de
rechte Jozef nog niet gekomen.*
Wordt vervolgd.
8)-
De voorstelling was afgeloopen en het publiek
stroomde door de uitgangen naar buiten.
Aan de voorstelling had Bruno slechts gedeeltelijk
zijn aandacht gewijd, zijn gedachten waren met iets
anders bezig. Nu kende hij den naam der geheimzin
nige onbekende, waarvan zijn oom met zooveel inge
nomenheid had gesproken. Werkelijk, zijn schildering
van haar schoonheid was niet overdreven geweest.
En toch, dit beeld verbleekte als hij aan het lieve
meisje dacht, dat ginds op de eerste galerij zat. Haar
beeld zweefde hem ook voor de oogen, toen hij de
opera verliet.
Daar zag hij ze wederHij zag, hoe ze met dë
oudere dame naar een tram snelde. Zij hielp deze
instappen en volgde toen ook ze verdween in het
rijtuig.
Verdween ze voor immer? Neen, dat mocht niet
zijn. Hij moest haar wederzien en wilde zich tege
lijkertijd zekerheid verschaffen, waar hij haar moest
zoeken.
Hij riep een huurkoetsier aan, die voor een koffie
huis stond en gaf bevel langzaam de tram te volgen,
steeds op een kleinen afstand blijvende.
Waarom had hij zich deze vreemde jacht niet be-
Wanneer men onzen tijd een tijd van voor
uitgang noemt, dan bedoelt men daarmee, dat
de algemeene beschaving zeer toeneemt; dat
ook ’t stoffelijke leven ten goede verandert;
dat de menschen zich beter voeden en klee-
den, beter wonen, kiescher worden in ’t onder
scheiden van beleefdheids- en netheidsvormen;
dat ’t kunstgevoel algemeener wordt en den
smaak der menschen veredelt; dat dus de zin
voor ’t schoone, voor mooie vormen, lijnen,
kleuren, toeneemt; dat de menschen door rei
zen, door ’t zich op de hoogte stellen van wat
er op ’t wereldtooneel voorvalt, enz., meer ’t
engburgerlijke verliezen, meer wereldburger
worden; dat de machine een steeds belangrij-
ker plaats inneemt; dat de verkeersmiddelen
en post, telegrafie en telephonie buitengewoon
zijn uitgebreid; doch ook, en niet in de laatste
plaats: dat het onderwijs in al zijn geledingen
buitengewoon uitgebreid en verbeterd is.
Niet in de laatste plaats. Neen, we mochten
dit punt wel in de eerste plaats noemen.
Immers, juist doordat het onderwijs de maat
schappij hooger verstandelijk ontwikkelt, juist
daardoor ontstaat in die maatschappij de be
hoefte naar beter leven, naar beter stoffelijk en
ander leven.
Over ’t algemeen nu kan men zeggen, dat
Nederland op onderwijsgebied in de allervoor-
ste rij der volkeren staat. Duitschland geldt
wel als de modelstaat; vooral Pruisen. Reeds
sedert een halve eeuw werd gezegd, dat Prui-
sen’s onderwijs dat land groot maakte; dat de
Pruisische schoolmeester den slag bij Sadowa
won; m. a. w., dat de meerdere ontwikkeling
den Pruisen in ’t Germanendom de hegemonie
verschafte. Ook mag Duitschland roemen op
uitstekend technisch onderwijs, op een groot
aantal universiteiten. Reeds lang is 't waar,
dat in Pruisen ’t percentage der analphabeten
onder de miliciens ongeveer met nul gelijkstaat.
Doch dat in datzelfde land ook nog niet alles
op ’t lager-onderwijsgebied in orde is, bewees de
zer dagen de klacht, dat op sommige plaatsen de
onderwijzers nog voor een veel te groot aantal
leerlingen staan, waarvan wij de gevolgen niet
behoeven uit te leggen.
Wij, Nederlanders, mogen gerust zeggen, dat
ons lager onderwijs zoo is geregeld, dat over
al in de verplichte vakken lager onderwijs
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
bril met donkere glazen. Zijn fraaie kleeren had hij
verwisseld tegen een schamele jas en pantalon, sme
rige schoenen en een ouden vilten hoed. Hij had een
dikken stok in den rechterhand en stak twee vingers
der linkerhand in den mond, waarop hij een scherp
geluid liet hooren.
Onmiddellijk daarna werd een venster van een
zolderkamer geopend en vertoonde zich de gestalte
van een jongen man.
«Is u het, mijnheer Vogel?* riep de stem van het
zolderkamertje.
«Ja, voor den duivel! Wie zou het anders zijn? Kom
maar gauw naar beneden.*
Het venster werd gesloten en de gedaante op de
zolderkamer verdween, terwijl het licht werd uitge
blazen. Een wijsje fluitende, liep de man op straat
heen en weer; daar ging de deur open en een gedaan
te, in een lichtgrijze paletot gehuld, werd zichtbaar.
