I MELWS- ES IWEMMBLAD Bat valsehê Testament. VOOK SIM EJ MSTHEEES. Woensdag 21 December 1904. No. 102. 59e Jaargang. II- Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Binnenlaodsch Nieuws. FEUILLETON. De Begroeting in de Tweede Kamer. Ag., k De Uitgever. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Bewerkt door AM0. Zij, die zich nu op ons blad abonneerenontvan gen de tot 1 Januari a.s. verschijnende nummers GRATIS. In den namiddag, na zijn vertrek van het kasteel Windeck, beklom Karei Nisser de smalle houten trap van een afgelegen huis in een dei buitenwijken der stad Brünn. Hij bleef staan bij een deur, die c-m kaartje vertoonde met den naam .Ladislaus Éablats hek.< Eerst nadat hij tweemaal had aangescheld, werd de deur voor hem geopend. Een oude dienstmeid liet haar wantrouwende blik ken op den vreemdeling rusten. «Is mijnheer Hablatschek thuis vroeg Karei. «Mijnheer Hablatschek is ziek en niet te spreken,* antwoordde de meid en ze wou de deur dicht doen. «Welnu, juffrouw,* zei Karei, die behendig binnen trad, «zeg aan uw meester, dat iemand hem wenscht te spreken, niet als particulier, maar op last van de Keizerlijke politie. Zeg dat ik verder moet reizen en dat ik slechts een half uur tijd heb om hem te spreken.» »üw naam vroeg de oude. «Mijn naam zal ik hem zelf zeggen. Zeg maar, dat een commissaris van politie uit Weenen hem verlangt te spreken.* Het woord politie, dat zij tweemaal had gehoord, scheen den tegenstand der oude dienstbode geheel overwonnen te hebben. Nadat de commissaris zijn hoed en overjas in de gang had opgehangen, opende zij de deur van een kamer voor hem, nog voor dat zij hem had aangediend. Door de neergelaten gordijnen drong zelfs in dit mid daguur slechts weinig licht in de kamer, waar de tret er uitnu eerst begreep hij, waarom die beeltenis hem zoo geboeid had. Waar had hij toch zijn oogen gehad De gelijkenis met Eefje was onmiskenbaar. En terwijl hij dit gelaat beschouwde, doken herinnerin gen uit zijn kindsheid bij hem op. Levendig herinnerde hij zich nu hoe hij bij een wieg was gebracht, waarin zijn nieuwe zusje lag. Eerst later had hij als knaap van andere lieden vernomen, dat er aan dit kind eene bijzondere geschiedenis verbonden was en dat zij niet zijn zuster was, maar dat zijn moeder de verzorging van dit kind op zich had genomen. Ééns had hij zijn moeder er naar gevraagd en toen tot antwoord gekre gen «Zij is je zusje en je moet haar liefhebben als je zusje, versta je?« Sedert had hij niet meer gevraagd, doch hij wist uit het gepraat der lieden, dat hier een geheim bestond, waarover zijn moeder het stilzwijgen bewaarde. Liefst zou hij dadelijk naar Weenen zijn teruggekeerd om dit geheim na te vorschen, doch zijn plicht riep hem op het kasteel. Hij vond mijnheer Wagner be neden reeds wachtende in de gelagkamer en samen gingen zij dadelijk op weg naar het kasteel. Daar wachtte hem een nieuwe verrassing. De gra vin, die hem in het vroege morgenuur een gesprek had toegestaan, was verdwenen. Zij was in den nacht met haar kamenier vertrokken. Waarheen Dat wist nie mand te zeggen. Zij waren zóó stil vertrokken, dat Jacob Sallai er niets van gehoord had en hij sliep toch dicht bij den stal. De koetsier van de gravin keerde juist met het rijtuig terughij verklaarde, dat hij zijn meesteres naar het spoorwegstation te Brünn had ge reden. De commissaris liet mijnheer Wagner op het kasteel achter en reisde alleen naar Weenen terug. Onderweg zou hij dan uitstappen te Brünn, om een bezoek te Eenigen tijd nadat de beide Kamers der Staten-Generaal door de Koningin of namens de Koningin door den minister-president ge opend zijn, begint de behandeling der begroo- ting voor ’t volgende jaar in de Tweede