VOOR SSEEK ES OMlEkES. NIEUWS- EN lllVERTESTlElitlD M R G D fl. Zaterdag 11 Februari ISO5. 60e Jaargang. No. 12 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Sociale wetgeving. Feuilleton. ■l l i Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 'f r Een een zee van werk. Alles in meerdere gevallen te Waarom hare moeder haar dit zoo uitdrukkelijk ge zegd had, was Magda nooit te weten gekomen. Zou het de angstkreet geweest zijn van ’n gewond hart. Zou het eene waarschuwing geweest zijn door iemand, wier liefde vertrapt was, vernield door de ontrouw van ’n man? In ieder geval hadden hare woorden dit gevolg ge had, dat Magda de jonge mannen met een kritischen blik altijd opgenomen had. En wat zij ontdekt had met haar te vroeg gerijpt oordeel was niet in het voor deel van de mannen uitgevallen en had haar hart koud en eenzaam gelaten. Zij was op weg verbitterd en in zich-zelve gekeerd te worden. Toen eindelijk ontwaakte haar hart en het was Hans Kroner, die dit bewerkt had. Niet plotseling en onverwacht was het over haar ge komen, een van dag tot dag oneindig zalig gevoel door stroomde haar en trok haar naar Kroner. De waar schuwing van hare moeder had haar kracht verloren. Ze had Hans lief en vertrouwde hem. Toen merkte zij op, dat tusschen Lotje en Hans een veel vertrouwelijker toon heerschte, dan tusschen haar en den heimelijk geliefden man. Vergissing was uitgesloten, want Lotje legde op opvallende wijze beslag op den jongen man; dan was het een boek, dat zij hem verzocht te halen, dan een bloem, of zij had iets vergeten; minstens ieder kwartier gebruikte zij den dokter, en als luitenant Leitner aan kwam rennen om haar van dienst te zijn, was Hans hem al voor geweest. Magda betrapte zich hoe langer hoe meer, dat zij op de kleine Lotje zeer jaloerseh was. Waarom gaf Kro ner Lotje altijd toe? Waarom voorkwam hij hare grillen? Van dit oogenblik ontwaakte het wantrouwen weer in Magda, en verborg zij haar gekrenkten trots; in haar hart leed zij echter ontzaglijk. Die liefde, die zij nog steeds niet onderdrukken kon, bezorgde haar veel pijn. Zoo was ’t vandaag weer geweest. In den beginne zeer koel en terughoudend, had Magda zich meer en meer door Kroner’s houding laten winnen, tot alle weerstand in haar gebroken was en een zacht verlangen in haar opsteeg, waaraan zij had moeten toegeven, door hare lippen op zijn haar te drukken. (Slot volgt.) Witte vlekken in mahoniehout, die dikwijls ver oorzaakt zijn door kokend water, smeert men in met slaolie en witte suiker en wrijve dit papje goed uit. Wil men stearinevlekken verwijderen, dan bevoch tigt men een sponsje met sterken alcohol, waarmede men de vlek wrijft. deze wijze woning heb- 1 r a zijn lippen nogmaals op de bloemen. Hoe durfde hij het wagen? Magda wilde heftig antwoordenzij glimlachte slechts en toen boog een gezicht naar haar toe, toenop dit moment stoor nis kwam. Magda, waar zit je We willen een duet zingen, ik zoek je overalo, dokter KronerU accompag neert, niet waar? En ondeugend ging Lotje op hare teenen staan en strooide een handvol rozeblaadjes op het hoofd van den ingenieur. Magda wendde zich haastig af. Vergeef mij ik kan vandaag niet zingen. Met een vluchtigen groet ijlde zij weg. Op haar kamer aangekomen, bekeek zij zich eerst in den spiegel. Het was een mooie, zelf-bewuste verschij ning, wat zij te zien kreeg. Haar hoofd, door blond haar omgeven, maakte een heerlijk geheel uit met het blanke voorhoofd en de gloeiende wangen. De blauwe oogen kwamen onder de lange, zijdeachtige wimpers te voorschijn en de uit drukking' van ongenaakbaarheid, die tot nog toe de trekken zoo hoogmoedig hadden doen schijnen, was nu geheel verdwenenin hare plaats was een blik van verlangen, van ontroering zichtbaar. Magda zag die verandering wel, en nu zij zich niet meer onder den on middel lij ken invloed van Hans Kroner