NIEUWS- i JPVMWimA» Een nieuw Vredescongres. I i I WK SAM EJ MSTMBl Het vaJsclw Testament. J I 2Wo. 89. Zaterdag 5 November 1904. 59e Jaargang. I I Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieels Advertentie. FEUILLETON. 1 Kantongerecht te Sneek. i I TIENDE HOOFDSTUK. I NEGENDE HOOFDSTUK. wel Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1T t Bewerkt door AM0. Verkiezing van leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken te Sneek. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, Gelet op artikel 10 van het Koninklijk besluit van den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) Brengen ter openbare kennisdat ten Gemeente- huize op Maandag den 7 November 1904, van des voormiddags 11 tot des namiddags 1 uur, eene ver kiezing zal plaats hebben van drie Leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens periodieke aftreding met 1 Januari 1905. Sneek, den 1 October 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. land is, dat ’n oorlogsvloot heeft, die tegen min stens twee der grootste vloten van andere landen is opgewasschen, dat de grootste han delsvloot heeft, dat overal zijn bezittingen heeft, overal zijn ware en vermeende belangen heeft te verdedigen. Merkwaardig was ook, dat op ’t Congres zou gestemd worden per staat. Siam had dus evengoed een stem als Rusland, Montene gro evengoed als Engeland, Luxemburg even goed als Duitschland. En toen is ’t Vredescongres bijeengekomen. Ieder land zond zijn vertegenwoordigers en een schitterende rij van hooge, aanzienlijke en geleerde mannen kwam in onze hofstad te zamen. ’t Oude, eerwaardige Huis ten Bosch werd de zetelplaats van de hooge vergadering. De Russische afgezant leidde de generale zit tingen. Hadden de vergaderingen resultaat? Niet overdreven veel, mag men zeggen, maar toch ook niet te weinig. Bepalingen werden verbeterd over neutra liteit, over ’t gebruik van wapenen en ontplof - fingsstoffen en over nog vele andere zaken, ’t Belangrijkste was misschien, dat er een wereldscheidsgerecht werd ingesteld, een Ar- bitrage-hof, dat te ’s-Gravenhage zou zetelen. O. a. werd ook uitdrukkelijk bepaald, dat ’t aanbieden van scheidsgerecht nooit door een oor logvoerende als onvriendelijke daad mocht worden beschouwd. (Dat dit een wassen neus is, kan ieder begrijpen en ’t komt ook niet voor, dat een aanbod van arbitrage op deze wijze geschiedde. Dit onvriendelijk zijn van zoo’n daad is toch niet door geschreven wetten te bepalen.) En daarna gingen de afgezanten weer naar hunne haardsteden terug en de op-vrede- hopende wereld voelde zich teleurgesteld. Er was wel iets bereikt, maar niet dat, wat zij hoopten. Den Haag, dat zoo welwillend ’t congres ontvangen had, werd uitgekozen om de zetel plaats van ’t nieuwe Arbitragehof te zijn en de aartsrijke Amerikaan Andrew Carnegie zond zijn koninklijke gift, bijna 4 millioen gulden, om ’t nieuw geboren kind een waar dige woning te kunnen bereiden. Wat een geld voor één gebouw, zal menig een meenen. Als ’t stichten van zoo’n Vredespaleis ook maar gedeeltelijk het behoud van den vrede tracht te regelen. Hij wil, naar het schijnt, een soort van wereldcontróle op de strevingen der verschillende regeeringen. Schoone ge dachte Heerlijk droombeeld misschien Terwijl men vooral in Amerika al wat be gon te schimpen op de Hollandsche slakken natuur, en insinueert, dat de Nederlandsche regeering onder Kuyper’s leiding van dit Vredespaleis zoekt af te komen, leest men plotseling een bekoorlijke tijding, uit Amerika overgeseind De Nederlandsche regeering zou H. M.’s gezant te Washington hebben opge dragen aan president Roosevelt te verklaren, dat de Nederlandsche