Ka mer. Men komt groote getallen te hooren; de minister van financiën houdt zijn millioenen- rede, waarin hij eerst de nog loopende zaken van vorige jaren verrekent en daarna de nieu we rekening van inkomsten en uitgaven indient. Gewoonlijk vallen dan de cijfers der vorige jaren en van ’t nog loopende jaar mee; vooral de tegenwoordige titularis Harte van Tecklen- burg heeft daar een handje van; de inkomsten blijken grooter te zijn dan berekend werd en de uitgaven bleven vrij wat beneden ’t toe- gestane. Zoo’n millioenenspeech is altijd een gewich tig ding. Je kunt als man van de rijksporte- monnaie, dunkt ons, gemakkelijk een hoogen borst zetten, als je daar zoo’n half uur lang met de millioenen omslaat, als waren ’t spelde- gelden. Deze rede geeft gewoonlijk aan ’s lands vroede vaderen nog al stof tot denken en spre ken en aan de pers een paar dagen stof voor artikelen. Doch in de Tweede Kamer is ’t debat ge woonlijk eerst op z’n hoogtepunt bij «Binnen- landsche Zaken*, vooral wanneer, zooals thans, F If vor’g'e jaren zal in ons «f blad, dat op 31 Decem ber verschijnt, weder gelegenheid bestaan tot het plaatsen van Advertentiën als Nieuwjaarsgroet aan Familie, Vrienden, Begunstigers, enz. tegen den prijs van 25 cents per Advertentie. Vroegtijdige inzending wordt beleefd ver zocht. in het graf en daarin lag juist de wraak over mijn trouwbreuk. Ik hoopte, dat het mij zou gelukken mijn kind te vinden, maar alle nasporingen, die ik door de slimste advocaten van Weenen liet doen, waren ver- geefsch. Toen nam ik een kind van een krijgsmakker in mijn huis opdat kind was onder bijna dezelfde om standigheden geboren als het kind mijner arme Louise en de moeder was eveneens bij de geboorte gestorven. Doch de vreugde, die ik aan dit kind beleefd heb, heeft mij nooit schadeloos kunnen stellen voor hetgeen mij ontroofd is door de onnatuurlijke daad van een waan zinnige. Is mijn kind dood, dan weet ik, dat zij ver- eenigd is met haar goede moeder. Leeft het kind nog, dan moge God het zegenen, zooals ik het in ge dachte mjjn zegen geef. Kasteel Windeck, 18 December 1871. Michael Graaf Czerny.* Het was later dan middernacht, toen de commissaris zijn rapport gereed en het overgebleven gedeelte van de aanteekeningen ingepakt had, waarna hij te bed ging. Doch hjj sliep onrustig. Nu eens vervolgde hij den vluchtenden testamentvervalscher, dan weer zag hij de schoone vrouw, die hij verrast had bjj de schrijftafel van haar overleden echtgenoot. Dan stond hem weer de vrouw voor den geest, waarvan hij het photografisch portret had gezien. En opeensdaar herkende hij in die trekken de gelijkenis met iemand, die hjj zeer goed kende. Dat waren Eefje’s groote, blauwe oogen, die hem aankekende weemoedige trek om den mond was verdwenen, een vroolijke lach speelde om haar lippen. Hij ontwaakte en sprong op van zijn legerstede. Het heldere daglicht scheen reeds door het venster. Hij greep in den zak van zijn jas en haalde het por de minister van dat departement tevens eerste minister en leidend minister is, zooals nu ’t geval is. (Thans toch is eigenlijk alleen dr. Kuyper een minister-eerste klas en zijn de an dere zeven heeren tweederangs-ministers.) Dan komt de politiek op den voorgrond. Er wordt gesproken om den minister te verdedigen en om hem af te breken; er wordt gesproken tot versterking der eigen partij of om voor de aanstaande verkiezingen een coalitie voor of tegen ’t huidige bewind te formeeren; er wordt ook gesproken om buiten de Kamer gehoord en gelezen te worden. (Neem b.v. mr. Troel- stra’s lange rede, die in zijn geheel in druk verscheen en a drie cents te koop is») Dan voor al treden de leiders van elke partij op den voorgrond om in het belang