Elsevier.
ÏWK SJIEEÏ ES HSTEEEEI
Set valsche Testament,
Hennepenveloppes
1
f
X'.
SIEEW8- EK AIIVERTEKTIEBLA»
I
5
No. 92.
Woensdag 16 g November 1904.
59e Jaargang.
B. FALKÉNA Mz.,
1
r
kosten
j
niets.
I.
s
t,
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
FEUILLETON.
I
I
niet
om de
- i
ELFDE HOOFDSTUK.
in zijn
prijs
we
ndt
en
dat
als
nze
an
tar
it
n
t,
Aanbevelend,
Snelpersdrukkerij, Singel, Sneek.
I
Bewerkt door AMO.
er-
’iy-
wij
Doch in
ze het
bedrukt met naam, beroep, woonplaats en wat
er verder op mocht worden verlangd,
T
:te
ke
id
’en
er
id
-
Onwillekeurig liet hij haar los. Zij sprong op en gloei
end van verontwaardiging riep zij: .■ga Hetzelfde oo-
genblik werd aan de deur geklopt, de portière werd
opengeslagen en Annetta verscheen op den drempel.
«Ge komt juist van pas,« zeide de baron, die zijn
kalmte had teruggekregen. »Ik ben een beetje onhan
dig geweest, het bewijs hiervan ziet ge hier op de
tafel. Bekommer u maar niet om de schade, die ik
heb aangericht, lieve Annetta, en breng ons nog een
tweede bowl met een heerlijken punch. Ik ben dor
stig en heb het voornemen me een kleinen roes te
drinken.*
Minona wilde daar iets tegen inbrengen, maar de
kamenier had in één oogopslag alles begrepen en ver
dween. Alzoo bleef Minona weer alleen met den man,
wiens vrijpostigheid haar had doen ontstellen.
«Zie zoo, mijn kind,* sprak de baron, die intusschen
de scherven bijeengeraapt en op den schoorsteenman
tel gelegd had, »zie zoo, we zijn nu weer alleen kom
nu eens bij me zitten en laten we eens een ernstig
woordje met elkaar spreken.*
«Ga weg,* riep zij, terwijl ze op de sofa neerzonk
met de hand voor de oogen, alsof zij hare tranen te
rugdrong. «Ga weg! Ik wil niets meer met u te
doen hebben
»Ahariep hij hoonend, «is dat onze bondgenoot
schap? Hebben wij ons daarom met zoo’n gevaarlijk
stuk ingelaten? En is dat dezelfde vrouw, die mij
weinige weken geleden zoo liefkoosde en die mij nu de
deur wijst? Geloof je dan werkelijk, lief kind, dat je
zoo gauw afkomt van een man als ik Denk je, dat
je het nu wel zonder mij kan stellen, omdat je het
valsche testament in handen hebt Dat testament is
niets waard, zoodra het mij in den zin komt het echte
testament te toonen, dat nog altijd in mijn bezit is.«
17).
»Toch haast ik mij om u een schat van millioenen in
den schoot te werpen, en ik ga daarbij met het groot
ste overleg te werk; aan teedere gevoelens van mijn
hart leg ik zoolang het zwijgen op. Is dat eigenlijk
geen overdrijving van de edelmoedigheid? En verdient
zulke belanglooze toewijding geen belooning? Een beloo-
ning met bewijzen van liefde?*
«Die toewijding is niet zoo belangloos, als ze aan
spraak maakt op belooning,* antwoordde Minona met
een glimlach.
»Ik zeg niet, dat ze aanspraak maakt op belooning;
ik zeg alleen, dat ze die verdient.*
»Dat is zoowat hetzelfde.*
«En als dat zoo was, zou die aanspraak dan niet
rechtmatig zijn? Binnen weinige weken misschien be
zit ge een kapitaal van vijf millioen! Zou het niet wreed
zjjn, Minona, als ge den man niet wildet beloonen, die
den weg tot uw geluk effende? Is ’t dan te veel als ik
een paar kussen van uw rozenlippen vraag op afkor
ting?*
Hij trok haar aan zijn borst en drukte zijn mond op
haar lippen. Zij trachtte zich los te rukken en toen
dit niet gelukte, wierp zij de punchbowl om. Deze
viel in stukken en de inhoud vloeide over de tafel.
