«IfflWS- EÜ AliVËRTEiHTIEBLA» Biet valsche Testament. KWH SM Bi wnu 1904-1905. 60e jaargang. Woensdag 4 Januari 1605. Onderzoek Militaire bekwaamheid en geoefenÊeiïr ITo. 1. r Officieels Advertentiën. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. FEUILLETON. ft NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor S nee k f0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Bewerkt door AMO. 31). Juffrouw Nisser wilde haar eerst volgen om de oor zaak van haar verdriet te vernemen en haar .te troos ten. Maar was het niet beter, dat zij dit naliet? Zij wist nu, waar de schoen wrong. De naam van Thurn- fels ja, nu wist zij het. «Zij is verliefd,dacht de oude, en daar zij zich nog zwak herinnerde, dat ze vroeger ook zulke tranen had gestort, berustte zjj in de hoop, dat alles nog goed zou afloopen. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De BURGEMEESTER van Sneek, maakt naar aan leiding eener missive van den Voorzitter der Commissie van onderzoek bekend, dat de lotelingen voor de lichting 1905 (en 1904) dezer gemeente, dingende naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor beide, op Vrij dag, den 6den Januari 1905, ’s voormiddags ten 87, ure, aanwezig moeten zijn in een der lokalen van ’t gebouw Amicitia alhier, voor het alsdan te houden onderzoek naar hunne geoefendheid. Sneek, den 28 December 1904. De Burgemeester van Sneek, ALMA. diging zal zijn gesloten i 2o. dat met de paliugvisscherij door middel van aal fuiken voorshands op den bestaanden voet kan wor den voortgegaan. En zal afschrift van dit besluit aan den heer Gom- - missaris der Koningin worden gezonden, ter uitvoe ring. Leeuwarden, 19 December 1904. De Gedeputeerde Staten van Friesland, Van Harinxma thoe Slooten, Voorzitter. C. B. Menalda, Griffier. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afge- kondigd en aangeplakt. Leeuwarden, 22 December 1904. (get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN. Sneek, den 29 December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. v. d. LAAN, Secretaris. Bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen te Sneek, brengen ter openbare kennis, de volgende Kennisgeving. De COMMISSARIS DER KONINGIN in de provin cie Friesland, brengt ter algemeene kennis navolgend besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland De Gedeputeerde Staten van Friesland, nader in overweging genomen hebbende hun be sluit van 1 December 1904, nc. 40, 1e afdeeling J waarbij bepaald is lo. dat de visscherij, met ingang van 1 Maart 1905, in de provincie Friesland zal zijn gesloten tot nade re aankondiging 2o. dat met de palingvisscherij door middel van aal fuiken voorshands op den bestaanden voet kan worden voortgegaan 3o. dat ’t gedurende de maanden April en Mei 1905 zal zijn geoorloofd om de aalvangst met dobbers uit te oefenen, mits de hoeken dier dobbers een leng te hebben van 3 a 3.5 c.M. en geen visch als aas wor de gebruikt Gelet op de missive van den districts-commandant der rijks veld wacht, van 10 December 1904, no. 1631, waarbij, door overlegging van onderscheidene rappor ten van brigade-commandanten der rijksveldwacht om trent hunne bevindingen van de uitkomsten der dob- bervisscherij in de maanden April en Mei, wordt aan getoond, dat in die maanden aan de dobbers, behalve aal, veel baars en andere visch wordt gevangen, die, ook al wordt hij vrijgelaten, verloren gaat en sterft Overwegende, dat het wenschelijk is, om de van de dobbervisscherij ook in 1905 voor den vischstand te verwachten schade te voorkomen, door terug te ko men op het aangehaald besluit, voor zooveel daarbij de aalvangst met dobbers gedurende den gesloten visch- tijd geoorloofd is verklaard Besluiten Met intrekking van hun besluit van 1 December 