Allerlei uit Friesche Kronieken.
Hel ome™ WW.
ÏWR SlUk ES OISTÖffi.
MEI WX- ES AIH EIITEVHEI!I.M>
H i
H
i
1
II I
I
fl
<3
1
I
Zaterdag 11 Maart 1805.
No. 20.
60e Jaargang.
|w
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
hooge toren werd in 1523
1-
oud een dieft.
te
L
an
>re
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 8 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ter.
aan.
[i
)r
;r
is
Overste Rüdiger liep met groote schreden in zijn
kamer op en neer, terwijl zijn zoon Bruno, 'n kranig
luitenant van de luchtvaart-afdeeling, druk met hem
in gesprek was. »0 hebt tegen haar persoonlijk niets*
zei hij ten slotte. U hebt op haar armoede niets tegen,
wat in ’s Hemels naam is dan toch de reden, waarom
U uwe toestemming tot mijne verbintenis met Agnes
zoudt kunnen weigeren?
De overste bleef voor zijn’ zoon staan, legde zijn hand
op diens schouder en sprak op medelijdenden maar vasten
toon: Beste Bruno, wat ik u nu zeggen zal, zal u
misschien padant toeschijnen. Als ge daarover echter
rijpelijk nadenkt, moet gij het als ’n noodzakelijk gevolg
van de opvoeding in onzen stand betrachten, en ook gij
zult u aan dat gebruik niet kunnen onttrekken. Ik
kan mijn toestemming tot uw verloving niet geven om
dat nu, omdat Agnes niet volgens de begrippen
van onzen stand in haar levensonderhoud voorziet.
Vader?
Blijf bedaard Bruno. Gij kunt mij door het vuur van
uwen jeugdigen ijver niet tot andere gedachten bren
gen. Buitendien in zulke gevallen beslist het gevoel,
en mijn gevoel van eer zegt, dat gij en ik, wij beiden
ons onmogelijk maken, wanneer gij uw woord geeft
aan ’n meisje dat
Nu dat wat?
Dat voor winkels machine naait
I
Terwille van uw zoogenaamde eer van den stand
moetik een schurkenstreek begaan en het hart van ’n
arm meisje van verdriet doen breken. Dat strookt met
de eer van uwen stand.
Gij wordt onnoodig bitter, mijn zoon. Gjj kunt er mij
voorzeker geen verwijt van maken dat ik met verou
derde vooroordeelen behebt ben. Was Agnes, die ik
achting en ik wil het niet ontkennen, ook liefde
toedraag, eene schilderes, pianiste, of, verdiende ze als
gouvernante of zoo iets haar brood, dan zou ik er niets
meer tegen hebben in te brengen. Maar ook de toege
vendheid heeft hare grenzen. Het kan mij lang niet
onverschillig zijn, dat men van u zegt: Luitenant Rfl-
diger is met een naaister geëngageerd!
Kan zij het misschien helpen, Vader, dat hare ouders
haar, hun troetelkindje, niets lieten leeren, dat ze
haar inde bitterste armoede achterlieten?
Beste Bruno, het strekt u tot eer, dat gij er zoo over
denkt; desniettemin blijf ik er bij, als gij ons beiden
niet onmogelijk wilt maken moet gij u dat huwelijk
uit het hoofd zetten tenzij dat
Wat?
Dat gij Agnes tot aan de bruiloft uit eigen middelen
onderhoudt
Dat heeft ze mij rondweg afgeslagen.
Flinke meid. Jammer! Maar wat is er aan te doen
Dan moet ge bepaald van haar af zien.
En zijn mantel omslaande, voegde hij er binnen-
monds bij: Ja,alsmachine-naaien ’n kunst was!
Bruno had Agnes openhartig als hij was, verteld,
waarover hii met ziin vader had eesoroken en wel
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
gelijk. Agnes had hem met neergeslagen oogen aan
gehoord en vaalbleek wisselde op haar fijn besneden
gezichtje met hoogrood.
Als echter Bruno ten slotte de laatste op werping
zijns vadersJa, als machinenaaien een kunst was
herhaalde, was het alsof ’n helder zonnestraaltje over
haar gezicht gleed.
Weet ge wat, Bruno, ge maakt u, geloof ik, onnoo
dig bezorgd. Als mij niet alles bedriegt, geloof ik een
middel in handen te hebben om uw vader tot andere
gedachten te brengen.
Daar ben ik toch benieuwd
Pstdat blijft voorloopig mijn geheim. Maar nu
iets anders. Over zes weken is ’t Kerstmis. Ge hadt
me toch zeker iets gekocht, is ’t niet
Hoe kunt ge daaraan twijfelen.
Welaan, geef me dan dat, wat ik aanstonds wen-
schen zal, reeds nu, morgen, of, nog beter, vandaag.
Heel graagwat is ’t
Ge weet, dat de naaimachine, waarop ik gewoónlijk
werk, nog ’n erfstuk van mijn moeder zaliger is. Als
ge me dus ’n pleizier wilt doen, koop me dan een
nieuwerwetsche naaimachine.
’n Naaimachine
Nu, als ik je daarmee ’n plezier kan doen.
’n Zeer groot en, naar ik hoop, u zelf ook. Kom,
laat ons dan dadelijk naar een winkel gaan, dan zal
ik onderweg tot belooning u in mijn geheim inwijden.
Zooeven had Bruno zijn vader met diens verjaardag
gelukgewenscht. De overste wilde juist z’n pijp aan
steken, toen er buiten aan de deur gescheld werd en
terstond daarop een pak in de kamer gebracht werd.
Dat is van Aemes. vader.
Maak maar eens los, vader, dan zult u wel zien.
Langzaam opende de overste het pak en haalde daar
uit, onder uitroepen van verbazing, een prachtige de
ken te voorschijn, waarop in rijk zijden- en goudbor-
duursel ’n gedicht prijkte. Verwonderd liet de overste
zijn blik op het opschrift daarvan rusten en dreigde zijn
zoon ondeugend met den vingerUwe Agnes tast me
in mijn zwakste punt aan, in mijne Keizervereering.
Dat is immers Sang an Aegir...
Juist, vader, o Aegir, Herr der Kluten. En hoe be
valt u de uitvoering?
Ze is verrukkelijk, dat is een meesterstuk
Nu vader, dan wil ik u alleen maar zeggen, dat
Agnes datop de naaimachine gemaakt heeft.
De overste liet de deken van louter verbazing op
den grond vallen.
Vader, herinnert zich nog, wat U onlange zeidet
Ja, als machine-naaien ’n kunst was.
Ge hebt gelijk, mijn zoon, ook het naaien op de ma
chine kan ’n kunst worden. Ik aeef ielui miine toe-
weringen werden er vernield en langs de Noor-
derhaven stonden de huizen beneden vol wa-
Langs de Friesche kust dreven 56 lijken
Droevig was ’t vergaan van ’t Emtler
beurtschip, dat vlak bij de zeesluis Roptazijl
(een uurtje ten N. v. Harlingen) met 17 men-
schen verging. Er was redding mogelijk en
een vermogend heer met zijn vrouw die op ’t
schip waren, boden groote geldsommen. Doch
2 personen, daar woonachtig, bleven op hun
schuurtje zitten en zagen met vermaak de
vernieling van ’t schip aan, hardvochtig doof
blijvende voor ’t noodgeschrei.
Spoedig daarna konden de onmenschen zich
van den rijken buit meester maken. De rijke
heer en dame kregen te Sexbierum een fraaien
steen op hun graf.
Om de nakomelingen, die nog leven (zegt
de schrijver, die dit in 1845 vermeldde) en die
in deze streek genoegzaam bekend zijn, wil
ik geen namen noemen; doch dit wil ik er bij-
voegen: de beide onmenschen leefden steeds in
vreeselijken gewetensangst en hun nageslacht
bijna geheel in ellende.
Oude menschen. Jan Rinnens over
leed te Wijkel, oud 115 jr., in ’t jaar 1766.
Sixtus Petraeus te Wijtgaard, werd 103 jr.
op 4 Sept. 1789. De vcrige week had hij nog
drie wilde eenden in de vlucht geschoten.
Torens en kerken. Hier en daar een
hap uit 1
De eerste kerk te Welsrijp werd 1220
gesticht.
In 1632 werd voor f 14,000 een nieuwe kerk
te Hindeloopen gebouwd; in 1658 werd deze
kerk vergroot. In 1615 was de toren gebouwd
met 3 transen of omgangen; 16 Oct. 1701 ge
raakte hij door onweer in brand, juist onder
de Zondagmiddagdienst; ’t bovenste deel brand
de af en werd in 1734 weer in orde gebracht.
In 1275 werd de kerk te Nijland gebouwd.
In 1287 werd een kerk te Tirns gebouwd.
