NIEUWS- ES AliraiTESTIElILJll
10(111 SJiEUk IIOUSTMBJ.
I
Eet vetlsehe Teet&ment.
L
No. 90.
Woensdag 9 November 1904.
59e Jaargang.
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentiën.
BEKENDMAKING.
FEUILLETON.
Kennisgeving.
Uit de Raadszaal.
1
i
TIENDE HOOFDSTUK.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 8 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritseradeel, op Zaterdag den 5 No
vember 1904, des voormiddags te 107, uur.
Tegenwoordig zijn 14 leden, afwezig met kennisge
ving, wegens ongesteldheid, de heer S. J. Gerbrandij.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
1
e
e
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter openbare kennis de volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de provincie
Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier
provincie, van 27 October jl., no. 52, le afdeeling J.,
alsmede op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staats
blad no. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de jacht in deze provincie, voor zoover betreft
het jachtbedrijf op patrijzen, zal worden gesloten op
Zaterdag 26 November 1904, met zonsondergang.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wordenafge-
kondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, 1 November 1904.
(get.) Van HARINXMA THOE SLOOTEN.
Sneek, den 5 November 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek, brengen ter openbare kennisdat het Supple
toir Kohier van Belasting op de Honden, dienst 1904,
goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland, aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering
is ter hand gesteld en een ieder verplicht is, zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen,
dat een Afschrift van dit Kohier vanaf 9 dezer, ge
durende v ij f maanden ter Secretarie dezer gemeente
ter inzage is nedergelegd alle werkdagen van ’s mor
gens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek, den 7 November 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van deb LAAN, Secretaris.
pier geworpen. Ik maak u mijn compliment,
mijnheer Knablein. Het is jammer, dat ge met uw
belooning van vijfduizend gulden u in het particulie
re leven wilt terugtrekken. Ge hebt eigenlijk een
schoone toekomst voor u. Zoo’n aangeboren talent
kon u geld opbrengen. Maar u wil dat nu eenmaal
zoo, dus is er niets aan te veranderen. En eigenlijk
vind ik het ook wel goed dat u zoo bang is om de
wetten te overtreden, dat stelt me gerust.*
»Hoe bedoelt u dat, baron?*
«Wel, de vrees voor eene onaangename kennisma
king met de politie zal uw mond gesloten houden.
Het eerste woord zou u op de bank der beschuldig
den brengen.*
«Maar baron, hoe kan u denken
«Ge zijt een zwak menschenkind, mijn waarde heer
Knablein, en uw ziekelijke neiging tot eerlijkheid, die
ge nog niet geheel hebt overwonnen, zou mij misschien
in ongelegenheid kunnen brengen.
Maar ik verzeker u, jonge vriend, dat ik dan zon
der aarzelen de geheimen van de heeren Vogel en
Knablein zou verraden, die op groote schaal bedrog
hebben gepleegd met valsche wissels op Londen, Pa
rijs en Berlijn.*
«Ge hebt mij gisteren nog gezegd, baron, dat alle
verantwoordelijkheid op u valt dat ik niets ben dan
de pen, waarmee u schrijft
«Dat heeft mijnheer Vogel u gezegd, maar nu spreek
ik als baron Hoffmann en dan moet ik u zeggen, dat
het gerecht geen genoegen neemt met zulke onder
scheidingen als mijnheer Vogel gemaakt heeft om uw
geweten geiust te stellen.*
Het scheen dat Knablein nog maar niet begreep, welk
onderscheid bestaan kon tusschen mijnheer Vogel en
baron Hoffmann, aangezien die twee namen toch slechts
15).
«Ik hoop, mijnheer baron Ik denk, dat ik
geslaagd ben. Het was een zwaar stuk arbeid, en
als het niet geweest was om de groote belooning,
die u mij beloofd heeftHier is het origineel en
hier het afschrift, of eigenlijk
«Zeg maar gerust: het valsche stuk. Als u nooit
slechtere dingen doetwel, het is prachtig, voor
treffelijk. Ge hebt u zelven overtroffen, waarde heer!
Ik moet zeggen, ge zijt een kunstenaar in uw vak.
En de datum ja alles is in orde. Waar is
het stuk, dat ik geschreven heb?*
«Hier mijnheer de baron!* antwoordde Knablein,
zichtbaar gestreeld door den hem toegezwaaiden lof.