hunner partij te spreken. De oppositie wijst gaarne op de te kortkomingen of onbekwaamheden of weinige resultaten van de werkzaamheid der zittende regeering, de aanhangers van dat landsbestuur verdedigen zijn daden. Voor al in ’t vierde of laatste jaar van een zittingsperiode, als de groote verkiezingen voor de deur staan, wordt veel ge sproken met’t oog op die aanstaande verkiezingen. Er zijn ook hoofdstukken, zooals bijv, hoofd stuk I Huis der Koningin en XI Onvoorziene uitgaven, die weinig of geen bespreking vor deren. ’t Zou bij dit laatste dan ook een heele toer zijn de politiek er bij te pas te brengen. Buitenlandsche Zaken (Hoofdst. III) kan wel aanleiding tot bespreking geven. De kwestie wordt dan behandeld: Dure gezantschappen houden of ze vervangen door nuttige consula ten met consuls, vice-consuls en consulaire agenten? Dit hoofdstuk geeft ook tot spreken aanleiding, als bijv, een rijk gesalarieerd ge zant (Wttewaal v. Stoetwegen te St. Petersburg!) blijk geeft geen handig politicus en diplomaat te zijn en ’t buskruit niet te hebben uitgevon den. Ook, als bijv, een ministerieel hoofd er van buiten veel beter gesoigneerd uitziet als ’t dat van binnen is. Zulke ministers en diplo maten van hoogen adel heb je soms. Heel gemakkelijk wordt gewooniijkVIIa, Natio nale schuld, gepasseerd, al bereikt dit dan ook een cijfer van meer dan 30 millioen gld. Rente en aflossing zijn toch van te voren geregeld. Alleen, als er opnieuw geleend moet worden, eischt dit discussie. We hopen dus maar, dat dit hoofdstuk steeds zonder spreken onder des voorzitters hamer passeert. Hoofdstuk IV. Justitie kan hierom vooral redevoeringen uitlokken, omdat de godsdien stige en zedelijke denkwijzen der Kamerleden verschillen. De een vindt bijv, ons strafwet boek of de behandeling der gevangenen ver keerd. Denk bijv, aan de verschillende opi nies over de doodstraf, aan de verbeterhuizen, enz. Eigenaardige hoofstukken blijven altijd VI en VIII, Marine en Oorlog. Beide ministers van landsverdediging willen liefst zooveel mo gelijk geld loskrijgen om schepen en forten te bouwen, om meer regimenten, beter bewape ning, enz. te krijgen. En dan zijn er Kamer leden, die uit partij beginsel tegen deze beide en spreken van «geen man Maar de overgroote meerder- goede landsverdediging. Doch 27). Wanneer mijn vrouw dat kind tot zich had genomen, dan had zij edelmoedig gehandeld maar neen, zjj wilde mij straffen voor mijn echtbreuk. Zonder haar naam te noemen, zegt zij belast te zijn met de zorg voor het kind. De oude vrouw, bij wie mijn dierbare Louise op kamers woonde, schenkt geloof aan deze verzekering. Zij ontvangt geld genoeg om naar haar geboorteplaats terug te keeren en mjjn vrouw brengt het kindWaarheen Dat is een raadsel, dat ik nooit heb kunnen oplossen. Mijn plichten als krijgs man hielden mij op verren afstand terug en toen ik na het sluiten van den vrede terugkeerde, vond ik geen spoor meer van alles, wat mij zoo dierbaar ge weest was. Na lang zoeken vond ik eindelijk de min, die het kind verzorgd had in de eerste dagen na Louise’s dood. Die vrouw bracht mij het eerst op de gedachte, dat mijn vrouw het kind ontvoerd had; maar omdat deze min ontslagen was om op de nieuwe ver blijfplaats van het kind een andere min te nemen, kon ik van haar verder niets vernemen. Wat nu volgde, is spoedig gezegd. Laat mij een sluier wer pen over het uur, toen ik voor de laatste maal een gesprek met mijn vrouw had. Acht dagen later had de koorts haar weggeruktzij nam een geheim mee brengen aan mijnheer Hablatschek, den voormaligen kamerdienaar van wijlen Graaf Czerny. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. Drankbestrijding. De brander maakt van een mud koren, met behulp van schadelijke toevoegselen, een vaatje jenever, dat in ’t klein wordt uitverkocht voor honderd en twintig gulden. De boer, die ’t koren zaaide, krijgt er f 4 van. De Regeering, die den jenever belast, krijgt f 32. De Spoorwegmaatschappij, die ’m vervoert, krijgt f 7.50. De distilleerder, die ’m maakt, krijgt f 27.50. De sleeper, die ’m wegbrengt, krijgt f 2.50. De herbergier, die ’m verkoopt, krjjgt f 47.50. De drinker krijgt hoofdpijn. Zijn vrouw krijgt slaag. Zijn kinderen krijgen honger en lompen voor kleeren. (Almanak N.C.G.O.V. ’05). Gemerkte, schollen. Door het zoölogisch station te Helder, wordt bij publicatie kennis gegeven, dat op verschillende plaatsen der Noordzee, o.a. op «Breeveer tien*, «de bruine bank«, «de Haaksgronden* en de «Ter- schellinger vlakte*, gemerkte schollen zijn losgelaten. Het merk bestaat in een beenen knoop met een genum merd koperen plaatje, met een zilverdraad bevestigd door de basis der rugvin. "Visschers die zulke schol len vangen en aanbrengen, met opgave van den tijd en de plaats, ontvangen f 1.20 ter belooning en daarenbo ven de handelswaarde, die de schol mocht vertegen woordigen. Voor een merk alleen wordt 60 cent betaald. hoofdstukken zijn en geen cent.* heid is vóór een juist bij deze heeren ontstaat discussie, vooral over den vlootbouw, omdat de meeningen zoo zeer uiteenloopen, dat haast geen twee opvol gende ministers gelijk denken. En dan ’t Xe hoofdstuk: Koloniën! Prach tige gelegenheid voor de heeren om te laken, om eens over geldverspilling en verwaarloozing van den Javaan, barbaarsch optreden van le geroversten, enz. gloeiende peroraties af te steken. Dan komt de partijgeest weer te voorschijn. Maar er is één hoofdstuk, dat ’t van alle andere wint door zijn eigenaardigheid. Dit is hoofd stuk IX, Waterstaat, Handel en Nijverheid. Dan is er niet zoo zeer sprake meer van politieke partijen, dan blijkt de Tweede Kamer eigenlijk te zijn gevormd uit honderd eenheden, die ieder voor zich werken, die zich alleen aan el kaar verbinden, als eigen (districts) belang dat meebrengt. Aan ’t departement W., H. en N. behoort, wat dijken, rivieren, vaarten, ka nalen, wegen, spoorwegen, tramwegen, vaar geulen, enz. betreft. Een zeer uitgebreid ge bied dus. Nu wil natuurlijk ieder gaarne verbetering hebben op dit uitgebreid terrein, en dan «Cha rité bien ordonnée commence par soi-même*, dus ieder tracht verbetering te krijgen in eigen provincie, neen, nog beperkter, in eigen district. Hier komt nog bij, dat de kiezers rekenen op hun afgevaardigde, om van rijkswege den geldelijken steun te erlangen, die hun onont beerlijk is voor ’t tot stand brengen van een door hen gewilde verbetering in ’t verkeerswe zen. En dan acht zich de afgevaardigde ook gehouden, aan ’t verlangen zijner kiezers te voldoen. Hij mag zich toch hun spreekbuis noemen bij de Haagsche regeering. Natuur lijk strekt dit ook om bij de volgende verkiezing te beter het mandaat te zien hernieuwen. Niet, dat de geachte heeren député’s daarom zich zoo warm maken voor hun districtsbelangen. O foei, neen Op deze manier gebeurt ’t gemakkelijk, dat minstens 80 van de 100 hooge oomes wat te vragen hebben. En daartegenover staat de minister van WM H. en N. Hij is gebonden door vroeger gege ven toekomstbeloften en hij is gebonden door zijn portemonnaie. Zie, zooveel mag jij krijgen uit de groote landskas, heeft immers zijn collega van financiën gezegd. ’t Gaat den minister van WH. en N. hier ongeveer net als de moeder van een groot huishouden uitpractiseeren, wat ’t allernoodig- ste is en ’t andere moet wachten. AS. 4 •T-tnii.ii.rr i.in» ibw i .hhi> ir.n c.,rn i in. j_iwm.. m i iNEEKE r JURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1