In 1462 werd te Sneek aan de Kruisbroeders,
de reeds vóór 1380 gebouwde kleine kerk af
gestaan tot een kloosterkerk; in 1498 begon
men er ’t (Ooster)koor der Martini-kerk te bou
wen.
In 1303 kwam er een kerk te Hijdaard, in
1508 werd ze vernieuwd; de laatste abt van
Oldeklooster ligt er begraven.
In 1397 brandde de prachtig gewelfdekerk
te Foswerd (bij ’t klooster der Kamminga’s)
geheel af.
De Groote kerk te Workum werd in of kort
na 1555 gebouwd; in die eeuw was de kerk
2 maal afgebrand.
De vorige zeer
afgebroken en daarna de tegenwoordige ge
bouwd, 60 voet van de kerk verwijderd; het
metselwerk is 87 voet hoog en daarop staat
een spitsje. Op ’t midden der kerk stond eer
tijds een torentje, dat in 1735 door storm is af
gewaaid.
In 1456 werd door onweder ’t dak van den
zwaren steenen kerktoren te Berlikum geheel
afgeworpen en een stuk van ’t dikke muurwerk
verbrijzeld.
In 1496 werd, tijdens troebelen, de kerk met
toren te IJpecolsga in brand gestoken. De men
schen die er in gevlucht waren, ontkwamen
nog gelukkig langs ’t klokketouw.
In 1498 werd op dezelfde wijze door ’t
vreemde krijgsvolk de kerk en toren te Fols-
gare verbrand; 6 mannen en 4 vrouwen kwa
men om.
In 1576 stortte de kerk van Oldehove (Leeu
warden) door stormweer in en werd niet her
bouwd. (’t Was in troebele tijden.)
In 1585 ondergroeven de Spanjaarden den
zwaren, domsgewijze-gebouwden toren van Ol-
dcberkoop, die neerstortte.
In 1830 (13 Aug.) woedde een orkaan, die te
Koudum de spits van den hoogen toren afsloeg;
kerk en toren werden toen afgebroken.
In 1586 verbrandde de vijand de kerk
Tjum.
Een hevige wind wierp in 1596 de hooge
spits van den zwaren maar zeer- ouden kerk
toren te Minnerts ga naar beneden.
In 1628 werd voor f 10,510 de toren te
Joure gebouwd, in 1644 kwam de kerk gereed
voor f 23,900.
In 1683 begon men te Gorredijk, dat bloeide
en groeide, de eerste kerk te bouwen.
In 1765 werd de toren te Donkerbroek door
’t onweer zwaar beschadigd.
In 1777 werd de kerk en toren te Dongjum
gebouwd voor f 6,400 en in 1779 de koepelkerk
te Berlikum ingewijd; de vorige kerk had
ver over de 4 eeuwen gediend.
In 1782 werd de hooge toren te Oldeboorn
door ’t onweer in brand gestoken, doch nog
gered.
In 1804 repareerde menden toren te Hallum;
deze stortte in en vernielde in zijn val de
kerk.
{Slot.}
Een heel huishouden. Graaf Jan van
Nassau, broeder van Prins Willem en vader
van den eersten Frieschen stadhouder, had 25
kinderen bij 3 vrouwen. (Natuurlijk niet bij
elk 25!)
Boven verwachting. In 1586 (80-jarige
oorlog) bedreef een troep soldaten van Taxis
vele wreedheden. Te Winsum (bij Franeker)
vluchtten sommige bewoners in den toren. De
soldaten staken den toren in brand! Een zwan
gere vrouw, die reeds haar man en drie kin
deren had zien omkomen, sprong door de
galmgaten naar beneden, werd nog door een
soldaat mishandeld, en was toch nog binnen
2 md. weer gezond.
Een andere vrouw kwam met 2 kinderen
op den arm nog ongekwetst beneden.
Jong estal en Cr omwel. In 1654 werd
te Westminster de vrede met Engeland geslo
ten. De Fries Jongestal was bij de Nederl.
gezanten.
Cromwel zei tot hem: hoe kom je aan zoo’n
naam, want nDie jong stal was
De Fries antwoordde daarop:
Die zegt, dat krom wel is,
Gelooft niet, dat er hemel of hel is.
Trekschepen. In 1655 begonnen de
eerste trekschepen tusschen Groningen en
Leeuwarden te varen.
