G
KIEEWS- EK AhlEllTEJTIEBLAI)
ÏWR 8KEEK EK M8T11EEEK.
OP DEN KKUISWES.
i.
F
Zaterdag 18 Februari 1805.
60e Jaargang.
No. 14.
ten
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
?ren
Feuilleton.
De dubbele moord te Amsterdam.
CK.
s.
te
CE.
an
(Wordt vervolgd.)
1
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
de
de
zoo wreede daad dreef? En heeft de vrouw van Van
der Merk inderdaad het eenjarige kind omgebracht,
dan is de misdaad van haar man, die haar daarop in
woede vermoordde, wel allerminst verschoonbaar, maar
verschijnt zij toch ineen minder hatelijk licht.
Het verdere onderzoek zal, hopen wij, wel uitma
ken, in hoeverre de verklaringen van Van der Merk,
in dit eerste verhoor afgelegd, juist zijn.
reau in de Ferdinand Bolstraat, duurde van omstreeks
vier uur tot half zeven.
Het voornaamste resultaat van dit verhoor is, dat
Van der Merk bekend heeft zijne vrouw, H. M. Josmeij-
er, gedood te hebben. Maar hij beweerde niet schuldig
te zijn aan den dood van zijn éénjarig kind, doch ver
klaarde, dpt zijn vrouw dit kind om het leven heeft
gebracht, en dat hij, in woede daarover, op zijne vrouw
is aangevallen en haar geworgd heeft.
Wij staan hier dus voor een allervreselijkst hui
selijk drama, nog wel, volgens de bewering van Van
der Merk, het gevolg van een onbeduidende woorden
wisseling.
Van der Merk toch vertelde, dat er tusschen hem
en zijne vrouw geen bepaalde oneenigheid heerschte
maar dat er in de laatste dagen een eenigszins minder
aangename stemming in huis heerschte, wijl het jong
ste kindje ziek was, het leed aan kinkhoest, wat ten
gevolge had, dat Van der Merk of zijn vrouw ’s nachts
nog al eens moest opstaan. Het humeur van beiden
leed daaronder en zoo gebeurde het, dat Vrijdagnacht
Van der Merk zijne vrouw verweet, dat zij niet goed
voor het jongste kind zorgde.
Zij moet daarop, volgens de verklaring van Van der
Merk, geantwoord hebben, dat hij meer van het jong
ste kind,j^un beider kind, hield, dan van zijn beide
stiefkinderen, hetgeen Van der Merk niet ontkende.
Dit zou de vrouw zich zoo hebben aangetrokkén, dat
zij Zaterdagochtend, terwijl hij afwezig was, het
jongste kind in de keuken door verstikking van het
leven beroofde, door het in een emmer met water
stoppen.
Toen Van der Merk tehuis kwam, vertelde
vrouw, wat zij gedaan had. Van der Merk ging in
keuken en zag daar zijn vermoord kind liggen.
Hij werd daarop zoo woedend dat hij zijn vrouw
aangreep, en haar op zijn beurt door verworging ver
moordde.
Ziedaar de verklaring van Van der Merk. Er is iets
aannemelijks in deze verklaring, al blijft het min of
meer een zielkundig raadsel, hoe deze jonge vrouw
haar eigen kind zoo in koelen bloede om het leven kon
brengen.
Maar kan er geen wraakzucht haar tweede man
toch, die geen onbesmet verleden had, heeft haar,
naar wij vernamen, vóór het huwelijk de belofte ge
daan, dat hij zeer goed zou oppassen en goed voor de
stiefkinderen zou wezen kan er geen jalousie op
het jongste kind, wijl zij dacht, dat dit beter door haar
man behandeld werd dan de beide kinderen uit haar
eerste huwelijk, in het spel zijn Wie zal het ziel
kundig raadsel verklaren, dat de vrouw, aangenomen
dat de bewering van Van der Merk waar is, tot een
Met het oog op de ernstige beschuldiging, door V. d.