regeering gaarne een tweede Vredescongres gastvrijheid zou verlee- nen en dan tevens de heeren congresleden zou uitnoodigen den eersten steen van het te stichten Vredespaleis te leggen. Wat zal men van al deze dingen zeggen. Wat zullen Rusland en Japan met deze Roo- seveltsche boodschap aanvangen? Of is ’t werkelijk de bedoeling, om scheidsrechterlijk tusschenbeide te kunnen komen in den Oost- Aziatischen reuzenworsteling; dat wordt een heel karwei; groote staten laten zich niet graag hinderen, als ze eenmaal aan ’t oorlo gen zijn. Dat, ondanks ’t gedurig oorlogen en ’t uit breiden der vloten en legers, en ’t uitvinden van verbeterde vernielingsmiddelen, deels ook juist hierdoor groeit de arbitrage-idee. Wat ook de intenties van Teddy Roosevelt mogen zijn, we hopen, dat een nieuw Vredes congres geen comedie moge blijken, vooral niet door ’t ontbreken van heilzame gevolgen. - e n 1 1 ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 14). «Welzeker,* antwoordde zij, het oog weer op haar werk richtende, »wij zijn niet rijk genoeg om den zo mer te Ischl of te Baden-Baden door te brengen. Ik ben niet verder geweest dan Brunn; daar woont een zuster van mijn moeder. Als wij ’s Zondags een groot uitstapje doen, dan gaan wij naar Weidlingau of naar Brüll bij Mödling. Maar één keer zijn we toch op den Semmering geweest. Dat was een pret voor me, zoo bergopwaarts! U kan wel begrijpen, dat het voor moeder zoo gemakkelijk niet was.« Verder vertelde ze, dat ze ’s zomers wel gaarne buiten zou wezen, maar nu het eenmaal niet kon, gevoelde zij het ge mis niet al te zwaar. Achter ’t huis had zij een tuin tje, dat moeder voor een billijken prijs had gehuurd. In de lente had zij daar drukte genoeg met het planten van bloemen en het zaaien van groenten, maar in den zomer was het ’s avonds wel prettig in het prieel te zitten. Ook zocht zij dan dikwijls een vriendin op, wier familie den zomer op een villa te OberDöbling doorbracht, en op feestdagen deed zij met moeder en Karei kleine uitstapjes naar Dornbach, Hutteldorf of Weidlingau. «Ja het is daar wel veel mooier dan hier in de stoffige straten,* be sloot ze, »en ik gevoel me weer zoo gelukkig als hij vertrokken was. In gedachten verzonken zwierf haar blik droomerig rond. Eindelijk klaarde haar ge laat op en fluisterde zijGod is mijn getuige, dat ik niet met slechte gedachten hier gekomen ben En een glimlach van geluk speelde om haar mond. Terwijl Eefje daar in zalige droomen bij het venster zat, was de jonkman, die op de zolderkamer boven haar woonde, aan de grootste onrust ten prooi. Nadat hij dienzelfden nacht nog aan het valsche testament was begonnen, had hij tegen den morgen zijn legerstede opgezocht. Rust vond hij echter niet zoodra hij ingesluimerd was, zag hij politie-agenten, die hem vervolgden. Toen hij eindelijk wat langer indommelde, speelde zich voor zijn geest een geheel tooneel voor de rechtbank af, waarbij hij als beschul digde figureerde. Met den uitroep»het is voor de laatste maal,« was hij eindelijk uit het bed gesprongen om weer aan het werk te gaan. Daar zat hij nü den geheelen voormiddag te werken zonder iets te gebruiken dan een kop kof fie, die de huisjuffrouw hem gebracht had. Met de grootste zorgvuldigheid kweet hij zich van zijn taak. Twee-, driemaal, soms zelfs wel zeven of achtmaal teekende hij een letter op een afzonderlijk blad papier na, voordat hij die iu het valsche testament plaatste, dat gravin Minona Czerny tot eenige erfgename van haar overleden echtgenoot moest maken. Hjj hield de deur van zijn kamer gesloten en hij schrikte, als hij gedruisch op de trap hoorde. Ieder oogenblik vreesde hij, dat de politie