gevoelde, was zij geenszins geneigd hare koude opvatting van ’t leven geheel prijs te geven. Zij trad van den spiegel terug, liet zich in een stoel vallen en legde beide handen op haar gloeiend voor hoofd. De zomeravond verstreek langzaam en in dien tijd vertoonde zich een ander beeld voor hare oogen het sterfbed van hare moeder. Magda was nog jong, toen zij hare moeder verloor. Bewaar je hart, pas goed op je hart, de mannen zijn trouweloos. Dat waren de laatste woorden, die zij haar kind toegefluisterd had, met haren laatsten adem tocht. Pas op je hart derzoekt. Wat behoort al niet tot de sociale wetgeving. In de eerste plaats staat zoowat alle andere wetgeving er mee in verband. Doch dan heeft men: arbeidswetten, minimum-loon en maxi- mum-arbeidsduur, regeling der rechtsmacht tusschen patroons en werklieden, wet tot be scherming van den arbeid, door wering van gevaren, door gezonde werkplaatsen, door be hoorlijke schaftlokalen, enz.schoolwetgeving, schoolhygiëne, schoolvoeding en -kleeding ongevallenwetrijksverzekeringswetten pen sioenwetten voor ouden en invaliden woning wet toezicht op de voeding, op de genees middelen. Deze lijst is lang en zal nog veel langer worden. Gelijk er arbitrage is tusschen de staten, zal ook steeds meer een scheidsge recht de quaesties tusschen de werklieden en de patroons uitmaken. Én thans begint ook de middenstand, die meer en meer gevoelt in den drang te gera ken tusschen de rijke geldmannen, die zich zelf wel kunnen redden en de arme vierde stand, die bij de wetgevers in blakende gunst staat ook de middenstand begrijpt zich te moeten verdedige». Hij vergadert en sluit bonden en noopt de regeeringen, zich ook zijne belangen aan te trekken. Ook moeilijk te betreden is het uitgebreide sociale terrein van wetgeving, ’t Is zoo moei lijk, al wil men nog zoo gaarne 't welzijn des volks behartigen, om den juisten vorm aan de nieuwe wetten te geven. Daar hebt ge bijv, de Woningwet! Deze is met de uitnemendste bedoelingen gemaakt en werkt ook in menig opzicht best. Oude krot ten of te kleine woningen worden afgekeurd. Woningwet en bouwverordening houden streng toezicht op de huizenbouwers en maken, dat de woningprijs gemiddeld hooger wordt. En toch kan de Woningwet niet allen bereiken en ook kan ze niet in haar volle gestrengheid wor den toegepast. Waar zou men met zoovelen heen moeten, die thans ellendig wonen, doch zich in ’t geheel niet in een dragelijke woning zouden thuis gevoelen. Want zoo zijn er; altijd blijven er menschen, die ’t laagste levens peil opzoeken. Kenmerkend is ook de klacht van een rijksinspecteur voor de Woningwet: in heele streken staat de wetgever machteloos. Deze inspecteur heeft een boekdeel geschre ven, waarin hij de feilen der Woningwet bloot legt en den weg ter verbetering tracht aan te toonen. Hij noemt als ongunstige streek de geheele arme heide- en veengrond, van Giet hoorn af door ’t Zuidoosten van Friesland tot Dantumadeel, waar het ellendige wonen te Zwaagwesteinde en omgeving ’t ellendigst is. In deze streek heeft men veel eigen woningen, als woning een naam mag heeten voor die krotten. Er worden er ook nieuwe krotten bijgebouwd en de wet kan de bewoners wei nig doen. Met gemak gaan ze een dag in de doos, als hun die straf, te vervangen door geldboete, wordt opgelegd en de woning blijft staan. Van onbewoonbaar verklaren komt ook niets; de bewoners zouden gewoon op straat, op de heide staan en daar een nog minder woning hebben. En de bewoners daar verdienen te weinig om beter te kunnen wonen. De loon- en levensstandaard is in zoo’n streek niet zoo gauw te verhoogen. In Weststellingwerf zag de inspecteur nieuwe woningen, bepaald nieuw van hout opgetrok ken, doch zoo dun was ’t hout en zoo talrijk in ’t koude jaar- zijn wegens ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar plaatsruimte. Het was in den tijd