<b NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD vm S» ES WS'MKi. Het valsche Te^meat. f^ijnvaarttollen. I Zaterdag 31 December 1304. No. 105. üit de Raadszaal. 53e Jaargang. DRANKWET. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentie. FEUILLETON. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Bewerkt door AMO. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gezien art. 12, eerste lid, der Drankwet (Tekst Stsbl. 1904 no. 235); Brengen ter openbare kennis dat bij hun College is ingekomen een afschrift van een aan HH. Gedep. Sta ten dezer Provincie gericht verzoekschrift van BOUWE ALBERDA, wonende te Sneek, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, in het perceel, plaatselijk gemerkt wijk 4 no. 27, gelegen aan den hoek Kruizebroederstraat en Muntstraat; en dat tegen het verleenen der gevraagde Vergun ning binnen twee weken na dagteekening dezer be kendmaking schriftelijk bezwaren bij hun College kun nen worden ingebracht. Sneek, den 27 December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. v. d. LAAN, Secretaris. Terwijl juffrouw Nisser hoofdschuddend en zuchtend plaats nam om te ontbijten, aanvaardde Eefje onder de pijnlijkste gedachten den verren tocht naar de bin nenstad van Weenen. Daarbij stond aanhoudend het beeld voor haar oogen van den man, die zulke zoete droomen in haren boezem had opgewekt, welke door eenige regelen van haar broeder zoo wreed waren verstoord. Die zoete droomen hadden haar in den laatsten tijd nacht en dag bezig gehouden ze hadden haar ziel geheel vervuld en voor hem was alles niets geweest dan spel, om een paar ledige uren door te brengen. Wat zij als een beschikking des Hemels had beschouwd, gold bij hem als een avontuur dat hij naar welgeval len kon aanhouden of laten slippen. Moest zij dit niet denken, na de onthulling, die haar broeder haar ge daan had? Hij had zijn rang en stand voor haar ver borgen en gezegd, dat hij bouwmeester was en spoe dig een aanstelling in dienst der stad hoopte te krij gen. Waarom deed hij dat, als hij geen toeleg had om zich in het vertrouwen van een argeloos meisje te dringen? Als zij zijn rang en stand had geweten, zou zij zijn bezoeken niet aangemoedigd hebben. Dat be greep hij ook wel, en daarom had hij haar misleid. ’t Is geen wonder, dat Nederland nog al eens den blik richt naar onze oostelijke buren. En door de ligging van ons land, èn door den loop der Rijn hebben we heel wat met de Duitschers uit te staan. Voeg hierbij, dat volk en taal niet zoo belangrijk verschillen. De Nederlanders behoor en met een groot deel der bewoners van Noord-Duitschland tot den Ne- derduitschen stam. De officiëele talen ver schillen nog al vrijwat, doordat in Duitschland niet het Neder- maar het Hoogduitsch de schrijftaal is geworden. Voeg hier verder nog bij, dat zeer vele Duitschers zich in den loop der tijden op Neder landschen bodem ge vestigd hebben en vooral in het manufacturen- vak een zeer belangrijk aandeel hebben. In de laatste jaren is in ons land de antipa thie tegen Pruisen vrij wat verminderd. Maar voor twintig en meer jaren heerschte er hier wel sympathie voor den Franschman en vol strekt niet voor den Duitscher. Deze antipathie is ook wel te verklaren. Pruisen bleek toch een tijd lang zooveel land- honger te hebben, dat ook ons land vreezen kon, ingepalmd te worden. Voor Duitschland zou er geen begeerlijker stuk grond in te pal men zijn dan Nederland. Gelukkig zouden onze ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. en zijn salaris te willen verhoogen i. Een schrijven van den heer M. J. Stelma, houden de dankbetuiging voor het aan hem verleende pensioen als amanuensis j. Eene resolutie van heeren Ged. Staten dezer provincie, houdende goedkeuring der gemeente- en schuttery-begrooting, dienst 1905 k. Een adres van den heer Vlaskamp, verzoekende gemeentegrond