ft
ÏWR 8SBEK ES im
MEI W S- H mmTBLill
DE DOODE IILLIOOAIR.
Woensdag 14 Juni 1905.
60e Jaargang.
No. 47.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
DE TWEEDE KAMER.
Feuilleton.
4
-
BEKENDMAKING.
NATIONALE MILITIE.
HOOFDSTUK XI.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
of
-
bij het militair saluut.
Zoo, Zielke, ben je weer in orde? vroeg graaf
Ahlers.
Ja, mijnheer, antwoordde de man met een grijns
lach, ik ben al weer een week hier. De jonge heer heeft
zich best gehouden, hij heeft mijne doktersrekening be
taald en bovendien gaf hij mij nog een goudstuk. Mijn
patroon heeft mij ’t volle loon ook uitbetaald, dus ben ik
er niet slecht bij gevaren.
Graaf Ahlers antwoordde slechts met een knikje en
wenkte Richard om met hem de zaal van de club
binnen te treden.
Dat is de oude Zielke, de bekende sterke man.
In zijn tijd was hij een knappe, flinke kerel, met wiens
kracht niet viel te spotten. Maar hij werd te zwaarlij
vig, het ging verkeerd met hem, en toen hebben wij
hem hier aangeeteld als huisbewaarder.
De schram op zijn rechterwang schijnt echter
nog van jongen datum te wezen.
Die heeft hij kort geleden hier opgeloopen van
een lid onzer club: Benno Wilkiner, een goeden kerel,
maar vreeseljjk onvoorzichtig. Hij vertoonde ons een
aardig kunststukje; hij wierp namelijk met champag-
nekurken naar een hoed, die op een parapluie was ge
zet; juist kwam toen die arme oude Zielke in den weg
en kreeg een kurk tegen de wang. Dat speet Wilki
ner natuurlijk heel erg, en hij heeft het op vorstelijke
manier goedgemaakt. Maar kom nu mee en laat ons
een glas wijn drinken, mijn keel is zoo droog als kurk.
De twee heeren traden eene zaal binnen, aan het
einde waarvan een buffet stond. De meeste aanwezigen
waren jonge heeren in gezelschapskleeren; slechts
eenige oudere leden maakten hierop eene uitzondering.
Graaf Ahlers bemerkte dadelijk wel, dat zijn vriend,
met wien hij een paar dagen geleden aan de speeltafel
Het was ’s morgens twee uur, toen Richard Hartmann
op den hoek eener straat afscheid nam van een bleeken,
jongen man met lichtblonden knevel en kort gesneden,
rossig haar.
Hier wil ik u goeden nacht zeggen, sprak Richard.
Neen, verduiveld, neen! antwoordde zijn vriend
met dikke tong. Ge gaat mee in het »hol«.
Dank u, neen! Ik ben er geen lid van.
Dat hindert niemendal. Ik ben er lid van en breng
u mee als gast. Kom maar mee, ge zult er een menigte
nette lui vinden.
Terwijl Richard nog aarzelde, nam de ander zijn arm
en geleidde hem naar een huis aan het einde der straat.
Daar stiet hij een deur open en zij stapten naar binnen.
In een klein voorvertrek werden zij begroet door een
kort, dik man in uniform, met een gezicht als een bul-
hond, met breeden neus en een litteeken over de rech
terwang. Bij den glimlach waarmee hij de nieuwe gasten
vereerde, zag men dat hij geen tanden meer voor in den
mond had.
Goeden avond, heeren, sprak hij en maakte daar-
Sedert de laatste grondwetsherziening, dus
nog geen twintig jaren, bestaat de Eerste Ka
mer uit 50, de Tweede Kamer uit 100 leden.
Voor dien tijd telde de Tweede Kamer er 86
leden. Om kiezer te zijn, moest men in’s Rijks
directe belastingen (personeel, grondlasten en
patent) aangeslagen zijn voor een zekere som
(census), die voor de verschillende gemeenten
afwisselde van f20 tot f 160. Voor de klein
ste gemeenten bedroeg deze census f 20, voor
Amsterdam f 112, voor den Haag en Rotter
dam f 100. ’t Maximum werd dus nergens
bereikt. Alleen de hoofdsom plus de opcenten
voor ’t Rijk werden gerekend; de opcenten
voor provincie en gemeente kwamen dus niet
in aanmerking.
In de Eerste Kamer zaten toen 39, nu 50
leden.
