MIHS- E« HITOWBLAI)
Allerlei uit Friesche Kronieken.
ÏWR S5EEK EJ MSTREEEJ.
Een edele daad.
Woensdag 8 Maart 1805.
No. 18.
80e Jaargang.
Uitgever. B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
I
Ik
r\x
rs:
dit bouw-
Hindeloopen. Dit
is.
1
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
te
In
jes
an
nk
41-
E-
let
n.
in
:n
het jonge meisje hadden lang geaarzeld voor ze hun
toestemming gaven tot een verbintenis, die tegen hun
veroordeelen indruischte.
Wel hadden ze voor den jongen man, die al jaren
hun buurman was, een oprechte sympathie, maar dat
gold niet voor het beroep, dat hij uitoefende; hij
toonde op de openbare pleinen zijn kracht en zijn be
hendigheid, gekleed in een vleeschkleurig tricot met
zwart fluweel en leeren armbanden om de polsen.
Ofschoon Bertha slechts als bruidschat haar achttien
jaar, haar lieftalligheid, haar beide handen en haar ta
lent van bloemenmaakster meebracht, konden de goede
menschen er niet toe besluiten haar aan een athleet te
geven. Bidden en smeeken hielp niet, ofschoon zij zel-
ven leden onder het verdriet, dat zij door hun herhaalde
weigeringen veroorzaakten aan de beide geliefden. Op
een dag eindelijk, toen de athleet ’n laatste wanho
pige poging deed, voelde de vader zijn vastberaden
heid wankelen.
Georges, zeide hij daarop, ik stem er in toe je
mijn dochter te geven, maar op een voorwaarde.
En die is? vroeg de jonge man.
Dat je je beroep laat varen. Werk als iedereen;
doe iets, het komt er niet op aan wat, als je maar niet
meer in tricot optreedt.
Er verliep een week zonder dat Georges teekenen
van leven gaf; daarna echter op een avond, toen het
gezin zich aan tafel zou zetten, trad hij met een stra
lend gezicht binnen, onder den arm een pakje dragend,
dat hij dadelijk openmaakte.
Bevalt dit tricot u soms vroeg hij aan den vader,
terwijl hij een nieuwen zwarten kiel uitpakte, die hij
als een vlag liet wapperen.
Maarbegon de oude.
Begrijpt u het niet hernam de athleet. Het
zich met moeite op de been te houden.
De blikken der beide athleten ontmoetten elkaar.
Bonjour I riep Georges uit.
Zonder te antwoorden trad de ander haast werktuige
lijk op hem toe en stak den man van Bertha een hand
toe, die deze in de zijne knelde, zonder dat Chariot het
scheen te merken.
Wel, zei Georges op hartelij ken toon, gaat het niet
goed
Neen, antwoordde Chorlot met doffe stem, het
gaat heelemaal niet.
Die enkele woorden en de toon waarop zij gezegd
werden, deden Georges ontstellen. Blijkbaar was zijn
vroegeren kameraad iets overkomen. Hij ondervroeg
hem dadelijk en de man stortte zijn heele hart uit.
Sedert drie weken had het voortdurend geregend,
zoodat er niet gewerkt kon worden. En alsof dat nog
niet genoeg was, was zijn oude moeder ziek geworden.
Des morgens waren er nog maar drie sous in huis, juist
genoeg om een halve kan melk voor moeder te halen
en ziende dat het mooi weer was, was hij hier gekomen
om te werken, Maar nu voelde hij toch, dat hij het
niet kon. Zijn beenen beefden onder hem.
Maar ben je dan ook ziek vroeg Georges
medelijdend.
Neen. MaarEn als beschaamd het hoofd bui
gend voegde hij er bijIk heb in twee dagen niet ge
geten.
Bij deze verschrikkelijke mededeeling werd Bertha
bleek en kwamen haar de tranen in de oogen, terwjjl
Georges snel de hand in den zak stak.
Hier, zei hij tegen den armen Chariot, terwijl hij
hem een vijffrancsstuk in de hand liet glijden, ga gauw
een stukje eten.
Dank je, zei de athleet eenvoudig weg, terwijl hij
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
In 1297 (14 of 17 Dec.) werd ’t stadje door
’t zeewater verwoest; geen tien huizen bleven
staan; poorten en wallen werden weggesla
gen.
is toch heel eenvoudig. Ik houd dol veel van Bertha
en om haar hand te verwerven zou ik alles willen doen.
Ik heb zooeven mjjn materiaal, dat ik als athleet ge
bruikte, verkocht. Ik zal mijn oud vak weer ter hand
nemen. Een graveur, dat weet u, kan best zijn brood
verdienen. Ik heb natuurlijk wel een beetje de han
digheid verloren, maar dat zal ik wel gauw weer op
halen En bovendien, voegde hij er met een glim
lach bij, heb ik al een betrekking gekregen.
Er volgde een stilte. Met een kloppend hart wacht
te de athleet op een antwoord. De vader stak hem
eindelijk de hand toe, terwijl hij tegen zijn dochter zei:
Bertha, dek voor een persoon meer, je verloofde
blijft van avond bij ons eten.
Het jonge echtpaar volgde langzaam den langen weg
over de boulevardshij glimlachend en zij vröolijk
babbelend en slechts ophoudend om haar aardig ge
zichtje te verbergen in een ruikertje viooltjes, een be
scheiden maar heerlijk geschenk van haar man. Ze
waren reeds voorbij de place Pigalle, toen ze van den
kant van de place Blanche het geluid van een draaior
gel hoorden.
Hé, zei George, een weinig den pas versnellend,
een oud-collega.
Werkelijk begon zich dicht bij hen een kring van
nieuwsgierigen te vormen. Zij traden nader en zagen
weldra een athleet, die met moeite gewichten en halters
op een rij plaatste.
Dat is Chariot, zei Georges tegen zijn vrouw, een
oud-kameraad, met wien ik dikwijls heb gewerkt.
Op dat oogenblik draaide de athleet zich om en
Georges kon niet nalaten een uitroep van verbazing te
slaken.
Chariot zag er bleek en vermoeid uithij scheen
Een vroolijke lentezon stond aan den diepblauwen
hemel.
Van de rue de Flandre af tot aan de place Clichy was
’teen voortdurend heen en weer geloop, waaruit onop
houdelijk het geluid van stemmen en lachen klonk,
terwijl zich daartusschen de blijde kreten van kinderen
mengden, die onder ’t zorgzame oog hunner ouders in
de vrije lucht dartelden.
De geheele arbeidersbevolking uit de wijken van
Montmartre, la Chapelle en la Vilette, defileerde daar,
gebruik makend van den wekelijkschen rustdag, om in
een verkwikkend luchtbad de vermoeienissen van den
arbeid te vergeten.
In de menschenmassa scheen één paar al bijzonder
gelukkig te zijnde man, een knappe blonde verschij
ning van zes-en-twintig tot acht-en-twintig jaar, groot
met breede schouders en gekleed in een lange zwarte
jas, een lichte pantalon en een strooien hoed, die lich
telijk op één oor stond. De vrouw, klein en tenger
van gestalte, was gekleed in een nauwsluitend blauw
wollen costuum; op haar dik bruin haar stond een
elegant hoedje met bloemen.
Ze liepen voort, glimlachend tegen de zon, tegen
het leven, dicht naast elkaar, haast verloren gaand
in de dichte menigte.
Nog geen maand getrouwd, smaakten zij nog niets
dan levensgelukdaar kwam nog bij, dat hun huwelijk
niet van een leien dakje gegaan was de ouders van
In vorige jaargangen hebben we reeds heel
wat rondgesnuffeld in de Friesche historie,
bijv, over de lotgevallen van Sneek, van Wym-
britseradeel, van de Sneeker Harinxma’s, van
de andere Friesche steden; we hadden ’t over
strenge en zachte winters, overstroomingen,
aanleg van dijken, de Middelzee, ’t Bildt in
polderen, goedkoope en dure tijden, kleder
drachten, enz.
We willen nu eens wat allerhande bijeen
garen uit verschillende tijden der historie en
daarbij trachten buiten de vroeger behandelde
onderwerpen te blijven.
Dus geen aaneengeschakeld verhaal.
In 1210 was de zomer buitengewoon
heet en droog, zoodat ’t bosch Rlieussen in
brand geraakte en geheel afbrandde. De grond,
veenachtig en anders nog al vochtig, was nu
ook zeer droog en brandde tot een aanmerkelijke
diepte uit, zoodat er later een waterplas en
allengs door overstrooming en afkabbeling het
tegenwoordige meer van dien naam ontstaan
(Denk aan den naam Wouds-end.)