1904, no. 40, le afdeeling J., te bepalen lo. dat, behoudens het onder 2o. van dit besluit vermelde, de visscherij met inbegrip van de aalvangst met dobbers van 1 Maart 1905 af tot nadere aankon- i j I ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Na den middag was Eefje uitgegaan om met een vriendin te raadplegen over den stap, waartoe zij beslo ten was. Juffrouw Nisser zat alleen aan het venster en hare gedachten waren verre van vroolijk. De avondschemering viel reeds in, toen zij uit haar gepeins ‘werd gewekt door het geratel van een rijtuig, dat voor het huis stil hield. Onmiddellijs daarna hoorde zij voetstappen op de trap, de deur ging open en Karei trad binnen. «Waar is Eefje was zijn eerste vraag, nadat hij zjjn moeder begroet had. «Zij is uitgegaan,» zuchtte de oude vrouw. »Zij doet Bij elke jaarwisseling ziet men gaarne eens terug in ’t verledene, tracht men ook de toekomst te doorgronden. Men gaat dan na, of ’t verloo- pen jaar viel te prijzen en of ’t hoop geeft op een gunstig nieuw jaar. Nu kan men rondzien in engen kring en ook den blik richten over ’t heele wereldtoo- neel Is 1904 nu een jaar geweest, dat te prijzen valt? In ons land is ’t vrij kalm toegegaan. Geen groote werkstaking, als in een vorig jaar bracht de gemoederen in sterke beweging. Op een jaar met zeer veel regen volgde er een met bijna geen; hinderde de aanhoudende droogte eerst nog niet zooveel, vooral in den laten zomer had de greidboer reden tot klagen. Ook buiten ons land heerschte watergebrek, zoodat bijv, in Duitschland de rivieren gedeel telijk onbevaarbaar werden. De staatsmachine in ons land werkte niet vlug en dan nog hortend. We kregen een drankwet, nieuwe editie; of ’t een verbeterde was, weten we niet. Laten we hier echter nog eens opmerken, dat op dit terrein ook geen eenstemmigheid te verkrijgen is. Sluit eens een compromis, waarmee de verschillende soorten van drankbestrijders, de drankliefheb- bers en de belanghebbenden bij den drank- verkoop allen tevreden willen zijn. Verder hebben we een nieuwe wet op ’t Hooger Onderwijs zien struikelen in de Eerste Kamer. Dit had ontbinding van dit hooge staats lichaam tengevolge en baarde o. a. de bekende moeite om een betrekking als kinderjuffrouw of huis houdster te krijgen. Alsof zij noodig had haar brood te verdienen. Zij heeft dat nu in haar hoofd gezet en al mijn praten was tevergeefs. Moeder, zei ze van mid dag aan tafel, laat mij ditmaal mijn zin doen, u zal zien dat het ten goede is. Maar hoe kan dat, als het arme, onervaren kind onder vreemden gaat en mij alleen laat? Ik kan me niet voorstellen hoe ik leven kan zonder haar.* Juffrouw Nisser was op de sofa neergezonken en wischte baar tranen weg. Intusschen had Karei hoed en jas afgelegd en was op Eefje’s gewone plaats bij het venster gaan zitten, Het werd steeds duisterder in de kamer, de kana rievogel had zijn kopje reeds onder de vleugels gesto ken en men hoorde niets dan het tikken der klok aan den muur. »Ik weet niet wat er met haar aan de hand is, maar het moet iets bijzonders zijn,« sprak juffrouw Nisser na een poos. »Dat kan wel zijn,« antwoordde Karel, die met zijn vingers tegen een vensterruit trommelde. Hij begreep wel wat er aan schortte. Eefje’s oogen waren opengegaan, zij had ingezien dat ze misleid was door iemand, in wien zij het grootste vertrouwen stel de. Zij kon niet langer leven in de nabijheid van een man, die haar om den tuin had geleidver van hem verwijderd wilde zij hem vergeten in een leven van arbeid en plichtsbetrachting. Dat was het gevolg van zijn waarschuwing en in stilte prees hij het besluit van het jonge meisje. «Lieve God, wat zal mijnheer Thurnfels zeggen, als hij hoort, dat Eefje ons wil verlaten. En toch om hem alleen verlaat zij ons.