f,
ÏWR SNEES ES MSBEffi.
Onze Tentoonstelling.
i
NIEUWS- ENIIIÏEETESTIEBLJII
No. ea
DE DOODE MILLIOMAIR.
60e Jaargang.
Zaterdag
Augustus 1605.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
R
a
HOOFDSTUK XXIV.
geven tegen eenvoudige handteekening voorschotten aan
krediet waardige personen.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
it
u
Goldstein een groote aantrekkingskracht uit. Acht en
twintig jaar oud en op geheimzinnige wijze in het bezit
gekomen van eenig kapitaal, besloot Salomon deze zaak
op grooten voet te gaan drijven. Hij trok naar het
westen van Berlijn, huurde een kantoor in de Post-
dammerstraat, en liet naast de deur een groote plaat
van geel koper aanbrengen met het opschrift
jGOLDSTEIN 4 Co.
zigheid van de
zegt hij, U'allen
mogen ontvangen,
versiering is tot stand gekomen door de hulp
van de commissie voor ’t plantsoen en van
den stadstuinier, eene versiering, die zoo juist
past bij ’t doel, waarvoor allen hier vereenigd
zijn. Dan heet Z.E.A. in ’t bijzonder de heeren
welkom, die van buiten gekomen zijn. Ik be
groet U, zegt hij, hier niet als vreemdelingen,
maar als zonen van hetzelfde vaderland op
31)
Salomon Goldstein zat in zijn kantoor. Hij was een
kort, breed gebouwd man, met dunnen lichtbruinen
baard, grijze oogen en een vriendelijken glimlach om
de dunne lippen.
Zijn tader was een Pool van geboorte en nam ook
een jonge Poolsche tot vrouw, welke hem na verloop
van een jaar een zoontje schonk, dat naar den vader ook
Salomon werd genoemd. Zijn hoofdberoep was dat van
coupeur voor een grooten winkel in heeren-confectie-
kleeding, doch als bijberoep deed hij ook op bescheiden
voet geldzaken voor eigen rekening. Salomon was nau
welijks vijftien jaar oud, toen zijn vader bij de behan
deling van een wissel een groote schrijffout maakte; door
deze fout kwam hij in aanraking met het gerecht, dat,
edelmoedig, hem in een goed gesloten huis voor niemen
dal kost en kleeren liet geven. Vijf jaren zou men zoo
royaal voor hem zorgen, doch na verloop van 18 maan
den kwam zijn kamer reeds leeg te staan. Misschien
uit verdriet, omdat hij zoo’n langen tijd zijn kost en
kleeren niet eens zelf mocht betalen, werd de man ziek
en stierf op de ziekenzaal der gevangenis.
Na verloop van twee jaren hertrouwde zijne weduwe,
en de jonge Salomon, die in betrekking was bij een groot
handeishuis in het oostelijk gedeelte van de stad Berlijn,
begon nu op eigen beenen te staan. Weldra kwam hij
in kennis met een jonkman, wiens vader een stillen
lommerd hield, en deze lommerd oefende op den jongen
De Voorzitter zegt, dat B. en W. deze vragen hebben
overwogen en daaromtrent eene- beschouwing hebben
gemaakt.
Zij stellen voor, te berichten, dat de Raad geen
bezwaar heeft de weg Gaastmeer—Oudega tot een
goed begaanbaar en voor kinderen vertrouwd pad te
maken en men dezerzijds genegen is, bij voldoende ge
bleken behoefte, de o. 1. school te Gaastmeer opnieuw
te openen, zonder dat het genoemde art. 18 der Wet
L. zal behoeven worden toegepast. Volgens ge
dane opmeting bedraagt de lengte van het pad Gaast
meer—Oudega 3335 meter.
De heer Hettinga vraagt, hoe die afstand afgemeten
is, langs ’t oude pad of schuins door ’t land,
De heer Wesselius zegt, dat in de missive van Ged.
Staten sprake is van een weg. Is dit de bedoeling van
een voetpad, dan kan spr. met het voorstel van B. en
W. meegaan, wanteen rijweg zou zeer kostbaar wor
den.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. het thans
bestaande voetpad niet voldoende achten, men wil een
goed voetpad maken en ’t ligt geenszins in de bedoe
ling het als rijweg in te richten. Bovendien komt deze
zaak nog nader aan de orde en moet thans alleen in
beginsel worden uitgemaakt of men genegen is een
voldoend voetpad aan te leggen; later kan dan de
richting enz. nader worden besproken.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
aan Ged. Staten te berichten zooals door B. en W. is
voorgesteld.
4. Voorstel tot wijziging der verordening op het
brandwezen te Heeg.
De praktijk heeft h.h. brandmeesters aanleiding gege
ven, voor té stellen een paar artikels van bovenge
noemde verordening te wijzigen, o. a. dat,zoo zich voor de
verschillende functiën geen voldoend aantal personen
vrijwillig aanmeldt, door loting tusschen meerderjarige
ingezenen, wonende in den kring binnen 1 K.M. van
Heeg, in de nog openzijnde plaatsen kan worden voor
zien, en voorts eene bepaling betreffende de exerci
tie, waarbij de spuit kan worden beproefd en de man
schappen geoefend.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming worden
de voorgestelde wijzigingen aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat het rapport der commissie,
die de gemeente-rekening heeft onderzocht, reeds is
ingekomen, doch daar de 14 dagen, welke de rekening
volgens de Wet ter inzage moet liggen, nog niet zijn
verloopen, kan eerst in eene volgende vergadering tot
behandeling van dat rapport en tot definitieve vast
stelling der bedoelde rekening worden overgegaan.
De heer Okma deelt mede, dat de daarvoor benoemde
commissie, eene nieuwe politie-verordening heeft ont
worpen, doch dat de Gezondheidscommissie daarover
nog moet worden gehoord; inmiddels zou spr. de ver
ordening voor' de leden op de Secretaris ter inzage
willen leggen.
De Voorzitter zal aan den wensch van den heer Okma
voldoen.
Ter behandeling van reclames tegen het kohier van
hoofdelijken omslag, dienst 1905, gaat de vergadering
in besloten zitting over.
nigszins kan vermeden worden.
Doch het slachtoffer, waarop Goldstein loerde, scheen
hem niet in handen te willen vallen. Een zachte toe
speling op mogelijke aanklacht bij den rechter (de reden
daarvoor verzweeg de geldschieter wijzelijk) jaagde
den jonkman volstrekt niet in angst; hij verzocht vol
strekt niet om den wissel te mogen vernieuwen, doch
schreef alleen:
Ge zult zeker nog wel een poosje geduld willen
hebben maar binnen korten tijd zal ik u de hoofdsom
en de rente betalen.
Wat geef ik om een klant, waarvan toch blijkbaar
niets te plukken valt, dacht Goldstein, en hij achtte
het nog het voordeeligst om bij den vader aan te klop
pen, van hem los te maken zooveel hij krijgen kon en
dan verder de aanklacht maar te laten rusten.
Alzoo schreef de eerlijke geldschieter den brief, die
den majoor bewoog om met zijne nicht naar Berlijn te
reizen, ten prooi aan verdriet en kommer.
Daar werd op de deur geklopt.
Binnen! riep Goldstein. Wel mijnheer Geluk, wat
is er?
Een knap jonkman van omstreeks achttien jaar, met
bruin krullend haar en met blauwe oogen, trad het hei
ligdom van den patroon binnen.
Mijnheer Goldstein, er is een heer, majoor Hart
mann, die u wenscht te spreken.
Zoo? Is hij alleen?
Hij heeft een jonge dame bij zich. Kan ik hem
hier laten komen.
Neen, laat hem wachten! Over tien minuten zal
ik hem spreken. Geef hem zoolang de krant te lezen
met de verslagen van de terechtzittingen bovenop be
grepen?
De klerk ging heen terwijl zjjn patroon hem naoogde.
(Wordt vervolgd.)
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritseradeel, op Dinsdag, den 1
Augustus 1905, ’s middags te 12 uur.
Tegenwoordig 14 ledenafwezig de heer A. H.
Tromp.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
Na opening der vergadering door den Voorzitter,
wordt het gebed door den Secretaris gelezen.
Punten van behandeling:
1. Notulen der vergadering van 15 Juli 1905.
Na lezing door den Secretaris, worden ovengenoemde
notulen onveranderd vastgesteld en gearresteerd.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Eene resolutie van Ged. Staten, houdende goed
keuring van het kohier van schoolgeld over het 2e
kwartaal 1905;
b. Een idem, inhoudende de mededeeling, dat tegen
het besluit van den Raad, om de heeren D. O. Hok-
werda te Oosthem, B. G. van der Leij te Oppenhuizen,
Tj. Miedema te Idzega, A. H. Tromp te Woudsend en
J. A. Visser te Abbegaals leden van den Raad toe te
laten, geen bezwaren zijn ingediend;
c. Een adres van L. Larooij, onderwijzer te Tirns,
verzoekende hem, tot het ondergaan van eene kleine
operatie, waarvoor hij 3 a 4 weken in het ziekenhuis
te Sneek moet worden opgenomen, verlof te verleenen.
De Voorzitter zegt dat er bij het Dagel. Bestuut geen
bezwaar bestaat dit verzoek in te willigen; 2 weken
er van vallen nog in dé vacantie, zoodat slechts voor
ten hoogste 14 dagen verlof noodig is.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloteri en de twee eerstgenoemde stukken
voor kennisgeving aangenomen.
3. Wordt gelezen eene missive van Ged. Staten, hou
dende mededeeling dat destijds de beslissing op het
raadsbesluit van 18 Maart 1.1., tot opheffing der o. 1.
school te Gaastmeer, werd verdaagd, omdat deze zaak
bij Ged. Staten ernstige overweging vereischte. In
het raadsbesluit werd er wel op gewezen dat de enkele
kinderen, die niet de bijzondere school te Gaastmeer
wenschen te bezoeken, naar de o. 1. school te Heeg
kunnen gaan, doch het komt Ged. Staten voor, dat de
afstand Gaastmeer—Oudega kleiner is dan die Gaast
meerHeeg.
Ged. Staten wenschen thans te vernemen of de Raad
genegen is het voetpad Gaastmeer—Oudega tot een
goed begaanbaren en voor kinderen vertrouwbaren weg
te maken en vragen hoe lang deze weg is; voorts of,
zoo zich de behoefte aan o. 1. onderwijs te Gaastmeer
krachtiger doet gevoelen dan thans, men de ge
legenheid tot het ontvangen van dit onderwijs weer
wenscht te openen, zonder dat door Ged. Staten art. 18
der wet op het Lager Onderwijs moet worden toege
past. Nog wordt medegedeeld dat Ged. Staten in geen
geval een besluit tot verkoop van het o. 1. schoolge
bouw te Gaastmeer of tot verhuren voor langer dan
een jaar zullen goedkeuren.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Wellicht zou de zaak wel tot bloei gekomen zijn, want
geld uitleenen volgens eerlijke handelsgebruiken is
voorzeker geen slechte zaak, maar Salomon Goldstein
had het bloed zijns vaders in de aderen reeds in den
beginne trachtte hjj ongeoorloofd groote winst te behalen
en liet zich in met duistere aangelegenheden, die, zoodra
ze bekend werden, het fatsoenlijke publiek deden weg
blijven. Hij had zichzelven bedrogen en in meer dan
een geval zijn geld verloren. Dat komt er van, dat ik
al te eerlijk ben geweest, verklaarde hij, en begeerig
naar geld, verzon hij iets anders, waarbij hij tamelijk
zeker was, dat hij groote winsten zou maken.
