Jfotoo sa W.
NIEUWS- EI A1HERTESTIEBLA»
WOE SNEU ES 0I8MES.
60e Jaargang.
Woensdag 8 Februaries 05.
No. 11.
OPMAKING KIEZERSLIJST.
Feuilleton.
’j
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentiën.
[O
13.
M
Kennisgeving.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
i
Schets van ELSE KRAFFT,
;n
‘t,
te
L.
:n
c.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek brengen onder de aandacht van degenen, die
gedurende het jaar 1904 iets voor de gemeente hebben
verricht of aan haar geleverd, dat hunne pretentiën
voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni e. k. zijn ingele
verd, moeten worden gehouden voor verjaard en ver
nietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in verband
met de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51).
Sneek, den 31 Januari 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
Uitnoodiging en
In de oude tijden waren wol en linnen de
grondstoffen, waaruit de kleedingstukken ge
maakt werden.
Er waren schapen genoeg en de dikke vacht
dezer beesten verschafte wol in overvloed.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2*/> cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
verheugd, juffrouw
Deze streek heel werktuigelijk met de hand over het
haar van het kind. Zij hoorde steeds slechts de woor
den U moet toch ook eens iets van het leven hebben 1
Zij haalde diep adem. Op haar bleek gezicht kwam
een lichte, warme blos.
Ach ja,-jong zijn, gelukkig mogen zijn, met
de anderen kunnen leven, leven als vroeger, toen
vader en moeder nog in haar geboortestad woonden
en zij zelf als een vrij en vroolijk zangvogeltje door
het huis mocht fladderen. In den tijd, toen burge
meester Hans in de vacanties nog als student thuis
kwam, toen hij haar zijne jongensliederen voorzong,
waarin af en toe ook een mooi minnelied binnensloop.
En in den zomer het gemeenzame wandelen door de
heide buiten, waar boven de hoofden der jonge men-
schenkinderen de zwaluwen vlogen, de geur van de
roode bloeiende kruiden om hen waaide en een levens
lustige mond in zaligheid de hare zocht. Ach ja,
waarom moest het ook herfst, waarom moest het ook
winter worden? Niet alleen buiten op haar geboor
tegrond, neen ook in haar hart, in het jonge, voor den
tijd moe geworden hart.
Goeden nacht, kinderen
Helene had het bijna ruw gezegd. Zij schoof het
kleine meisje op zij en ging in haar daarnaast gele
gen kamer.
J’ai aimé, zeide zij zacht, heel zacht in zich zelf.
Toen stond zij luisterend stil. Beneden hoorde zij
stemmen, hoorde deuren gaan. Daar tussehen door
hoorde zij vroolijk, zorgeloos lachen. Alles drong als
een enkele groote lokstem tot haar oor door. Leven,
te kunnen leven in blijdschap en geluk, och, slechts
een- enkele maal als vroeger te kunnen lachen, toen zij
nog een tehuis bezat.
Zjj ging naar de kleerkast. Haastig woelde zij in de
(Slot.)
En, ik heb bemind?
Een oogenblik was het heel stil na de laatste vraag
van het kind. Diep had het blonde hoofd zich over het
handwerkje gebogen.
J’ai....aimé, kwam het toen langzaam, heel langzaam
over Helene’s lippen.
Lisa giebelde en nam nieuwsgierig het bleeke, smalle
gezicht van haar vis-a-vis op.
Is het al lang geleden, juffrouw?
Zij kreeg geen antwoord. Toch trof een blik uit de
ernstige, grijze oogen haar zoo smeekend, dat het bak-
vischje zich behoorlijk van schuld bewust gevoelde.
Eigenlijk is u toch nog heel jong, niet waar juffrouw?
Helene lachte reeds weer.
Zesentwintig jaar, Lisa.
Zij stond op en boog zich over de kleine Ditty om
haar werk in te zien.
Ondertusschen trad mevrouw de kamer binnen. Haar
blik nam onderzoekend de slanke meisjesgestalte aan
de tafel op, boven welker donker, eenvoudig wollen
kleed het lichte haar in verwarde krullen het fijn ge
sneden gelaat omlijstte.
Gij zult vanavond zonder de juffrouw eten, zeide zij
tot hare beide kinderen, terwijl zij onrustig eenige re
pen papier van de tafel in de hand frommelde.
Drie paar oogen keken vragend tot haar op.
Mevrouw toonde haar meest welwillend lachje. Toch
durfde zij het jonge meisje niet ronduit aanzien.