aan de Looxmastraat in koop te mogen ontvangen. De Voorzitter wenscht het laatstgenoemde adres, als zijnde ongezegeld, ter zijde te leggen voor adres sant blijft natuurlijk de gelegenheid opengesteld, zijn verzoek bij gezegeld adres te herhalen het adres van Koopmans, sub h, zou dadelijk behan deld kunnen worden met ’toog op de nieuwe instruc tie welke 1 Januari a. s. in werking treedt. Vroeger werd de stadstuinier door B. en W. aange steld, doch volgens de op 6 Sept. jl. vastgestelde instructie moet de tuinier nu door den Raad worden benoemd, terwijl die instructie ook voorziet in de vraag van adressant, om het terrein bij zijne woning in gebruik te mogen houden, waaromtrent nl. is be paald dat de tuinier dien grond in orde moet houden. B. en W. stellen dan ook voor Koopmans als stadstuinier te benoemen met ingang van 1 Januari a.s. en met het gevraagde terrein te handelen gelijk bij de instructie is bepaaldop het verzoek om verhooging van salaris wenschen B. en W. vooralsnog afwijzend te beschikken aangezien nog onlangs, bij de behandeling der begroo- ting, alle traktementen zijn nagegaan; natuurlijk blijft adr. vrij zijn verzoek tegen de behandeling der voe gende begrooting te herhalen. Op een vraag van den heer Huges, of het tractement van adressant nog kort geleden is verhoogd, antwoordt de Voorzitter, dat het salaris in betrekkelijk korten tijd nog al spoedig is verhoogd; adressant heeft nu evenwel, volgens de nieuwe instructie, niet meer die vrijheid van beweging als vroeger. Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van B. en W. besloten. De Voorzitter verwacht, dat de leden met belang stelling kennis genomen zullen hebben van het adres van den heer Volkers, sub ghet zal door B. en W. in nader onderzoek worden genomen en voorbereid ter be handeling in eene volgende vergadering. Spr. zegt, dat heeren Armvoogden bij het adres sub berichten, dat zij met 1 Januari a. s. hunne functie neer leggen. Hoewel ’t hier een exceptioneel geval geldt, wenscht spr. gaarne van de meerderheid van den Raad, die in de vorige vergadering, bij de benoeming van een Armvoogd, van de aanbeveling van heeren Voogden ter voorziening in eene periodieke aftreding, meende te kring zoeken en daarin iets verdienen met de kundig heden, die ik heb opgedaan. Er zijn in de stad kanto ren, waar men aan goede betrekkingen wordt gehol pen. Ik ga er dezen middag reeds op uit.« »Hoe kom je op die gedachte? Wil je mij dan al leen laten?< »Het kan niet anders, moeder! En u is niet alleen! U heeft Karei dan toch nog bij u!« •Och wat, Karei is dag en nacht de deur uit. Wat moet ik beginnen zonder jou? In mijn oude dagen zoo eenzaam te leven! Je hebt toch niet noodig bij vreem den je brood te gaan verdienen! »Hoor eens, moeder! Ik had >ok kunnen trouwen en dan had ik u ook alleen gelaten, nog wel voor altijd en nu is het voor een korten tijd, misschien voor één of twee jaar. Of ik kinderjuffrouw of huis houdster word, ik kan een mooi stuk geld verdienen, dat kunnen wij best gebruiken. Waarom heeft u me dan zooveel laten leeren, als ik er geen nut van trek? Tegenwoordig moeten ook de vrouwen er aan denken, zich een bestaan te verschaffen.* »Dat heb je niet noodig, Eefje.* »Toch wel, moeder! Wij hebben het wel noodig, wjj leven niet in overvloed, •Later krijg je een mooie som geld, waarvan wij nu de rente genieten. Als je een braven man trouwt, zoo- als ik hoopAh, ja! wat moet ik aan mijnheer Thurnfels zeggen, als hij hier komt en je niet thuis treft?