i
■W8- ES 1IIÏERTESTIEBLJD
VOOR SSEEE ES MSTREÏES.
Set vadsche Testament,
r
Sint jNieolaas.
Woensdag 30 XTovexnber 1304;.
No. 96.
59e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
1
I
DERTIENDE HOOFDSTUK.
oer
I
1
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Sint-Nicolaas -o wel hem, wie dat feest
Nog altijd meeviert met een kinderlijken geest
Wiens hoofd niet al te zeer vervuld is van die
schatten,
Der wijsheid, die helaas mijn brein niet kan bevatten,
’k Meen beursnieuws, politiek en soortgelijke meer,
Om, met zijn kindren mee, te leven in ’t weleer,
Om dagen lang vooruit de winkels rond te dwalen,
Of aan een .vrijster* nog zijn hart eens op te halen.
uiste-
?heidt
kt den
k uw
geen
nerkt,
KENNISGEVING.
ZITTING VAN DEN MILITIERAAD.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 73 der Militie-
wet 1901, ter openbare kennis, dat de zitting van den
Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden
te Bolsward, in het Gemeentehuis aldaar, op Woens
dag den 21 December 1904, des voormiddags te tien
uur, en dat voor dien Raad moet verschijnen de lote-
ling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteld
heid of gebreken of wegens gemis van de gevorderde
lengte.
Sneek, den 22 November 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
te voren wordt in ’t klein opgezet, om de ga
ven van den goeden Sint te ontvangen.
De ouders vertellen hun kroost van den
Sint, spreken hun over »de koek en de gard«
en werken daarmee opvoedend op ’t gemoed
der kleinen.
O, we bedoelen niet, dat de ouders zich met
kinder-bangmakerij moeten bezig houden. Geen
boeman of zwarte man, of hoe die snaak dan
ook mag heeten.
Maar ’t lieve sprookjesachtige van den
Sinterklaastijd, dat moet niet verloren gaan.
’t Is reeds meer aangehaald, maar we herin
neren ons nog gaarne de verzen van den te
vroeg ontslapen leekedichter P. A. de Gene-
stet, die innig was van gemoed, die innig bleef
ook in zijn scherts, in zijn satire.
Innig is zijn .Haantje van den toren*, zeer
innig. Satire is zijn »Sint-Nicolaasavond«, maar
ook in die satire, in die spot is de ondergrond
niets dan innige gemoedelijkheid:
stil.*
s het
.daad
graaf
pend
haar
tij de
7 het
werd
open,
:hter
pa
lief,*
dat
Opmerkingen bij eenige Nederland-
sche Handelsgewaesen.
4 Karwij. Ik behoef zeker niet te zeggen, dat de
teelt van dit gewas sterk vooruitgaande is. Werden
vijf en twintig jaar geleden nog slechts ruim duizend
hectaren met dit gewas bezaaid, op het oogenblik
(1903) waren 5283 hectaren met Karwij beteelt.
De Karwij, die om haar zaad gekweekt wordt (kü-
minel, olie, kruiderij in kaas en brood enz.) behoort
met de selderij, peterselie, kervel, de gele wortelen
tot de familie der schermbloemige, waartoe ook de ker
vel en waterscheerling behooren. Daar de karwij een
tweejarige plant is, geeft zij eerst in het 2de jaar
vrucht en wordt zij gewoonlijk onder een ander ge
was gezaaid. Het is duidelijk, dat zij het eerste jaar
zich reeds genoegzaam moet ontwikkelen, om in het
najaar, als de dekvrucht van het land af is, nog zoo
te kunnen groeien, dat zij het tweede jaar goede
vruchten geeft. Van daar, dat het karwijland vooral
vrij van onkruid moet gehouden worden en de dek
vrucht niet te geil mag groeien. Voor een groote op
brengst is verder noodig een diep bewerkte grond, met
humusstoffen, ruim bedeelde en ook overigens vrucht
bare grond. Voordat in het voorjaar de karwij gezaaid
wordt, moet het land in het najaar, diep geploegd en
rijkelijk met stalmest voorzien worden. Verder worden
per hectare 300 600 K. G. superphosphaat en 200
300 K. G. chloorkalium gegeven.
Een stikstofbemesting is verder het eerste jaar niet
noodig, doch in de lente van het tweede jaar moet
men 2 a 3 zak chilisalpeter per hectare oppervlakkig uit
strooien. Dit laatste moet men niet doen, om dat in het
karwijzaad zooveel stikstof zit, want het kar-
wijzaad zelf bevat zoogoed als geen stikstof, doch
om de planten met kracht hun groei te doen voortzet
ten. Het karwijzaad zelf bevat zeer veel kali en phos-
phorzuur, van het eerste het meest. Meer dan 1/4 deel
van de asch van het karwijzaad bestaat uit kali. Een
chloorkalibemesting mag dan ook in geen geval ontbre-
re eier-
Ply-
irde als
m onze
en wij
ras en
|1, dat
in aan-
sug.ien
Bewerkt door AMO.