Wij hebben vandaag een klein gemoedelijk partijtje
beneden, mijn lieve juffrouw. Wilt u ons ook niet
het genoegen doen?
Zoo geheel zonder haperen kwam het er echter niet
uit. De kleine vrouw betreurde het zelf reeds, deze
gedwongen inleiding niet aan haar oudste te hebben
overgelaten.
De grijze oogen daar voor haar schenen immers tot
op den bodem van hare ziel door te dringen.
Helene stond stil. Het schrift van Ditty in haar hand
bewoog zelfs niet.
Heel lief van u mevrouw! Maar ik meen ik meen,
dat het beter is zich niet door mij te laten storen. Het
is vandaag de eerste maal
Mevrouw hief afwereud de hand op. In hevigen angst
voor het ongeluksgetal, dat haar misschien den ge-
heelen, zoo mooi gedachten avond kon bederven, ver
gat zijde »kinderjuffrouw.« Dat de woorden »het is van
daag de eerste maal» bijna als een aanklacht was ge
weest, had zij in ’t geheel niet opgemerkt.
Neen, neen, juffrouw Helene, u moet toch ook eens
wat van het leven hebben! Heel ongedwongen en ge
moedelijk zal het worden. Een lichte, vriendelijke blouse
heeft u zeker toch. Eerst een klein souper, dan wat
muziek, neen, u zal mij ernstig boos maken, als u al
tijd zoo terughoudend blijft!En jullie kinderen, stuur
ik wat lekkers, wees eens recht verstandig vandaag.
Maak u dus dadelijk maar klaar juffrouw, en zonder
een antwoord af te wachten, was zij de deur al weer
uit.
U gelukkige, zuchtte Lisa.
Ditty, die hare boeken ingepakt had, legde vleiend
de armen om Helene.
Ik had mij reeds zoozeer op dezen avond met u alleen
oude, donkere spullen. Dat, dat was het wat zij zocht.
Witte, zachte wollen stof, op den laatsten Kerstmis
avond had hij ze voor haar onder den dennenboom
neergelegd. Zij had het kleed nooit gedragen, den
geheelen zomer door had zij in haar oude kleeren ge-
loopen. Vandaag, ja vandaag zou het passen.
Helene was als in koorts. Zij dacht er heelemaal
niet over na, hoe en waarom zij beneden tussehen het
gezelschap moest verschijnen. Met gevouwen handen
stond zij en zag haar eigen beeld in den spiegel aan.
Was zij dat werkelijk Lagen hare oogen dan altijd
zoo donker en diep in haar gezicht en waren hare lip
pen steeds verlangend geopend, als wilden zij elk oogen
blik het geluk een smeekend hier toeroepen Zij had
immers zoo weinig tijd gehad om in den spiegel te
zien. Sedert den dood van hare ouders was zij immers,
ver van het ouderlijk vaderland, als een verstootene
van het eene vreemde huis in het andere getrokken,
jaren, jaren lang.
Toen, weer een gelach beneden. Dat was Paula.
Zonderling, hoe vroolijk het koude, spotachtige wezen
kon lachen 1 En daarop volgde een diepe klankvolle
mannenstem.
Helene zag op de klok. Vijf minuten voor acht.
Het was hoog tijd, dat zij naar beneden ging.
Toen het jonge meisje het salon binnentrad, kwam er
als ’t ware een sluier voor haar oogen. Half gedach-
tenloos liet zij zich door mevrouw voorstellen, nauwe
lijks hoorend de namen van de anderen. Een paar da
mes spraken haar aan, zij antwoordde, maar wist niet
wat over hare lippen kwam. Hare oogen bleven slechts
op één gezicht gevestigd. Dadelijk, toen zij binnenge
komen was en Paula haar even met een verbaasd en
toch tegelijk minachtenden blik had aangezien, had dit
gezicht naast de dochter des huizes als een magneet op
haar gewerkt. Ook nu nog, terwijl men aan tafel zat
beroep.
Vrije wo-
SNEEK.
