NIEUWS- ENADVERTENTIEBLAD
vm SNEEK EN (IIS1WE5.
Koninginnedag.
BE BOODE MILLIOOAIR.
l.
El
I
u
-I,
I
60 e Jaargang.
Woensdag 30 Augustus 1305.
1
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Binnenlandsch Nieuws.
Feuilleton.
i
i
ITo. 69.
4
den
y
3
Haar de
in
n,
HOOFDSTUK XXVIII.
Zoodra Koert Hollenberg vertrokken was, verzocht
v
an
na
ve
is
de
nis-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
nu
den
EN
ind
>r
d
d
na
51,
mst
5,
r5
al
or
n,
cs
in
•n
m-
fe-
e
e
d
I
Als een bewijs dat het Friesche vee door buiten
landers thans zeer gezocht is, vermelden we, dat een
SpanjaardVrijdag vaneen veehouder bij Leeuwarden zes
zware kalfkoeien kocht, voor export naar Spanje, tegen
den prijs van f 325 per koe.
Feestvreugde. Ter gelegenheid van een feest, gege
ven door den nieuwen burgemeester, heeft te Renswou-
de een hevige vechtpartij plaats gehad. Bij die gelegen
heid werden G. Blatenburg de pezen van zijn linkerhand
doorgesneden, terwijl zijn tegenstander, E. Haverkamp,
2 sneden van ongeveer 6 c. M. over zijn gezicht opliep.
Eene buiteling. Donderdagmiddag maakte de knecht
G. van Nijburg, in dienst bij den heer Kiewiet de Jonge
te Deventer, een raren tuimel. Hij kwam per rijwiel
in volle vaart de Duinpoort uit en, niet voldoende let
tende op zijn stuur, kwam hij in botsing met de wal-
balken, zoodat hij met fiets en al daarover heen sloeg
en in den IJsel terecht kwam. Hij wist zich echter
spoedig aan een der palen te klemmen en werd met
behulp van eenige omstanders spoedig op den wal ge
holpen. De fiets werd later opgevischt.
Door den bliksem getroffen. De arbeider J. Van der
Stelt Mz., werkzaam op ’t eiland Rozenburg, werd
door den bliksem getroffen. Hij zelf vertelde hierom
trent het volgende
Gewekt door hevige donderslagen, zat hij met nog
twee arbeiders, ieder op zijn etenskist, in een keet.
Opeens werden de mannen van hun zitplaats ge
slingerd, en lagen ze bewusteloos. Eerst kwamen de
andere twee bij, en wat later ook Van der Stelt. Toen
bleek dat deze door den bliksem was getroffen. De
bliksem, vermoedelijk bij zijn linkerschouder onder zijn
kleeren geschoten, sloeg langs den arm, stukken vleesch
wegnemend en ging ook van af den hals langs de ge-
-
1
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
vermeerderen door de mededeeling, dat zijne schulden
nog ruim tien duizend mark bedroegen?
Neen! Dat die wissel betaald werd goed! maar
verder mocht hij zijn vader niet laten begaan. Hij wil
de zijn schuldeischers eenig uitstel verzoeken en dan
zoo spoedig mogelijk naar middelen zoeken om zelf iets
te verdienen en zoodoende langzamerhand zijne schul
den te betalen.
Zoodra hij dit besluit genomen had, nam hij plaats
aan de schrijftafel en schreef zijn vader, dat hij hem
niet langer tot last wilde zijn. Daar het echter nog
jaren zou duren eer hij als rechtsgeleerde een vaste
jaarwedde verkreeg, zou hij trachten op andere wjjze
geld te verdienen. Hij hoopte dat zijn vader hem ver
giffenis zou schenken, hij zelf wist wat zjjn plicht was
in de tegenwoordige omstandigheden. Zoodra hij een
aannemelijke betrekking had gevonden, zou hij zijn
vader bericht zenden.
Zoodra Richard Hartmann dezen brief had geschre
ven, nam hij dadelijk maatregelen om zijne kamers te
verlaten. Hij vreesde een tweede ontmoeting met zijn
vader en achtte het daarom beter zijne verblijfplaats
voorloopig geheim te houden. Hij wilde een goedkoopere
woning betrekkenen een betere betrekking zoeken, mis
schien vond hij er wel een ergens in het buitenland.
Wat hield hem aan het vaderland gebonden? Niemand
had hem noodig, niemand zou hem missen.
Niemand behalve Jenny.
De gedachten, dat hij Duitschland zou verlaten, wekte
in hem de herinnering aan het bekoorlijke meisje, dat
zijn hart gewonnen had en hij besloot van Jenny
Schmelzer afscheid te gaan nemen, voordat hij het va
derland verliet.
van Harlingen.
