t)
Bist valsche Testament
Het buitengewoon weder
limli SHS H «Wffli.
P*
59e Jaargang.
Woensdag 26 October 1904.
No. 86.
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
ij
ZEVENDE HOOFDSTUK.
f
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
in
ar
n-
?n
Bewerkt door AMO.
•dt
t
J
r-
te
id
in
t-
sr
id
n
t,
■.le
jn
id
ze
>et
ze
of
r-
.1
r
Zij was een zonnestraaltje in het kamertje, waar
zjj gewoonlijk zat te werken. De bloemen voor de ven
sters groeiden zichtbaar onder haar goede verpleging,
en als zij Hansje, haar kanarievogel, die bij het venster
hing, van eten en drinken voorzien had, wist het aardige
diertje haar zeer goed zijn dankbaarheid te toonen.
1
Verkiezing van leden der Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Sneek.
van 22,8° C. 9° F. of 41°
Doch vergelijk hier eens mee:
In de geheele streek tusschen Timboektoe
en den Indus (AfrikaAzië) is de gemiddel
de Juli-warmte 33° C. 105° F..
En in Jakoetsk (Siberië) is de gemiddelde
Januari-temperatuur 40° C. 49° F.
of 72° F. vorst.
van dit jaar trekt ieders aandacht. Op een
niet strenge winter volgde een goed voorjaar.
Vergelijk dit voorjaar eens met de lente van
1903. Toen waren we zoo verlegen met’t water,
dat nog in Mei in de groote zaal van Ami-
citia, alhier, een vergadering van belangstel
lenden werd gehouden, om te spreken over
den watersnood in ’t Friesche «Wetterlan*.
Terwijl men vergaderde, stonden de buiten
landen, en die zijn er nog al wat in ons ge
west, nog ver onder water. Men kon hier
dus niets mee beginnen. En ook de behoor
lijk ingedijkte landen hadden de slooten vol
water en de grond was er derhalve doortrok
ken van vocht; daardoor kon ’t gras niet de
goede hoedanigheid krijgen. Wijd en breed
was er reeds in de couranten geschreven over
Frieslands ongunstige watervoorziening,polder-
systeem en sluizenstelsel. Ook in de b.g.
vergadering werd druk over den nood geklaagd.
De gevolgen waren, naar men weet, gelijk
nihil. En dit kunnen we ons gewestelijk be
stuur niet al te kwalijk duiden. Het verbete
ren van een geheele provincie, wat de peil-
regeling van ’t water betreft, is geen kleinig
heid. Er staan zooveel belangen bij op ’t spel
en zooveel tegenstrijdige.
Doch genoeg hierover. Het voorjaar van 1904
was geheel anders. Het water was spoedig
de reden. »Laat mij nu ook eens aan het woord komen.
Ik heb nu eenmaal een heel bijzondere opvatting van
wat men menschelijk geluk noemt en mijn opvatting
daarvan wijkt nog al veel af van die, welke men ge
woonlijk in onzen stand vindt. De rente van mijn ka
pitaal is voldoende voor mijn behoeften als ik het be
stuur van den Rozenburg op mij neem, dan bestuur ik
uw goed, dan bewoon ik uw huis. Misschien breng ik
in dat huis ook een lief vrouwtje mee en als wij dan
in landelijke afzondering een genoeglijk leven leiden,
dan zal dat gelukkige gezin u achten en eeren als het
hoofd er van.«
»Je bent een beste jongen,* riep de oude graaf uit en
hij drukte Bruno aan zijn borst. «God zegene je voor
deze hartelijke woorden.*
»Dus geen droevige gedachten meer, oomWij wen-
schen mijnheer Wolfsohn goede reis.*
«Je hebt gelijkMaar waar ga je heen vroeg de
oude graaf, daar Bruno zich gereed maakte om uit te
gaan.
«Dat is mijn geheim,* antwoordde Bruno. «Ik kan
u alleen zeggen, dat ik van plan ben een bezoek te
brengen aan iemand, die in nauw verband staat met
ons gesprek van straks. Raad nu eens, oom. Dag oom!*
«Dag, mjjn jongen! Geluk op je pogingen! Mijn
zegen op je voornemens!*
ACHTSTE HOOFDSTUK.
11).
Zoodra graaf Leo den brief even had ingezien, ver
toonde zijn gelaat een pijnlijke opgewondenheid het
papier trilde in zijn hand.
