NIEUWS- EN UlVEliTEMIEBl UI Parlementaire gebruiken. Hst vsJtota ïëstws&t. fWR SNfflü lil MSBIMN. KJ Woensdag 23 XTovexnber 1804. No. 84. 58e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. FEUILLETON. I I r, Kantongerecht te Sneek. I p 1 9 TWAALFDE HOOFDSTUK. ;r i Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Het is aan te boe- vordt n il neier- Ply- le als onze wij .s en dat de de een onrustig volk. Voorbeelden behoeven we niet aan te halen; Bewerkt door AMO. In de Woensdag 16 dezer gehouden zitting werden de volgende vonnissen gewezen 1 T. 58 jaar, zich noemen le veearts, te Huizum, wegens het buiten noodzaak en als bedrijf genees- en heelkundigen raad en bijstand verleenen voor eene koe van den veehouder T. H. te Osingahuizen onder Heeg, zonder bevoegd te zijn de veeartsenijkunst uit te oefe nen, eene hechtenis van 14 dagen. 2 S. H., 31 jaar, te Sneek, wegens overtreding der leerplichtwet, eene boete van f 0,50 subs 1 dag hecht. 3 J. S., 35 jaar, sjouwerman te Sneek, wegens straat schenderij, eene boete van f 3 subs. 2 dagen hechtenis. 4 D. G., 24 jaar, visscher te Woudsend, wegens het verwekken van rumoer of burengerucht, waardoor de nachtrust kon worden verstoord, eene boete van f 2 of 1 dag hechtenis. 5 C. B., 19 jaar, visscher te Sneek, wegens het be- visschen van eens anders vischwater, zonder voorzien te zijn vaneen schriftekjj bewijs van vergunning van den eigenaar of rechthebbende, eene boete van f 4 of 2 dagen hechtenis. 6 J. B. V., 24 jaar, visscher te Leeuwarden, wegens het visschen met een zegen in verboden water, eene boete van f 6 of 2 dagen hechtenis. A las- iidene De ehou- kende e van elling ide 4 paard is van kip- dan uaar ver- ikte ijke reid en >ge- oot- 'der leid - ite- >idt len eel en ir. en 1.* et ad af id ir le at aa li jden ive r- alle zijn heid deze noet onze |l °f nir- 19). »Het zou kunnen gebeuren, dat ge bij een schoone jonge vrouw punch drinkt en dat ge plotseling wordt overvallen door een gevoel van vermoeidheid, zoodat ge uwoogen niet kunt open houden; ge valt inslaap.* «Juist, als men te veel gedronken heeft.« «Neen, neen, mijnheer Knablein! Maar die schoone jonge vrouw heeft een kamenier, die de kunst verstaat een slaapdrank gereed te maken. Op een wenk van haar meesteres mengt zij daarvan iets in de punch. Kortom, ge valt in slaap en eenige uren later ont waakt ge in een donker vertrekje, dat u geheel vreemd voorkomt en ge kunt u niets herinneren van hetgeen kort voor uw inslapen is gebeurd. En als ge dan in uw borstzak grijpt, bemerkt ge, dat een document ver dwenen is, dat voor u bijna even groote waarde heeft als voor den persoon, die het u in den slaap ontsto- len heeft.. «En is u dat overkomen, mijnheermijnheer Vogel?* vroeg de schrijver. «Zoo iets van dien aard, ja 1 O, die vrouwen «Het papier, dat men u ontstolen heeft, was zeker het valsche testament, niet waar P* «Neen, veel ergerHet echte testament is mij ont stolen 1* algemeener geworden en nu mag men gerust spreken van ons parlement, of ’t Duitsche of ’t Oostenrijksche parlement, als men de Eerste en Tweede Kamers in Nederland en de verte genwoordigingen in Duitschland of Oostenrijk bedoelt. 't Woord parlement is dus ontstaan, voor dat de regeeringsvormen zich over ’t algemeen democratiseerden, of populariseerden of con stitutioneel werden. Men deed er natuurlijk heel deftig, heel «parlementair*. Men nam met andere woorden de vormen in acht, zooals men zich dat tegenover elkaar en uit zelf respect verplicht achtte. Ook, nu reeds lang mogelijk is, dat perso nen uit alle rangen der maatschappij parle mentslid worden, blijft het parlementaire be- teekenen: iets deftig formeels. Al maakt ’t aanschouwen van een Kamer zitting op een leek niet meer zoo juist