MEOWS- KJ IhimWlKBLl»
Eet r&hehe Tsstzment.
VOOR SUEEK KJ OISTRKKKJ.
j
Op ’t kantje af.
Woensdag 2 November 1804.
59e Jaargang.
No. 88.
£1
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
FEUILLETON.
>rij
'dt
R..
aangewezen bemiddelaar
mo-
NEGENDE HOOFDSTUK.
Wordt vervolgd.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
zich in een vroegeren Egyptischen,
thans Britschen invloedssfeer vestigen?
m
ir
te
3 4
ird
ran
ip-
te
:e
d
n
as
me
De
in-
ide
ran
>r-
iy-
als
ize
vij
en
lat
n-
en
■lie
b jn
id
ze
ze
of
Bewerkt door AMO.
Verkiezing van leden der Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Sneek.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op artikel 10 van het Koninklijk besluit van
den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76)
Brengen ter openbare kennisdat ten Gemeente-
huize op Maandag den 7 November 1904, van des
voormiddags 11 tot des namiddags 1 uur, eene ver
kiezing zal plaats hebben van drie Leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens periodieke
aftreding met 1 Januari 1905.
Sneek, den 1 October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
is mevrouw Nilson u bevallen Och, hoe kan ik
dat vragen Iedereen was in verrukking 1 Heeft u
misschien nog grootere zangeressen gehoord
Hij antwoordde niet dadelijk op deze vraag, want
hij was geheel verdiept in de aanschouwing van dit be
koorlijk schepsel. Hij had in dit kamertje in de voor
stad een nieuwe wereld ontdekt, klein en eng maar vol
poëzie. Zoo iets was dus mogelijk in een stad, waar
hij slechts twee soorten van vrouwen had leeren ken
nen, nl. de vrouwen volgens het vereischte gangbare
model van onze samenleving en de vrouwen, die door
haar buitensporige natuur alle vrouwelijke bekoorlijk
heden verloren hebben. Terwijl zij sprak, had hij haar
nauwkeurig gadegeslagen en zijn ervaren oog had niets
ontdekt van die coquetterie, welke zich dikwijls ver
bergt achter het masker der naïveteit. Neen, zij was
zuiver natuurlijk Was hij gisteren reeds betooverd,
toen hij uit de verte dit schoone meisje kon beschou
wen, nu hij in haar on middellijke nabijheid was, stond
hij geheel onder den invloed van haar frissche be
koorlijkheid.
«Misschien wel,« antwoordde hij eindelijk. «Ik zou
u Patti kunnen noemen, maarlaten wij liever over
iets anders spreken. Met u wil ik alleen over u zelve
spreken. Verhaal me toch van alles wat u bezighoudt,
hoe u leeft. Brengt u ook den zomer in deze be
dompte nauwe straat door
Peinzend over den zin van deze vraag keek zij hem
een oogenblik onderzoekend aan. Stelde hij dan wer
kelijk belang in hetgeen haar betrof.
geland had, sedert 1882 Egypte
macht onbegrijpelijk, dat de
gendheden dit konden toelaten
eens had ’t getracht Egyptisch
gebied van Khartoem, dat eens
behoord had, te bezetten.
In ons vorig blad beschreven we beknopt
’t ernstig conflict, dat door ’t vreemde op
treden der Russische Oostzee-vloot tegen
Engelsche visschers in de Noordzee ontstaan
was, en meldden we, hoe Roschdestwenski in
de Spaansche haven Vigo lag en vandaar
seinde, dat hij bij de Engelsche visschers
twee torpedobooten had gezien. In Engeland
heerschte een oorlogzuchtige stemming. De
kolossale Engelsche vloot werd strijdvaardig
gemaakt^èn in Engeland-zelf, èn te Gibraltar,
èn in de Middellandsche zee.
Engeland sloeg nu weer een toon aan als
voor enkele jaren tegenover Frankrijk. Het
merkwaardigst was bijna, dat in de Britsche
bladen beweerd werd, dat al wat Engelsch
spreekt, ziclr bloedig beleedigd rekende.
Men rekende dus op een front maken van
de Vereenigde Staten aan de Engelsche zijde.
We mogen beweren, dat Engeland thans
meer recht had op ’t aanslaan van zijn be
kenden John Bull-achtigen toon als toen.