Hij haalde uit een vakje van de portefeuille het ge
schrift te voorschijn, dat de baron hem gegeven had
om in het handschrift van den ouden graaf over te
schrijven.
De baron stak de lamp aan en verbrandde dit ont
werp aan den lucifer, dien hij nog in de hand hield.
«Zoo*, zeide hij toen, «laten wij nu bij de lamp uw
werk nog eens nader bekijken. O, het is inderdaad
prachtig! Het schrift is juist als dat van den graaf,
en de regels staan ook een beetje onregelmatig,
als door de hand van een stervende op het pa-
Punten van behandeling:
1. Notulen van den 24 September 1904.
Na lezing door den Secretaris, worden deze notulen
onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Een schrijven van P. Boelsma te Oudega, hou
dende dankbetuiging voor zijn eervol ontslag als weg
werker en voor de hem toegekende jaarlijksche toelage
van f 100;
b. Een idem van Rimmer Schotanus te Gaastmeer,
waarbij hij zijne benoeming tot wegwerker te Oudega
aanneemt;
c. Een idem van de gemeente-veldwachters, waarbij
zij hunnen oprechten dank betuigen voor de gunstige
beschikking op hun verzoek tot verhooging hunner
jaarwedden;
d. Een resolutie van Ged. Staten, houdende goed
keuring van het suppletoir kohier van hoofdelijken
omslag, dienst 1904;
e. Een idem, waarbij worden goedgekeurd de
raadsbesluiten, tot rechtstreeksche betaling uit den
post voor onvoorziene uitgaven en tot af- en over
schrijving van posten op de gemeentebegrooting, dienst
1904;
f. Een idem, houdende mededeeling dat aangaande
een verschil tusschen de Algemeene Arm voogdij te
Oosthem en de gemeente Wymbritseradeel, betreffende
de toepassing van art. 177 der zegelwet, wat aangaat
dat kwitantiën boven f 10,voor leverantiën ten
dienste van het Armbestuur, al of niet van ’n plakzegel
moeten zijn voorzien, de gemeente Wymbritseradeel
in haar recht is en dat bedoelde kwitantiën dus van
een plakzegel behooren te zijn voorzien;
g. Een schrijven van h.h. Armvoogden te Oosthem,
berichtende dat naar aanleiding van ovengenoemde
beslissing, aan den wensch van den Raad is voldaan
en kwitantiën van boven f 10,— nog van een plak
zegel zijn voorzien, en nu verzoeken de rekening over
het afgeloopen jaar alsnog goed te keuren;
Op voorstel van den Voorzitter wordt zonder discus
sie en hoofdelijke stemming besloten bedoelde rekening
vast te stellen.
h. Een verzoek van Broer Adema, pachter van de
tolheffing der brug «het Wolsumerketting*, om met
ingang van 12 Mei 1905 bedoelde brug weder voor 3
jaar onderhands te mogen pachten tegen dezelfde
pacht van f 165 per jaar;
’t Komt B. en W voor, dat de aangeboden pachtsom
te laag is en bij publieke verpachting een hooger som
zal kunnen worden bedongen daar de vaart aldaar
aanzienlijk is verbeterd, waardoor de scheepvaart zal
toenemen en ook de brugwachters woning belangrijk is
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Bewerkt door AMO.
voorwaarden als thans in te willigen, wijl h. i. bij
publieke verpachting geen hooger pachtsom zal kunnen
worden bedongen en, zoover hun bekend, adressant
de bediening van een en ander naar behooren waar
neemt.
De heer Wesselius wenscht de behandeling van dit
punt tot eene volgende vergadering te verdagen, om
inmiddels een onderzoek in te stellen of de tolheffing
op dezen weg zou kunnen worden opgeheven; spr.
vindt tolheffing een belasting die ongelijkmatig drukt.
De hierboven bedoelde weg is aangelegd zonder pro
vinciaal subsidie, zoodat erz. i. geen bezwaar is de tol
op te heffen; bovendien is er bij de behandeling van
het verzoek geen haast, aangezien het contract eerst
met Mei a. s. eindigt.