7
Gemeente
of
deel der
Gemeente
Vrije-
kost en
is
11
II
M
De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek,
Gelet op de desbetreffende bepalingen der Kieswet;
Noodigt de mannelijke inwoners dezer Gemeente, Neder
landers, die vóór of op 15 Mei e.k. den leeftijd van 25 jaren
hebben bereikt en plaatsing op de Kiezerslijst verlangen, uit:
A. lo. om zoo zij in eene andere gemeente over het laatst-
verloopen dienstjaar in eene der Rijks directe belastingen,
volgens art. la, zijn aangeslagen, wat de grondbelasting be
treft in eene andere gemeente of in meer gemeenten te za-
men tot een bedrag van ten minste één gulden (hoofdsom
en Rijks opcenten), daarvan door overlegging der voor vol
daan geteekende aanslagbiljetten vóór 15 Februari e. k. te
doen blijken
2o. om wanneer hun aandeel in aanslagen in de grond
belasting van onroerende goederen eener onverdeelde nala
tenschap, als mede-eigenaar minstens één gulden bedraagt,
daarvan vóór 15 Februari e.k. aangifte te doen en daarbij
het aanslagbiljet of gewaarmerkt duplicaat en de noodige
bewijzen over te leggen;
B. hen, die niet overeenkomstig het bepaalde sub A zijn
aangeslagen, en voldoen aan eene der volgende voorwaarden
hiervan voor zooveel noodig aangifte te doen vóór 15
Februari e.k.
lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen wonen
de personen op den 31sten Januari e.k. sedert den Isten
Augustus van het vorige jaar hebben bewoond:
krachtens huur, een huis of een gedeelte van een huis,
waarvoor met of zonder bijbehoorenden of in huur gebruik
ten grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning be
stemd, de werkelijke huurprijs, per week berekend, ten min
ste heeft bedragen het bedrag hieronder in de tabel vermeld,
of wel achtereenvolgens in dezelfde gemeente twee zoodanige
huizen of gedeelten van huizen,
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, eenzelfde
vaartuig van ten minste 24 kubieke Meter inhoud of 24000
kilogram laadvermogen
2o. dat zij op den 31sten Januari e.k. sedert den Isten
Januari van het laatstverloopen jaar achtereenvolgens bij niet
meer dan twee personen, ondernemingen, openbare of bijzon
dere instellingen in dienstbetrekking of als inwonende zoon
in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest
en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten
(vrije woning of inwoning en vrije kost en inwoning komt
hierbij mede in aanmerking), van ten minste het bedrag
hieronder in de tabel vermeld,
of dat zij op den Isten Februari e. k. in het genot zijn van
een door eene onderneming, openbare of bijzondere instelling
verleend pensioen of verleende lijfrente, van gelijk bedrag,
(in de beide laatste gevallen, kan, ter bereiking van het
vereischte bedrag, het inkomen, het pensioen en de lijfrente
worden samengeteld);
3o. dat zij op den Isten Februari e. k. sedert een jaar den
eigendom met recht van vrije beschikking hebben van
ten minste f 100,(nominaal) ingeschreven in de Grootboe
ken der Nationale Schuld of van tenminste f 50,ingelegd
in de Rijkspostspaarbank, in eene gemeentelijke of bijzondere
spaarbank;
4o. dat zij met goed gevolg hebben afgelegd een examen,
als aangewezen in art. 1b, sub 4o.
Voor hen, die krachtens vroeger gedane aangifte op de
loopende kiezerslijst voorkomen, is hernieuwde aangifte on-
noodig, indien de plaatsing op die lijst berustte op:
Onder de bijzondere spaarbanken, bedoeld bij het vorige
lid van dit artikel, zijn de banken, opgericht na 1 Mei 1900,
alleen begrepen voor zoover en voor zoolang als zij blijkens
opgave aan het bestuur der gemeente waar zij gevestigd
zijn, een waarborgfonds van f 25000 bij de Nederlandsche
Bank hebben gedeponeerd
4o. dat zij met goed gevolg hebben afgelegd een examen,
ingesteld door of krachtens de wet of aangewezen bij alge-
meenen maatregel van bestuur en in verband staande met
de benoembaarheid tot eenig ambt, de vervulling van eenige
betrekking of de uitoefening van eenig bedrijf of beroep.
Art. 2. Onder hen, die den leeftijd van vijf en twintig
jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien leeftijd
hebben bereikt vóór of op den 15den Mei.
De aanslag der vrouw in de Rijks directe belastingen
geldt voor haren man; die van minderjarige kinderen we
gens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot heeft,
voor hunnen vader.
Aanslagen in de Rijks directe belastingen, waarvoor eerst
na 31 December van het laatstverloopen jaar een aanslag
biljet is uitgereikt, blijven voor de toepassing van het be
paalde bij art. 1 buiten aanmerking.