een indruk van staatkundige ernst, toch brengt ’t gewicht der vergaderingen en de macht waar mee die vergaderingen bekleed zijn, mede, dat er iets deftigs, iets vormelijks, officieels in blijft heerschen Sinds langen tijd is zoo ’t woord parlemen tair ontstaan. Er zijn uitdrukkingen ontstaan als «de parlementaire vlag*, «deparlementaire vormen in acht nemen*, parlementair spre ken*, enz. Met een parlementair wordt be doeld een onderhandelaar tusschen twee legers of tusschen den belegeraar en de belegerde ves ting. ’t Werkwoord parlementeeren beteekent dus onderhandelen door middel van een par lementair en is al lang in figuurlijken zin overgegaan, aanduidende dat er lang en breed geredekaveld wordt. Maar tegenwoordig zijn de parle menten zelf niet meer parlementair! Ten min ste niet allen! In ons land gaat het opperbest. Onze Eerste Kamer vergadert in deftige waardigheid. Onze Tweede is wat beweeglijken. Men loopt er heen en weer, loopt er uit, slaat verscheidene sprekers totaal over, praat gewoon door onder de redevoering van een medelid. Er is zoo geen sprake van deloyale oppositie; ook niet van een obstructie, die alle wetgeving keert. De urenlange redevoeringen (als ze dien naam nog mogen dragen) van oppositie-leden volgen elkaar niet in duldelooze volgorde op, de tot-stand-koming eener nieuwe wet’ verhin derende. Een deel der leden loopt niet met de echo van den kaakslag, die de afgevaar digde Syveton den minister van oorlog André toediende, wordt nog gehoord. Hoe dikwijls moet in Kamers als de Fransche de president zijn hoed niet opzetten ten tee- ken, dat de zitting plotseling is afgebroken! Hoe dikwijls ook moest de tribune voor ’t publiek ontruimd worden! Men heeft gevech ten, schoten zelfs in deze Kamers kunnen opmerken. In zulke Kamers is ’t den president soms ónmogelijk om door ’t luiden der presidents- bel ’t uitbundig geraas te overstemmen. Niet de eerste bel is reeds op deze wijze stuk ge maakt. Hiermede hebben we de rumoerigste par lementen ongeveer genoemd. In Engeland moesten de Ieren ook wel eens hardhandig verwijderd worden, maar de echte Engelsch- man is veel te deftig en strak aangelegd, om Kamerzittingen a la Paris of a la Weenen te kunnen uitlokken. Zeer parlementair is men b.v. in Zwitser- land’s, in Denemarken’s Kamers. En ’t aller- parlementairst is het Russische parlement, dater nog komen moet. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. NEEKER COURAN opzet heen, om de Kamer niet-besluitvaardig te maken, zoodat er geen beslissende stemming kan plaats hebben. We gelooven, dat onze Kamers nog nooit gedaan hebben als de «oolijkeOverijselaars* in ’t begin der maand Augustus deden. Al deze dingen en nog veel ergere zag men in sommige andere landen gebeuren. Te Berlijn heeft men «redevoeringen* van ongeveer een hal ven dag, één zelfs van 17 zegge zeventien uren gehad. Men heeft er nog al wilde scènes kunnen beleven. Te Weenen ging het dikwijls nog woester toe; de uitdrukking «Poolsche Landdag* zou voor het Oostenrijksche Huis van Afgevaar digden veel te vergoelijkend klinken. Men hoorde er niet alleen heftige en lange rede voeringen, doch ook schelden, spotten, laste ren. Een deel der oppositie maakte meerma len elke voorzetting der beraadslaging onmo gelijk door gefluit; door geraas; door ’t bespe len van kinder-muziekinstrumenten; door ’t met alle geweld open en dicht klappen van lessenaars. Even als te Berlijn liepen leden eener partij wel eens weg om de Kamer op minder dan halve sterkte te brengen en daardoor een -vettige stemming te keeren. Uitnoodigingen tot duelleeren waren soms het gevolg van persoonlijke beleedigingen in de Kamers. Allerlei machinatiën en trucs werden be nuttigd, om een vijandig minister of ministerie