De Voorzitter heeft niets tegen bedoeld onderzoek
maar is tegen verdaging, omdat adressant anders naar
eene andere betrekking en woning moet omzien. De
tolheffing is bovendien koninklijk goedgekeurd en zal
een onderzoek naar de rechtmatigheid dier heffing ge-
ruimen tijd vorderen, zoodat uitstel allicht stagnatie
in de gemeente-administratie zou teweegbrengen.
De heeren Wesselius en Okma meenen dat de ko
ninklijke goedkeuring niet onherroepelijk zal zijn ver
leend en voor eene volgende vergadering men met
een onderzoek nog al iets gevorderd zal zijn.
De Voorzitter weet uit ervaring dat dit lang, som
tijds een jaar duurt en geeft in overweging het voor
stel van B. en W. aan te nemen; inmiddels zo”'1'”'
de heeren Wesselius en Okma hun onderzoek kunnen
instellen.
De heer A. H. Tromp vraagt of er gelegenheid be
staat het pachtcontract voor een jaar te continuee-
ren.
De Voorzitter zegt dit ook al te hebben geopperd
doch het is niet wat adressant vraagt.
In stemming gebracht wordt het voorstel van B. en
W., om het pachtcontract voor tolheffing weder met
3 jaar te verlengen, aangenomen met 8 tegen 6 stem
men.
4. Adres van J. Posthumus te Nijezijl om eenige
meters water van het Wijddraai van de gemeente in
koop te mogen ontvangen.
B. en W. stellen voor het verzoek van adressant, om
eene oppervlakte water ter grootte van 40 M’, in koop
te mogen ontvangen, ten einde door demping zijn erf
hiermede te vergrooten, toe te staan, aangezien de wel
stand daar ter plaatse er door zal worden bevorderd,
onder voorwaarde dat als koopsom f 6,— worde be
taald met bijbetaling der kosten op de overdracht van
het eigendomsrecht vallende, dat eene walbeschoeiing
ten genoege van B. en W. ter afscheiding moet worden
gemaakt enz. en dat een en ander moet zijn daarge-
y-
ds
gerestaureerd, om welke redenen zij voorstellen afwij
zend op dit verzoek te beschikken.
De heer Visser zegt dat de vaart wel verbeterd is,
doch daardoor nog niet gezegd is, dat de scheepvaart
zooveel zal toenemen; waar men thans over de bedie
ning der brug wel tevreden is en de aangeboden som
z. i. hoog genoeg, is spr. er voor het verzoek in te
willigen.
Het voorstel van den heer Visser niet ondersteund
wordende, wordt het voorstel van B. en W. zonder
hoofdelijke stemming aangenomen en is dus afwijzend
op het adres beschikt.
i. Een adres van S. D. Jongstra, tuinman en bloemist
te Heeg, daarbij mededeelende dat hij eigenaar is ge
worden van een stukje weiland en tuingrond, gelegen
aan de noordzijde van de Wegsloot, onder Heeg, ’t
welk hij tot moestuin en bloemisterij wil inrichten;
ten einde het benoodigde te kunnen uit- en aanvoeren
verzoek#adressant de Wegsloot zoover noodig te mogerr
uitdieperi en dan tevens in die vaart een schiphuis te
mogen plaatsen.
De heer Ages zegt dat er niets tegen is het verzoek
in te willigen; er is daar ook nog een schiphuis.
B. en W. stellen eveneens voor het verzoek toe te
staan, wat het schiphuis betreft tot wederopzegging
en hiervoor eene zelfde retributie te vragen als voor
het andere schiphuis wordt gegeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform be
sloten.
j. Een schrijven van de hoofden der o. 1. scholen te
Gaastmeer en te Woudeend, mededeelende dat zich aldaar
behalve jongens, ook meisjes voor het herhalingson-
derwijs hebben aangegeven en dus voor het geven van
handwerk-onderwijs nog onderwijzeressen moeten wor
den benoemd,
B. en W. stellen voor te benoemen als onderwijzeres
in de nuttige handwerken voor de herhalingsschool
te Gaastmeer mej. A. BrandsTimmer aldaar en voor
Woudsend mej. B. Wij ma aldaar.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
De niet gememoreerde ingekomen stukken worden
op voorstel van den Voorzitter voor kennisgeving aan
genomen.
3. Adres van A. Cnossen, tol pachter te Osingahui-
zen, om verlenging van het pachtcontract.
