België viert feest. 4 ■IWS- EJ AUAERTEifflERLAD AMR SSEER.ES HSTREREl. BE DOOBE HLLIOMAIR. Zaterdag 22 Juli 1905. 60e Jaargang. No. 58. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Feuilleton. k Kantongerecht te Sneek. ns. ne werd d. ar HOOFDSTUK XXI. r* HOOFDSTUK XXII. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. en het Vlaamsch Doch wat zag de Belgen meer sym- r Neder- onder roem- 1831) Voor de tweede maal trok hij aan de schel iets har der daar hoorde hij voetstappen naderen; het volgend oogenblik ging de dear open. Woont hier iemand, die den naam Verder kwam hij niet. Heinz Werling had de deur geopend en staarde hem met groote oogen aan; Heinz zag zijn evenbeeld van destijds, toen hij gladgeschoren uit het tuchthuis was ontslagen. Slechts een op de geheele wereld kon zoo sprekend op hem gelijken. Een weinig voorover buigend, keek hij scherp in de oogen van den man, die daar bevend voor hem stond. Eindelijk stond de ontslagen gevangene tegenover zijn broeder, die schande en ellende over zijn hoofd had gebracht. Toen de knecht van den jongen graaf dien morgen om tien uur bij zijn heer aanklopte en geen antwoord kreeg, trad hij zonder gedruisch binnen om de kleeren voor zijn heer gereed te leggen. De kamer was ledig; dit verwonderde hem, want hij wist, dat de graaf voornemens was dien dag naar de wedrennen te gaan. Doch in de onderstelling, dat zijn heer in een hotel of bij een vriend was blijven over nachten, of dat hij den nacht aan de speeltafel had doorgebracht, dacht de knecht niet verder daarover na. Even onbezorgd was de oude graaf, die zich over niets meer verwonderde van wat zijn zoon deed, de oude heer had reeds zooveel angst nitgestaan om het zonder ling gedrag van zijn zoon, dat hij met vreugde het plan begroette, dat de jonkman de halve wereld wilde rond reizen. Dat zou zijne gezondheid ook goed doen. De lucht van het Rotsgebergte zou beter voor hem zijn dan de ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/. cent. Groote letters naar plaatsruimte. 27) Maar Werling sprak nooit met haar oom of tante, dit stelde haar eenigszins gerust. Neem me niet kwalijk, begon hij heel beleefd, ik ga van avond niet uit, want ik heb iets te schrijven en daarom zou ik gaarne wat licht hebben. Gewillig stapte Gusta vlug naar de keuken om een lamp te halen en onder het loopen kwam er een gedachte bij haar op; zij wilde mijnheer Werling in haar ver trouwen nemen. Ik ga uit, zeide zij, maar oom en tante mogen er niets van vernemen. L zult me toch niet verraden, wel? O neen, antwoordde hij lachend. Heb daarover maar geen zorg. En ik geloof wel niet, dat het gebeuren zal maar als er iemand aanschelt wil u dan eens aan de deur kijken? Welzeker, met pleizier, antwoordde Werling, en in zjjn zak grijpend, zeide hij: Als ge uitgaat, koopt dan hiervoor wat moois. Daarbij liet hij een mark in hare hand glijden en voor zjj genoeg van hare verwondering bekomen was om hem te kunnen bedanken, was hij weder in zijn kamer verdwenen. Een half uur later stond James Walter voor het huis no. 192 in de Reichenbergerstraat en schelde zacht aan. Hjj wachtte, maar hoorde geen beweging in het huis. In Juli 1830 brak te Parijs een opstand uit, die na een bloedigen strijd van drie dagen over de regeeringstroepen zegevierde. Koning Karel X, de laatste broeder van den op de guil lotine omgekomen Lodewijk XVI (1793) werd van den troon vervallen verklaard en Lodewijk Filips van Orleans door de Kamers tot erfe lijk koning der Franschen uitgeroepen. Een der eersten, die de Juli-monarchie er kende, was Willem I, koning der Nederlan den. Maar juist deze koning werd 't gevoe ligst getroffen door de gevolgen der omwente ling. In de Zuidelijke Nederlanden was lang zamerhand een algemeene ontevredenheid tegen 's konings bewind ontstaan; de Waalsche pro vinciën waren boos om de onderdrukking der Fransche taal; en ook de katholieke geestelij ken waren tegen de beperkende bepalingen, die de koning vóór bun opleiding getroffen had. Den 25 Augustus brak te Brussel een opstand uit, onmiddellijk in beweging gezet door ’t spelen van »la muette de Portici.” Weldra breidde zich de opstand over ’t gan- sche land der Belgen uit en de besluiteloos heid der regeering maakte het den opstande lingen mogelijk zich te organiseeren, voor aan een krachtige beteugeling der beweging te denken viel. Een nationaal congres werd bij eengeroepen, dat de onafhankelijkheid van België op den voorgrond stelde, het huis van Oranje van de regeering uitsloot en een voor- loopig bewind onder Surlet de Chokier in stelde. Willem I deed een beroep op de groote mogendheden, die hunne gezanten zonden naar een conferentie te Londen. Intusschen waren de Belgen zoo handig Leopold van Saksen Coburg tot koning te verkiezen, waardoor zij de volle sympathie van Frankrijk en Engeland wonnen. De conferentie nam de noodzakelijk heid van België’s onaf hankelijkheid aan en be gunstigde de Belgen ten koste van land. Willem I zond daarop een leger den prins van Oranje, dat ondanks den rijken tiendaagschen veldtocht (Aug. genoodzaakt was terug te trekken. Wel werden door den prins de slagen bij Hasselt en Leuven gewonnen, doch de Fran sche koning zond een leger onder maarschalk nu 75 jaren geleden, dat België koninkrijk werd en met grooten luister wordt dit er gevierd. De Luiker tentoonstel ling wordt er om gehouden. En dan komen er feesten te Brussel, te Antwerpen, enz. De Duitsche keizer zendt een oorlogsschip, dat Antwerpen, op uitnoodiging der Duitsche kolo nie aldaar, bezoekt. Nu, België heeft reden tot feestvieren; het kan met trots terugzien op den afgelegden tijd. Het land is nog kleiner dan Nederland, doch zeer dicht bevolkt; er wonen ongevéer zeven millioen menschen. Terwijl ’t land over het geheel zeer vruchtbaar is en uitnemend ge cultiveerd wordt, maken vooral andere bedrijven ’t mogelijk, dat een zoo dichte bevolking kan gevoed worden en wel industrie, mijnwezen en handel. Uit den bodem komen steenkolen en ijzer, bouwsteen en straatsteenen, zink en lood, porselein- en pijpaarde. Rijk zijn de bekkens van Luik, Charleroi en Mons. De industrie is hoogst belangrijk en zeer veel omvattend. Men kan haast geen tak van nijverheid noe men of in België is hij vertegenwoordigd. Kom op ’t gebied van de linnenindustrie, van de wol-, katoen-, metaal- en lederfabricatie. Reus achtig zijn bijv, de metaaltabrieken van Coc- kerill, die haast te noemen zijn naast de reu zenzaak van Krupp in Duitschland. Doch ver der heeft men nog de belangrijke glasindustrie, Gérard en ons leger moest terugtrekken; de strijd met Frankrijk aanbinden was te gevaar lijk. Onze generaal Chassé hield alleen de ci tadel van Antwerpen bezet, die na een held haftige verdediging door de Franschen geno men werd in December 1832. Eerst in 1839 erkende Willem I de vrijheid van België. De Fransche taal werd de overheerschende in Belgenland; ze werd regeerings- en hoftaal in een hoek gezet, men nu? Terwijl het Fransch onder de Nederlandsche onderdrukking van 1815— 1830 vooruit- en ’t Vlaamsch achter uitging, begon na 1831 de Vlaamsche bewe ging, die steeds in kracht toenam. Voortdu rend werd gestreden tegen de overheersching van ’t Fransch ook in de Vlaamsche gewes ten. En heel langzaam aan kreeg het Vlaamsch meerdere rechten, om thans bijna met het Fransch gelijk te staan. Ook zijn de Vlamingen sterker toegenomen dan de Walen. Zoo is ’t dan een Doch hierover basta. Nederland en België zijn nu eenmaal gescheiden rijken en de wrok van 1830 is er reeds lang uit en nemen in de Nederlandsche harten pathie in dan eenig ander volk. In de Woensdag 19 dezer gehouden zitting werden de volgende vonnissen gewezen 1 J. L., 38 jaar, steenhouwersknecht te Sneek, wegens overtredingder Leerplichtwet, bij 2e herhaling gepleegd, eene boete van f2 of 1 dag hechtenis. 