Merk tegen zijn vrouw geuit, en ook om zooveel mo
gelijk licht te verspreiden, zijn wij Dinsdagavond nog
naar de familie Van Olst gegaan, om zooveel mogelijk
bijzonderheden over het echtpaar Van der Merk te ver
zamelen.
Ziehier, wat wij nog vernamen
De jeugd, van Van der Merk.
Daniël van der Merk is een neef van de vrouw van
den ouden Van Olst. Hij kwam uit een ongelukkig
huishouden. Zijn vader dronk zwaar en dientengevol
ge had diens gezin het niet breed. De opvoeding van
den jongen Daan is dan ook niet goed geweest. In zijn
jeugd kwam hij nog al eens bij de familie Van Olst
over huis, daar hij kameraad is geweest met den zoon
van Van Olst, den eersten man van de vermoorde vrouw.
Opmerkelijk was, dat de jongen steeds zoo «gelukkig*
was. Nu eens vond hij een gulden, dan weer een stuk
kaas, ook eens drie dubbeltjes in een hoop zand, welke
laatste vondst samenviel met het vermissen van drie
dubbeltjes uit de portemonnaie van Van Olst Sr. Nooit
hadden deze echter eenig vermoeden op neef Daan, tot-
Marga-Maria bracht een bezoek bij haar tante. Zij
kwam zoo van het tennisveld en was een en al ver
rukking over het spel.
En je man? vroeg tante.
Och, die doolt nog rond in het bosch. Stel u voor,
voor ’n dag of wat zeide hij dat hij niet meer kon meespe
len. Hij had nog te veel last van zijn knie. Dat is na
tuurlijk onzin, voor de knie is het allerbest, weer aan
iedere beweging te gewennen. Hij werd wat boos toen
ik hem dat zei en drong er op aan, dat wealle dagen een
groote wandeling zouden maken. Dat beviel hem beter.
Nu, u kunt u voorstellen, dat ik toen ook een beetje
koppig werd en hem verklaarde dat tennissen mij be
ter beviel. En nu was er een eenvoudig middel: hij kon
in het bosch rondloopen, voor mijn part drie of vier uur
en ik kon in dien tijd tennissen. Een partuur vind ik
altijd wel. Nu is de zaak uitstekend geregeld. Precies
om drie uur gaat ieder zijns weegs. Het ergert mij al
leen een beetje, dat Koen doet alsof hij zich beleedigd
gevoelt. Is dat niet dwaas van hem? Ik laat hem zijn
pleizier toch ook.
Ik kan mij dat heel goed begrijpen van Koen. Ook
mjj wil die onnatuurlijke toestand niet bevallen. Met
wien speel jij dan iederen middag?
Onze goede vriend, de assessor Von Borchfeld komt
geregeld, terwijl er ook wel andere heeren van onze
club zijn.
O, zoo! Wil jij nu mjjn meening eens hooren? En als
Onmiddellijk na afloop van het verhoor in het poli
tiebureau in de Ferdinand Bolstraat, werd Van der Merk
per rijtuig naar het huis van bewaring overgebracht.
Tot het laatste oogenblik was er een geweldige
agitatie onder het publiek in die straathonderden
bewogen zich in de nabijheid van het bureau, en toen
het rijtuig voorkwam, holde een troep naar den in
gang van het politiebureau, om Van der Merk te zien.
Allen werden echter door eenige agenten op behoorlij
ken afstand gehouden.
Nog kunnen wij mededeelen, dat Van der Merk sedert
Zaterdagmiddag zwervende washij was in dien tus-
schentijd ook nog naar Haarlem geweest en verkeerde
zeer onder den indruk van de vreeselijke gebeurte
nissen.
Onmiddellijk na zijn aankomst in de Ferdinand Bol
straat, werden Van Olst en zijne echtgenoote, de ouders
van den eersten man der vermoorde vrouw, gehaald,
om met hem geconfronteerd te worden.