* •Zeg hem andere buren, vooral Engeland, niet goedschiks toelaten, dat Duitschland zich aan ons land vergreep. Zagen we niet, een paar jaren gele den, toen weer eens het proefballetje werd op geworpen van een tolverbond tusschen Ne derland en Duitschland, hoe men zich in En geland reeds ’t schrikbeeld vormde, van een reusachtige Duitsche vloot, bemand met Hol- landsche jantjes? Doch vooral door den Rijn, die grootvorst van Europa’s stroomen, staan we in contact met Duitschland. De Duitsche Rijn doorstroomt ’t beste, volkrijkste deel van Duitschland, een gebied van rijken mijnbouw en industrie, van wijnbouw en natuurschoon. Nu is 't vervoer te water altijd goedkooper dan over land en zoo is onze drukke havenstad Rotterdam niet alleen de haven voor Nederland, doch ook voor een belangrijk deel van Duitschland. Ook Antwerpen en Amsterdam profiteeren hiervan, maar lang niet in die mate als de Rottestad, die dan ook ’t geschiktst gelegen is. Ten behoeve van de drukke Rijnvaart werd en wordt steeds gezorgd de vaargeul van Waal en Rijn te verbeteren, vooral dieper te maken. Al de Staten, aan den Rijn gelegen, zijn ook toegetreden tot een regeling voor de Rijnvaart; een regeling, die zoo maar niet met een hand zwaai vervalt. Thans echter is er rumor in casa. Pruisen schijnt van plan te zijn, na nog verdere ver betering van de rivier er scheepvaarttollen te heffen even als op een gewoon kanaal. De Pruisische regeering zegt: Als wij de Rijn zoodanig verbeteren als wenschelijk is, be steden wij er evenveel geld aan als aan een groot kanaal; niet meer dan billijk is, dat er dan ook tollen geheven worden als op een ka naal. In onze Tweede Kamer werd de minister van Buitenlandsche Zaken, baron Melvil van Lijnden, reeds over deze kwestie ondervraagd. De minister zei ongeveer, dat hij er officieel niets van wist, doch aan de zaak zijn attentie zou wijden. Heel bevredigd en dankbaar wa ren de ondervragende Kamerleden hier niet mee. In de Rijnprovincie zelf hebben zich, op een vergadering te Dusseldorf, alle afgevaardigden zich tegen ’t heffen van Rijnvaarttollen ver klaard. Alleen Keulen is niet tegen die tol len. Dit is dus maar één tegen allen, maar Keulen is de belangrijkste stad aan den Duitschen Rijn. Te Keulen acht men de ver dieping der Rijnbedding van grooter belang Maar was het mogelijk, dat dit openhartige gelaat zooveel veinzerij en bedrog verborg? Zij zag duidelijk die donkerbruine vriendelijke oogen voor zich; in die oogen lag geen valschheid! En zijn de oogen dan niet de spiegels der ziel? Zou het niet mogelijk zijn, dat Karei zich vergiste? Dat hij op een dwaalspoor werd gebracht door twee gelijkluidende namen? Zij wilde zekerheid hebben en daarom was zij in den vroegen morgen op weg gegaan. Het sloeg negen uur, toen zij de Heerenstraat insloeg. In de nabijheid van het Café Central sprak zij een kruier aan en vroeg, of hij haar het paleis Thurnfels kon aan wij zen. »Daar, waar die Engelsche jachtwagen voor de deur staat,* luidde het antwoord. Zij dankte en ging eenige schreden verder; daar bleef zij voor een inrijpoort staan kijken naar het paleis aan de overzijde der straat. De Engelsche jachtwagen was bespannen met twee vurige rossen, die geen oogenblik stil stonden, maar telkens ongeduldig met de pooten stampten. Achter in het rijtuig zat een bediende, die de teugels hield en nu en dan een woord wisselde met den portier, die aan de deur de wacht hield. Plotseling namen de beide dienstbare geesten een stramme houding aan, toen een flink jonkman naar buiten trad. De jonk man sprong op de voorste bank van het rijtuig, nam de teugels van den bediende over en in het volgende oogenblik draafden de paarden voort. Eefje was bleek en beefde aan alle ledematen. Zij verschool zich zoo goed zij kon om niet herkend te worden en greep zich aan den muur vast om niet te vallen. Zij had hem herkend en zich liefst voor de hoeven zijner paarden geworpen. Wat zou hem dat kunnen schelen, haar lichaam te verpletteren, nadat hij haar dan ’t nadeel der tolheffing. Vooral te Rotterdam zal men met begrijpe lijke belangstelling afwachten, wat er van die tollen zal terechtkomen. Over de Rijnvaart moet men vooral niet licht denken: te Lobith