2 M. van der M., 25 jaar, modiste te Sneek, wegens overtreding der Arbeidswet, 7 boeten van f 2 elk of 1 dag hechtenis voor iedere boete. 3 B. A., 30 jaar, slager te Sneek, idem alsvoren, 2 boeten van f 3 elk of 2 dgn. hechtenis voor iedere boete. 4 S. B., 22 jaar, modiste te Sneek, idem alsvoren, eene boete van f 3 of 2 dagen hechtenis. 5 S. G. R., 55 jaar, smid en machinefabrikant te Sneek, idem alsvoren, eene boete van f 3 of 2 dagen hechtenis. 6 H. H., 76 jaar, touwslager te Sneek, idem alsvo ren, 4 boeten van f 3 elk of 2 dagen hechtenis voor iedere boete. 7 T. A. S., 60 jaar, pottenbakker te Sneek, idem alsvoren, eene boete van f 3 of 2 dagen hechtenis. 8 J. S., 32 jaar, koopman te Sneek, idem alsvo ren, 2 boeten van f 1 elk of 1 dag hechtenis voor iedere boete. 9 H. G., 42 jaar, bakker te Sneek, wegens overtre ding der Veiligheidswet, eene boete van f 10 of 4 da gen hechtenis. 10 J. K., 16 jaar, boerenknecht te Gaastmeer, we gens het zoeken naar eieren van kievitten op gronden van derden, buiten gezelschap van den eigenaar of rechthebbende en zonder diens schriftelijke vergunning, eene boete van f 4 of 2 dagen hechtenis. 11 H. P. v. d. G., 35 jaar, winkelier te Gaastmeer en G. P. v. d. G., 33 jaar, arbeider, vroeger te Gaast meer, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, idem alsvoren, ieder eene boete van f 4 of 2 dagen hecht. 12 T. T. B., 76 jaar, koopman te Jutrijp, wegens het zoeken naar eieren van kievitten en ander waterwild in verboden tijd, eene boete van f 6 of 3 dagen hechtenis. 13 S. T„ 51 jaar, werkman te Poppingawier, idem alsvoren, eene boete van f 6 of 3 dagen hechtenis. 14 S. de V., 33 jaar, groentenkoopman te Sneek, wegens in de gemeente Sneek na zonsondergang eene kar op eene stoep aan de publieke straat laten staan, 4 maal gepleegd, 4 boeten van f 1 elk of 1 dag hech tenis voor iedere boete. dat zijn heer nog aarzelde, voegde hij er bij De man zegt,dat het een gewichtige zaak betreft; hij moet iemand spreken. Nu, vraag hem dan zijn naam en en wat hij wil. Vermoedelijk een bedelpartij of een schuldei- scher van Botho, mompelde hij, toen de knecht weg was- Weldra kwam de knecht terug met de boodschap, dat de man een stillen lommerd hield en iemand van de familie wenschte te spreken betreffende een voor werp, dat dezen morgen bij hem was beleend geworden. Laat hem binnenkomen. De vreemde trad met veel verontschuldigingen binnen, zeide dat hij Schwarze heette en geld leende tegen onder pand. Dezen morgen had zijn bediende van een net gekleed heer een gouden horloge mtt ketting als pand aangeno men; toen hij zelf omstreeks tien uur in den winkel kwam, had zijn bediende Item dadelijk het horloge als een bijzonderheid laten zien. Blijkens het inschrift, dat de horlogekast aan de binnenzijde droeg, was dit uur werk indertijd als geschenk vereerd aan een man, die later onder zeer aangrijpende omstandigheden ter dood was gebracht wegens het vermoorden van een vrouw. De oude graaf werd ongeduldig. Beste man, wat heb ik nu uit te staan met beleen de horloges of ter dood gebrachte moordenaars? Meer dan u denkt. Laat mij slechts gelegenheid om mij nader te verklaren, dan zult ge begrijpen, om welke reden ik hier gekomen ben. Zoodra ik het hor loge zag vroegik mijn bediende, wat de vreemde heer had gezegd. Ook vroeg ik hem, cf hij geen andere bij zonderheden had gevraagd, zöodra hij het inschrift zag. Daarop antwoordde mijn bediende, dat de heer hem had verteld: hij had het horloge lang geleden als curi ositeit gekocht, en daar hjj op het oogenblik in geld verlegenheid was, wilde hij er ’n voorschot op hebben. j Wordt vervolgd.) Na het middagmaal zette de oude graaf zich op zijn gemak in zijn armstoel en nam de krant in