VOOll 8SM ES OISTWES.
DE DOODE MILLIOÏÏÏÏAIR.
Zaterdag 2 September 1805.
No. 70.
60e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
I
van
HOOFDSTUK XXIX.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tjjde aangenomen.
belangen van James Walter behartigde. Het luidde al
dus:
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Dinsdag, den 29 Augustus
1905, ’s namiddags te 7 uur.
Tegenwoordig zijn 14 leden; afwezig met kennisge
ving de heer dr. G. Bouma.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van behandeling
1. Resumtie der Notulen.
Na lezing door den Secretaris, worden de notulen
der op 9 Augustus 1.1. gehouden vergadering onveran
derd goedgekeurd en gearresteerd.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Eene resolutie van h.h. Ged. Staten dezer Pro
vincie, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit
van 9 Augustus j.l., tot het doen eener betaling uit het
fonds voor Onvoorziene Uitgaven;
b. Een schrijven van den heer G. Gorter alhier, dat
hij zjjne benoeming tot Commissaris der Gemeentelijke
Muziek- en Zangschool aanneemt;
c. Een idem van L. Engwerda te Schenkenschans,
dat hij zijn verzoek tot het hebben van een ganghout,
naar den trekweg onder Leeuwarden, intrekt;
d. Een adres van het Bestuur van het Plaatselijk
Arbeidssecretariaat alhier en mede-ónderteekenaren,
van 11 dezer, verzoekende te besluiten tot de oprichting
van een gratis avond-teekenschool voor alle vakken en
eiken leeftijd;
e. Een id. van K. Molenaar alhier, verzoekende verhoo-
ging zijner jaarwedde als concierge aan school no. 3;
f. Een idem van G. van der Weide, als concierge aan
het Gymnasium;
g. Een idem van N. J. Beversen, ingenieur te
’s Gravenhage, verzoekende de toegezegde subsidie ad
f 30,000, voor den aanleg van een stoomtram Stavoren
Balk—Sneek, niet te verminderen doch zoo mogelijk
eenigszins te verhoogen
h. Een idem van J. Zejjl en 10 mede-onderteeke-
naren, verzoekende het haventje, loopende van de
Sneeker Trekvaart naar de le Steenklipstraat, te doen
dempen;
i. Een idem van B. Douma alhier, verzoekende
hem restitutie van pachtpenningen van de brug »de
Laatste Stuiver» te willen verleenen;
j. Eene resolutie van h.h. Ged. Staten, houdende
goedkeuring van het le suppl. Kohier van den Hoofde-
Ijjken Omslag, dienst 1905;
k. Een adres van R. Schaafsma te Dille onder Rau-
werd, verzoekende op dezelfde huurvoorwaarden ver
lenging van pachttijd, voor den tijd van vijf jaren, van
39)
Zijn broeder was steeds gewoon geweest alles met
de grootste nauwkeurigheid en regelmaat te ordenen;
daaraan had Heinz Werling het nu te danken, dat hij
snel een overzicht kreeg van zjjne bezittingen en ge
makkelijk bekend werd met sommige omstandigheden,
waardoor hij beter in staat was om als de ware James
Walter op te treden. Daarbij kwam hem zeer goed te
pas de gemakkelijkheid, waarmee zjjn broeder alle za
ken had behandeld sedert zijn terugkomst in het vader
land. Ook Heinz kon nu voor alles den tijd nemen zon
der verdenking op te wekken, en hij had zich stellig
voorgenomen geen enkele schrede voorwaarts te doen,
zonder zich overtuigd te hebben dat hij vasten grond
onder de voeten had.
Uit brieven en aanteekeningen van zijn broeder ver
nam hjj, dat hij een secretaris, zekeren heer Gerhard
Heyl, te verwachten had. Dit maakte hem angstig, daar
hjj niet wist, in hoeverre deze met zijn broeder bekend
was, doch rekenende op de sprekende gelijkenis en in
het vaste voornemen om zeer voorzichtig te wezen in
zjjn spreken, hoopte hij zijne rol te kunnen voortspelen.
Eerst tegen tien uur zat Heinz Werling neder om te
ontbjjten. Op de tafel vond hij een dozijn brieven; de
meeste waren aanbiedingen van winkeliers. Slechts een
brief van aanbelang was er bij; dit was een kort schrij
ven van den Berljjnschen bankier, die voorloopig de
«Mijnheer
«Bij dezen heb ik de eer U mede te deelen, dat ik van
uwen agent te Johannesburg de sommen gelds heb
ontvangen, die Uwe bezittingen in Zuid-Afrika bij den
verkoop hebben opgebracht.
«Van deze gelegenheid maak ik gebruik om U te
verzoeken mij spoedig met een bezoek te willen vereeren.
Gaarne ontving ik dan Uwe bevelen betreffende deze
geldsbedragen, en tevens zou dan voor U eene rekening
kunnen geopend worden.
«Met de meeste hoogachting.
Uw dienstv. dr.
A. Bernuth».
Hiermede was alvast een groote zwarigheid uit den
weg geruimd. Alle wissels, door hem als James Walter
onderteekend, zouden voortaan voldaan worden, als zij
de handteekening vertoonden, die hjj in de boeken van
deze bank zou plaatsen.
Nadat hij alle ingekomen brieven gelezen had, voerde
James Walter een kort gesprek met zijn bediende. Hij
verklaarde, dat hij voorloopig zeer stil wenschte te leven
en dus slechts de allernoodigste bezoeken wenschte te
ontvangen. Hij wilde zoo weinig mogelijk gestoord
worden: daarom mocht niemand bij hem worden toege
laten dan alleen die personen, welke zich niet lieten
afwijzen.