kwam om hem gevangen te nemen. Zijn boos geweten liet hem geen rust, totdat hjj eindelijk op weg ging naar den man, kon bevorderen, zou ’t niet te veel zijn. Maar sedert ’t vredescongres zijn twee vrije republieken in Zuid-Afrika door een ge weldige Britsche overmacht en ten koste van een paar milliarden guldens beroofd van hun vrijheid. En wat is er sedert al niet meer geweest En thans is de Czaar, die ’t initiatief nam tot het houden van ’t Vredescongres, in een oorlog met Japan gewikkeld, waarvan men ’t eind niet zien kan. En thans is ’t nog een dubbeltje op z’n kant, als ’t bij dezen oorlog blijft. Volkeren- haat en naijver, heerschzucht en gesloten ver bonden kunnen ieder oogenblik’t krijgsrumoer verergeren. Ondertusschen is men in Den Haag zoo traag mogelijk met het bouwen van ’t Vredespa leis. ’t Is, alsof men zich geneert, in een tijd van voortdurend oorlogen als onze tijd is, den Vrede een tempel te wijden. Gelukkig heeft ’t groote congres toch gewerkt. Het Arbitrage-hof krijgt al zoo’n beetje werk aan den winkel. En thans ook al heel groot werkEen ernstig geschil tusschen de twee antipoden onder de Europeesche machten moet uit den weg geruimd worden. Thans is ook belangrijk, dat Theodoor Roosevelt, de president van de machtige Vereenigde Staten, door middel van zijn ge zanten, heeft laten polsen hoe de regeeringen denken over een tweede, door hem bijeen te roepen vredescongres, te ’s Gravenhage of ergens elders te houden. In Hongarije verheugde men zich over dit congres en men verwachtte er vanarbitrage in den strijd tusschen Rusland en Japan. Of dit de bedoeling is van president Roosevelt Velen denken, dat hij ’t voorstel tot het houden van een tweede Vredescongres alleen de wereld in gezonden heeft, om de kansen bij de a. s. presidentskeuze op eigen herbe noeming te vergrooten. Doch de telegrafische berichten van deze week schrijven aan Roosevelt heel ernstig gemeende bedoelingen toe. Hij wil ’t werk, dat op ’t eerste Vredescongres is tot stand gebracht niet alleen bevestigen, doch ook be langrijk uitbreiden. Zijn bedoeling moet zijn, te bewerken, dat er een soort van internatio naal parlement gevormd wordt, dat de ver houdingen tusschen de volken naspoort en Nog slechts enkele jaren is ’t groote Vre descongres dat te ’s-Gravenhage werd ge houden, achter den rug. 't Initiatief er toe was genomen door een der machtigste vor sten der aarde, door den Czaar van Rusland, door Nicolaas II. Men achtte ’t noodig en geschikt, dat ’t congres in een der kleine staten zou gehouden worden en zoo viel Den Haag de eer te beurt de zetelplaats te wor den voor een congres, zooals de wereld er nog nooit een gekend had. Uitnoodigingen werden door onze Koningin gezonden naar alle staten. Of liever naar alle staten op een paar na. Engeland bijv, zei: Als Koningin Wilhelmina de beide Afrikaansche staten Transvaal en Oranje-Vrijstaat uitnoodigt, blijf ik weg. En de Nederlanders moesten ’t grievende feit aanschouwen, dat hun Afrikaansche stamver wanten door hun eigen Koningin moesten worden afgeweerd. Ook kwam de quaestie voor den dag: Zullen we den Paus, ’t hoofd i der R. K. kerk, uitnoodigen. Doch hiertegen was Italië, dat niet kon dulden, dat de Paus als wereldlijk vorst zou worden beschouwd. En houd nu eens een vredescongres zonder groote mogendhedenzonder Italië, maar vooral zonder een rijk als Engeland, dat als een der allermachtigste rijken mag beschouwd worden, dat financieel misschien ’t sterkste met wien bij in den afgeloopen nacht in het koffiehuis had zitten praten en dien hij nu inde woning van ba ron Hoffman ging opzoeken. Hij volgde de Theresiastraat, stak de Josephstraat over en koos voortdurend de stilste straten. Het was een koude, winderige dag, maar het zweet stond hem op het voorhoofd, toen hij in de Windmolenstraat voor het huis no. 5 stond. «Is mijnheer de baron thuis vroeg hij den portier, dien hij in de gang ontmoette. -Nu, dat treft u goed. Een kwartier geleden is hij thuis gekomen. Soms is hij dagen lang afwezig.