ten val te brengen. Hongarije, dat steeds zoo naijverig gekant is tegen Oostenrijksche hegemonie in den twee- lingstaat alleen op ’t stuk van algemeene rijksbelastingen gunt ’t Oostenrijk gaarne de eerste plaats is ook naijverig op de repu tatie, die de Weenensche Kamer van Afge vaardigden geniet. De Representantentafel te Budapest geeft haar Weenensche collega niets toe. We behoeven slechts naar de zittingen van verleden week te verwijzen; hoe ’t ru moer elke bespreking onmogelijk maakte; hoe anti-dynastieke liederen werden gezongen; hoe op dusdanige wijze een ingrijpende wet heette aangenomen te zijn, dat de verrassing van Breda er bij verbleekt. Brussel is soms ook amusant druk. En Parijs. Natuurlijk! Stel u voor mogelijkheid van een rustige Kamer in ‘onrustige hoofdstad van uwe, dat zult ge wel begrijpen. De zaak is zóó gele gen op grond van het valsche testament, dat gij ge leverd hebt, zal de gravin aanspraak maken op de er fenis van vijf millioen, en ik twijfel niet of die aanspraak zal geldig verklaard worden. Zij zal zich gelukkig en veilig gevoelen, want zij zal niet denken dat wij haar geheim zullen verraden; immers daardoor zouden wij ons zelven aan het gerecht overleveren. Zoo gerust de dame op dit oogenblik misschien is, zoo bang zal zij zijn, als ik op zekeren dag voor haar sta en zeg Mevrouw de gravin, gij vergist u, als ge denkt, dat gij uw buit in veiligheid hebt gebracht en dat niemand u in het bezit zal storen. Waarschijnlijk hebt ge het echte testament verbrand, maar er bestaat een afschrift van, met precies dezelfde woorden in hetzelfde hand schrift en van denzelfden datum, geschreven door denzelfden bekwamen man, die u het valsche testament geleverd heeft. Niemand kan dit afschrift onderschei den van het oorspronkelijke stuk en ook het gerecht zal dit stuk aannemen evengoed als het valsche tes tament, dat door u werd overgelegd. «En wat wilt ge daarmee bereiken «Laat dat maar aan mij over, mijn waarde, mij voorloopig slechts te doen om haar vrees jagen.* «Maar hoe wilt ge een afschrift krijgen?* «Zeer eenvoudig. Daar moet ge mij aan helpen, mijn waarde. Vroeger hebt ge mij verzekerd, dat ge wel twintigmaal een geschrift naschrijft, totdat de trekken der letters vast in uw geheugen geprent zijn, dan kunt ge ze zelfs na weken nog zeer goed namaken. Ik heb het testament herhaalde malen gelezen, zoodat ik me den inhoud en den vorm nog precies weet te her inneren ik zal u nauwkeurig opgeven wat ge te *--v\ Als ge in staat zijt «Het testament van Graaf Czerny «Spreek niet zoo luid, mijn waarde. De muren hebben ooren. Woont ge hier alleen op deze verdie ping «Geheel alleen Links en rechts zijn leege kamers.* De luisteraar aan de deur hield de adem in. Het gesprek boezemde hem al meer en meer belangstelling in, hij twijfelde niet langerhet toeval hal hem op het spoor van een misdaad gebracht. Bijna fluisterend zeide mijnheer Vogel «Ik had het echte testament zelf gehouden «Welke waarde had het voor u?« viel Knablein in. «Wel, de persoon, die uit het valsche testament voor deel moest trekken «De gravin?* vroeg de schrijver. «Die persoon was in mijn macht, want ik had het valsche testament op één dag vroeger gedateerd. Dit valsche stuk was niets waard, als een ander document bestond van lateren datum «Aha, ik begrijp u.« »Ge hebt me zelf op dien gelukkigen inval gebracht, mijn waarde. Ook bekwame mannen hebben soms een zwak oogenblikenfin, ik bezit het kostbare bewijsstuk niet meer. Het is mij ontstolen en waar schijnlijk op dit oogenblik reeds vernietigd.» «Hm, hm, wat kan ik daar aan veranderen, baron... mijnheer Vogel, wilde ik zeggen.