van de rozen en het oude hoeren huis was vol logés. Je voelde je er zoo prettig in; er bestonden dan ook weinig gezelliger gastvrouwen en gastheeren dan de lieve Elsa en haren man Paul Kroner. Zij verstonden de kunst, hunne gasten aangenaam bezig te houden en hun verbljjf aldaar onvergefelijk te doen zijn. Op dezen avond kon de gastheer zijn wreveligheid slecht onderdrukken, en toen hij zijne vrouw even alleen kon spreken, fluisterde hijAls Hans voor deze ijskoude juffrouw Magda ontgloeit, dan is het on geluk niet te overzien. O, die arme Hans, lachte Elsa met schitterende oo gen, je zou hem als je jou hoort praten, voor een schooljongen verslijten. Gelukkig is hij een welgesteld ingenieur en directeur van eene fabriek, en zal zich zijn rust zoo gauw niet laten ontnemen. Wat echter mijn vriendin Magda betreft, reken op haar in het geheel niet, schat! Natuurlijk! Zij is een collega van je voor jou grond genoeg om met haar weg te loopen, antwoordde Paul korzelig. Ik zal Hans echter een wenk geven Dat zal je wel uit je hart laten of ik word boos. Je laat mijn jonge vriendin in rust. Overigens maak je je druk voor niets; het komt mij voor, dat Hans en Lotje elkaar op hoogst verdachte wijze altijd plagen, waar zij maar kunnen Ja, je nichtje, dat was eerst eene vrouw voor Hans. Zoo’n lief, frisch ding Nu ja, hoe ernstig jullie, heeren der schepping, de zaken ook bezien, in den grond zijn jullie allen het zelfde twee donkere oogen en een paar roode lippen en jullie zijn verliefd. Kom dan maar, geef mij dan waren de tochtgaten, dat ze getijde onbewoonbaar moesten koude en tocht en vocht. Te Giethoorn ging het op Moest iemand een nieuwe ben, dan circuleerde een inteekenlijst; de Ko ningin gaf gewoonlijk ’t eerst en dan volgden anderen, ook de rijkere burgers uit de buurt. Doch als de lijst een kleine f 80 bevatte, dan was alle verder verzoek om steun overbodig; voor zóóveel geld kon ’t woningbouwen wel een aan vang nemen. Neem de Ongevallenwet in ons land, berg van paperassen, veel te omslachtig en duur. Deze en de meeste wetten hebben tegen, dat zij te veel generaliseeren. Zij zijn gemaakt voor een geheel rijk, terwijl de oeconomische en andere toestanden te veel van elkaar ver schillen in de verschillende deelen des lands. Hebben we bijv, niet gezien, hoe bij de Ar- Onze tijd is de tijd der sociale wetgeving en wel der wetgeving voor den vierden stand. Met de groote Fransche revolutie heeft de vierde stand zich zeer doen gelden en zich als een groote massa vertoond tegenover de drie bekende standen van adel, geestelijkheid en burgerij. M. a. w. de derde stand werd zoetjes aan in tweeën gesplitst, in een rijker deel en in het proletariaat met de kleine luyden. Toch gaf de Fransche revolutie geen ver schil tusschen die beide standen. Immers de abbé Sièyès, een der voormannen van deze omwenteling, riep in de Nationale Vergadering uit: »Wat is de derde stand «Niets «Wat moet zij zijn?« «Alles Gevleugelde woor den, zooals er zoovele in dien tijd van beroe ringen werden gesproken. Deze abbé nam dus nog de derde en vierde stand als één geheel om dezen de overwin ning te bezorgen op de beide eerste standen, op adel en geestelijkheid. Sedert dien tijd begon men langzamerhand van een vierden stand te spreken. Eerst werkte de reactie, die wel moest volgen op de geweldige actie der Groote omwenteling doch na nog een paar tijden van revolutie kregen èn de derde èn vooral de vierde stand meer macht. Langzaam aan bleek ook duidelijker, dat de geldadel, die in den derden stand steeds mach tig er werd en concurreert tegen adel van ge boorte, een steeds sterker wordende macht werd en wordt in den staat. Deze macht moest veeleer gebreideld dan geholpen wor den en in Amerika vooral denkt men er over de trusts, die, door ’t grootkapitaal gevormd en beheerscht, heele takken van nijverheid en handel in 