* »0p de eerste verdieping rechts, niet waar?* «Eerste verdieping, rechts Hij snelde de trap op en schelde aan de eerste deur rechts. Onmiddellijk werd een loket in de deur ge opend en klonk hem een bekende stem tegen «Ah, is u het mijn vriend Kom binnen De deur werd opengedaan en mijnheer Knablein her kende in den eleganten heer, die daar met gefriseerd haar in een fraaien chambercloack voor hem stond slechts met moeite zijn vroegeren kennis Vogel. «Ik ben het mijnheer baron moet ik nu zeggen.* «Jonge vriend, mag ik u opmerken, dat baron von Hoffman de naam is, waaronder half Weenen mij kent. Met mijnheer Vogel heeft u niets meer te doen, re ken maar dat die dood is.« Mijnheer Knablein bevond zich in een fraai gemeu bileerde kamer, die door de zware gordijnen slechts een getemperd licht ontving. «Is het stuk gereed?* vroeg de baron, het oog gericht op de portefeuille, die Knablein op tafel legde. Wordt vervolgd. In de Woensdag 2 November jl. gehouden zitting van het Kantongerecht alhier werden de volgende vonnissen gewezen: 1 fl B, 38 jaar, werk man te Sneek, wegens over treding der Leerplichtwet, bij le herhaling gepleegd, eene boete van f 5,subs. 2 dagen hechtenis. 2 D S, 39 jaar, boerenarbeider te Nijland, idem als voren, eene boete van f 3,subs. 1 dag hechte nis. 3. J de J, 28 jaar, jager te Sneek, wegens het bejagen van eens anders grond zonder vergunning, eene boete van f 10,subs. 3 dagen hechtenis. 4 TB, 32 jaar, timmerman te Metslawier, idem alsvoren, eene boete van f 5.subs. 2 dagen hech tenis. een kind, wanneer wij zoo veld en bosch doorkrui sen, maar men keert toch welgemoed terug naar het plekje, waar men thuis behoort. Wie in de week hard werkt, weet den vrijen Zondag naar waarde te schatten en zoo geloof ik ook, dab wij, stadsmen- schen het meeste genot van het landleven hebben, als wij van tijd tot tijd onze benauwde straten verlaten om in Gods vrije natuur rond te dolen.* Bij die laatste woorden was haar haaknaald op den grond gevallen en terwijl beiden bukten om die op te rapen, streek zijn hoofdhaar langs de lokken van Eefje. Die aanraking werkte op hem als een electrische schok, hij gevoelde zich weer als een jongeling. Hij vatte haar hand en zij liet hem begaan, toen hij daar een kus op drukte. Zij wilde echter haar hand weer wegtrekken, doch hij hield die vast en wat hij op dat oogenblik zeide, deed haar lichaam trillen door een geheel nieuwe gewaarwording. »U is een goed, lief meisje,* zeide hij op bedaarden, mannelijken toon, «en ik kan moeilijk woorden vinden om uit te drukken hoe gelukkig ik ben met u kennis gemaakt te hebben. God is mijn getuige, dat ik niet met slechte gedachten hier gekomen ben en zoo eer lijk meen ik het met u, dat ik niet eens openbaar wat thans in mijn hart omgaat. Wat ik ook hoop en wensch, daarvan zal niets over mijn lippen komen, maar als u slechts een weinigje vriendschap voor mij gevoelt, weiger mij dan het verzoek niet, dat ik u doe. Als u mij wil toestaan van tijd tot tijd u een bezoek te brengen, zeg dan tot afscheid slechts deze woorden: Tot waderziens Hij was opgestaan en terwijl ze hem vol vertrou wen vriéndelijk aankeek, lispelde zij «Tot wederziens Zij zat nog een lange poos bij het venster, nadat I OURANT. .1- e e i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1