Aanslagen in de grondbelasting wegens onroerende goede
ren .eener onverdeelde nalatenschap gelden ook voor den
mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in het ko
hier is vermeld, mits zijn aandeel in dien aanslag ten min
ste één gulden bedraagt.
Door den aanslag in de grondbelasting, in art. 1 vermeld,
worden de hoofdsom en de Rijks-opcenten verstaan.
Aanslag in de vermogens-, bedrijfs- of personeele belasting
geeft geene aanspraak op kiesrechtindien hij het gevolg is
van eene met de waarheid strijdige aangifte.
Bij de berekening van den werkelijken huurprijs, die ook
verschuldigd kan zijn in den vorm van contributie aan eene
coöperatieve bouwvereeniging, wordt maandhuur tot weekhuur
herleid door deeling met 4, jaarhuur door deeling met 50
en vindt geen aftrek plaats van de som. verschuldigd voor
gas- of waterleiding, ingeval deze in den huurprijs is be
grepen.
«Bij de berekening van bet inkomen, bedoeld in art. 16,
2o., eerste lid, worden vrije woning of inwoning en vrije kost
en inwoning gerekend op hot bedrag voor de gemeente of
het gedeelte der gemeente, waar zij genoten worden, ver
meld in de bij deze wet gevoegde tabel; enkel vrije kost op
het bedrag, vermeld in de laatste kolom, verminderd met
dat, vermeld in de voorlaatste kolom dier tabel. Overigens
komt alleen geld in aanmerking. Ten aanzien van vrijen
kost wordt geen rekening gehouden met den Zondag of
algemeen erkende Christelijke feestdagen, of, voor zooveel Is
raëlieten betreft, met den Sabbath.
Indien de aard der werkzaamheden in een bedrijf mede
brengt, dat zij in den regel een gedeelte van het jaar niet
worden uitgeoefend, wordt ter berekening van den tijd, ge
durende welken iemand volgens het vorig artikel in dienst
betrekking is geweest, de tijd medegeteld gedurende welken
de werkzaamheden, waarvoor hij in dienst is, hebben stil
gestaan, ook indien gedurende dien tijd de dienstbetrekking
tijdelijk was opgeheven.
Indien het inkomen, bedoeld in art. 15, 2o., als vast week-,
veertiendaagsch-, maand- of jaarloon is genoten en dit loon
wegens ziekte of verwonding gedurende ten hoogste twee
maanden niet of niet ten volle is ontvangen, wordt het geacht,
tot het normale bedrag te zijn genoten.
Indien in de plaats van het inkomen, bedoeld in art. 16, 2o.,
eene tijdelijke ongevallenrente wordt genoten, wordt deze, zoo
lang zij wordt genoten, in rekening gebracht tot een bedrag,
gelijk aan.het normale loon.
Inkomen, pensioen en lijfrente, bedoeld in art. 15, 2o., der
vrouw geldt voor haren man; dat van de inwonende minder
jarige kinderen voor de helft voor hunnen vader.
Indien gedeelten eener gemeente in de bij deze wet ge
voegde tabel afzonderlijk worden genoemd, wordt de grens
tussehen die gedeelten door Ons, Gedeputeerde Staten ge
hoord, bepaald en wanneer verandering van omstandigheden
daartoe aanleiding geeft, gewijzigd.
Van deze besluiten wordt mededeeling gedaan in de
Staatscourant, met bijvoeging van de adviezen van Gedepu
teerde Staten, voor zoover bij de besluiten van die adviezen is
afgeweken.
Krachtens art. la worden in 1905 alléén ambtshalve op de
Kiezerslijst geplaatst zij, die zijn aangeslagen in de grond
belasting (voor een bedrag van ten minste één gulden) over
het dienstjaar 1904, in de vermogensbelasting of in de be
drijfsbelasting over het dienstjaar 1 Mei 1903—1 Mei 1904;
of naar een of meer der vijf eerste grondslagen van de per
soneele belasting over het dienstjaar 1904; een en ander,
mits het te dier zake verschuldigde tijdig zij voldaan.
In de tabel, bedoeld in de artt. 1 en 2 der Kieswet, is voor
zoover deze gemeente betreft, het volgende bepaald
Huur
prijs.
Mini- I
mum in- ning of
komen. inwoning inwoning
bedoeld in artikel.
16 lo 1b 2o 2 2
f 1.25 f350.— I f 62.50 f250.—
De formulieren tot het doen van aangifte zijn kosteloos
verkrijgbaar ter Secretarie der gemeente.