»Wat scheelt er aan, oom?* vroeg Bruno. »Zijn er
slechte berichten?*
«Ja, mijn jongen zeer slechte van mijn ban
kier
«Heeft u verliezen geleden
»Meer dan dat. Hier lees dezen brief.*
De oude graaf reikte zijn neef het noodlottige pa
pier over, stond op, en in de kamer heen en weet loo-
pende, mompelde hij »Dat is een slag, waar ik niet
op voorbereid was.*
De brief, dien Bruno las, luidde
Hooggeboren Heer Graaf
Morgen zal op de beurs mijn faillissement bekend
worden. De val van het huis Güntherberg te Berlijn
is de oorzaak van den val van mijn huis, dat de crisis
van 1873 zoo glansrijk heeft doorstaan. Ik heb U
toen diensten bewezen, heer graaf, waarvoor U mij
meermalen Uwen warmen dank heeft betuigd. Het
doet mij innig leed, dat Uwe voordeelen van toen
geheel worden opgewogen door het verlies, dat U nu
Sjdt. Ik koester echter de hoop U later te kunnen
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op artikel 10 van het Koninklijk besluit van
den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76);
Brengen ter openbare kennisdat ten Gemeente-
huize op Maandag den 7 November 1904, van des
voormiddags 11 tot des namiddags 1 uur, eene ver
kiezing zal plaats hebben van drie Leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens periodieke
aftreding met 1 Januari 1905.
Sneek, den 1 October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA Burgemeester.
JAC. van dek LA.AN, Secretaris.
zoo laag, dat niemand meer over te veel kon
klagen. De buitenlanden waren er flink bo
ven en konden spoedig een behoorlijken hooi
oogst leveren. Alles deed een uitmuntend jaar
voorzien. Doch ’t bleef droog en in plaats
van een uitmuntenden kregen we een excep-
tioneelen zomer. Warmte genoeg en regen
te min. Zoo snikheet kon ’t niet zijn,
meer dan eens, soms dagen achtereen, een
maximum-temperatuur van over de 80° F. in
de schaduw dat een buitengewone onweers
bui volgde met een overvloedigen weldoenden
regenval als gevolg, ’t Was droog en ’t
bleef droog. De meeste greidboeren hadden
reden tot klagen, ’t Was’n bedroevend gezicht,
als men de hooger gelegen weilanden zag.
De slooten zagen er uit, alsof ze nooit gediend
hadden om water te bergen. En ’t land zag
er uit, alsof er nooit wat op zou kunnen
groeien; van een groene graskleur was niets
te zien. Gelukkig waren de lagere greidlan-
den en vooral de buitenlanden er niet zoo erg
aan toe. En de land- en tuinbouw had in
Nederland een vrij goed jaar, gaf reden tot
tevredenheid, zooals de troonrede zeide.
Doch wat de greide betreft, is ’teen goede
zomer geweest en ’t wordt zeker een goede
winter voor de lijnkoekhandelaren
Voor de scheepvaart was en is ’t nog een
min jaar; maanden achtereen heeft ’t water in
ons gewest twintig a dertig centimeter beneden
Friesch Zomerpeil gestaan. Vele opvaarten
en kleinere vaarten liepen gedeeltelijk droog
of waren onbruikbaar. En ook onze groot-
scheepsvaarwaters (respect voor den deftigen
naam!) strekten de groote schepen en booten
tot last, die niet met volle lading konden
doorvaren en vaak met gebroken lading de
plaats hunner bestemming niet konden be
reiken.
In Duitschland was ’t al niet beter dan in
ons land. Een rivier als de Elbe, waarop nog
al druk gevaren wordt, liep zoo droog, dat
een groot deel van de scheepvaartbeweging
moest stil staan.
Ook de drinkwaterquaestie trad weer op
den voorgrond. Men gevoelde weer ’t gemis
eener behoorlijke waterleiding. Men hoorde
weer van «haal water
En thans zitten we dik in den herfst. Eenige
buien hebben ten minste toch drinkwater ge
leverd. Einde October en ’t is zoo zoel, dat
men er haast over klaagt. De winterkachels
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
>r-
y-
»ls
ze
vij
en
lat
Mooi-Eefje noemde men haar in de buurt, maar de
lieden gaven haaf ook nog een anderen naam. Was
het bewondering van haar schoonheid, of de nijd der
jonge meisjes, die haar den bijnaam «de prinses van
Wahring* verschaft had? Daar Mooi-Eefje volstrekt niet
hoogmoedig was, gelooven wij het eerste.