Destijdswas ’t de quaestie:
goed deel van Afrika den baas spelen.
onder zijn
andere
en reeds
Soedan, het
bij Egypte
Dë Britsche gene
raal Gordon had er zijn leven bij gelaten.
ring aan hetgeen ons gisteren is overkomen en aan
al het schoone, dat wij gezien en gehoord hebben.
Maar dat beteekent niemendal voor een voornaam
heer, die van het eene vermaak naar het andere
snelt en die den volgenden dag zoo’n klein avontuur
vergeten heeft, waar wij nog lang aan denken.«
«Maar mijn komst hier is toch zeker wel het bewijs,
dat ik zoo’n klein avontuur niet vergeet.»
»U heeft gelijk wij zijn u daar dankbaar voor*,
zei Eefje, die haar werk weer opvatte.
«Dan moet u mij niet verkeerd beoordeelen, juffrouw,*
vervolgde de jonge graaf, die haar slechts bekend was
onder den naam Thurnfels. «Ik behoor niet tot de lie
den, die verzot zijn op vermaken.
Wellicht zou u daarom gaan denken, dat ik ver
zadigd ben van de vermaken, die door anderen zoo
ijverig worden nagejaagd, maar dat is niet zoo,
ik heb er nooit smaak in gehad.*
»Dat kan men u wel aanzien, mijnheer von Thurn
fels,* viel de oude in. Bij den eersten blik ziet men
wel, dat u niet is als andere lieden, die alleen voor
hun pleizier leven.
In uw wezen ligt iets deftigs, dat eerbied inboe
zemt. Waarschijnlijk is u niet ouder dan mijn zoon
Karei, maar wat een groot verschill Maar ziet u,
mijn jongen is een echte Weener knaap, die liever
in het koffiehuis zit dan ernstig te arbeiden.*
En juffrouw Nisser, die zich onder het spreken
weer opwond, begon nu aan haar bezoeker haar hart
uit te storten en over de lichtzinnigheid van haar
zoon te klagen.
Bemerkte zij eindelijk aan de verlegenheid op Eef-
jes gelaat, dat zij van dingen sprak die haar gast geen
belang inboezemden, of begreep zij eindelijk dat de
jongelieden gaarne een oogenblikje alleen wilden zijn?
de Russische minister
Russischen gezant te Lon
den, van Zarskoje-Selo ft verblijf des Czaren)
uit, ’t volgend telegram:
»Daar onze keizer wenscht, over alles wat
in de Noordzee gebeurde, de grootst mogelijke
helderheid te verkrijgen, houdt hij het voor
noodzakelijk het zorgvuldig onderzoek van
de quaestie aan een internationale commissie
van onderzoek, als waarop in de Haagsche
conventie gedoeld is, op te dragen. Op aller
hoogst bevel draag ik Uwe Excellentie op aan
de Engelsche regeering dezen vorm van op
lossing der quaestie voor te leggen.
De gezant antwoordde denzelfden dag:
Hoe dit zij ze wendde drukke bezigheden voor om
zich aan het gesprek te onttrekken en verliet de kamer.
«Heeft u een broeder vroeg de jonge man, zoodra
de oude juffrouw weg was. »En is dat uw geheele
familie
»Ja,« antwoordde Eefje. «Maar vóór den middag
heeft hij bezigheden, ik weet niet eens waar, als secre
taris van een hooggeplaatst ambtenaar, geloof ik.
Moeder heeft wel gelijkhij is wel een beetje licht
zinnig, maar hij is zoo goed van aard dat men niet
recht boos op hem kan worden.*
«Dan is u zeker wel veel alleen, juffrouw Eefje
Zoo mag ik u immers wel noemen
Zij knikte en lachte hem vriendelijk toe.