Deze 39 leden werden, even als thans, door de
verschillende Prov. Staten gekozen. Hierin is dus
geen verandering gekomen, ’t bleef een ge
trapte verkiezing. Alleen werd ’t aantal per
sonen, die tot lid onzer Senaat mochten ge
kozen worden, bij de nieuwe wet wat uitge
breid.
Nu de verkiezingsdag voor de Tweede Ka
mer achter den rug is en de stemmingen en
herstemmingen voor de deur staan, willen we
even den stand van zaken nagaan.
Sedert 1901 hebben we ’t ministerie-Kuyper.
In dat jaar verwierven de verbonden anti-
rev., de r.-kath. en de chr.-hist. de meerderheid
in de Tweede Kamer, terwijl ook de verkiezin
gen voor de Provinciale Staten zóó uitvielen,
dat, bij ontbinding der Eerste Kamer, ook dit
regeeringslichaam een zelfde meerderheid als
ons Lagerhuis moest vertoonen.
Men weet, dat de regeering er ’t vorige jaar,
toen de Eerste Kamer een wet, (door de Tweede
aangenomen,) afstemde, niet tegen opzag tot
deze ontbinding over te gaan en hoe bij de
verkiezingen van nieuwe Senatoren de eigen
aardige Overijsselsche kwestie ontstond, die
maakte, dat de rechterzijde nog twee leden
sterker werd.
In de Tweede Kamer heeft dr. Kuyper ook een
groote meerderheid, 58 tegen 42, als we rechts
tegen links zoo mogen voorstellen. Deze mi
nister stond dus in heel wat gunstiger condi
tie dan ’t vorige rechterzijde-ministerie-Mackay;
deze had een kleine meerderheid in de Tweede
voorkomt en die hem in ’n kwaad licht stelt. Maar
daar gaat de huisdeur!
Wilhelm keek door de deur en zag Heinz Werling
binnentreden en de trap opgaan.
Is dat onze huurder? vroeg hij, zoodra hij de deur
weer gesloten had. Wat ziet hij er net uit.
Had u hem nog niet gezien?
Voor zoover ik weet, neen. Het is vreemd! Zoo
fjjn in de kleeren en toch een dakkamertje bewonen.
Ik zou wel eens willen weten, waarvan hij leeft. Ik
zal eens naar hem uitkijken in de deftige wijken.
HOOFDSTUK XII.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der Ko
ningin dezer Provincie van den 13 Mei j.l. no. 1189,
1 Afd. M. S., brengen door deze ter openbare kennis, dat
het onderzoek over de verlofgangers van de militie te
land in deze Gemeente zal plaats hebben op Woensdag,
den eenentwintigsten Juni e. k., des voormiddags te
91/, uur, in het waaggebouw alhier.
Dat aan uat onderzoek zullen behooren deel te ne
men alle Verlofgangers der Militie te land, voor zoo
ver zij vóór den 1 Januari van dit jaar, behoudens in
gevallen van overtreding bedoeld bij de artt. 124 en 131
der Militiewet 1901, in het genot van onbepaald verlof
zjjn gesteld, om het even tot welke lichting zij behoo
ren, met uitzondering evenwel van hen, aan wie, inge
volge de ter zake bestaande voorschriften, hiervan vrij
stelling is verleend en van hen, die bestemd zijn Om
in dit jaar krachtens de artt. 108,109 of 111 dier wet
onder de wapenen of in werkeljjken dienst te worden
geroepen of naar de Landweer overgaan.
Deze uitzondering geldt echter niet voor hen, die
behooren tot het korps torpedisten of tot de bereden
korpsen, en evenmin voor hen, die als plaatsvervanger
of nummerverwisselaar zijn ingelijfd, daar al dezen
niet naar de Landweer overgaan.
Dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschij
nen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding-
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Dat, behoudens het bepaalde in art. 117 der wet,
een arrest van twee tot %es dagen door den Militie-
Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofgan
ger
lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden, niet voorzien is van de hiervoren vermelde
voorwerpen;
3o. wiens kleeding- of uitrusting-stukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden;
4o. die kleeding- of uitrusting-stukken, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont.
Dat zjj, die door ziekte buiten staat zijn ter inspectie
op te komen, van hunnen toestand door de overlegging
van eene geneeskundige verklaring aan den burgemees
ter, moeten doen blijken.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de strafbe
palingen van art. 131 der aangehaalde wet ten streng
ste zullen worden toegepast op degenen, die zonder
geldige reden niet verschijnen.