las-
lene
De
10U-
mde
van
ling
e 4
mrd
van
kip-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27. cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
hulp in je bezit krijgt, slechts een half millioen uit
betaalt, dan ben je niet noemenswaardig armer ge
worden.*
«Laten wij over het testament spreken,* zeide zjj, het
voorhoofd fronsende. «Dat hebt ge dus nog in uw be
zit
«Natuurlijk, mijn kind en als je het zien wilt, hier
is het!» Hij tastte in zijn zaken ontvouwde voor haar
oogen een papier, dat zij onmiddellijk herkende. Ik
ben nog al voorzichtig en je zal wel begrijpen, dat dit
papier voor mij een onschatbare waarde heeft, zoodra
je de dagteekening ziet.*
«Het testament van den graaf draagt de dagteekening
van 19 Januari 1878wanneer je het valsche testa
ment, dat je in handen hebt, wat nauwkeuriger be
kijkt, zal je zien, dat het gedagteekend is op 18
Januari.*
«Welnu, wat beteekent dat
«Oh, zeer veel, lief kind Dat beteekent, dat je ge
heel in mijn macht bent. Een testament verliest alle
waarde als het herroepen wordt door een ander testa
ment van latere dagteekening. Begrijp je het nu,
kindlief?*
«Dan hebt ge mij bedrogenriep zij uit op verwijten
den toon.
«Toch niet verzekerde de baron, nadat hij weer eens
gedronken had. «Alleen heb ik aan mijn eigen voordeel
gedacht, terwijl ik ook voor het uwe zorgde. Ik kon
me-zelven het genoegen niet ontzeggen je lot geheel in
mijn macht te hebben. Je kan nu kiezen, kindlief
Aan de eene zijde een jaarlijksch inkomen van tien
duizend gulden volgens het echte testament van den
graaf. Het is waar, honger zal je niet lijden je kan
fatsoenlijk stil leven, nu en dan eens naar de opera,
I
r
n
-
die
;ijn
eid
3ze
oet
ize
of
ir-
Zij sloeg de oogen op en bemerkte een duivelach
tige uitdrukking in zijn oogen, die boosaardig loerend
op haar rustten.
«Het echte testament?* vroeg ze. «Bestaat dat toch
nog
«Welzeker, lief kind.*
Annetta kwam binnen en zette een dampende bowl
punch op de tafel. Knipoogend, zonder dat de baron
dit bemerkte, gaf zij haar meesteres een teeken, dat
beduidde, dat zij (de kamenier) waakte om zoo noodig
bij de hand te zijn.
De baron vulde onmiddellijk twee glazen, nam het
zijne op en sprak «Op je welzijn, mijn kind 1 Laten
we drinken op onze goede vriendschap. Goede vriend
schap tusschen een man en eene vrouw voert meerma
len tot liefde. En liefde, al is het maar voor weinige
oogenblikken, hoop ik ééns nog tenminste van je te
ondervinden. Op je welzijn, lief kind
Hij zette het glas aan de lippen en dronk het half
ledig, toen kwam hij naast haar op de sofa zitten. Zjj
keek hem niet aan en slechts van tijd tot tijd wierp zij
een steelschen blik op hem. Hij nam haar hand in de
zijne, doch zij trok die haastig terug.
«Wees maar niet zoo schuw, mijn duifje,* vervolgde
hij. «Ik begrijp wel, dat je hooger strevende plannen
in het hoofd hebt en dat ik niet zou aangenomen
worden, als ik je hand vroeg. Doch heb daar geen
zorg voor, ik heb er nooit aan gedacht onze romanti
sche verhouding te laten eindigen in een prozaïsch
huwelijk. Ik ben een dolende ridder en behoor niet
tot die bestendige lui, wier ideaal het is kinderen op
te voeden en een goed staatsburger te worden. Ik
verlang niets van je dan een heerlijk uurtje en een
bescheiden aandeel in den buit, dien wij samen ma
ken. Als je mij van de vijf millioen, die je door mijn ’s zomers naar eene kleine badplaats, waar burgerlieden
Er bestaat in ons land nog altijd een maat
schappij «Elsevier*, die o. a. ’t bekende «El
sevier’s Maandschrift* uitgeeft.
Voorheen bestond alhier ook een Elseviers
drukkerij, die destijds zeer grooten naam ge
maakt heeft, niet alleen in ons land, maar ook
in de geheele wereld.
We lazen daarover in een buitenlandsch
tijdschrift een artikel, dat we in hoofdzaak
weergeven:
Misschien zoekt gij eens in een boekenver
zameling of in een verkooping van oude rom
mel naar een oud boekje met den titel >Le
Pastissier fran?ois«, te Amsterdam in het jaar
1655 verschenen. Niet dat ge dan een bijzon
der amusante lectuur vondt; want ’t boekje
vertelt van niets anders dan van de edele
banketbakkerskunst.