worden langs den Rijn meer goederen in- en uitgeklaard dan met al de spoorwegen, die naar ’t buitenland loopen. VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Dinsdag, den 27 Dec. 1904, ’s nam 61/, uur. Tegenwoordig zijn 13 leden afwezig met kennisge ving, wegens ongesteldheid, de heer P. Fennema; één vacature wegens het overlijden van den heer Mr. 0. C. Paehlig. Voorzitter de heer Mr. D. ALMA, Burgemeester. - Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling 1. Resumtie der notulen. Na lezing door den Secretaris, worden de notulen der op 29 November 11. gehouden vergadering, onveran derd vastgesteld. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. De Secretaris doet mededeeling van a. Eene resolutie van heeren Ged. Staten dezer Pro vincie, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van den Trekschippersstal te Leeuwarden aan L. de Groot b. Een idem, houdende goedkeuring van het Raads besluit tot wijziging der begrooting, dienst 1904 c. Een schrijven van den heer L. Dokkum, daarbij berichtende, dat hij zijne herbenoeming tot lid der Comm. van Toezicht op het M. O. aanneemt d. Alsvoren van den heer K. J. P. Dwarshuis, dat hij zijne benoeming tot voogd van het Old Burger Wees huis aanneemt e. Alsvoren van den heer N. P. Molenaar, dat hij zijne benoeming tot Armvoogd aanneemt f. Eene missive van het Burgerlijk Armbestuur, ter geleide van een schrijven van hh. Voogden der Algem. Armvoogdij, berichtende, dat zij met ingang van 1 Jan. e. k. hunne function neerleggen g. Een adres van den heer Jan Volkers, onder bij voeging eener schetsteekening verzoekende de roolijn nevens zijn perceel, aan de Westzijde van het Zuidend, door ruiling van grond te willen wijzigen h. Een idem van den heer H. Koopmans, daarbij verzoekende hem als gemeente-tuinman te willen be noemen, een stuk grond in gebruik te mogen houden ziel had gebroken? Toen verzamelde zij haar krachten en met vasten tred stak zij de straat over naar den portier, die bij de hoofddeur heen en weer wandelde. •Zeg eens, portier,* zei ze, »dit is toch het paleis van graaf Thurnfels, niet waar?* •Jawel, juffrouw!* •En de jonge heer, die zooeven wegreed?* •Dat was de jonge graaf Bruno von Thurnfels.* •Dank u En zij sloop weg, terwijl de portier haar verwonderd naoogde. Zij loosde een diepen zucht, haar oogen werden weer vochtig. Nu had zij de vreeselijke zekerheid, waar zij zoo bang voor was geweest; zij wist nu, dat alles haar was ontroofd, waar haar hart aan had gehangen. Nu kwam ze weer tot kalmte, ze bedwong haar tra nen. Neen, niemand mocht haar zien schreien, en dan hier op straat! Neen, ze zou nog uren genoeg in eenzaamheid en droefenis doorbrengen op h’-ar kamer tje; daar zou ze haar tranen den vrijen loop laten. Haar bleek gelaat toonde koele beradenheid, toen ze een half uur later bij haar moeder binnentrad. •Moeder,* zei ze, »er is mij dezen morgen veel door’t hoofd gegaan, en ik heb een besluit genomen, dat door niets meer kan veranderd worden, ik bid u, laat mij ditmaal mijn zin doen.* •Maar wat wil je dan, kind? Je maakt me werkelijk angstig.* •Ik kan hier niet langer blijven,* zeide het meisje op doffen toon. »Ik moet weg van hier niet voor altijd, moeder,* haastte zij zich te zeggen, toen ze zag hoe verbaasd de oude vrouw haar aankeek, maar toch voor een langen tijd, voor een poos tenminste.* •Wat? Wil je weg?* stamelde de oude eindelijk. •Waar wil je dan heen?* •Dat weet ik nog niet. Ik wil een nuttigen werk- Eefje kon niet verder spreken. Tot dat oogenblik had zij haar kalmte bewaard, nu den naam werd genoemd van den man, die haar zoo lief en dierbaar was geweest, kon zij haar tranen niet langer bedwin gen. Ze zocht haar kamertje op om zich geheel aan haar smart over te geven. (Wordt vervolgd.) R COURANT. 30). V

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1904 | | pagina 1