Toen Van der Merk’s identiteit was vastgesteld,
konden zij weer vertrekken.
dat hij op veertienjarigen leeftijd op heeterdaad betrapt
werd op diefstal. Toen was het «geluk* plotseling ge
keerd, want vanaf dien tijd heeft hij geregeld in de ge
vangenis gezeten o. a. 3 jaar en 5 jaar. Deze laatste
vijf jaar werden hem opgelegd voor de inbraak, ge
pleegd bij een spekslager op Wittenburg, nu 9 jaar
geleden, waarbij de inbrekers, waaronder ook v. d. Merk,
met een schuitje door de gracht zijn gevaren.
Voor het huwelijk.
Vanuit de gevangenis schreef hij wel eens brieven
aan zijn oom en tante Van Olst, waarin hij berouw
toonde. Deze brieven werden ook gelezen door hun
schoondochter, Mina, weduwe van hun zoon,die destijds
een winkeltje dreef en zij is het geweest, die haar
schoonouders overreed heeft, hem in huis te nemen,
toen hij zijn tijd had uitgezeten.
»Moeder«, had zij gezegd, »u moogt hem nu niet ver-
stooten. Zijn moeder is dood, zijn vader zit in het
werkhuis en nu hij een ander mensch wil worden,
moet u hem daarin bij staan.»
Daarop is Van der Merk bij de oudelui Van Olst in
huis gekomen en na verloop van eenige maanden zagen
zij wel, waarop de verhouding van Daan en Mina, hun
schoondochter, zou uitloopen. Zij hebben haar toen
onder het oog gebracht, dat zij wel moest weten, wat
zij deed, en ook hem hebben zjj ernstig onderhouden.
Ziende, dat beiden oprechte liefde voor elkander koes
terden, hebben zij van hun kant zich niet verder ver
zet, ofschoon de overige familie van dien dag af onge
noegen met hun schoondochter hebben gekregen, dat
echter in het trouwen weder is bijgelegd.
Op zekeren dag in het engagement kwam bij Van
Olst een meisje zich beklagen, dat Van der Merk haar
ongelukkig had gemaakt. De moeder onderhield hem
hierover en hij ontkende dat het kind van hem was.
«En je zult het tegen Mina ook zeggen* had zij gezegd,
want morgen zie ik haar en zal ik haar vragen, of je
er over hebt gesproken.» En toen den volgenden dag
Mina kwam, zei deze: «Moeder, Daan heeft mjj bezwo
ren, dat het kind niet van hem is, en ik geloof hem.»
Kort vóór zijn huwelijk heeft zij hem gevraagd of hij
haar wilde beloven, voor goed zijn vroeger leven te
willen vaarwel zeggen, nooit meer naar zijn vroegere
vrienden te zullen terugkeeren en een goed vader te
zijn voor haar beide kinderen.
Dat heeft hij beloofd, kort daarop zijn ze getrouwd,
en voor zoover zij konden oordeelen, was hij die be
lofte ook nagekomen.
Het huwelijk.
Toen zij trouwden was hjj reeds broodbezorger en
verdiende ongeveer f 9,50 per week. Hjj deed goed
zijn best en al moest hij, om zoo te zeggen, een klant
aan de andere zijde der stad bedienen, dan deed hij het.
als ik heelemaal niet van u gewoon ben.
Tot dusver heeft nog niemand mij verweten, dat ik
te hard was in mijn oordeel. Meen jij het misschien?
Neen, tante, maar
In dit geval, wil je misschien zeggen, en dan heb je
gelijk. Ik kan het niet verdragen, dat jonge, gelukkige
vrouwtjes zoo lichtzinnig met vuur spelen. Klein, heel
klein is het eerste vonkje, maar wordt het niet gebluscht
o, wat kan het dan een brand ten gevolge hebben!
Ik spreek uit ervaring, gelukkig niet uit eigene. Maar
eens had ik ’n zuster. Zelden heb ik je over je tante Jo-
sepha gesproken.
Zij was mijn jongste zuster en trouwde op 18-jarigen
leeftijd met luitenant von Rabe. Dat was een geluk en
een liefde, dat men sidderde bij de gedachte, dat het
het niet altijd zoo zou blijven. Maar het geluk scheen
zich in Josepha en Frits twee lievelingen te hebben
uitverkoren. Zij kregen wel geen kinderen, maar zij
verlangden er ook niet naar.