Daar het pachtcontract voor tolheffing op den weg.
van Heeg naar Hommerts en de bediening der brug
over de Wymerts met 12 Mei 1905 afloopt, verzoekt
adressant bedoeld pachtcontract voor 3 jaar te conti-
nueeren tegen dezelfde pachtsom van f534,per
jaar.
B. en W. stellen voor het verzoek onder dezelfde
één persoon bedoelden en met verwondering keek
Knablein den man aan, die hem in zulke gevaarlijke
zaken had meegesleept. De vrees voor de politie
deed hem het zweet uitbreken. Hij zag hoe de baron
het echte testament van graaf Czerny en het valsche
in zijn borstzak stak en hij gevoelde grooten lust om
zijn werk terug te eischen. Maar dat zou toch tever
geefs zijn.
Hij was geheel in de macht van dezen man, die van
de politie en van het gerecht sprak, alsof het de on
schuldigste dingen van de wereld waren.
«Ge weet nu, mijn waarde, wat u te wachten staat
als ge soms lust krijgt om wat veel te praten,* zei
de baron, terwijl hij zijn jas dichtknoopte. «Kom, ga
nu mee om uw belooning van vijf duizend gulden in
ontvangst te nemen. Morgen koopt ge een nieuw stel
kleeren, een gouden horloge en een fraaien ring, ge
laat uw haar door den kapper friseeren en brengt dan
een bezoek aan Eefje. Ge zult dan eens zien of de
verandering, die uw persoon heeft ondergaan, geen in
vloed heeft op het hart van het schoone kind. Kom
aan, voorwaarts, mijn waarde
Terwijl dit gesprek gevoerd werd, keerde de schoone
Minona van een rijtoertje terug.
Gedurende het rijden was zij zeer opgeruimd ge
weest en had met genoegen geluisterd naar de
opmerkingen, die haar kamenier maakte. Doch thuis
gekomen, werd zij weer erg ongerust. Het uur na
derde, dat de baron zou komen om het valsche tes
tament te brengen, en binnen weinig tijds zou be
slist worden of het waagstuk gelukte of niet. Deze
vrouw was bijzonder ijdel, de bewonderende blikken,
die op haar geworpen waren gedurende haar rijtoer,
beschouwde zij als een hulde aan haar schoonheid,
en die hulde bedwelmde haar meer en meer. Men
bewonderde haar, dat had zij den avond te voren reeds
opgemerkt, toen alle tooneelkijkers op hare loge ge
richt werden. En haar triomfen te vieren in deze stad
waar zooveel vrouwelijke schoonheden waren dat
was haar eenige begeerte en om daartoe te geraken
had zij de millioenen van den overleden graaf noodig.
Elk middel om tot haar doel te geraken scheen haar
geoorloofd, zij had dan ook geen oogenblik getwijfeld
een weg te betreden, waar zij telkens gevaar liep in
botsing te komen met wet en recht.
Zij trad aan het venster en trommelde met haar
vingers tegen de ruiten. Even later bracht de kame
nier de lamp en nu nam Minona op de sofa plaats
met een boek in de hand, doch de lectuur kon haar niet
boeien. Zij staarde strak voor zich heen en scheen
verdiept in gedachten van minder aaiigenamen aard.
Daar werd zij uit haar droomerijen gewekt door het
geluid der huisbeler werd driemaal kort na elkaar
gescheld. Dat was het afgesproken teeken dat haar
de komst van den baron meldde.
«Eindelijkriep ze en haar hart begon sneller te
kloppen. Zij stond op en trad den baron tegemoet,
die op den drempel verscheen, terwijl mijnheer Knab
lein achterbleef.
«Wel, mijn vriend, wat brengt ge vroeg zij, hem
de hand toestekende.
«Ik ben niet alleen, schoone gravin daarom wensch
ik u gaarne onder vier oogen te spreken.*
«Kom dan even mee.*
De gravin sloeg de portière open, die naar haar bou
doir voerde en sloot daarna de deur, die zij met een
knop uit den wand te voorschijn trok.
«Nu, baron, hoe staat het? Brengt ge mij het be
wuste testament
«Helaas, alleen het origineel, dierbare Minona,*
■F
as
me
De
rn-
ide
•an
"f
4
ird
an
ip-
>e-
y-
at
n
jle
d
;e
)f
t
■dt
i
1
i
OURANT
-
fi'
r-
ze
;e
3t