De ingevulde formulieren kunnen kosteloos per post aan
den Burgemeester worden toegezonden, met inachtneming
van het volgend voorschrift
dat de omslagen met aangiften en stukken moeten dragen
boven aan de voorzijde het opschrift »Vrij van briefport, in
gevolge art. 50 der Kieswet» en in den linkerbenedenhoek
de vermelding van den naam en de woonplaats van den af
zender, gewaarmerkt door zijne handteekening.
Voorts wordt nog onder de aandacht gebracht, dat hot
opzettelijk doen van valsche opgaven, waarvan de plaatsing
op de Kiezerslijst afhankelijk kan zijn, gestraft wordt als
misdrijf, onderscheidenlijk met gevangenisstraffen van ten
hoogste één jaar.
Sneek, den 7 Januari 1905.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
lo. bewoning van eon huis of gedeelte van een huis of
van een vaartuig, mits zij op 31 Januari e. k. sinds 1 Au
gustus 11. alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde
huis of vaartuig bewonen;
*2o. genot van pensioen of lijfrente;
3o. bezit van eene inschrijving in de Grootboeken der Na
tionale Schuld of van een inleg in eene spaarbank;
4o. aflegging van een examen.
Daarentegen is hernieuwde aangifte wèl noodig voor
hen, wier plaatsing op de lijst berustte op:
lo. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van
een vaartuig, indien zij op 31 Januari e. k. sinds 1 Augus
tus 11. niet meer hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde
huis of hetzelfde vaartuig bewonen, of
2o. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of als in
wonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam,
hetzij met of zonder genot van pensioen of lijfrente.
Wie tot deze aangifte bevoegd zijn, blijkt verder uit de
artikelen 1 en 2 der Kieswet, luidende:
Art. 1. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des
Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf en twin
tig jaren hebben bereikt, voor zoover zij over het laatstver
loopen dienstjaar in eene of meer der Rijks directe belastin
gen zijn aangeslagen, het te dier zake verschuldigde voor of
op den Isten Maart voldaan hebben, en
over het laatstverloopen dienstjaar zijn aangeslagen
in de grondbelasting voor een bedrag van ten minste een
gulden, in de vermogensbelasting, in de belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten of naar een of meer der vijf eerste
grondslagen van de personeele belasting, zooals die is gere
geld bij de wet van 16 April 1896 (Staatsblad no. 72); of
indien zij niet overeenkomstig het bepaalde sub a zijn
aangeslagen, voldoen aan eene der volgende voorwaarden:
lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleenwonen
de personen op den 31sten Januari sedert den Isten Augus
tus van het vorige jaar hebben bewoond,
krachtens huur, een huis of een gedeelte van een huis
waarvoor met of zonder bijbehoorenden of in huur gebruik
ten grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning be
stemd, de werkelijke huurprijs, per week berekend, ten min
ste heeft bedragen de som, voor de gemeente of het gedeelte
der gemeente, waar het huis gelegen is, vermeld in de bij
deze wet gevoegde tabel of wel achtereenvolgens in dezelfde
gemeente twee zoodanige huizen of gedeelten van huizen;
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, eenzelfde
vaartuig van ten minste 24 kubieke Meter inhoud of 24000
kilogram laadvermogen;
2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den Isten Janu
ari van het laatstverloopen jaar achtereenvolgens bij niet
meer dan twee personen, ondernemingen, openbare of bijzon
dere instellingen in dienstbetrekking of als inwonende zoon
in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest
en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten
als voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij
wonen, is vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel;
of, dat zij op den Isten Februari in het genot zijn van
een door eene onderneming, openbare of bijzondere instelling
verleend pensioen of verleende lijfrente van gelijk bedrag;
met dien verstande dat voor hen, die in beide gevallen
verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het vereischte be
drag, het inkomen, het pensioen en de lijfrente worden sa
mengeteld
3o. dat zij op den Isten Februari sedert een jaar den
eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten
minste f 100 (nominaal), ingeschreven in de Grootboeken der
Nationale Schuld of van ten minste f50, ingelegd in de
Rijkspostspaarbank. in eene gemeentelijke spaarbank of in
eene spaarbank, beheerd door het bestuur van eene rechts
persoonlijkheid bezittende vereeniging, van eene naamlooze
vennootschap, van eene coöperatieve vereeniging of van eene
stichting.
dat zij op den 31sten Januari e.k. sedert den Isten
dan twee personen, ondernemingen, openbare of bijzon
stellingen in dienstbetrekking of als inwonende zoon
bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest