ft
sirnvs- n iiimTWBiAD
Leviathans.
I
TOOR EJ MSTMEJi.
DE DOODE MILLIOMAIR,
No. 68.
Zaterdag 26 Augustus 1905.
60e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
ons.
:k.
s.
1
HOOFDSTUK XXVII.
HOOFDSTUK XXVIII.
Onmiddellijk na zijn gesprek met Goldstein had ma-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ken
OP
oe-
:air
ore
£L-
1
3erd.
20
10
voor
hjj, ge waart bekend met
m Werling. Was bij ge-
joor Hartmann zich naar zijn zoon begeven. Deze was
door de schandelijke handelwijze van den geldschieter
geheel de kluts kwijtgeraakt; de zorg en kommer van
zijn vader smartte hem diep.
Richard had gehoopt en ook geloofd, dat het ergste
voorbij was, nu zijn vader kennis droeg van zijn verkeer
de handelingen en beloofd had het geld te betalen
tegen teruggave van den wissel, welke van zijn endos
sement was voorzien. Dat de schurkachtige Goldstein
in ernst zou kunnen beweren, dat de wissel valsch
was, dat hij de teruggave van den wissel weigeren en
bovendien nog dreigen zou met een aanklacht bij het
gerecht daarvan had de jonkman volstrekt geen
vermoeden gehad. De uitkomst van zijns vaders bezoek
big Goldstein was voor hem een harde slag. De majoor
kon zijn zoon niet verbergen, dat hij bezorgd was over
hetgeen Goldstein verder zou doen, nu hij in een oogen-
blik van onnadenkendheid de echtheid der handteeke-
ning niet had erkend. Nadat de schurk zijn zoon met
diens eigen wapens had verslagen, bleef den majoor
niets anders over dan de handteekening te erkennen
en den wissel te lossen.
Het gesprek tusschen vader en zoon werd uiterst
pijnlijk. De majoor voelde zich ten zeerste gekrenkt in
zijn trots; al rekende hij zijn zoon niet in staat tot een
eerlooze handeling, toch smartte het hem diep, dat diens
levenswandel van dien aard was, dat hij een schurk
als Goldstein in handen moest vallen.
Hij werd gekweld door de gedachte, dat de wissel,
welke op zoo onaangename wijze bij hem te land was
gekomen, slechts een klein deel uitmaakte van de
schulden zijns zoons; met tranen in de oogen bezwoer
hij Richard hem alles te zeggen, zonder iets te ver
bergen.
Richard aarzelde. Zijn vader was zoo zenuwachtig
een batisten zakdoek te voorschijn.
Door den moord heb ik al het andere vergeten.
Gisteren is hier een jonge dame geweest, én die heeft
dezen zakdoek verloren. Kijk, hier in dezen hoek staat
haar naam.
Hollenberg greep den doek.
Liesbeth Werling! riep hij uit.
Ja, en wegens geldelijke aangelegenheden is zij
vandaag weer hier in gezelschap van haar oom, zekeren
majoor Hartmann, uit Freienwalde. Zij wachten in de
voorkamer op mij.
Is de dochter van Heinz Werling hier? Wat
heeft dat te beduiden? Weet zijHeeft zij gehoord
riep Hollenberg in de grootste verbazing.
Ik weet, wat het te beduiden heeft met den
moord heeft het niets uit te staan. Dat is ook niet mo
gelijk; de kranten hebben nog niets met zekerheid
omtrent den vermoedelijken moordenaar gemeld. Het is
echter een zonderling toeval. Ga nu heen ik moet
den majoor spreken over een wissel, waarbij hij betrok
ken is. Als er iets van belang gebeurt, zal ik u bericht
sturen. Door de levensverzekering-maatschappij zal de
politie wel van de polis hooren, en daarom verwacht
ik elk oogenblik een politiebeambte hier zien binnen
komen.
Zeer goed doch als de dochter van Werling
in Berlijn woont, tracht dan haar juist adres te verne
men. Vandaag of morgen wordt de naam Werling toch
zeker in de kranten genoemd in verband met den moord
en dan kan zijne dochter meer van dienst wezen
dan gjj nu zoudt denken.
37)
Daar werd op de deur geklopt; verschrikt sprong
Goldstein van zijn stoel op.
Wacht hier, zeide hij met gedempte stem tot Hol
lenberg, ik zal eens zien, wie er is. Ik zou niet gaarne
willen, dat iemand u hier vond. Ik zal u dan door de
kleine zijdeur uitlaten mijn klerk heeft u toch niet
zien binnenkomen.