Maar ze is altijd loonend, zulk een vondst,
wijl er hier sprake is van de zeldzaamste «El
sevier*, van een boek dat met een kleine
f 5000 betaald wordt, ofschoon ’t bij zijn uit
gave slechts twaalf stuivers, (volgens den te-
genwoordigen geldstandaard een kleine paar
gulden,) gekost heeft.
Voor groote boekenverzamelaars, die op
geen geld behoeven te zien, is de som van
5000 gulden voor een boek niets ongewoons;
ze zijn aan zulke en ook aan grootere som
men gewend en betalen bijv, voor de eerste
folio-uitgave van Shakespeare (1623) gaarne
het vijfvoud. Nog een menschenleeftijd later
en de Nabobs, verondersteld, dat ze er dan nog
zijn, betalen er ’t tienvoud voor. Op elk ge
bied der verzameling van oudheden of rari
teiten, van kunststukken, munten, geschriften,
of wat dan ook, houdt echter de waarde
schatting op; ’t meer of minder zeldzame en
’t meer of minder gezochte doet ’t ’m in de
zen.
Een Elsevier! Dit woord roept bij boeken
verzamelaars een reeks van de aangenaamste
gedachten te voorschijn; is in den kring der
bibliophilen algemeen bekend, sedert menig
uitgever zijn boeken als «Elseviers-uitgave*
betitelt, of van «Elseviers-formaat* spreekt
en daarmee een bijzonder sierlijke en ver
zorgde druk bedoelt.
Het boek heeft zijn modes evenals andere
dingen.
per 1000 stuks slechts f 1.90; betere kwaliteit
natuurlijk hooger. Vraag s. v. p. bij gelegen
heid mijne monstercollectie ter inzage, dat kostu
willen nu hoofdzakelijk alleen eerste drukken.
De bloeitijd des Elseviersroem viel vooral in
de eerste helft der 19e eeuw, toen Elsevirio-
mannen zooals graaf Corbière een waren Else-
vier-cultus beleden.
De Elseviers-verzamelaars denken om alles;
ze hebben liefst ongebonden en onopengesne
den exemplaren met gaven omslag en frisch
uitzicht. Iedere millimeter te sterke rand-
afsnijding drukt den prijs; daarom geven ver-
koopers van Elseviers de juiste afmetingen
aan.
Tot de meest gezochte Elseviers behoort
het bovengenoemd kookboek «Ie Pastissier
Francois*. Men zou zeggen, dat zoo’n kook
boek toch niet zeldzaam behoeft te zijn. Maar
denk eens na, waar ’t thuis behoort; hoe ’t
in een keuken gauw vuil wordt en als het
overbodig geworden is, gauw in de kachel
terecht komt. Een kleine dertig zijn er nog
over, voor zoover bekend is. Tusschen de
jaren 1870 en 1880 zijn er exemplaren ver
kocht voor resp. 2910 francs, -3255 fr., 2200
fr., 4500 fr. en 10.000 francs.
Gezocht worden ook nog de volgende wer
ken: «De imitatione Christi* van Thomas a
Kempis, een «Corpus juris civilis* (1653) in 2
foliobanden een Fransche Bijbel (1669), ook
in 2 foliobanden; de zoogen. «Kleine republie
ken* in 35 bandjes; enz.
In ’t jaar 1896 bood een verzamelaar te
Parijs 1787 Elseviers te koop aan en deze
brachten 125.000 francs op. De verkooper
had ze in 50 jaren tijds verzameld.
In de eerste eeuw van ’t boekdrukken waren
de groote folianten in de mode, omdat de
druk zich in ’t eerst aanpaste bij de hand
schriften, die ook van groot formaat waren
en groote letterfiguren bevatten. Die folianten
hadden iets eerwaardigs, iets gewichtigs; men
kan zich gemakkelijk voorstellen met welke
voornaamheid een magister zoo’n groot boek
op dé lessenaar of in zijn bibliotheek legde.
Het is ook begrijpelijk, welk opzien ’t bij
de geleerde heeren baarde, als in ’t achtste
decennium van de zestiende eeuw zich van
Holland uit een nieuwe boekenmode verspreid
de: sierlijke, met fijne letters gedrukte boeken,
die er als lilliputters bij de bestaande goli-
ath’s uitzagen, kwamen plotseling op; boeken,
die men in één hand houden kon,
jaszak kon steken; boeken, die ook in
ver beneden de folio’s stonden.