«Zeker ben ik veel alleen* antwoordde zij toen,
«maar geloof daarom niet, dat ik mij verveel. Ik heb
gelukkig een goed humeur en ik stel belang in alle
kleinigheden, die voor anderen niets te beduiden heb
ben. De bloemen hier aan het venster, die ik begiet,
mijn vogeltje, dat ik verzorg. Stil toch Hansje, wat
maakt dat beest een leven als hij hoort spreken
mijn naaldwerk en een goed boek en dan eens uit-
kijken op straat het is samen genomen nog niet
veel, maar ik heb toch bezigheid en ik denk dat men
toch wel een recht voorname dame moet wezen om zich
te kunnen vervelen. En dan leven wij ook niet zoo
van de wereld afgesloten, dat ik me eenzaam kan ge
voelen. Wel komt het zelden voor dat we naar de
opera gaanik had gisteren dat genoegen omdat ik
pas kort geleden jarig was. Wat heb ik mij de oogen
uitgekeken
«Ik heb u gezienviel Thurnfels in. «Heeft u het
niet opgemerkt?*
«Ik moet neen zeggen,* antwoordde zij, terwijl zij
de oogen neersloeg, «maar toch bemerkte ik wel
Wie zou in een
En-
13).
Eefje wilde hierop antwoorden, maar de spraakza
me oude liet haar niet aan het woord komen.
«Neem toch plaats, mijnheer von Thurnfels,* zeide
zij, op de sofa wijzende, «neem toch plaats. Alsof u
nog een verontschuldiging noodig hadt, als zoo’n net
heer uit de stad zulke geringe lieden buiten in Wab-
ring komt opzoeken.*
«Met uw verlof* hij nam een stoel en nam
plaats tegenover het meisje, dat bij ’t raam zat.
«En hoe vriendelijk van u, mijnheer von Thurnfels
dat u onzen welstand komt vernemen,* vervolgde de
oude. «Ik was hevig verschrikt en den geheelen
avond zag ik de koppen van de paarden voor me,
maar nu vermindert dat al en er blijft niets over Van
het geheele voorval dan de dankbaarheid, dien we
onzen redder schuldig zijn. Niet waar, Eefje? Maar
waarom zeg je heelemaal niets?*
«Wel, u laat meniet aan ’t woord komen,* gaf Eef
je lachend ten antwoord. «Ik dank u ook wel voor
de aangename verrassing van uw bezoek.*
«Was het werkelijk een verrassing voor u? Hadt
u mijn bezoek niet verwacht?*
Zij schudde het hoofd. «Zulke eenvoudige lieden
als wij,* zei ze, «die leven nog lang in de herinne-
en dooden, met het verhaal van den Russischen
aanval, van ’t gezonken schip, enz.
Terwijl de Engelsche natie in een soort
kookhitte-stemming was, kwam van Russi
sche zijde een voorloopige betuiging van leed
wezen en kreeg de Britsche gezant te Sint-
Petersburg te hooren: Ja, we weten niet waar
’t Oostzee-eskader is, hebben er geen verbin
ding mede en moeten eerst bericht van Rosch
destwenski hebben.
Eindelijk kwam van dezen admiraal bericht,
dat hij in de Noordzee torpedobooten gezien
had, die misschien een nachtelijken aanval op
de kostbare Russische schepen beoogden en
dat de Russen op deze vijanden geschoten
hadden.
Dit bericht was niet in staat om een natie,
die gewoon is, de zee te beheerschen en die
reeds vier dagen in kookhitte-stemming ver
keerde, tot kalmte te brengen. Integendeel
Was ’t niet, alsof die lompe Russische beer
er alles op aanlegde, om die ziedende natie in
oververhitte koortsstemming te brengen
Eindelijk Vrijdagochtend vertelden de te
legrammen dat men ’t over verontschuldiging
en schadeloosstelling eens was, doch dat de
derde Britsche eisch ’t bestraffen der
schuldige Russische officieren door Rusland
werd afgewezen, omdat dit ingreep in de
souvereinen macht des Czaren.
Daar stonden twee machten in een onmo
gelijke verhouding. Hoe kon men uit de im
passe komen?
Frankrijk schijnt als bemiddelaar geholpen
te hebben; Frankrijk, de bondgenoot van
Rusland en sedert eenige maanden, de vriend
van Engeland; de
dus.
Vrijdag richtte
Lamsdorff aan den
Bij dit No. behoort een Bijvoegsel.
Nu was voor enkele jaren lord Kitchener juist
bezig dit gebied voor goed te veroveren,
toen een Fransche expeditie, uit ’t Westen
met groote moeite opgerukt, tot Fashoda,
in ’t Khartoemsche doordrong en zich dus
dwars in de Britsche route nestelde. Vree-
selijk ging Engeland te keer. Frankrijk zou
en dus
Ge
ducht roerde zich de Britsche luipaard. De
bladen schreven opgewonden artikelen. Met
koortsachtigen haast werd in de oorlogsha-
vens gewerkt.