Goldstein ging het kantoor uit en sloeg vlug de deur
achter zich toe.
Na eenige minuten kwam hjj terug in een toestand
van groote opgewondenheid.
Hollenberg, fluisterde l
alle omstandigheden van dien
trouwd?
Ja.
Had hij een dochter?
Ja, hij heeft wel eens over haar gesproken. Ik
Weet ge misschien haar naam?
Neen.
Weet ge wat er van zijne vrouw en zijn dochter
geworden is, nadat hij werd gevangen genomen?
Als ik me goed herinner, zijn ze bij een bloed
verwant in de nabijheid van Berlijn gaan wonen.
Dan is zij het! riep Goldstein opgewonden uit.
Zij? Wie?
Goldstein ging naar de lessenaar en haalde daaruit
Misdadig
Meermalen ziet men ook hier ter stede mannen, va
ders met hunne kinderen op het stuur of op den boven
buis van het rijwiel gezeten, rondrijden. En niet
een enkele doet dit, o neen, in dit opzicht komt ’s men-
schen »apennatuur« zoo duidelijk aan het licht. A. doet
het, B. vindt het wel aardig en probeert het ook
eens en de zoon van C. ziet er niets in en
doet het ook. Juist dat is het gevaarlijke, dat de
jongens aan dit gevaarlijke spelletje beginnen mee te
opgewonden, dat hem de moed ontbrak om zijn verdriet
nog erger te maken door de bekentenis, dat Lij wel
geen andere wissels had uitgegeven, maar toch groote
schulden had, dat zijne jaarlijksche toelage aan de
speeltafel verdobbeld was, en dat hij nog groote reke
ningen had uitstaan bij handelshuizen, welke hem op
krediet geleverd hadden.
Elke rekening op zichzelve was zoo groot niet, maar
toen hij ze vluchtig uit het hoofd bij elkaar telde, was
de som zoo groot, dat hij er zelf van schrikte, en zonder
een rechtstreeksch antwoord te geven trachtte hij zijn
vader gerust te stellen.
Hier en daar ben ik nog een kleinigheid schul
dig, zeide hij. Hoeveel dat is, weet ik zoo dadelijk niet.
Ik zal vandaag die dingen eens nazien en u dan een lijst
van mijne schulden zendeu.
Hiermede moest majoor Hartmann zich tevreden stel
len en naar het hotel terugkeeren, waar hij met Liesbeth
logeerde, en waar deze op hem wachtte.
Voor hij heenging, zette hij echter Richard zijn toe
stand helder uiteen.
Ik ben volstrekt niet rijk, zeide hij. Ik heb je een
vrij groote som als jaarlijksche toelage toegekend, in
de veronderstelling, dat je ijverig zoudt studeeren en
met je goeden aanleg spoedig een betrekking bij de
rechterlijke macht zoudt verwerven, die je een onbe
zorgd bestaan verschaft. Mijn inkomen is altijd zeer ma
tig geweest, maar in de laatste jaren is dit nog vermin
derd. Het grootste deel van mijns vaders erfenis bestond
uit papieren die in den laatsten tijd zeer in koers zijn
gedaald. Ik zou mijn grondeigendom wel kunnen
verkoopen, maar dat zou met kolossale opofferingen ge
paard gaan; nu leef ik maar in de hoop dat er nog eens
betere tijden zullen aanbreken.
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
waarop een magneetnaald draait, ’t Lijkt wel
een kompas en de naald beweegt zich, als er
een vreemd vaartuig nadert, dat niet meer dan
5 mijl verwijderd is. Zoodoende kan de ka
pitein altijdzorgen.dat er geen aanvaring plaats
hebbe. Twee andere electrische apparaten ge
ven telkens om de 10 seconden de diepte van
’t water en de vaartsnelheid aan.
In dit ultra-moderne zeegevaarte speelt de
electriciteit een groote rol. Hierdoor verlicht,
verwarmt en ventileert men alle deelen van 't
schip. Electrisch wordt gestuurd, worden be
velen en seinen gegeven, wordt de opening of
sluiting der waterdichte schotten bevolen, wordt
’t eten voor zoo’n groote menigte bereid, wordt
ijs gemaakt; ijs, dat op zoo’n boot zooveel
gebruikt wordt. Ook in de luxe-hutten wordt
de electriciteit toegepast; bijv, in de dames-
hutten voor de warme baden, voor ’t strijkijzer,
voor de verwarming, voor ’t dampbad, voor
’t verwarmen der benoodigdheden bij ’t kappen.