- In ’t begin der 13e eeuw was de Zui
derzee ten westen van Friesland nog niet ge
vormd. De monniken van ’t klooster Ludinga-
kerk (een half uurtje ten Oosten van Harlin
gen; thans vertoont een boerderij dien naam
nog op een ouden steen;) bezaten op Vlieland
en Terschelling vele landerijen en een bijkloos-
ter of uithof. Voor een betere gemeenschap
en ter afwatering groeven zij tusschen ’t kloos
ter en die eigendommen een kanaal. Spoedig
werden daar andere zijkanalen naar dit vaar
water gegraven, waartegen de verstandige abt
Gerbrandus genoeg waarschuwde, doch te ver
geefs. Zeven jaren later, in 1222, verzwolg de
zee vele aangrenzende landen.
Na 1222 begon men in deze streken
voor ’t eerst turf te graven.
In ’t jaar 1220 werd de buurt Grind
(thans een zandplaat van dien naam, halfweg
Harlingen’t Vlie) tot een stad gemaakt en
van poorten, grachten en' wallen voorzien.
(Sneek werd in 1293 een stad!) Er kwam ook
een soort van hoogeschool, waar men de god
geleerdheid en andere wetenschappen dier tij
den beoefenen kon.
Steenen doodkisten. Omstreeks 1230
kwamen een groote menigte wolven uit de
bosschen van Westfalen en Drente in ons ge
west. Des nachts roofden deze gulzigaards
zelfs de lijken uit de graven. Daarom lieten
de vermogenden hunne graven met zware
zerksteenen bedekken.
Ook schijnt men om dezen tijd, om dezelfde
reden, begonnen te zijn steenen doodkisten te
maken. Deze waren meest uit roode Bent-
heimer steen gehouwen; deksel en kist beston
den elk uit één stuk.
Scheepvaart van Hindeloopen. Dit nu
vervallen plaatsje werd in 1255 een stad, die
lang bloeide door de zeevaart. In 1368 kreeg
deze stad o. a. de vrije vaart op de Zweedsche
kusten, even als Stavoren en ’t recht om eigen
aldaar gestrande goederen te bergen en
vetkoopen. (Een mooi recht in dien tijd!)
1370 trad ze toe tot het machtige Hanze
verbond. In dé 17e eeuw woonden er 100
en meer grootschippers en van de 17 0 schepen,
die de Engelschen in het jaar 16 66 in ’t Vlie
verbrandden, waren er 29 uit Hindeloopen.
In 1282 was door watervloed, stormen
onweer ’t voedsel voor de beesten zoo schaarsch
en duur, dat men een koe voor drie schellingen
kon koopen.
Ryke en volkrijke kloosters. In ’t laatst
der 13e feuw werd de bevolking der kloosters
eens geteld, ’t Klooster te Mariëngaarde (bij
Hallum) had 500 monniken, ’t klooster Lidlum
(bij Tjummarum) 600, te Dokkum 400, te 01-
deklooster (bij Hartwerd) 240,teNijeklooster (bij
Scharnegoutum) 56 monniken, enz.
Graaf Willem IV te Oldeklooster be
graven. Naar men weet, zou deze Holland-
sche graaf in 1345 met een zeer groote macht
Friesland veroveren. Door kwaad weer raakte
zijn vloot verstrooid en kwam ongeregeld aan
de Friesche kust. Zeer vele Hollanders verlo
ren ’t leven; ook Willem IV, van wiens lijk
’t hoofd werd afgehouwen. Tien dagen later
werd, op verzoek van de weduwe, het lijk op
gezocht en met nog acht doode edelen in de
kerk van Oldeklooster begraven.
In 1396 zou de Holl. graaf Albrecht met
een ontzettende macht van Hollanders, Zeeu
wen, Henegouwers, Franschen, enz. dezen dood
wreken. Toen hij, na tuchtiging der Friezen,
terugkeerde, voerde hij het lijk van Willem IV
mee naar Holland.
Terschelling was in 1370 veel uitgestrek-
ter dan thans en had vijf parochiekerken met
een deken aan ’t hoofd.
Geen modern leger! Toen in 1396 de
Holl. graaf met zijn reuzenleger naar Fries
land trok, kwamen er 30,000 Friezen bijeen
om hun vrijheid te verdedigen. Zij droegen
overrokken van zeer grof laken (waarvan men
ook paardedekken maakte); sommigen droegen
lederen kolders en slechts enkelen ijzeren har
nassen. Hunne wapens waren meest lange
spiezen, lanzen, zwaarden, gaffels, vorken,
dorschvlegels of ander landbouwgereedschap.