Sneek, den 19 Mei 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
door Schirnau kennis had gemaakt, in dezen kring nog
geheel vreemd was. Hij maakte Richard daarom voor
eerst met de voornaamste leden der club bekend. Van
onderscheid maken wegens verschil in maatschappelijke
positie was hier heelemaal geen sprake. Er waren ge
leerden onder en ook tooneelspelers, letterkundigen,
dagbladredacteurs, en geldschieters, terwijl er ook ve
le adellijke jongelieden waren, die het met genoegen
zagen als anderen hun gelag betaalden. In het bijzon
der maakten de sportmannen veel werk van deze jeug
dige edelmannen, wel wetende dat zij daarvoor later
ruimschoots vergoeding zouden krijgen.
Een paar leden van de club voerden strijd tegen de
geldschieters, doch alleen omdat zij zelf geen crediet
meer bij die heeren hadden en in het nauw werden ge
bracht om hen tot betaling te dwingen.
Graaf Ahlers was hier blijkbaar een gevierd man.
Bijna iedereen richtte eenige vriendelijke woorden tot
hem en de een na den ander vroeg, wanneer hij de reis
naar Amerika zou aanvaarden.
Dat zal nu wel spoedig gebeuren, antwoordde
hij. Ik wacht nog alleen op iemand, die mij zal ver
gezellen. Hollenberg zei me, dat hij een geschikt man
kent. De vorige week zou ik bij hem aan huis kennis
gemaakt hebben met dien heer, doch Hollenberg moest
opreis zoodat ik hem pas morgenavond zal te zien krijgen.
Hoe zult ge het met Goldstein maken? vroeg
een jongmensch, die met een glas champagne in de hand
op den graaf en Hartmann toetrad. Zult ge voor uw
vertrek de zaken met hem regelen?
Neen, ik heb den ouden schurk de polis van
mijne levensverzekering gegeven, daarmee was hij zeer
tevreden, en toen heeft hij mij in kennis gebracht met
een anderen schurk, die mij op een eenvoudige schuld
bekentenis een paar duizend mark heeft voorgeschoten.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Kamer vóór zich, doch de meerderheid der
Eerste tegen zich.
Of ’t ministerie-Kuyper in de laatste 4 ja
ren buitengewoon veel heeft uitgewerkt? Laten
we hier niet over spreken, want dan zouden
we een weinig partijdig kunnen worden; im
mers de soort van wetten, die er door geko
men is, staat den een minder a^an dan den an
der. Wel kunnen we constateeren, dat nog
heel wat wetten gereed zijn, om door de Tweede
Kamer in behandeling te worden genomen.
Of ze in behandeling komen, dat moet de a.
s stemming en vooral de herstemming ons
leeren,
We zeiden zooeven, dat de rechterzijde een
vrij groote meerderheid heeft van 16 stemmen.
Tot die meerderheid behooren 25 r.-k., nl. voor
de districten Oosterhout, Bergen-op-Zoom, Bre
da, Waalwijk, Tilburg, Den Bosch, Vechel,
Grave, Eindhoven, Helmond, Venlo, Roer
mond, Weert, Sittard, Gulpen, Maastricht, Nij
megen, Druten, Rheden, Eist, Almelo, Haar
lemmermeer, Beverwijk en Hontenisse. Dan
zijn er 22 anti-rev.nl. voor Sneek, Tietjerk-
steradeel, Steenwijk, Ommen, Doetinchem,
Wijk-bij-Duurstede, Ede, Amersfoort, Breu-
kelen, Hilversum, Enkhuizen, Amsterdam VII,
Amsterdam IX, Gouda, Delft, Loosduinen,
'Den HaagI, Ridderkerk, Gorinchem, Sliedrecht,
Middelburg en Zierikzee. Verder zijn er 9
chr.-hist, voor Dokkum, Zwolle, Kampen, Apel
doorn, Amsterdam II, Katwijk, Bodegraven,
Schiedam en Goes; en 1 Friesch-chr.-hist.
voor Harlingen.
Op ’t keerpunt zetten we de chr.-democraat,
de heer Staalman voor Den Helder.
Nu de linkerzijde: 8 oud-lib. voor Tiel,
Utrecht I en II, Alkmaar, Haarlem, Leiden,
Rotterdam IV en Dordrecht; 17 Unie-lib. voor
Zuidhorn, Emmen, Franeker, Meppel, Zutphen,
Arnhem, Hoorn, Amsterdam I, IV en VI,
Zaandam, Rotterdam I, II en III, Brielle, Den
Haag II en Oostburg; 9 vrijz.-dem. voor Gro
ningen, Veendam, Assen, Winschoten, Deven
ter, Amsterdam V en VIII, Rotterdam V en
Den Haag III; ten slotte 7 soc.-dem. voor Hoo-
gezand, Appingadam, Leeuwarden, Weststel-
lingwerf, Enschedé, Lochum en Amsterdam III
en 1 vrije socialist, de heer V. d. Zwaag voor
Schoterland.