Misschien ook had een onbestemd gerucht dat de
tongen der oude vrouwen van Wahring meermalen
in beweging had gebracht, er veel toe bijgedragen
het jonge meisje dezen titel te verschaffen.
Haar naam was Genoveva Nisser, doch de lieden, die
beter onderricht waren, vertelden, dat zij volstrekt niet
de dochter van de goede oude juffrouw Nisser was, op
wie zij dan ook niemendal geleek. Men zei, dat ze
door hsar pleegdochter als kind was aangenomen, om
haar een eerlijken naam te verschaffen, maar dat zij
inderdaad de dochter van een graaf of prins was, die
wegens den tegenstand zijner familie zijn geliefde
niet naar het altaar geleid had en dat deze daarom
van verdriet was gestorven. Haar vader zou in den
oorlog van 1866 den dood gezocht en gevonden heb
ben. Voor zijn kind had hij, naar men verzekerde,
een kapitaal vast; juffrouw Nisser leefde van de ren
ten, en dit verklaarde, waarom zij als weduwe van een
kantoorschrijver in zulke goede omstandigheden ver
keerde.
Zij, die beweerden met het verleden van juffrouw
Nisser bekend te zijn, wisten een romantische ge
schiedenis te vertellen en al verschillen die verha
len een weinig, in hoofdzaak kwamen ze hier op
neer:
In vroeger dagen had juffrouw Nisser twee ge
meubileerde kamers verhuurd aan een tooneelspeelster,
wie het gelukte het hart van een prins te veroveren.
In het leven dezer schoone tooneelspeelster was
O. (dus minder dan
Januari), de koudste maand 17,2° O. of 31
F. vorst, de warmste maand -j- 18,6°C., dus
ruim onze Juli.
Te Moskou (553/4° N.B.) is dejaarw. 4,1° C.
(Januari —10,9° C. of 20° F. vorst, Juli
staan reeds, omdat’t de tijd is, maar’t is zelfs ’s
avonds en ’s morgens nog haast geen kachelweer.
Als't zoo doorgaat, zitten we in ’t hartje van
den winter, zonder dat we ’t weten.
En als er al winter komt en de regen blijft
ons vergeten, moeten we bij ’t schaatsenrijden
de buitenlanden vermijden, die er bijkans een
halven meter boven staan.
We hebben dus dit jaar een buitengewoon
jaar. En ons land heeft anders al een zacht
klimaat. Want er zijn weinig landen, op de
zelfde breedtegraden gelegen, die zoo’n hooge
gemiddelde (jaar-) temperatuur hebben en
vooral ook, die zoo weinig verschil tusschen
zomer- en wintertemperatuur aanwijzen. La
ten we dit eens door voorbeelden staven.
Ons land mag op zijn weersgesteldheid roe
men, zoowel op de betrekkelijke warmte als op
de vochtigheid.
Ook hebben we hier geen last van cyclonen,
van aardbevingen en vuurspuwende ber
gen.
’t Is waar, ieder hecht aan zijn land: de
Javaan of Neger vindt ’t bij ons veel te koud
en te triest, en de Eskimo of de Samojeed
zou hier vrees kunnen voeden voor smel
ten.
Maar wat we willen zeggen en met cijfers
staven is dit: Nederland is niet te koud en
niette warm; niet te nat en niet te droog en
vooral ook: de temperatuurverschillen zijn
niet zoo groot als in vele andere landen.
Getallen zijn wel vervelend, doch ook wel
sprekend. Daarom zullen wij er eenige noe
men.
De gemiddelde jaarwarmte van ons land is
10u Celsius =50° Farenheit, de gemiddelde Ja
nuari-temperatuur is 10 C. 340 F., dus nog
boven ’t vriespunt. Vorst is dus bij ons een
abnormale toestand. De gemiddelde Juli-
warmte is 18° C. 64° F. De eerste 10
dagen van Augustus zijn de warmste, dan is
’t gemiddeld 19° O. of 65° F.
Men heeft in ons land wel 94° F. in de
schaduw waargenomen en ook wel een koude
F. vorst.
’t Winipegmeer (in N. Amerika, op
N.Bdus zuidelijker dan ons land, is
(T Zdiia minHar cl ar» OHZ0
0
vergoeden, wat U thans door het faillissement van mijn
huis verliest. Met den eerst vertrekkenden trein ga
ik naar Parijs, naar mijn broeder, en ik vlei mij, dat
hij mij behulpzaam zal zijn ia het verlorene terug te
winnen. Natuurlijk zal ik bij welslagen alles ver
goeden, wat U thans door den val van mijn huis verliest.