Zie, dit, wat De Genestet bedoelde, dit moet
Sinterklaas blijven.
Laat de dag een feest zijn, een pret, een
jool voor de grooten, maar de idee van wel
doen, van ongezien weldoen aan de kleinen,
21).
»Ik houd het er voor, dat hij op het oogenblik
Weenen reeds heeft verlaten,* zei de raadsheer nu.
.Uit de bekentenis van Knablein blijkt, dat gravin
Czerny gehandeld heeft in overeenstemming met dien
Vogel. De schrijver werd in haar woning ontboden
en ontving daar het loon voor zijn werk.
Op een telegram van mij heb ik tot antwoord gekre
gen, dat er nog geen testament van den overleden graaf
Czerny aan het gerecht is overgelegd en dat men tot
heden tevergeefs naar zijn uiterste wilsbeschikking
heeft gezocht.*
.Het ligt voor de hand, dat in de eerstvolgende
dagen het valsche testament aan de rechtbank zal
overgelegd worden.*
.Het echte testament, dat in handen is van dien
schurk, heeft voor ons natuurlijk de grootste waarde.
Gelukkig herinnert de schrijver zich nog nauwkeurig
alle bepalingen en zijne bekentenis is voor ons van groot
nut. Vóór alle andere dingen hebben wij opheldering
noodig omtrent één punt. De graaf heeft al zijn goe
deren nagelaten aan een persoon, waarvan de schrij
ver Knablein den naam niet kan opgeven. Nadere
aanduiding van dien persoon moeten te vinden zijn in
een acte, welke in een geheim vakje van zijn schrijfta-
En bezoek dan eens J. Wierstra Dz. of Sus-
tring voor een keurig geschenk uit den goud-
smidswinkel. Wat is er al niet te zien, ’t is
er op allerlei wijzen genoeg voor verlicht in
De Metalen Wereld.
Doch waar te eindigen fijne voedingsarti-
kelen, dranken, vleeschwaren, boeken, enz. lok
ken als om strijd naar de bekende zaken van
de firma Westerhof, A. Veen en Zoon, Firma IJ.
ten Cate, S. Ringnalda, H. de Vries (naast Van
Gend Loos), Singer, F. W. Wielenga, T. L.
Dokkum, A. L. Hansma, H. B. Nauta, H. Mul
ler enz.
gebracht en zat in de gevangenis. En zooals de buren
vertelden, was haar zoon de man die de misdaad ont
dekt en den geheimzinnigen onbekende gevat had ja,
haar zoon, die lanterfant, waar ze zooveel zorg over had.
.Hoor eens, Karei,zei de oude dame, toen hij haar
onder de oogen kwam, »is het waar, wat de menschen
zeggen? Is het waar, dat je een spion van de politie
bent
«Ze kunnen wel gelijk hebben,* antwoordde hij. »Ja,
wat zij een spion van de politie noemen, dat ben ik
werkelijk.*
.Zoo! Dus de voorname heer, bij wien je in dienst
heette te zijn
.Was de keizerlijke politie.*
.Schaam je,« riep de oude dame uit. »Je hadt waarlijk
wel een ander vak kunnen kiezen.*
»Zoomoeder, meent u dat werkelijk Wie zorgt
er dan voor, dat u rustig in uw huis slaapt Wie waakt,
over uw geld en over uw spaarbankboekje, dat in de
linnenkast ligt Dat doet de politie, geloof ik, En als
’s nachts een dief bij u inbreekt Roept u dan niet
allereerst om de politie? Maar u spreekt als de onver
standige menschen, die de politie altijd lastig en indrin
gend vinden en die er liefst nooit mee te doen willen
hebben.
Ik geef toe, dat de politie haar gebreken heeft, maar
het is toch onverstandig met zooveel minachting te spre
ken over de ambtenaren, die voor de rust en veiligheid
der burgers zorgen. Menigmaal lag u rustig te slapen
als ik’s nachts mijn ambtsplicht vervulde denk maar
niet, dat het zoo gemakkelijk omspringen is met een
onverschilligen kerel, die zich verdedigt, als hij onscha
delijk wordt gemaakt. Het had dezen morgen best kun
nen gebeuren, dat die kerel mij tegen den grond gesla
gen had, zooals bij het dien politie-agent deeddan
Alas-
heidene
en. De
veehou-
tekende
ige van
stelling
ende 4
jepaard
iris van
n kip -
ne boe-
fc wordt
eheel
:amer
den
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
fel verborgen is. Heeft men die acte gevonden en reeds
vernietigd, of bestaat ze nog Het eerste is het meest
waarschijnlijke, het laatste is echter ook mogelijk.