'haar macht zoeken te krijgen, een beetje onder wettelijke voogdij te brengen. Doch hierover basta We willen even spreken over de sociale wetgeving en over ’t moeilijke daarvan. Het is een uitgebreid terrein, dat met veel behoed zaamheid moet worden onderzocht en dat uit- gebreider wordt, naarmate men er meer on- beidswet al dadelijk uitzonderingen moesten gemaakt worden voor vrouwen- en kinderar beid. Denk bijv, aan ’t Speet wet je voor de visschers. De Leerplichtwet moest uitzonderingen toe aten voor ’t boerenbedrijf, voor de schipperij. Moeilijk te regelen blijven ook arbeidsduur, Zondags- en nachtarbeid. Bij de regeling van den arbeid moest de wet er ook op bedacht zijn, ’t voor den fabrikant of anderen werkgever niet onmogelijk te ma ken, zijn bedrijf door te zetten. Dan zou de werkman vooral het kind van de rekening worden. Van belang is ’t, na te gaan, hoever de staatsbemoeiing zich zal uitbreiden. Velen vreezen ook voor staatsalmacht, die de vrijheid der individuen geheel of bijna geheel aan ban den zou leggen en die het particulier initiatief zou wegnemen zij zijn een weinig bevreesd en vinden, dat de staatsruif niet voor allen de levensbron moet worden. De Staat exploiteert reeds hoe langer hoe meer, ’t Nam eerst post en telegrafie, bijna geheel de telephoon en de ongevallenverze kering, een belangrijk aandeel in de verkeers middelen en toezicht op de particuliere midde len van vervoer. Wegen, vaarten, zeeën, ri vieren, visscherij, wat al niet meer. Hoe lang zal ’t duren, dat alle spoorwegen genaast zijn en alle personeel als militair onderworpen zal zijn aan den Staat Hoe lang, tot alle mijnen door den Staat geëxploiteerd worden Hoezeer zal ’t belang, dat de Staat heeft bij de erfenissen, zich wijzigen ten bate van dien Staat en ten nadeele van de erfgenamen In hoeverre zal de Staat, die tegen woeker en zwendel en onechte waar gedeeltelijk beschermt, zich later nog met den handel bemoeien. Allemaal, en nog meer zijn er, vragen voor de toekomst. maar een kus toe nog één Stil, daar komt iemand aan. Je belooft mij dus, Magda, niets van je wrevel te laten merken? Goed, ik zal oppassen; ze is toch ook te beklagen, die vrouw, die niet beminnen kan, spotte Paul. Zulke naturen richten zich-zelf te gronde. Eene vrouw zon der hart, al vereenigt ze alle deugden in zich, mist haar mooiste doel en dat kan toch altijd maar hierin bestaan, haren man trouw te dienen en in alles goed te verzorgen. De vrouw, die niet beminnen kan, zoo heette zij reeds in ons pension Op het terras, dat door de maan beschenen werd, stond Magda roerloos op een donker plekje. Toe, nog die donkerroode, zei ze zachtjes met hare heerlijke stem, en dokter Hans Kroner strekte zijn arm uit, om de prachtige bloem te kunnen bereiken. Uit de huiskamer klonk de betooverende melodie van een wals. De lucht was zoo helder en daarbij zoo warm, dat de bloemengeur werkelijk bedwelmend werkte. Hoe zou Magda zich anders hebben kunnen ver klaren het gevoel, dat haar innerlijk zoo geheel bui ten zich-zelve bracht. Zooals zij daar stond, tegen het hek geleund, met vliegenden adem, iedere beweging van Kroner volgend, was zij zich-zelve misschien niet eens bewust wat zij deed. In ieder geval boog de koele, trotsche Magda zich voorover en hare lippen raakten vluchtig als een ademtocht het hoofd van den jongen man aan. Zij schrikte en Kroner hield verwonderd onwille keurig den adem in. Juist had hij de roos gegrepen hij voegde haar bij de overige bloemen en kuste ze, toen stak hij ze voorzichtig in Magda's ceintuur. Een donkere blos steeg in haar gelaat op wat geurden de bloemenzij verlamden haren wil. Zoo iets had het jonge meisje nog nooit ondervonden. En vóór zij nog goed tot bewustzijn was gekomen, boog de dokter zioh nog eenmaal tot haar over en drukte ÜE KEEKER COURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1