« «Dat kan wel zijn. Maar de graaf zal zich wel we- zijn, dat de val der vesting ieder oogenblik kan verwacht worden. Men zegt dit ten minste. Maar een half jaar geleden zei men ’t zelfde. Wanneer komt ’t einde van dezen reuzen strijd? En wat zal 't einde zijn? Wat zal er geworden van de roekelooze tocht van de te zwakke Oostzee-vloot? Intusschen staat men er versteld van, hoe veel gedaan wordt voor de toekomstvrede. De staten sluiten al maar door arbitrageverdragen. ’t Is alleen jammer, dat kwesties, die de eer, de onathankelijkheid en ’t bestaan der betrok ken staten raken, niet in deze verdragen op genomen zijn. Laten we hierbij aanstippen, dat het hoofd van de brutaalste groote mogendheid, dat Pre sident Roosevelt ’t initiatief genomen heeft tot ’t bijeenroepen van een nieuwe Vredescon ferentie en dat Czaar Nicolaas, de man der eerste Vredesconferentie, antwoordde: Och, wacht hiermee, tot ik m’n oorlog met Japan heb uitgevochten! Merken we hierbij nog op, dat de begroe tingen voor legers en vloten nog nooit zoo groot waren als dit jaar en dat met name Roo- sevelt’s regeering dit jaar een reusachtige som tot uitbreiding der vloot bestemde. In T rankrijk groeide ‘de strijd tusschen staat en kerk, die wel op een volledige scheiding zal uitloopen. In Oostenrijk bleef de rassenstrijd bestaan. Merkwaardig zal misschien in de geschiedenis ’t jaar 1904 blijven, doordat in Rusland een streven naar constitutioneele rechten voor ’t onmondig gehouden volk ontstond, zooals men er nog lang niet mogelijk had geacht. Waar zal de beweging der zemstvo’s en der intellec- tuels op uitloopen? Zal ook Frankrijk dit jaar in Marokko met geweld moeten optreden, zedelijk gesteund door ’t verdrag met Engeland? En wat zal in ons land gebeuren? De ver kiezingen voor de Tweede Kamer moeten weer plaats hebben. Zal dr. Kuyper ’t hoofd blij ven der coalitie, die sedert 1901 ons land re geert? Zal de bestaande meerderheid der ker kelijke partijen even groot blijven, of vermin deren, of verdwijnen? En welke verschuiving zal aan de linkerzijde gebeuren? Een vraag is ook nog: welke wetten zal ’t ministerie-Kuyper nog vóór de algemeene ver kiezingen in de Staatscourant weten te krijgen? Hiervan kan veel afhangen bij die verkie zingen. «Wie stelt het voor «Ziet u niet, dat het op iemand lijkt «Ik zie niets ja waarlijk het lijkt op Eefje «Nu, dat geloof ik ook. De gelijkenis is duidelijk. Kijk die oogen, die mond «Ja, je hebt gelijk, maar wie stelt het voor?» «Hier staat het op de achterzijde «Louise Koch, de moeder van mijn kind, overleden bij haar bevalling, den 7 Juli 1859.» Heeft u ooit van een juffrouw Koch gehoord?» «Neen,* luidde het antwoord. «Dat is vreemd! En toch is dit de naam van Eefje’s moeder.» «Karei!» riep de oude op strengen toon, «ik heb je vroeger reeds gezegd «Dat ik niet naar Eefje’s afkomst moest vragen en dat ik haar als mijn zuster moest beschouwen, ik weet het wel. Blijf bedaard, moeder. Ik vraag het niet uit nieuwsgierigheid, maar ik doe mjjn plicht als ambtenaar van de politie, u noemt dat spion van de politie. Nu, maar het is toch beter, dat u mij inlichtingen geeft dan dat u voor den rechter geroepen wordt.» «Om Gods wil, wat heeft de politie daar mee noo dig?» riep de oude uit. «Meer dan u denkt. Laat ik u dan zeggen, dat ik bij het vervullen van mijn ambt dit portret gevonden heb in de schrijftafel van den overleden graaf Czerny, op het kasteel Windeck. Heeft u nooit van graaf Czerny gehoord?» «Neen, nooit een enkel woord! Ik begrijp niet, wat al die vragen te beduiden hebben.» «Zeg mij dan eens: Wanneer is Eefje bij ons in huis opgenomen?» Juffrouw Nisser weifelde een oogenblik, of zij zou antwoorden. Toen ging zij naar de linnenkast, en Overijselsche kwestie. Toen de Staten