Zijn plan was zoo eenvoudig mogelijk. Hij zou eenige
jongelui in dienst nemen, die weinig goeds uitvoerden,
maar net gekleed waren en de geschiktheid bezaten
om hem klanten te bezorgen jongelui, die omgingen
met zonen van rijke of adellijke ouders. Deze rijke of
adellijke jonge mannen moesten aldus worden bewerkt,
dat zij geld leenden onder zoodanige omstandigheden,
dat zij blootstonden aan een aanklacht wegens bedrog.
De angst hiervoor zou hen of hunne familie bewegen
om te betalen, zonder te beknibbelen op de woekerwinst
van den gekrenkten geldschieter.
De heer B. J. Boerrigter, voorzitter van de Vereen,
tot bevordering van het vreemdelingenverkeer en van
het tentoonstellingscomité, opende hier de bijeenkomst
met de volgende rede
Mijne Heeren!
Aan u allen, die de opening der tentoonstelling met
uwe tegenwoordigheid hebt willen vereeren, roep ik
een hartelijk welkom toe. Vergunt mij om in enkele
woorden de wordingsgeschiedenis uiteen te zetten. Bij
na een jaar geleden besloot de Vereeniging tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer om een aanvraag
aan den Raad van de stad onzer inwoning te richten, ten
einde eene subsidie uit de stedelijke kas te mogen er
langen voor het organiseeren van eene tentoonstelling
van bloemen, planten, vruchten enz. Kort daarna
ontvingen wij een toestemmend antwoord. Vooral
door den penningmeester werd zulks met vreugde
begroet, meer echter verheugden wij ons allen in den
steun, dien we daarin gelegen zagen. Aan den Raad
betuigen wij onzen besten dank en in niet minder mate
aan het Dag. Bestuur voor de krachtige medewerking,
Aangemoedigd door het voortdurend welslagen van
zijn ondernemingen, werd hij stoutmoediger, en toen
Koert Hollenberg, dien hij sedert korten tijd in dienst
had om klanten aan te werven, hem het plan voorsloeg
betreffende graaf Botho Ahlers, had hij daarin dadelijk
toegestemd.
Toen Richard Hartmann de twee duizend mark niet
kon betalen, welke hij bij het kaartspelen had verloren
en ook nog andere dringende schulden had te voldoen,
kwam hij bij Goldstein terecht, die zijn accept van drie
duizend mark aannam en den jonkman op sluwe wijze
er toe bracht den naam en het adres van zijn vader op
de rugzijde van het accept te schrijven.
De jonkman dacht daarbij volstrekt niet, dat hij
valschheid in geschrifte pleegde, daar hij dit deed in
tegenwoordigheid van den geldschieter.
Hiermede was nu de eerste schrede gedaan.
Als de wissel vervalt, zal de jonkman niet kunnen
of niet willen betalen, dacht Goldstein. Jongelieden, die
tegen buitensporig hooge rente geld leenen, zijn gewoon
lijk niet vlug met betalen, als zij er met de ondertee-
kening van een nieuwen wissel kunnen afkomen. Ook
Richard Hartmann zou wel om uitstel komen vragen.
Goldstein zou hem dan nog een klein voorschot aanbie
den tegen een aanmerkelijk hoogeren wissel doch
alleen onder voorwaarde, dat deze evenals de vorige,
naam en adres zijns vaders op de rugzijde vermeldde.
De jonkman zou liefst zijn vader er buiten laten, dat
begreep Goldstein wel, en daar hij toch geld moest
hebben, zou hij wel weer teekenen. Dan had de brave
geldschieter zijn slachtoffer in de klauwen, het overige
ging gemakkelijk genoeg. Als de jonkman op den be
paalden tijd niet betaalde, zou Goldstein eenvoudig den
vader aanspreken. Menschen in de maatschappelijke
positie van majoor Hartmann dulden niet, dat hunne
zonen in aanraking komen met het gerecht, zoo dit ee-
Flora viert nu haar triomfen in onze goede
stad Sneek. Het is hier thans haar hoogtij.