«Komt ge eindelijk?» vroeg de wachtende.
«Steeds tot uw dienst, mijnheer Vogel,* antwoord
de de jonkman, terwijl hij de huisdeur sloot. «Steeds
tot uw dienst! Waar gaan wij heen?*
«Naar juffrouw Pinker, als je wilt.*
«Best, mijnheer Vogel, best! Een glas grog zal ons
goed doen, het is koel van avond.*
De jonge man wreef zich de handen en verborg
ze toen in de zakken van zijn paletot.
«Ik wou juist naar bed gaan, mijnheer Vogel, toen
ik u hoorde fluiten,* zei de jonge man na een poos.
»lk ben wat verkouden, weet u. Dat akelige weer!
’s Nachts sneeuwt het en over dag mist, dat duurt
nu al drie dagen. Daar kan ik niet tegen! Het valt
me zoo op de borst!*
«Dan moest ge niet zoo lichtzinnig zijn om ’s nachts
aan een open raam te staan.*
dit voortgezet onderwijs liever voor de aan hun
zorg toevertrouwden.
Zouden er geen ouders zijn, die denken, dat
de M. U. L. school opvoedkundig beter werkt
dan de H. B. S. of het Gymnasium?
Zouden er geen ouders zijn, die vinden, dat
de 12-, of 13- of 14-jarigen op de M. U. L.
school beter ’t karakter bewaren, dat zij moe
ten hebben, ’t karakter n.l. van kinderen te zijn
en nog te moeten blijven?
Zouden er omgekeerd ook niet zijn, die mee
nen, dat de kinderen op H. B. S. en Gym
nasium al te spoedig ’t zich-kind-gevoelen ver
liezen en te gauw studenten-in-miniatuur wor
den?
Zouden er ook niet zijn, die
zien tegen de overlading van
eener H. B. School?
En dan ook er zijn vele ouders, die hun
kinderen toch niet de geheele H. B. S. willen
laten doorloopen en ook daarom zeggen: Laat
mijn kind nog maar een paar jaren op de M.
U. L. S. blijven.
Ook bestaat er een
dat zou willen bewerken:
jaar op de M. U. L. S. en
H. B. S.-leeftijd.
dus voor de gewone ambachten dienen en ook
instellingen, die hooger, verder gaan; welker
lessen men niet kan volgen, als men alleen toe
gerust is met een matige lagere-schoolkennis.
In één opzicht zijn wij, Nederlanders, achter
lijk. Ons land kan niet een technicum aan wij
zen, zooals Duitschland er verscheidene heeft.
Het technisch hooger onderwijs is bij ons niet,
wat ’t wezen moet.
Hierin zal verandering komen
een vrij snelle verandering.
Nu de nijverheid zich uitbreidt, de electrici-
teit overal haar toepassing vindt, ’t mijnwezen
in Limburg belangrijker wordt, terwijl ook onze
overzeesche bezittingen nog steeds meer tech
nisch ontwikkelden vragen, moeten de Neder
landers zich inspannen om te bereiken, dat
meer moderne fabrieks-, verkeers- en andere
installaties in ons eigen land vervaardigd wor
den. Uit ons eigen land moeten de mannen
komen, die voor alle electrische en andere za
ken berekend zijn.
Een zeer belangrijke zaak is ook het Meer
Uitgebreid Lager Onderwijs.
In elke plaats, niet alleen elke stad, maar ook
elk dorp van eenige beteekenis wordt in één
of meer scholen dit M. U. L. onderwijs gege
ven. Men zorgt, dat aan zulke scholen onder
wijzers verbonden zijn, die door hun bij-acten
’t recht hebben, verder dan de gewone lagere
vakken te onderwijzen.
Zouden we bezijden de waarheid gaan, als
we beweren, dat, naast de begeerte naar vak
onderwijs, vooral het verlangen naar M. U. L.
O. groeit?
Zien we enkel in onze eigene stad rond.
Wij hebben een gymnasium en een hoogere-
burgerschool met vijf-jarigen cursus. En toch
is ’t niet alleen School no. I, die behoefte heeft
aan meer leerjaren. Ja, de Leerplichtwet
werkt ’t vormen van een zevende leerjaar in
de hand.
Doch zonder deze wordt toch niet alleen aan
een zevende, doch ook aan meer leerjaren be
hoefte gevoeld.
Het is een verschijnsel, dat volstrekt niet
in Sneek alleen is op te merken; neen, een al
gemeen verschijnsel, dat ook kinderen van ge
goede ouders, die met gemak op een H. B.
School of een Gymnasium konden gaan, op de
school blijven, waar voor M. U. L. O. goed
gezorgd wordt.
’t Is net of wenschen de ouders en voogden
’-
r'
Is
!G
1
-
-