van dit gewest hunne drie Eerste-Kamerleden moesten verkiezen, liep de helft der leden weg en toen later de verkiezing plaats had, bracht de zaak-Van Diggelen groote beweging in de pers. Overigens ging ’t doodkalm in ons kalme landje. Zien we alleen in ons eigen stadje rond, dan valt ook kalme rust te constateeren. Geen zware branden en groote ongelukken; niet te veel nieuwen aanbouw van particuliere zijde; geen buitengewone ziekte. Een verlies leed onze stad, doordat de fabriek der heeren Jaarsma die van Louwmans Co. naar buiten volgde. Van gemeentewege werd met ’t vergrooten der veemarkt begonnen en een kloeke nieuwe ijzeren brug over de gracht bij de Waterpoort kwam zoo goed als gereed. Kijken we naar buiten, ’t wereldtooneel in, dan valt er weinig te roemen. Wat reeds in 1903 onvermijdelijk scheen, een groote strijd in ’t Verre Oosten brak in ’t begin van Februari uit. Ieder herinnert zich nog den plotselingen aanval der Japanners op de Russische vloot, waardoor deze een goed deel van hare gevechts- waarde verloor. Sedert dien 9en Februari volgde voor de Russen ’t eerie nadeelige be richt op ’t andere. En nu, na bijna elf maanden strijd, zijn we zoover, dat we het begin van ’t einde dezer ontzettende worsteling nog niet kunnen zien. Twee groote legers hebben zich zoodanig te gen elkaar vastgewerkt, dat ze voorloopig niets tegen elkaar kunnen uitrichten; een half mil- lioen mannen hebben zich als mollen in den grond begraven om tegen de felle winterkou de bestand te zijn en wachten op de volgende lente om elkaar dan te mogen vernietigen. Een buitengewoon sterke vesting Port- Arthur, wordt nu reeds veel langer dan een half jaar belegerd door een leger, dat geen opofferingen vermijdt en thans zeker reeds 30.000 man alleen aan dooden heeft verloren. Die vesting wordt verdedigd, zoodat heel de wereld vol bewondering is voor held Stössel en de zijnen. ’t Zou een hartverheffend tooneel zijn, die bele gering en verdediging van Port-Arthur, als men niet wist, dat daar tienduizenden men- schenlevens vernietigd worden, zoovele fami lies in rouw worden gedompeld voor «la glorie de la patrie.” Thans heet het beleg zoover gevorderd te ten te troosten.» «De graaf Hij is toch geen graaf «Zeker is hij dat. Hij is een der rijkste en voornaam ste heeren van Weenen. Als hij een prinses ten hu welijk vraagt, zal hij niet worden afgewezen. U kan er trotsch op zijn, dat zulk een voornaam heer uw huis bezoektmisschien blijft hij nu echter wel weg, want Eefje zal hem niet meer willen zien en om u zal hij wel niet hier gekomen zijn.« Juffrouw Nisser zag haar zoon met groote oogen aan; zij kon geen woorden vinden om haar verbazing uit te drukken. «Nu begrijpt u zeker wel, wat er bij Eefje aan schort.» «Ja, nu begrijp ik, waarom zij zoo veranderde toen zij je brief had gelezen. Je hebt zeker in dien brief ge schreven, wat je mij nu vertelt?» «Ja! Ik hield het voor mijn plicht haar klaren Wijn te schenken. Zij zal onderzoek gedaan hebben en nu begrijpen, dat zij een man moet ontwijken, die gevaar lijk voor haar kan worden. Zij heeft gehandeld als een braaf meisje en nu ziet u ook wel in, waarom zjj weg wil.« Juffrouw Nisser zat met de hand onder het hoofd op de sofa en dacht na. «Het was niet mooi van hem,« zei ze na een poos. «Ik had niet kunnen denken, dat. hij haar zóó zou misleidenJa, vertrouw nu nog op de mannen!* «Laten wij nu maar over den graaf zwijgen,* zei Karei en ging bij de tafel zitten. De lamp wérd aan gestoken en nu haalde hij het portret uit zijn zak. «Eefje zal wel bij ons blijven, moeder! Alles kan nog goed afloopenKom eens hier, moeder «Wat is er?« vroeg de oude. «Bekjjk dit portret eens. Een mooie vrouw, hé I 7 >NEE O U RANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1