Laten we ons in Sneek troosten met de
gedachte, dat wij reeds voor 13 jaren de eer
genoten, die thans aan andere plaatsen te
beurt valt; en ook met de gedachte, dat we
toch dichtbij wonen, om èn te Leeuwarden èn
te Bolsward, èn te Harlingen mede te ge
nieten.
Koninginnedag is ’t Donderdag.
Evenals de verjaardagen en bruiloftsfeesten
in de gewone families de dagen zijn, die een
rustpunt vormen, van waar men ’t gemeen
schappelijk samenzijn kan overzien; de dagen,
die duidelijker dan de gewone dagen den band
doen bemerken, die de familieleden aan elkaar
bindt; zoo is ook in de groote huishouding
van ons land, in de groote maatschappij, die
’t Nederlandsche volk heet, de Koninginnedag
een heuglijke dag. Dan gevoelt men als bij
intuïtie, dat men bij elkaar behoort; dat men
lid is dier groote maatschappij; dat men, met
al de andere leden er van, belang heeft bij
’t rustig en voorspoedig voortbestaan van dat
volk. En dan gevoelen we ook, dat het Oran
jehuis ’t symbool is van ons vrij-zijn. Om dat
huis groepeert zich ons volksideaal.
Reeds zooveel jaren, ja eeuwen, zijn Oranje
e.i Nederland één, en zoolang die éénheid
duurde, ging ’t Nederland goed, In den Fran-
schen tijd waren Nederland en Oranje van el
kaar gescheiden en toen ging ’t Nederland niet
goed.
We weten ’t, veler ideeën omtrent vorsten
huizen en «vorsten bij de gratie Gods» zijn in
de laatste tientallen jaren zeer veel gewijzigd.Ve-
len noemen de kroon een ornament en noemen
’t »bij de gratie Gods« een verouderd baker
sprookje. En vele anderen voelen weinig
geestdrift voor een vorstenhuis, ook voor ons
eigen Oranjehuis. Doch, als de Koninginne
dag weer daar is, dan wordt bij de meesten
hunner toch weer een gevoel wakker, dat zij
niet meenden te bezitten, een gevoel van geest
drift, van vuur, van ijver voor ’t vaderland en
het Oranjehuis, dat in zijn bestaan, ’t vrije be
staan van dat vaderland uitdrukt.
Hoeveel te meer ontwaakt dat gevoel,
we weten dat slechts een enkele telg van
alouden stam ons is overgebleven.
De laatste telg! Wat juichte Nederland bij
Hare geboorte. Hoe merkten we, vol geest
driftige aanhankelijkheid aan ’t Oranjehuis,
Haar opgroeien als kind onder de leiding der Ko-
38)
Ik heb mijne zuster en haar kind moeten onderhou
den, daarom heb ik altijd op zeer bescheiden voet ge
leefd; maar jou heb ik toch nooit kort gehouden, omdat
ik begreep dat ik geen recht had op jou uitgaven te
beknibbelen wegens eene verplichting, die ik vrijwillig
op mij heb genomen.
In zijn streven om Richard te weerhouden van ver
dere verkwisting, had de majoor zijn financiëelen toe
stand wel wat slechter voorgesteld dan werkelijk het
geval was. Doch zijn gesprek met Goldstein had hem
ontstemd en ongerust gemaakt: bovendien was zijn
sombere levensbeschouwing door den angst en de aan
doeningen van de laatste dagen nog verergerd.
Al meende hij, dat Goldstein wel den wissel zou
overhandigen tegen contant geld, zonder eene aanklacht
bij het gerecht te doen, toch was hij bevreesd voor de
lichtzinnigheid der jeugd, die Richard in nieuwe schul
den kon brengen, zoodra de oude betaald waren. Hij
wilde daarom zijn zoon angst op het ljjf jagen en
dit gelukte hem ook, maar op de gevolgen daarvan was
hij stellig niet voorbereid.
Nadat zijn vader vertrokken was, voelde Richard, dat
hem den moed ontbrak om zijne belofte te vervullen
en zijn vader «klaren wijn« te schenken.
Hij rekende al zijne schulden bij elkaar en schrikte
van het bedrag. Hoe zou hij zijns vaders zorgen durven
Goldstein den majoor en zijne nicht in zijn afzonderlijk
kantoor binnen te treden.
Een onaangenaam gesprek verwachtende, was de ma
joor verwonderd over den vriendelijken toon, dien de
woekeraar nu aansloeg.
Hij begon met zich te verontschuldigen over de
min aangename woorden van den vorigen dag en ver
zocht den majoor niet boos te zijn.