handen. Hij zat nog niet lang te lezen, toen de knecht kwam zeggen, dat iemand den jongen graaf wenschte te spre ken. Welnu, waarom kom je mij met die boodschap lastig vallen? vroeg de oude heer ontevreden. De jonge heer is er niet, en toen ik dit aan den man zei, verlangde hij u te spreken. Ik geloof, dat bij I iets heeft af te geven, antwoordde de knecht, en ziende de papierfabrieken, de fabrieken van porselein en aardewerk, enz. Ook de handel is van groote beteekenis. Antwerpen is, na Hamburg, de drukste zeeha ven van Europa’s vasteland. En deze handel steunt voor een goed deel op de belangrijke industrie. Is er verder in België veel gedaan tot ont ginning van onvruchtbare streken, ook voor de ontwikkeling van den handel doet men veel. ’t Belgische spoorwegnet is zeer dicht. Voor Antwerpen’s haven heeft men schatten veil. Doch men zorgt ook voor Bruxelles-port- de-mer, voor ferme verbindingen van Gent en Brugge met de zee. Doch er is meer. Koning Leopold II moge in zekere opzichten wat eigenaardig zijn, hij slooft zich uit voor den bloei van zijn rijk. Hij zorgt voor Ostende als zeebad, voor Brus- sél als prachtige hoofdstad. En vooral hij heeft aan zijn land, dat door de late vrijwor ding geen buitenlan Isch gebied bezat, in den Onaf hankelijken Congostaat een groot en in vele opzichten rijk koloniaal gebied gegeven. Deze Congostaat geeft velen een bestaan, trekt den handel, is een afzetgebied voor de industrie en geeft voldoende ruimte voor tropische cul tures. Als een staaltje van Belgische energie mag men nog de concessies noemen, die de Belgen in China wisten te verkrijgen. Ja, België mag trotsch zijn op de 75 jaren zijner onafhankelijkheid. Iemand, die ’t goed gaat, heeft reden tot feestvreugde en geld om die te bekostigen. Al mogen wij, Noord-Nederlanders, het be treuren, dat België niet meer met ons land vereenigd is, toch is dat geen reden om ons niet te verheugen over den voorspoed van het volk, dat ons het naast staat. Wij moeten ook niet vergeten, dat de Noord- Nederlanders van 1815 België eigenlijk als een aanwinst, een aangroei van ons land beschouw den. En dat was een verkeerde gedachte. De Belgen mogen een kleiner grondgebied hebben, zij zijn talrijker dan de Noord-Nederlanders en toonen een energie, die hen niet kon doen tevreden blijven met slechts een tweede plaats en stem in ’t Groot-Nedprlandsch concert. De hegemonie van de macht was op den duur toch zuidwaarts verschoven, en zou dat het grootste deel der Noordelijke broeders wel zoo hebben aangestaan? omgeving, waarin hij nu dagelijks verkeerde. De cude heer had een hevigen twist gehad met zijn zoon, toen deze in schulden was geraakt en zijn vader om redding uit den nood kwam verzoeken. Eindelijk had de oude graaf er in toegestemd die schulden te betalen, maar hij had hem de stellige verzekering gegeven dat hij het nooit meer zou doen. De jonge graaf had dit niet in ernst opgenomen; na eenigen tijd kwam hij weer met een verzoek bij zijn va der, doch deze weigerde nu standvastig. Daarom wendde de jonge verkwister zich tot de geldschieters, die hem een som gelds leenden, in overeensteming met het kre diet, dat zij hem waard achtten. Bij het afwisselend geluk op de renbaan kwam hij spoedig opnieuw in geldverlegenheid, en toen bracht Hollenberg hem in kennis met Goldstein. Deze brave, man leende hem een betrekkelijk kleine som, maar ontving de polis van eene levensverzekering ter waarde van vierhonderd duizend mark als borgstelling en onderpand. Plotseling kwam toen bij den jongen graaf ’t denkbeeld op, dat verandering van lucht in menig opzicht goed voor hem zou wezen, en vormde hij het plan voor eene reis naar Amerika, waarover hij reeds meermalen met Hollenberg had ge sproken voordat deze hem in kennis bracht met Heinz Werling. ?A I COURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1