Zij hadden het op hun wijze zeer druk, want het
gelukkige vroolijke paar was overal welkom. Frits was
er trotsch op, dat zijn vrouw zoo in den smaak viel.
Hjj had er pleizier in als zijn vrienden haar prezen en
Josepha liet zich alle attenties en complimentjes gaar
ne welgevallen. Het was immers zoo onschuldig! Als
zij naar huis gingen, hadden ze er pret in. Frits plaagde
Josepha met haar vereerders en beweerde, dat het heer
lijk was zoo’n begeerlijk vrouwtje zijn eigen te kunnen
noemen.
Vijf jaar waren zij reeds gehu wd. Geen wolkje had
den horizon van hun geluk verduisterd. Toen kwam er
een nieuwe luitenant bij het regiment, een verbazend
terughoudend man, die slecht in de huzarenuniform
scheen te passen.
jij die niet wilt hooren dan zeg ik ze toch. De vrouw
behoort aan haar man en niet aan haar vriend eens
voor altijd en onder alle omstandigheden. Heeft de
vrouw echter zoo’n verstandige en goede man als je
Koen er een is, dan moet zij zich schamen als zij ook
maar een oogenblikje in twijfel is over den weg dien
zij heeft te bewandelen. Wat moeten de menschen van
je denken?
Och, tante, de menschen mogen zeggen wat ze wil
len. Als men zich aan het gebabbel van de menschen
wilde storen, dan kan men wel in zak en asch gaan
zitten, alleen maar piep zeggen en geen pink uitsteken.
Goed mijn kind, laat de vreemde menschen zeggen,
wat ze willen. Bekommer je om hun oordeel niet, als je
geweten rein is. Allen te behagen is onmogelijk, daarin
heb je gelijk. Wat antwoord geef je mij echter, als ik
zeg, dat ik je handeling afkeur? Koen is door een
voorbijgaand lichamelijk gebrek gedwongen, je een plei
zier te ontzeggen en jij bent beleedigd en gaat je
eigen weg.
Geloof mij toch, tante Gustava, iemand die zulke ver
re wandeltochten maakt, kan ook wel tennissen.
Heb jij ooit reden gehad aan de woorden van je man
te twijlen? Ikgeloof niet, dat jij daartoe het recht hebt.
Hij is er de man niet naar, om zich door zijn nukken
te laten leiden en heeft dikwijls genoeg bewezen, dat
hij je gaarne ieder pleizier doet, dat geen moeite hem
te veel is om jou een genoegen te doen.
Maar tante, is het dan de moeite waard zooveel
drukte te maken over zoo’n kleinigheid? Koen zal er
spoedig genoeg aan gewennen. Binnen een paar dagen
zal hij niet meer knorrig zijn, als ik mijn raket ter
hand neem.
Ik zegje nog eens, Marga-Maria, jij plaatst je op een
heel verkeerd standpunt. Begrijp het toch. Koen kan
De verdachte aangehouden.
Dinsdagmiddag is D. J. van der Merk, de man van
de vrouw, die Zondag met haar kind in hun woning
in de 2e Jan van der Heydenstraat 51 vermoord is ge
vonden, aangehouden.
Omstreeks twee uur werd hij, toen hij zich in het
koffiehuis van den Volksbond, Vereeniging tegen
Drankmisbruik, Haarlemmerplein 43, hoek Korte Mar-
nixkade, bevond, door een der bezoekers herkend. Van
der Merk zat aan een tafeltje bij de toonbank een paar
broodjes met een kop koffie te nuttigen en keek te
vens een krant in.
De koffiehuishouder, die hem niet kende, bemerkte
niets bijzonders aan zjjn bezoeker; Van der Merk was
uiterlijk heel gewoon en maakte niet den indruk van
onrustig te zijn; zijn kleeren hadden ook niets opmerke
lijks en gaven allerminst den schijn, dat hij sedert Za
terdag rondgezworven heeft, wat ook volstrekt niet ver
ondersteld werd.