Hij wilde het verdriet van den majoor niet nog grooter
maken en zou daarom tevreden zijn met de betaling
van twee duizend mark.
Met een zucht van verlichting nam majoor Hart
mann het geld uit zijne brieventasch en reikte het
Goldstein toe.
Deze schudde het hoofd.
Jammer genoeg laat de zaak zich niet zoo snel
afdoen, sprak de woekeraar met een vriendelijken
glimlach doch gij behoeft daarover niet langer bezorgd
te wezen. Het is er zoomede gelegen. Terwijl ik
gisteren in opgewonden toestand verkeerde, ging ik
naar mijn advocaat, om te vernemen in hoeverre ik het
recht had uw voorstel aan te nemen. Ik trof hem
niet thuis en zette hem daarom in een brief de zaak
uiteen. Toen ik dezen morgen te zijnen kantore kwam,
deelde men mij mede, dat hij voor eenige dagen op
reis is gegaanhij had mij een brief geschreven en
dien heb ik ook ontvangen, maar ongelukkigerwijs
heeft hij den wissel in zijn eigen lessenaar weggesloten
en kan ik dien eerst bij zijne terugkomst weder in
handen krijgen.
Zenuwachtig stak de majoor de bankbiljetten weer
in zijne brieventasch.
Onder gewone omstandigheden zou hem op deze
nieuwe teleurstelling wel een heftige opmerking ont
vallen zijn, doch zijn moed was gebroken en hij waagde
ook te Sneek. Natuurlijkwant Sneek is de
tweede stad van Friesland. Leeuwarden is
de hoofdplaats; daar moeten de hooge bezoe
kers dus wel komen; maar dan is Sneek toch
ook aan de beurt.
Zoo wenschte men. Maar men vergat, dat
Sneek reeds in 1892 het toen 12-jarig Wilhel-
mientje mocht ontvangen, geleid door Haar
Koninklijke Moeder.
Toen viel in ons gewest die eer, buiten
Leeuwarden, alleen aan Sneek ten deel. En in
andere plaatsen heeft men ook verlangen.
In 1892 was de reisroute heel aardig bepaald.
Van Leeuwarden naar Sneek en dan een heer
lijk watertochtje over de Sneeker meer, een
tochtje, door ’t echte, mooie, poëtische Frie
sche waterland. Doch ook thans maakt onze
Koningin, thans met Haar Gemaal, een aardige
tocht.
Niet alleen van den spoorweg, ook van de
Noord-Friesche-Locaalspoor weg en van de
tram wordt gebruik gemaakt. En vooral met
de locaalspoor zoo’n aardige reis door ’t Noord
westen, door een goed deel van den bouwhoek.
Wel is echter in ’t laatst van September ’t mooie
van den bouwhoek af. De oogst is binnen en
alleen de bieten geven nog drukte. Maar toch
is ’t een aardige, gemoedelijke tocht zoo door
Stiens en de Bildtdorpen.
Voor verschillende plaatsen van ons gewest
zitten er dus dit jaar twpe Koninginnedagen op.
En eigenlijk voor ons geheele gewest. Immers,
als de hooge bezoekers te Leeuwarden zijn,
zullen de duizenden naar die stad stroomen om
haar te zien, die wij voor dertien jaren als aan
vallig Koningskind toejuichten.
Toen begroette men haar vol geestdrift, eer
biedig beschermend, hopend, dat de jeugdige
laatste telg van ’t Huis Oranje eens tot een
goede, krachtige Koningin mocht opgroeien,
toen begroette men vol eerbied de waardige
Vrouwe, die zorgde voor die laatste Oranje
telg. En thans begroeten we de Koningin,
in haar volle krachtige leven. In de aanstaan
de Septemberdagen zullen massa’s Friezen naar
de hoofdplaats trekken. De straten, waar langs
de Vorstelijke stoet zal rijden, zullen vol
geestdriftige bezoekers staan. De ringrijderij
zal de clou van ’t feest vormen. En ook Bols
ward zal velen aantrekken. En, als ’t weer
mooi is, zullen de pleizierschepen ook van bui
ten de provincie komen, om de Koningin met
den Prins te zien varen in en buiten de havens
Donderdag a.s. is ’t weer 31 Augustus,
is het weer de verjaardag der Koningin.