Wat deden de Franschen? Zij trokken zich
deemoedig terug. De Fransche expeditie, die
door lord Kitchener’s overmacht met- vernieti
ging bedreigd was, trok zich terug en liet het
rijk van Khartoem, ’t rijk van den Madhi,
aan Engeland over.
Toen was ’t dus een brutale machtsquaes-
tie.
Thans echter waren eenvoudige Britsche
zeevisschers onnoodig door Russische oorlogs
schepen gedood.
Reeds was de verhouding tusschen Rusland
en Engeland zeer onvriendelijk. Engeland
gold als de groote ophitser van Japan tegen
Rusland en had zich een paar jaar te voren
zelfs met het land der Rijzende Zon verbon
den.
Voeg hierbij, dat vooral de Engelsche han
del (in contrabande) last had van Russische
oorlogsschepen. Voeg hier nog bij dat sche
pen der zoogenaamde Vrijwillige vloot uit de
Zwarte Zee onder de handelsvlag door de
Dardanellen gevaren waren, lang niet met
Britsche goedkeuring, en dat diezelfde sche
pen met de oorlogsvlag in top in de Roode
Zee kruistenen vooral Engelsche schepen aan
hielden. Dit gaf reeds een ernstig conflict,
dat een oorlogszuchtige stemming te weeg
bracht.
En na ’t verdwijnen van dit geschilpunt
gingen de Russen steeds door met het aan
houden van Engelsche handelsvaartuigen.
Luide riepen de Britten, dat Rusland den
Britschen handel onmogelijk wilde maken ten
voordeele van die gehate Duitschers, die met
hun industrie en met hun handel den Britten
reeds lang en steeds meer verwenschte con
currenten waren.
En nu stel u voor ’t aankomen van de
Britsche visschers te Hull met de gewonden
«Ik deelde heden aan lord Lansdowne mede,
wat uwe Excellentie mij opdroeg in het tele
gram van Zarskoje-Selo. De Engelsche regee
ring neemt het voorstel aan, om het voorgeval
lene op de Noordzee aan een internationale
commissie van onderzoek, als waarop in de
Haagsche conventie gedoeld wordt, te onder
werpen*.
En een telegram van Zondag beweert reeds,
dat ’t scheidsgerecht te Vigo reeds is aange
vangen aan boord van een Engelsch oorlogs
schip.
Denkelijk zal ’t gerecht bestaan uit Engel
sche, Russische, Fransche, Duitsche en Itali-
aansche vlagofficieren.
Een ander bericht zegt, dat de Britsche
gezant Zondag een langdurige audiëntie bij
den Czaar had.
Als er nu geen kink in den kabel komt mag
de heele wereld uitroepen:
Three cheers for Peace.
Vrijdagavond laat kon men in Londen de
ontspanning op de gezichten der menschen
lezen.
Of men in Engeland nu niet een beetje
ontnuchterd is
Eerst een groot geweld; eerst opwinding
van ’t publiek; eerst opwinding door de «gele*
pers. En nu de ontspanning, de herademing.
Men is in Engeland wat te hard van stapel ge-
loopen. Rusland heeft zich niet, als Frank
rijk met de Fashodazaak, laten intimideeren.
Dit scheidsgerecht, zegt bijv, de «Standard*,
kan Roschdestwenski en de zijnen ook wel
gelijk geven.
Hoe spijtig komt dit er uit.
Velen zullen in Engeland ontevreden, mis
noegd zijn.
Dat een vreemde rechtbank in een vreemd
land te beslissen zal hebben over zaken, die
’t Engelsche hart zoo van nabij raken, en
waarover men zoo druk was, vindt men «shoc
king.» Men eischt voor ’t minst, zooals bijv,
de »Pall Mali* in een hartstochtelijk artikel,
dat admiraal Roschdestwenski te Vigo zal
moeten blijven, tot alles in ’t reine is. En
wat blijkt? De Russische schepen varen ge
woon door, alsof Engeland geen vijf dagen lang
razend is geweest.
Tusschen haakjes gezegd, is ’t voor Rusland
gelukkig, dat de zaak zoo loopt. Anders had
de Oostzee-vloot een leelijke pijp kunnen roo-
ken.
ADVEBTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
;r
d
i
en
■et
U).