Hoe ook de verkiezingen zullen afloopen,
zeker is, dat er verschillende oud-leden verdwij
nen. Immers hebben er bedankt of zijn over-
16)
En toch is dat niet zoo. Het toeval is me reeds
te hulp gekomen. Ik ging van middag een glas bier
drinken, kocht een krant om naar den uitslag der
wedrennen te zien, en warempel, daar zie ik zijn
naam voor mijne oogen.
Dat is toevallig!
Wilhelm Kobitz stond op, haalde een krant uit zijn
overjas en reikte die aan zijn vader over.
Daar, lees maar.
De oude koetsier ging met de krant wat dichter bij
de lamp en las luid:
De heer James Walter, de Zuid-Afrikaansche
millionnair, heeft in het hotel B. drie kamers gehuurd
en zal dezer dagen te Berlijn aankomen.
Millionnair! _Wat zeg je daarvan vader?
En hjj is Hier! Wat denk je met den brief te
doen?
Ik ben van plan zoo spoedig mogelijk naar het
hotel te gaan en hem laten weten dat ik een brief kom
brengen, dien hij in een rijtuig heeft verloren. Ik wed
dat hij mij dadelijk laat binnenkomen, want dezen
brief zal hij wel aanstonds gemist hebben.
En als het nu eens niet de heer is die in je rij
tuig heeft gereden?
Dat is moeilijk te gelooven. Maar in ieder geval
zal hjj toch den brief willen hebben, waarop zjjn naam
leden: de soc.-dem. Melchers voor Leeuwar
den, de vrijz.-dem. Hordijk voor Den Haag III,
de vooruitstrevend-lib. Den Tex voor Am
sterdam VI, de oud-lib. Mees voor Rotterdam
IV, de chr.-hist. (vrij anti-rev.) Mackay (de
oud-minister-president en tegenwoordige Kamer
president) voor Kampen, de anti-rev. Seret voor
Gorinchem en Löben Seis voor Sliedrecht en
de r.-kath. V. d. Kun voor Zevenbergen, Mut-
saers voor Waalwijk, Friesen voor Grave,
Raaymakers voor. Helmond, Merckelbach voor
Gulpen en Travaglino (overleden) voor Druten.
Dat zijn er dus reeds een 13-tal en men behoeft
geen profeet te zijn, om te durven beweren dat
er meer mutatiën zullen komen.
Vooreerst toch zijn er leden in de Kamer,
die met heel geringe meerderheid gekozen
werden. Verder kunnen in 4 jaren tijds heel
wat ideeën veranderd zijn; hoe sterk zijn bijv, de
chr.-democraten, die thans op meerdere plaatsen
candidaten stellen tegenover andere; vooral
tegenover de rechtsche partijen.
Maar vooral is ’t vermeerderen van ’t aan
tal kiezers een belangrijke zaak. Laten we
even een paar getallen noemenHet district
Enschede heeft thans 14.396 kiezers, in 1901
meer dan 3000 minder. Dit is ’t district met
de meeste kiezers en ook zoo wat de grootste
vermeerdering, maar over ’t algemeen zijn alle
districten zeer toegenomen in hun getal kie
zers en vooral de dubieuse districten deden
aan kiezerskweekerij. Nu we toch getallen
noemen, willen we nog een paar districten
met veel kiezers aanstippen: Amsterdam IX
heeft 12.741, Doetinchem 10.818, Amsterdam
V 10.579, Beverwijk 11.021, Amsterdam III
10.136, Hilversum 10.026 kiezers. Stel daar
eens tegenover Amsterdam II met 3495, Am
sterdam VIII met 3830, A’dam IV met 3935,
A’dam VII met 4393, Apeldoorn met 4549
en Rotterdam III met 4593 kiezers. Deze
verschillen moeten verklaard worden door de
meerdere of mindere welvaart van 't gewone
volk, door kiezerskweekerij, doch ook door ’t
verschil in toename van bevolking. Sedert
de districten bepaald zijn volgens de nieuwe
kieswet, zijn sommige deelen van ons land
niets of bijna niets toegenomen in bevolking,
bijv. Friesland. Deze provincie (met een klein
aanhangsel bij ’t district Weststellingwerf sa
men 370.000 inwoners tellende) levert 8 dé-
puté’s, Amsterdam met 550,000 inwoners mag
9 en Rotterdam met 350,000 mag er 5 kie-
ü-