Zagen we in ’t begin der week de voorberei
ding, Woensdag was ’t de dag der feestelijke
opening.
Des morgens zag men overal vlaggentooi
en, daar ’t juist de verjaardag was voor Konin
gin Emma, beierde het carillon van 89 uur
en ook na twaalven er lustig op los. Al die
vlaggen, de meerdere beweging op straat; en
vooral de drukte op en bij het feestterrein
duidden op het te openen feest. Tegen één
uur stroomde een talrijke menigte met de mu
ziek (de Westfalische Industrie-Kapelle) onder
directie van den heer Willy Hansché, naar de
Marktstraat, waar reeds velen zich hadden op
gesteld. Er kwam zoodoende reeds feestge
woel en de muziek met hare krachtige, op
wekkende tonen verhoogde dit niet weinig.
Om één uur had in de raadszaal van ’t Stad
huis de ontvangst plaats van HH. leden van
het Eere-Comité en Jury-leden. Natuurlijk waren
ook al de bestuursleden van de Vereeniging tot
bevordering van het Vreemdelingenverkeer er
bij tegenwoordig. Tevens waren burgemees
ter en wethouders, de raadsleden en de ge
meen te-secretaris aanwezig. Verscheidene pers
mannen hadden van de aangeboden gelegen
heid gebruik gemaakt om de opening dezer
voor Sneek en velen daarbuiten zoo belang
rijke expositie bij te wonen.
Nadat verschillende heeren door den voor
zitter van Vreemdelingenverkeer, den heer
Boerrigter, aan den eere-voorzitter der ten
toonstelling, onzen geachten burgervader, wa
ren voorgesteld, nam de burgemeester het
woord. ZEd.Achtb. heet de aanwezigen wel
kom en stelt ook hoogen prijs op de aanwe-
raadsleden ’t Is me goed,
in deze versierde zaal te
Z.E.A- wijst er op, dat deze
dezen Nationalen feestdag. Het strekt ’t co
mité tot eer, dat juist deze dag is uitgezocht
voor de opening, ’t Is schoon, zich op zulke
dagen één te voelen, allen zonen van één
vaderland. In dit opzicht is ’t mij een voor
recht, U een driewerf welkom toe te roepen.
Terwijl nu de eerewijn wordt rondgediend,
klinken de fanfares der muziek.
De heer H. J. Lovink, Directeur-Generaal
van Landbouw en voorzitter der Heide-Maat-
schappij, zegt er prijs op te hebben gesteld ’t
lidmaatschap van ’t Eere-comité dezer Tentoon
stelling te kunnen aannemen. Z.Ed. wenscht
Sneek toe, voort te gaan op den weg van
vooruitgang, die vooral in de laatste jaren zoo
duidelijk merkbaar is; wenscht met name ook
vooruitgang op ’t gebied van tuinbouw ert bloe
menteelt, Z.Ed. wil een glas drinken op ’t
welzijn van Sneek in ’t algemeen en, wat
tuinbouw en bloemengebied betreft, in ’t bij
zonder.
De heer H. J. Sierevelt, voorzitter der Frie-
sche Tuinbouw-vereeniging spreekt een kort
woord namens de jury.
Daarna verlaten allen ’t Stadhuis en trekken,
voorafgegaan door de muziek, naar het terrein
der tentoonstelling. Zeer veel publiek vult de
straten, waardoor de optocht gaat. In de Am
bachtsschool komt men weer samen, met nog
meerdere dames en heeren, in de zaal voor 't
timmervak, die thans in een feestzaal her
schapen en keurig en rijk met groen en doek
versierd is.
I
ER COURANT.