Maar in elk geval mag men aannemen, dat degene, die
de bedoelde acte uit zijn geheime bergplaats gehaald
heeft, ook kennis heeft genomen van den inhoud en
ons inlichtingen kan verschaffen. Onze taak is het nu
dit geheim te leeren kennengeweld kan ons daarbij
niet helpen. Ik draag dit aan u op, mijnheer Nisser 1
Vertrek nog hedenavond naar het kasteel Windeck.
Gisteravond heeft de gravin haar woning hier ter stede
verlaten, waarschijnlijk is zij, dus reeds op het kasteel
aangekomen om haar aanspraken op de erfenis te laten
gelden. Zij zal wel een verklaring weten te vinden
voor de vreemde omstandigheid, dat eerst nu het tes
tament van den graaf te voorschijn komt. Het echte
testament spreekt van een geheim vakje in de schrijf
tafel en zij zal daarvan bij haar verklaring wel gebruik
maken. Handel dus met slim overleg. Het is een zeer
gewichtige zending, die ik u opdraag, en als ge die
tot een goed eind brengt, kunt ge op bevordering tot
hoogeren rang vast rekenen.*
Toen Karei Nisser een half uur later thuis kwam,
vond hij zijn moeder nog steeds in een toestand van
opgewonden zenuwachtigheid, die. door zijn komst nog
scheen te verergeren. De gebeurtenissen van dezen
dag hadden haar zeer aangegrepen. Een politie-agent
was in haar huis door een misdadiger bewusteloos ge
slagen 1 En die schrijver, dien zij altijd voor een fat
soenlijk mensch gehouden had, stond in betrekking tot
schurken en misdadigers 1
Wat moet een mensch toch beleven 1 Veertien dagen
geleden, toen Knablein ziek was, had ze nog soep voor
hem gekookt en ze bij hem boven gebracht. En nu
was hij op klaarlichten dag door een politie-agent weg-
aan de zwakken, aan de hulpbehoevenden, aan
de armen, dat is de mooie idee van Sinter
klas sdag.
Nog eens weer zeggen we ’t, we bedoelen
geen kinderlijk geloot aan spoken, maar we
vinden zoo mooi ’t intieme, dat er in den tijd
van Sinterklaas bestaat tusschen ouders en
kinderen. Zoo mooi, dat de kleinen hopen op
den goeden Sint, maar daarbij vertrouwen en
hopen op hunne goede ouders, die ze onbe
wust voelen met dien goeden Sint in relatie
te staan; en welke relatie ze steeds beter be
grijpen.
Nu, voor den Sinterklaasdag wordt in onze
goede stad Sneek flink gezorgd.
Gaan we de winkelstraten langs, dan is er
al heel wat te bekomen, om den kleinen een
prettigen feestdag te bereiden.
Wanneer men de winkelstraten doorwandelt,
vindt men op allerlei gebied eene uitgebreide
keuze van artikelen.
Wilt ge uit de galanteriewinkels speelgoed
voor uwe kinders, of een cadeau voor groote-
ren, ge kunt op meer dan een plaats uitne
mend terecht. Ge ziet u de oogen uit ’t hoofd,
zooveel verscheidenheid is er. Kom op de
Oosterdijk bij de firma IJme Bakker, of op
het Grootzand bij de firma H. v. d. Kallen of
bij Sijberen Potma wat een rijke keuze, zoo
wel voor een ruim voorziene als voor een
schralere beurs.
Zoekt ge naar fijne boterletters en ander
gebak, in de winkels van L. R. Veen, op ’t
Grootzand, van J. B. A. Veltman, van R. Re
genbogen en A. J. Boomgaard kunt ge u ruim
voorzien.
Zijn banket en speelgoed de traditioneele
Sinterklaasgeschenken, ook op de artikelen van
zoowat alle andere winkels legt de goedheilig-
man beslag. Voor de mannelijke helft der be
volking zijn weinig meer dan een dozijn jaren
leeftijd voldoende, om bijv, een extra kistje
sigaren van K. Zandhuizen, van G. van der
Meulen Sz., of uit ’t filiaal «Cuba* een aange
naam cadeau te vinden.
Voor kleedingstukken enz. bevelen zich de
volgende firma’s gaarne tot levering aanH.