Overal in den lande wapperen dan de vlaggen
van de openbare gebouwen. Als men buiten
wandelt, ziet men al de torens met de Nederland
sche vlag in top. Maar ook talrijke particuliere
gebouwen laten vroolijk het driekleurig dun
doek wapperen om te getuigen, dat ’t niet
alleen een officiëele, doch een nationale feest
dag is. En wat een feesten overal! In de
garnizoenssteden is parade, die op zich zelf
reeds een feest is. In alle plaatsen van eeni-
gen omvang zouden ook onze goede schutters
parade houden, als een wreede wet hen niet
grootendeels reeds van hun schutterlijke unifor
men en wapens beroofd had om hun spoedig
voor goed alleen nog een eervolle plaats in
de historie te laten behouden. Pauvres schut
ters!
Doch wat een feest overal! Muziek; optoch
ten; volksspelen; wedstrijden; enz. Het is zelfs
zoo, dat men ’t zonder feest dien dag niet
stellen kan. De menschen zijn reeds uit hun
eigen aandrift in feeststemming en willen op
z’n Zondags zijn. Er moet dus wel iets ge
beuren, om die stemming te bevredigen.
In ons gewest, dat niet in ’t centrum van de
groote drukte ligt, dat niet veel garnizoen«n
telt, dat buiten het groote gewoel ligt, zal op
meerdere plaatsen de Koninginnedag drukker,
in ieder geval geestdriftiger dan anders gevierd
worden.
Immers, de Koningin komt met Prins Hen
drik en zal drie dagen (2527 September) in
ons midden doorbrengen. Misschien zullen en
kele feesten, die anders op 31 Augustus ge
houden zouden worden, opgeschort worden tot
die dagen; maar toch is er, alleen door ’t voor
uitzicht, dat de Koningin komt, meer feest
stemming, meer geestdrift.
Wij, Sneekers, zijn misschien een beetje ja-
loersch.
De Koningin komt drie dagen in Friesland,
komt te Leeuwarden, komt te Bolsward, komt
te Harlingen en komt alleen te Sneek aan,
om dadelijk per tram naar Bolsward door te
reizen. Zoodra ’t voor enkele weken bekend
werd, dat het vorstelijk Paar ons gewest zou
bezoeken, dacht ieder in onze stad: Nu, dan
komt de Koningin met Prins Hendrik natuurlijk
het niet zijn twijfel aan de woorden van den woekeraar
lucht te geven.
Wat denkt ge nu te doen, vroeg hij dof. Ge
zoudt toch het geld kunnen aannemen, mij daarvoor een
ontvangbewijs geven en mij later den wissel zenden.
Mijn adres is u bekend.
Neen, dat kan ik niet, antwoordde Goldstein; in
de gegeven omstandigheden is het beter in deze zaak
geen zwart op wit te geven.
Wat moet ik doen
Blijf een paar dagen in de stad. Ik ben over
tuigd, dat mejuffrouw Werling dit wel zal goedvinden;
dames, en vooral jonge dames van buiten, vinden een
verblijf van eenige dagen te Berlijn wel aangenaam.
Ik kan moeilijk anders handelen, sprak de majoor.
Wanneer kan ik terugkomen
Het beste is dat ge uw adres opgeeft. Dadelijk
na de terugkomst van den advocaat laat ik mij den
wissel ter hand stellen en zal u dit laten weten. Dan
kunt ge komen en mij betalen daarmee is de zaak
dan afgeloopen.
Ik logeer in het hotel Braun, bij het Stettiner
spoorwegstation en verwacht spoedig bericht.
Op het oogenblik, dat de majoor met Liesbeth het
kantoor wilde verlaten, schoot hem een nieuwe gedachte
door het hoofd. Hij schoof zijn nicht naar buiten, wierp
haar een geruststellenden blik toe, sloot de deur weder
en trad op den woekeraar toe.
Ik weet niet welke reden u noopt tot dit nieuwe
uitstel, zeide hij zacht. "Wanneer dit is om mij een
onbillijk groote som te laten betalen, dan zeg ik u voor
uit, dat ge vergeefsche moeite doet. Ik kan moeilijk
gelooven, dat ge deze zaak in handen der justitie zult
geven; maar mocht dit het geval zijn, dan zal ik een
verklaring afleggen, waardoor mijn zoon van alle
ningin-Regentes. Welke nooit gekende geest
heerschte in de harten van alle Nederlanders,
toen Zij den troon beklom.
Deed het ons niet goed, te vernemen, hoe
men ook in het buitenland de jonkvrouwelijke
gratie van onze vorstin eerde!
De laatste telg! Voor 13 jaar kwam Zij als
aanvallig kind in ons midden, begeleid door
Hare Moeder. Thans komt ze met Haar Ge
maal. En heel Friesland juicht!
Moge eens de tijd komen, dat zij zal komen
als Moeder, met een kind dat met
hope van ons volkbestaan zal zijn!
1
F
T
1
k
P‘-
l-
lil RA NT.