Heerlijkheid Ameland. In 1704, toen
de Friesche Stadhouder Jan Willem Friso nog
minderjarig was, kocht zijne moeder-regentes
voor hem ’t eiland Ameland met al deszelfs
voorrechten van de familie Kammingha (denk
aan ’t onlangs verkochte Amelandshuis te
Leeuwarden) voor f 170,000.
Kruitmolen. Op den 16 Mei 1744,
’s avonds 8 uur, sprong de kruitmolen, te
Stavoren aan de haven staande, in de lucht.
Zoowat alle huizen in en om de stad werden
min of meer beschadigd. Er kwamen slechts
2 menschen om ’t leven.
Tuchthuis. .Den 12 Nov. 1754 brandde
’t Tuchthuis te Leeuwarden bijna geheel uit.
In de 2 volgende jaren werd ’t herbouwd.
Onmenschelijk. Een zware storm op 7
Oct. 1756 deed te Harlingen groote schade; de zee-
Op 12 Febr. 1836 trof de bliksem den to
ren te Arum; kerk en toren verbrandden: 2 klok
ken, van 4000 en van 1953 pond, waren geheel
versmolten; ook de toren van Tjum werd ge
troffen, maar bleef behouden.
In 1842 viel bij stil weer de toren te Boxum
ineen en in 1843 trof de bliksem den toren te
Pietersbierum; kerk, toren, klokken en orgel
verbrandden.
Veel sprinkhanen. Hoe verder men in de
geschiedenis teruggaat, hoe vreemder dingen
men leest, ’tgeen ook wel te verklaren is. Men
leest van schrikaanbrengende kometen en steeds
waren die gestaarte hemellichamen de voorbo
den van rampen; men leest van vierdubbele
zonnen, van bloedregens, van vechtende man
nen in de lucht, van ’t brandende Roode Klif,
enz. En altijd waren dan de menschen in
angst; en altijd meldt de kroniek, dat die ang
stige voorgevoelens bewaarheid werden door
droevige gebeurtenissen.
Slechts eenmaal leest men van een sprink
hanenplaag, waarmee Friesland gekweld werd,
’t Was in ’t jaar 873. De plaagbeesten waren
zeer groot, een duim dik, hadden asjeblieft zes
vleugels en steenharde tanden. Binnen een
uur tijds verteerden zij, opeen oppervlakte van
14 vierkante mijlen, alle groenten des velds,
zelfs de takjes en de schors der boomen. Daar
na dreef de wind de insecten in de Noordzee,
waarin zij verdronken. Maar met den vloed
werden de doode beestjes op de kusten gewor
pen, een ondragelijken stank verspreidende.
Hierdoor ontstond een pestziektedie vele
slachtoffers maakte.
Hout en mest. Sedert 1634 werden bij her
haling zware straffen gesteld op ’t uit de pro
vincie voeren van asph, mest, vuil en aarde.
In 1673 werd bepaald, dat niemand 2 eiken
boomen zou mogen vellen, of hij moest er drie
voor in de plaats planten.
Gras en Hooi. Sedert 1720 werd algemeen
ingevoerd om de graslanden te greppelen. Ook
maaide men sedert vroeger dan voorheen,
waardoor de hooioogst beter werd.
Veepest. Van Nov. 1744 tot Juli 1745 stier
ven in ons gewest 123,000 runderen aan de
veepest.
Nog iets over de Hamminga' s. Ameland was
een bijzonder eigendom van de Friesche ko-
ningen Radboud I, Gondebald en Radboud II.
Deze laatste werd door de Franken verdreven
en zijn erfgenamen kregen zijn bezittingen.
Tecla, een dochter van Gondebald, kreeg Ame
land. Deze Tecla trouwde 800) met Teake
Kamminga en van dien tijd af tot 1704 bleef
’t eiland bijna onafgebroken en grootendeels in
’t bezit dezer aanzienlijke familie.
In 863 stichtte Hajo Kammingaeen klooster
op ’t eiland; ’t klooster werd Foswerd genoemd,
omdat het stond op de plaats, waar in oude
tijden Foste of Fosite vereerd werd.
In 1090 werd’t klooster verplaatst naar den
vasten wal, dicht bij Ferwerd.
Bruno lachte bitter.
Van Agnesik dacht-
stemming en met Kerstmis vieren wij de verloving.
zooals dat bij geliefden gebruik is, zoo uitvoerig mo-
URAN
1,
t,
5
s
e-
I
I
Ir
I
s
.ió.'
I
w
T|
1