De werkman, die hem herkende als de verdachte,
kwam wel meer in dit lokaal van den Volksbond kof
fiedrinken; de koffiehuishouder kende hem, zooals
trouwens meer van zijn klanten, ten minste van ge
zicht. Deze werkman ging, nadat hij zijn broodje met
koffie gebruikt had, onmiddellijk een politie-agent
waarschuwen.
Toen deze het koffiehuis binnenkwam, wees de
werkman hem Van der Merk aan, waarop de agent op
den verdachte toetrad, hem aanradende zich kalm te
houden. Met de handboeien aan werd Van der Merk
daarop naar het politie-bureau in de Haarlemmerpoort
gebracht. Hiervandaan werd hjj onder een sterk po
li tiegeleide en zwaar geboeid naar het bureau van poli
tie op de Noordermarkt gebracht.
Reeds had zich het gerucht van zijn aanhouding in
de omgeving verspreid, zoodat zijn overbrenging ten
aanschouwe van een zeer talrijke menigte plaats had.
Het publiek toonde zich nog al vijandig gezind en me
nige vrouw in de volkrijke buurten tusschen Haarlem
merplein en Noordermarkt had Van der Merk in han
den willen hebben. De politie wist de menschen
echter op een afstand te houden.
Van het bureau aan de Noordermarkt werd Van der
Merk vervolgens met een rijtuig naar het politie-bu
reau in de Ferdinand Bolstraat gebracht. Aldaar ver
loor de verdachte zjjn bewustzijn.
Van der Merk heeft bekend.
Het verhoor van J. D. van der Merk door den Officier
van justitie mr. Von Baumhauer, den rechter-commis-
saris mr. Byleveld, en den commissaris van politie
der vijfde sectie, den heer Kummer, iu het politie-bu-
niet meespelen, zijn lichamelijke toestand belet hem
dit, maar wandelingen zijn voor hem gezond. Wat is dus
je plicht als vrouw? Met hem mee te gaan. Jij weet
dat hem dat pleizier doet. De mooiste uurtjes, die jullie
hebt, laat je voorbijgaan. Nu werpen ze zwarte scha
duwen vooruit en laten zwarte schaduwen na. Slechts
een kleinigheid moet je ontberen en toch kun je er niet
toe komen hiervan afstand te doen. Op een vrouw, die
zoo zelfzuchtig haar pleizier najaagt, kan men niet
vertrouwen.
U is onrechtvaardig, tante, weet, ik ben niet van
Koen’s bed geweken, toen hij om zijn knie moest liggen.
Hij heeft zelf gezegd, dat ik een trouwe verpleegster
ben geweest o, het was heel natuurlijk, dat ik het
deed, maar ik moet mij verdedigen tegen uwe beschul
diging. Ik ken u heelemaal niet meer. Welke reden
hebt u om mij zoo streng te beoordeelen?
Ik wil je alleen maar duidelijk maken mijn kind,
dat je plaats is aan de zijde van je man en dat ik het
afkeur, Koen aan zijn lot over te laten, terwijl jij met
zijn vrienden tennissen gaat. Zou jij het pleizierig vin
den als Koen voor zijn wandeltochten juffrouw Possel
afhaalde?
Maar tante, dat was immers beleedigend als hij met
dat coquette nest werd gezien.
Wat zou dat? Zijn vrouw heeft zich ook een partner
gezocht. Wie weet of de menschen niet zeggen, me
vrouw Plutus coquetteert op het tennisveld met den
assessor Borchfeld. Je lacht met hem, als er iets te la
chen is, je praat met hem, je drukt elkaar de hand, juist
zooals goede vrienden dat doen. Daaruit kan men in
het algemeen niets besluiten, maar als in denzelf-
den tijd de man eenzaam moet wandelen, dan valt er
wel iets uit te besluiten.
U is ditmaal zoo onmeedoogend en u ziet zoo boos,
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
1
ff.
ït
11