’t Was een nieuwe mode, een algeheele
hervorming, en met geringe verbeeldings
kracht kan men zich denken, hoe de geleerde
pruiken, met de dikke, zware folianten als
opgegroeid, die nieuwe «boekjes* beschouwden.
De man van ’t nieuwe systeem was een
ontwikkeld boekhandelaar, met name Lodewijk
Elsevier, (deze leefde van 1540 tot 1617) ook
Elzevier en Elzevirius geschreven, uit Leuven,
die omstreeks 1580 in de academiestad Lei
den een zaak vestigde en het niet beneden
zich achtte, het baantje van pedel aan de
academie aldaar te vervullen. Sedert het
oogenblik, dat hij met een door P. Merula
bewerkte uitgave van Eutropa als uitgever
begon, had hij voortdurend succes, was zijn
weg met rozen bezaaid. In den stormpas
veroverden de schoone uitgaven van Elsevier
de beschaafde wereld; men vond ze in alle
middelpunten der toenmalige fijnere bescha
ving; op de Parijsche mis, evengoed als op
de Frankforter en andere missen maakten de
vertegenwoordigers der Hollandsche uitgevers
groote zaken.
Nog hooger vlucht nam echter de zaak na
den dood des stichters (1617), toen zijn zoons
Matthias en Bonaventura, zoowel als zijn neef
Abraham een eigen drukkerij aan den boek
handel verbonden.
De Elseviers hadden op elk terrein hun
uitgaven; zoowel de oude als de Fransche
klassiekenook studie- en andere boeken
verzamelingen van anecdoten, satyren enz. Op
weinige uitzonderingen na hadden Elsevier’s
letters, door Christoffel van Dijk en Claudius
Garamond ontworpen, een mooien vorm en
waren ze duidelijk, voor een goede rangschik
king werd gezorgd en gedrukt op papier, dat
vooral door een fabriek te Angoulême (Frank
rijk) geleverd werd en als ’t beste van dien
tijd bekend stond.
De meeste boeken hadden schoone, van
allegoriën en emblemen voorziene titelbladen.
Van de drukkersteekens der Elseviers zijn de
bekendstede wereldbol en de onder een
olijfboom staande Minerva met de zinspreuk
Ne extra oleas. Wat echter vooral tot de
verspreiding van deze drukwerken bijdroeg,
was, behalve de accurate druk en den billij
ken prijs, ’t handige formaat. Deze mode
verbreidde zich snel; overal beijverden de
uitgevers zich op het in ’t licht zenden van
kleine boekformatenzij geneerden zich zelfs
om Elsevier’s boeken na te maken en
bedienden zich zelfs van den wereldbol als
drukkersmerk, om hunne boeken ’t voorko
men van echte Elseviers te geven,
correctheid en fraaiheid naderden
voorbeeld niet zoo spoedig.
Toen Abraham en Bonaventura
voornaamsten der zoo bekende familie te noe
men in ’t jaar 1652 stierven, scheen het
alsof zij het geheim van hun succes met zich
in ’t graf namen; want, ofschoon hun zoons
Johan en Daniel menig fraai werk gaven,
toch wisten zij de zaak geen nieuwen luister
bij te zetten.
Er kwam door kleinigheden een scheiding;
Daniel scheidde zich van Johan en stichtte met
zijn neef Lodewijk te Amsterdam een nieuwe
zaak. Tegen 1680 liep het echter met beide
zaken verkeerd en zoo verdween deze dynastie
van boekhandelaars en -drukkers. Doch de
uitgegeven werken bleven hun naam handha
ven en maakten den naam Elsevier onsterfe
lijk. ’t Duurde niet zoo lang, of de boeken
verzamelaars wierpen zich op de Elsevier-uit-
gaven. Doch dit verzamelen was niet ge
makkelijk; ’t werd een heel werk de echte
Elseviers van nadrukken en concurrente wer
ken te onderkennen. De herkenning der
echte Elseviers werd een aparte studie, waar
aan zelfs geleerden zich wijdden. Bekend is
vooral professor Willems van de Brusselsche
hoogeschool, die er veel werk van maakte.
De voorliefde voor Elseviers is iets minder
geworden in denlaatsten tijd; de verzamelaars
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
e
I
in
L-
URAN
1