Aanvaard de verzekering der bijzondere hoogach
ting van
Uw dienstwilligen dienaar,
Isidor Wolfsohn.
»Hm,« zei Bruno, «dat is geen aangename tijding.
Verliest u veel, oom?*
«Bijna mijne geheele vermogen in portefeuille. Ik
had het Wolfsohn toevertrouwd, omdat hij me in 1873
werkelijk voor groote verliezen heeft bewaard.
Algemeen wordt hij geacht als een voorzichtig han
delsman, maar het schijnt, dat de val van het Berlijn-
sche huis de oorzaak is, dat ook het zijne valt.
Ik denk meer aan jou dan aan mijzelf als ik over
dit ongeluk jammer. Als ik dit huis verkoop dat
me nooit recht bevallen heeft en op mijn landgoed ga
wonen, dan kan ik van mijn inkomsten wel leven en
ik heb niets te ontberen. Maar jij, mijn jongen ik
had je zoo gaarne een onbezorgde toekomst gegund
«Maar, beste oom
«Laten wij kalm de zaken bespreken, zooals ze nu
gelegen zijn, Bruno,* vervolgde de oude graaf. «Je
hebt van je vader slechts een klein vermogen geërfd,
waarvan je nauwelijks vierduizend gulden ’s jaars aan
rente ontvangt. Met dit oogenblik te beginnen kan je
niet meer rekenen op een toelage uit mijn kas, maar
ik ben bereid je nu reeds het stamgoed af te staan, dat
je na mijn dood toch erven moet, als je me een rustig
hoekje in je huis wilt toestaan
«Genoeg, oom,* viel Biuno thans den ouden graaf in
Men moet hierbij in aanmerking nemen,
dat ’t op enkele plaatsen in Azië en Afrika
gemiddeld nog warmer is.
En ook de uitersten zijn veel erger. Men
heeft in ronde getallen in heete streken 70°
C. 158° F. hitte waargenomen en in Sibe
rië een koude van bijna 70° C., dus wel zoo’n
120° gewone graden vorst.
Wat zijn we dus in ons land ver van de
uitersten af en toch meenen we soms reeds
recht te hebben op klagen over te warm en te
koud.
Natuurlijk neemt, in ’t algemeen, de warm
te toe naar den kant der evenaar en af naar
de pool. Ons land nu, dat gemiddeld op 52°
noorderbreedte (N.B.) ligt, bevindt zich dich
ter bij de noordpool dan bij den evenaar,
maar toch niet erg dicht bij.
Vergelijken we nu eens ons land met stre
ken, die op ongeveer gelijke N.B. gelegen
zijn, dan zijn alleen in Ierland en Groot-
Brittanje plaatsen, die iets noor der lijker lig
gen en toch dezelfde warmte hebben. Maar
anders moeten alle streken van gelijke breedte
’t verliezen.
Onze jaartemperatuur is gelijk met ’t noor
den van de Krim (46° N.B.) in Zuid-Rusland;
ze is gelijk met ’t Japansche eiland Jeso, dat
10° zuidelijker ligt en met 't Ohio-dal (inde
Vereenigde Staten), dat 12° zuidelijker ligt
Met ons land liggen op dezelfde breedte
graad: Labrador, Kamtsjatka en Vuurland,
waar de gemiddelde jaarwarmte gelijk is aan
’t vriespunt.
Bij Port-Arthur, waar men meer dan 13°
zuidelijker woont dan wij hier, vriest de zee
geregeld dicht.
Ons land op plm. 52° N.B. gelegen, heeft
dus een jaartemperatuur van 10° C., terwijl
warmste en koudste maand 17° C. verschil
len.
Te Sitka in Amerika (a/d Grooten Oceaan),
op 57° N.B. is de jaarwarmte 6,2° C. (koudste
maand 0°, warmste 13,2°). Dit is dus ook
goed.
Aan
50
de jaarwarmte 0,8
'U
i
Kt
>e-
»8-
sne
De
in
de
an
ng
4
ird
an
ip-
ce
II
mhws- im apïmimm
I
d
R COURANT
'X
Jgry