Of die galante Engelsche ingenieurs ook aan
alles gedacht hebben!
Zooals we reeds zeiden, neemt de Baltic geen
eerste plaats in onder de snelstoomers, die den
Atlantischen Oceaan in 126 uren over varen.
Men heeft vóór alles aan comfort voor de pas
sagiers gedacht en zich tevreden gesteld met
een vlugge, regelmatige en zekere vaart; 17
knoopen is ’t gemiddelde, dat de boot bij alle
weer kan maken; de reis van Liverpool naar
New-York geschiedt in 'll/a dag ongeveer.
De beide machines met quadruple expansie,
die 13,000 paardekracht ontwikkelen, zijn zóó
aangebracht, dat ze geen trilling aan ’t schip
geven. De 48 vuurhaarden vragen per dag
235000 K.G. kolen, waarvoor zorgen 68 stokers
en tremmers, 14 machinisten, 15 smeerders en 3
helpers.
Onnoodig te zeggen, dat de Baltic de tele
graaf zonder draad gebruikt, waardoor ze tij
dens den tocht in voortdurend contact blijft
met de wereld.
Het is merkwaardig, hoezeer in de laatste
eeuw het wereldverkeer is toegenomen. Dichte
spoorwegnetten bedekken de beschaafde lan
den en massa’s personen en goederen worden
daarover vervoerd.
Voeg daarbij een groote massa schepen en
booten, die de rivieren en kanalen bevaren en
men moet toegeven, dat het vervoer buiten
gewoon groot is.
Doch met die vermeerdering van ’t verkeer
en vervoer te land en langs de binnenwate
ren is ook de zeevaart enorm vermeerderd.
Nooit was deze drukker dan thans.
Opmerkenswaard is hierbij, hoe die zeevaart
zich echter wijzigde. De zeilschepen zijn voor
een goed deel verdwenen; nieuwe zeilers,
twee-, drie- of viermasters, worden niet veel
meer gebouwd; alleen enkele zeer groote vijf-
masters komen er nog bij. Maar wat betee-
kent dit gering getal tegenover de andere
zeilschepen, die op een of andere wijze op
houden te bestaan.
Neen, de zeehandel wordt thans voor ’t over-
groote deel gedreven door middel van stoom
boot en.
De stoombooten! Wat zijn die verbazend in
aantal, in snelheid, maar ook in grootte toege
nomen.
In aantal: want terwijl de zeehandel steeds
aangroeide, moesten de stoomers ook nog de
zeilers vervangen. In snelheid: Hadden vroe
ger de stoombooten een paar weken werk om
van ’t Europeesch continent Amerika te be
reiken, langzamerhand werd het passagiers-
en mailvervoer tusschen Europa en Amerika
drukker, veel drukker en daarmee hield gelij
ken tred de vermeerdering van de snelheid
der stoomers en dus de verkorting van den
duur der overtocht. Langzamerhand onstond
er een zware concurrentie tusschen verschil
lende zeevarende volken, om de grootste en
vooral de snelste mailbooten te bezitten en zoo
verminderde de duur van de oceaanreis hoe
langer hoe meer. De afstand van ’t continent
naar Amerika werd in minder dan 10, daarna
in 9, 8, 7, 6, ja in minder dan 6 dagen afge
legd. Dit is te zeggen: voor de passagiers-
en mailbooten. Want bij ’t goederenvervoer
blijft over ’t algemeen nog steeds regel, dat
de snelheid geregeld werd naar ’t geldelijk
voordeel. Vaart een boot te langzaam, dan
gaat er teveel rente door tijdverlies verloren;
vaart men te snel, dan kost dit te veel aan
machinesen kolen. Een vaart van 10 a 12
knoop is voor goederenbooten de voordeeligste.
’t Is toch enorm hoe juist bij ’t verkrijgen
van groote vaartsnelheid de laatste loodjes het
zwaarst wegen.
Neem bijv, twee even groote booten; de eene
zal varen meteen 19-mijlsvaart; de andere zal
23 mijl doen, dan heeft men voor de laatste
dubbel zoo sterke machines, dubbel zooveel
brandstof en machine-personeel noodig.
Doch hier werd bij de concurrenten niet op
gezien.
Steeds sneller vaart werd verkregen en
thans leest men van reuzenbooten, van echte
Leviathans, die de reis in 5 dagen en eenige
uren doen.