* «Zeer veel, mijn waarde,* sprak de baron. «De vrouwen zijn listig en het kan licht gebeuren, dat zij ons een poets leveren. Maar zij zijn gewoonlijk toch bang van aard en men kan ze licht vrees aanjagen. Ik spreek openhartig met u, mijnheer Knablein ik zal u vertellen wat ik van plan ben te doen om dien diefstal krachteloos te maken en ons voordeel te doen; wuClcu ik zegons voordeel, want mijn voordeel is ook het schrijven hebt. ’t Adjectief «parlementair* is reeds gerui- men tijd in onze volkstaal doorgedrongen; het is een heel gewoon woord geworden, dat ieder begrijpt en niet meer tot de «stadhuiswoor den* gerekend kan worden. Merken we even op, dat de uitdrukking «stad huiswoorden* terrein verliest. Wel komen er nog steeds nieuwe woorden bij, die van vreemden oorsprong zijn en eerst langzamer hand ’t vertrouwen van ’t gewone volk genie ten, op sport- zoowel als op ander gebied; maar doordat de ontwikkeling des volks beter is dan vroeger, doordat men meer leest, zoowel boeken als couranten en tijdschriften, ook doordat men meer vergadert, meer in veree- nigingen komt, meer spiekers hoort, zijn heel wat woorden, die voorheen tot de stadhuis woorden behoorden, omdat ze van vreemde origine waren, in ’t gewone gebruik gekomen. Doch hierover basta! We zouden even spre ken over parlementaire gebruiken. Een parlement is eigenlijk elke vergadering, waar ’t woord gevoerd wordt (denk aan par- ler spreken); doch inzonderheid een regee- ringsraad, een vergadering van volksvertegen woordigers. In Engeland heeten Hooger- en Lagerhuis samen van ouds ’t Parlement. Daar is de naam eeuwen oud. Denk bijv, aan het lange parlement, ten tijde van Olivier Cromwell, dat koning Karel I, de schoonpapa van onzen stadhouder Willem II, ter dood veroordeelde. In Frankrijk bedoelde men met parlemen ten een soort gerechtshoven; tevens regeerings- raden. Denk bijv, aan Lodewijk XIV, de Zonnekoning, die het parlement wegstuurde met zijn machtwoord «l’état, c’est moi* ik ben de staat Toen onder Lodewijk XVI het Fransche Koninkrijk een «pyramide op haar punt* geworden was, toen de corruptie, die eeuwen lang in ’t hof en de regeering geheerscht had, alle werking der regeerings- machine verlamd had en Lodewijk XVI vooral door de schuld van zijn voorgangers ten einde raad en met name financieel ten einde raad was, werden weder de parlementen bij eengeroepen, die de voorboden waren van de Groote Revolutie. Langzamerhand is het woord parlement «Dat alles zal niet noodig zijn,* zeide de schrijver nu. «Hoe bedoelt ge dat?* «Het geschrift dat ik u teruggaf als het echte testa ment van Graaf Czerny...* »Nu?« «Dat was het echte stuk niet!* «Hoe moet ik dat begrijpen ontving een couvert met het zegel van den graaf, maar in dat couvert had ik een afschrift gedaan van het echte testament. Het was zoo goed nagemaakt, dat ik u er ook mee beetnam.* «Wat zegt geGe zijt een verduiveld knappe kerel, mijnheer KnableinMaar welk oogmerk hadt ge daarbij »U heeft mij een kunstenaar in het vervalschen ge noemd en het vleide mijne ijdelheid u ook eens te kun nen beetnemen. En dan openhartig gezegd ik dacht zoo bij mijzelven als ik het stuk in handen houd en ik kom in nood, dan heb ik altijd nog iets dat ik te gelde kan maken.* «Ah, ik begrijp u. Ge zijt een rechte slimmert mijn heer Ik zie nu in dat ik te veel op uwe eerlijkheid heb gerekend en te weinig op uw sluwheid. Maar ge begrijpt wel, welk een grooten dienst ge mij door uwe voorzichtigheid bewezen hebt. Het echte testament is dus nog in uw bezit?* «Ja, heer baron.* «Laat het mij eens zien.* De luisteraar aan de deur hield den adem in. De zaak werd al meer en meer belangwekkend. «Niet voordat wij tot overeenstemming zijn gekomen, heer baron.* «Wat moet dat nu weer beduiden «Ik weet nu, heer baron, welke waarde het echte

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1