Brenninkmeijer Zonen, Gebr. Lampe, A. Ver-
wer Ozn., Carl Stockmann, G. Stockmann Zo
nen, E. Bakker, Th. W. Doodkorte, Gebr. Ber-
voets,-F. Kamstra is in ’t bedden vak,
enz. nog steeds ruim voorzien.
We naderen weer aan den feestdag voor oud
en jong; ’t is spoedig weer St. Nicolaas.
De feestdag voor oud en jong!
Dit is die dag. Maar we zouden hem
anders willen hebben. We zouden willen, dat
’t was een feestdag, waarop de kinderen hun
feest vierden.
Alles moest gebeuren om
deren.
Zij, de kleinen, moesten ’t feest alleen heb
ben, en door hun genieten moest ’t ook een
feestdag worden voor de ouderen.
Pardon, dames en heeren, we willen niet
zeggen, dat ge uw Sinterklaas moet missen.
En nog minder willen we doelen op de
nieuwe Drankwet, die heel wat Sinterklaaspret
in de war stuurt.
Neen, met ’t echte Sint Nicolaas-vieren den
ken we aan de oude idee, die eeuwen lang be
stond.
Sint Nicolaas is volgens de overlevering de
vriend der kleinen, de vriend der armen, de
vriend der ongelukkigen. Hij was de stille
weldoener, die ongezien vreugde, troost en
blijde verrassing bracht.
Zijn dag was de lichtzon in de kinderkamer,
in ’t leven van ouders tegenover kinderen.
Een groote dag! Reeds lang te voren wordt
hij verwacht. Weken te voren wachten de
kleinen, de kinderen in den onschuldigen leef
tijd op de komst van den goeden Sint. Weken
en voor de kin-
0, Bisschep, schoon ’k niet licht een heilige ver
trouw!
Gjj zijteen heilige, die ’k haast aanbidden zou.
Één daad van minzaamheid, van weldoen was uw
leven.
Uw liefde heeft uw naam de onsterflijkheid gegeven.
Och,dwazen, die een naam, een grooten naam begeert,
Kent gij er een zoo rein, zoo schoon, zoo stil vereerd;
Die dus, eeuw in, eeuw uit, met hartlijkheid bejegend,
In ’t hart der kindren leeft, door kindren wordt
gezegend?
Ja, kinderheilige, nog neemt mijn hart u aan!
En had de wereld slechts wat beter u verstaan,
Uw geest van weldoen en van liefde meer begrepen,
chheid
it deze
|i moet
n onze
aig of
atuur-
■en.
n, dan
maar
J ver-
iruikte
lelijke
erheid
int en
moge-
groot-
i ieder
mheid
kon u op dit oogenblik mijn bebloede hoofd telkens van
nieuwe omslagen voorzien. Noem mij gerust een spion
van de politie, ik zelf ben er trotsch op, dat ik nuttig
werkzaam ben voor mijne medeburgers, al zien zij niet
in dat wjj voor hun rust en veiligheid zorgen.*
Met groote oogen en open mond rustten juffrouw Nis-
ser’s blikken op haar zoon, die haar thans in een geheel
ander licht verscheen. «Wel, wel, ik krijg wezenlijk
achting voor je,« verzekerde zij. «Maar ben je zelf niet
de oorzaak, dat ik je altijd voor een leeglooper heb ge
houden Waarom heb je me dan niet gezegd dat je
een betrekking bij de politie hebt
«Om het aan de heele wereld bekend te maken, jawel!
Het spijt me genoeg dat u het nu door deze geschiedenis
vernomen hebt, want nu kan ik er op rekenen dat mor
gen de heele buurt het weet.«
»Geloof je, dat je moeder zoo’n babbelkous is Je
moest je schamen. Geen mensch zal het van mij hoe
ren; ook Eefje niet.«
«Wie is er bij Eefje vroeg Karei. »Ik hoor stem
men in de woonkamer.»
»Er is bezoek. Die aardige jonge heer is bij haar,
waarvan ik je verteld heb, dat hij ons gered heeft.«
«Die bouwmeester
«Ja, zooiets is hij. Een braaf mensch, dat ziet men
dadelijk, hij meent het bepaald oprecht met Eefje.
Nu, als het tot een huwelijk komt, zal het mij genoegen
doen.«
«Zoo! Denkt u dadelijk aan trouwen? Zoo zijn
jelui, vrouwen. Het is de vraag, of hij er aan denkt.
Ik moet eens kennis met hem maken, ik moet afscheid
nemen van Eefje.«
«Afscheid nemen? Wat beduidt dat
«Het beduidt, dat ik op reis ga.«
«Ga je op reis Wanneer
I
ar r t- y r*jMEMia.-CT««irw-i.w— i -i it—n i
ME
URANT
■kaar.
>eken
Jr
te