In grootte! Ook in dit opzicht is de toename
buitengewoon. Zoowel voor de oorlogs- als
voor de handelsmarine wordt steeds reusachti
ger gebouwd. Herinner u, hoe men voor ruim
25 jaren zich verbaasde over de zoogenaamde
Suez-booten, die eerst van Den Helder, later
van Amsterdam door ’t Noordzeekanaal naar
Indië voeren. En toen kwamen de groote
booten der Ned. Amerik. stoomvaartmaatschap
pij. Men sloeg de handen ineen, als men ze
zag.
Dat is ruim 25 jaren geleden! En kom nu
eens. In een kwarteeuw zijn de zeemonsters
driemaal zoo groot geworden. Thans heeft
de Holl.-Amerika-lijn reeds zes booten van
12,500 ton (3 passagiers- en 3 vrachtboot en,)
en een reus van 17000 ton is zoowat gereed.
Van Duitschland en Engeland varen op Ame
rika snelstoomers van 14.000 en meer ton;
booten, die èn wat grootte, èn wat snelheid
betreft, record maken. Terwijl eenige groote
maatschappijen elkaar in beide opzichten de
loef willen afsteken, is er echter ook een maat
schappij die niet alles aan snelheid opoffert,
doch die steeds grooter reuzen laat bouwen,
die vlug varen, zoo’n 16, 17 mijl, maar lang
niet de 23, 24 of 25 mijl halen der snelstoo
mers. De White Star Line (Witte-Ster-lijn),
die in de Majestic, Teutonic, enz. reeds groote
booten bezat, liet voor een paar jaren de
Oceanic bouwen en thans is ook de Baltic in
de vaart. Deze laatste is inderdaad thans de
grootste boot ter wereld. Laten we er een
paar bijzonderheden van noemen. De lengte
is 227 7» nieter (dus meer dan de Oosterdijk,)
de wijdte is 22,60 meter. Toch is deze wijdte
gering bij de ontzettende lengte. De diepte
van ’t dek naar beneden is 14,85 meter. De
reus heeft 8 bruggen boven elkaar en bereikt
daarmee een hoogte van meer dan 20 meter. (Dus
een huis van 6 verdiepingen.) De bruto in
houd is 23,000 ton; doch de waterverplaatsing
is ruim 40,000 ton. En Harland en Wolff,
de Britsche scheepsbouwers, denken met dit
cijfer nog niet ’t maximum bereikt te hebben;
ze maakten reeds de plannen voor een nieu
wen Leviathan van 50,000 ton waterverplaat
sing.
In de Baltic heeft men zoeken te verkrijgen
’t nee plus ultra van comfort, van zekerheid en
hygiëne. Wordt de snelheid geappreciëerd,
vooral op deze drie zaken ziet toch nog de
reiziger, die 77a dag op een boot moet door
brengen. De boot neemt hoogstens slechts 3000
passagiers op. We zeggen slechts, want men
moet ook de reuzenafmetingen in aanmerking
nemen. Ieder reiziger heeft dus genoeg lucht
en ruimte. Ook de 350 man sterke equipage
is goed gehuisvest.
Een bijzonderheid vormen ook de vier
bruggen boven elkaar bovendeks, die aan de
passagiers ruimte geven voor een lekker zitje,
voor voetbal- of ander spel in de open lucht.
De onderste van deze 4 bruggen loopt van
’t achterste tot ’t voorste deel der boot. Op
de bovenste brug vindt men de rookkamer-bi-
bliotheek, een groote, mooi verlichte en ver
sierde zaal. Op de hoogte der tweede brug
vindt men de luxe-appartementen en -hutten
en ook de eetzaal, die 21 meter lang en on
geveer even breed is, (dus heel wat grooter
dan de groote zaal van »Amicitia«, alhier.) De
zes groote tafels kunnen 350 gasten te gelijk
ontvangen. Een soort glazen overkapping
verlicht overdag al de deelen van deze mooie
zaal, waarin ook een deel is uitgespaard voor
’t geven van concerten en voorstellingen. Om
de uiterste veiligheid te verkrijgen is de bouw
der boot zeer sterk en is ’t vaartuig in 20 af-
deelingen verdeeld, die door waterdichte schot
ten gescheiden worden. Doch er is nog wat.
Sedert ongeveer een jaar is op de Britsche
oorlogsvloot een electrisch toestel aangebracht,
dat de nadering van andere schepen aangeeft.
Dit toestel heeft de Baltic ook. De beschrij
ving van dit vernuftig werktuig zou te ver
voeren. Uiterlijk ziet men een wijzerplaat,
ns.
I-
l.
en-
1
OURANT