Dure en goedkoope tijden. In 1434 was
’t geld zeer schaarsch en ’t eten duur. Een rog
gebroodje kostte 221/» cent (4^2 groot), een
schepel rogge kostte een gouden rijder; een
schepel tarwe gold een Engelsche nobel; een
flink roggebrood kostte 50 cent. De armen
voedden zich met raapzaad, hennipzaad, boonen-
brood, enz. (In dien tijd kon men voor ’t
zelfde geld anders veel meer koopen dan
thans!).
In 1437 was alles razend goedkoop. Zie
hier wat men toen voor 31 stuivers samen
kon krijgen: 1 mud rogge -j- 1 mud tarwe
4- 1 mud boekweit -j- 1 mud haver -j- 1
kan wijn 1 ton appelen -J- 1 vet kapoentje
gesneden haan).
In 1480 hoort men eerst van ’t bestaan
van gilden te Leeuwarden. Of ze er niet
eerder waren? In Vlaanderen waren ze er veel
eerder!
Groot lijk. De kronieken verhalen, dat
er in 1489 op ’t strand van Terschelling het
lijk van een vrouw kwam aandrijven, dat de
ongelooflijke lengte had van 12 voet.
Berlikum nog een stad. Verdwenen is
de Friesche stad Ezonstad aan de Lauwers.
Verdwenen is ook de naam der stad Uitgong;
de plaats heet nu al lang Berlikum en dit was
op ’t eind der 15e eeuw nog een stad met een
ouderman en schepenen.
Naar men weet, bemoeide de kerk zich
vroeger met veel meer zaken dan nu, ’tgeen
ook zeer natuurlijk was. Waar kon men be
ter de geboorteregisters bijhouden, ’t nieuws
vernemen. Omstreeks 1500 was er echter het
bekendmaken van verkoopingen en overdrach
ten van onroerende goederen in onbruik ge
raakt. Keizer Karel V beval daarom in 1526
dat dit weer driekeer in de kerk gebeuren
moest zooals voorheen.
Oldehove. In den laatsten tijd is nog al
eens over de Oldehove te Leeuwarden geschre
ven en over de reparatie er van.
In 1529 werd de grondslag van
werk gelegd.
Jakob van Aken verbond zich als bouwmees
ter tot dit werk voor 8 stuivers per dag, een
vrije woning voor 3 jaren en een nieuw kleed.
Tijdens den bouw stierf hij en werd opge
volgd door Kornelis Frederiks, die 10 stuivers
daags genoot en jaarlijks een kleed van tab-
baardslaken met een geborduurden leeuw op
op de rechter mouw.
Over ’t niet-afmaken van dezen bouw en over
het door storm ineenstorten der kerk in 1576
spreken we nu niet.
Honderd gulden premie. In 1536 stichtte
Menno Simons, priester te Witmarsum, ’t ge
nootschap der Doopsgezinden. Spoedig daar
na beloofde keizer Karel V een premie van
100 gld. voor zijn arrestatie. Deze premie is
nooit verdiend.
Huurprijs. In 1543 deden de zeer uit
muntende pastorielanden van Pietersbierum,
groot 82 7S pondemaat, 40 goudgulden 56
gld.) huur per jaar.
De toren te Tjum werd in de jaren
1546’47 gebouwd.
Prins Willem te Harlingen. Op ver
zoek der Friezen kwam Prins Willem van
Oranje in 1581 te Harlingen, om order op de
zaken van dit gewest te stellen; op 7 April
kwam deze regeling tot stand.
De Nieuwe Stijl. Naar men weet heeft
Julius Cesar de Juliaansche jaartelling inge
voerd: Een gewoon jaar 365 dg. en om de 4
jr. een schrikkeljaar van 366 dg.
Zoo rekende men ’t jaar ongeveer 11 minu
ten te lang.
Paus Gregorius XIII voerde in 1582 den Nieu
wen of Gregoriaanschen Stijl in: ook alle 4 jr. ’n
schikkeljaar, maar niet de jaren 1700, 1800,
1900, 2100, 2200, 2300, enz.; de jaren 1600,
2000, 2400, enz. dus wel schrikkeljaren.
Dewijl sedert J. Cesar de tijd reeds 10 dagen
versprongen was, bepaalde Gregorius XIII, dat
men dadelijk in dit jaar 1582 (in plaats van 15
Oct.) den 25 Oct. als datum zou nemen.
Vele landen en ook Holland en Zeeland deden
dit, doch Friesland en Groningen bijv. niet.
1
y
li
L