De bediende Karei geheeten verzekerde, dat
aan dit verlangen zou voldaan worden, en aaugemoedigd
door Walter’s vriendelijkheid, wilde hij zijn heer, die
immers pas te Berlijn was aangekomen naar hij meende,
gaarne bekend maken met het laatste nieuws; daarom
veroorloofde hjj zich een kleine opmerking.
Het ochtendblad lag blijkbaar nog onaangeroerd op
Wijl ’t Dagel. Bestuur onderhandelinge’n heeft geo
pend met het bestuur van het R. K. Ziekenhuis voor
de opname van lijders aan besmettelijke ziekten, wen-
schen B. en W., indien eene overeenkomst tot stand
komt, de betrekking van Geneesheer-Directeur aan het
Ziekenhuis voor besmettelijke ziekten, te doen verval
len en dezen dan eervol ontslag te geven.
De Raad maakt geen bezwaar de benoeming op deze
voorwaarde te doen.
Tot stemming overgaande wordt de heer dr. Posthu
mus benoemd met 13 stemmen naar eene jaarwedde
van f 100 de heer dr. Wartena verkreeg 1 stem.
5. Bevestiging van den heer Dr. A. C. Antusch als
directeur der Burgeravondschool.
Mede ingevolge het advies van den Inspecteur M. O.,
den heer de Groot, en dat van de Commissie van Toe
zicht M. O., bevelen B. en W. voor het tijdvak van 1
September 19051 September 1906, op eene jaarwed
de van f 100, waaruit, advertentie-kosten uitgezonderd,
de bureau-behoeften moeten worden bestreden, als
directeur der Burgeravondschool aan, de heer Dr. A.C.
Antusch.
De uitslag der gehouden stemming is dat de heer
dr. Antusch met 13 stemmen is herbenoemd, terwijl 1
briefje blanco was.
6. Adres van A. Veen en Zoon en T. S. Hoekstra in
zake verharden van voetpad en reed nabij hunne per-
ceelen.
Burg, en Weth. stellen voor op het verzoek van
adressanten, om een reed over stadsland, ten behoeve
van hunne perceelen aan de Franekervaart, *e verhar
den en daarvoor eene bijdrage uit de gemeentekas te
mogen ontvangen, afwijzend te beschikken, aangezien
de eerstgenoemde adressante, de firma A. Veen Zoon,
geen recht op genoemd pad heeft en laatstgenoemde
daarover slechts recht van pad heeft.
De adressant Hoekstra kan echter zijn verzoek her
halen enkel ten behoeve van zijn perceel.
De heer Veen zegt, dat er in het voorstel van B. en
W. staat, dat de eerste adressante geen recht op dat
voetpad heeft en vraagt of dit wel is onderzocht. De
2e onderteekenaar van het adres heeft zijn land van de
le gekocht.
De Voorzitter herinnert, dat het adres in handen der
commissie voor gemeente-eigendommen werd gesteld,
die heeft geadviseerd een afwijzende beschikking te ne.
men. Het door den heer Veen bedoelde onderzoek
behoeft niet door de gemeente maar door de eerste
adr. te geschieden.
De heer Fennema meent ook, dat men geen recht
kan geven om een voetpad te verharden aan iemand,
die geen recht op dit pad heeft. Voor ongeveer 20 jaar
werd hier ook een dergelijke aanvraag behandeld en toen
is opgemerkt, dat de molen van de firma Veen wel
de tafel, zeker wel omdat mijnheer nog niets had ver
nomen van den verschrikkelijken moord, die slechts
weinige huizen verder in de straat op graaf Ahlers ge
pleegd was. De ongelukkige graaf was gedood door
een zwaren slag op het hoofd en daarna verborgen in de
brandkast, waaruit al de juweelen van mevrouw de
gravin, zijne moeder, verdwenen waren.
Slechts met moeite wist Heinz Werling zich te be-
heerschen en een passend gezicht te zetten. Opzettelijk
had hij de kranten niet gelezen, om niet herinnerd te
worden aan de ontzettende gebeurtenissen, die zoo plot
seling in zijn leven hadden ingegrepen. Liefst zou hij
den bediende onmiddellijk het zwijgen opgelegd hebben,
doch dit had bevreemding kunnen wekken, daar ieder
mensoh gewoonlijk belang stelt in een moord, te meer,
als zulk een misdaad dicht in de nabijheid is gepleegd.
Zoo liet hij dan den bediende voortgaan en wachtte
in gespannen verwachting wat hij nog te hooren zou
krijgen.
Ja mijnheer, het is een vreeselijke geschiedenis;
de geheele stad is er vol van.
Zoo juist heb ik in de krant gelezen, dat de politie
den moordenaar op het spoor is. In de Reichenberger-
straat heeft iemand zelfmoord gepleegd, en dezen per
soon brengt men in verband met den moord.
Zoo? Wie is die man?
Daarover zegt de krant niets, maar de menschen
staan bij hoopen op straat het huis aan te kijken.
Verschrikkelijk, ’t is verschrikkelijk. Zei je niet,
dat er ook juweelen gestolen zijn?
Ja mijnheer, de moord zal wel door den dief ge
pleegd zijn om niet aan het gerecht te worden overgele
verd. Zooals ik van den bediende van den graaf vernam
dat is een vriend van mij begrijpt men maar
niet, hoe de moordenaar is binnengekomen, als hij niet
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27. cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
de herberg de Dille en een perceel weiland aldaar.
De Voorzitter stelt voor: het adres van den heer
Beversen, onder g genoemd, te behandelen wanneer
het adres-zelf aan de orde komt en het advies van de
Kamer van Koophandel hieromtrent is ingekomen; de
adressen sub i en k voor te bereiden ter nadere behan
deling; het adres sub h, welk verzoek tot demping
zeker ook zijn oorsprong vindt in den tegenwoordigen
lagen waterstand, eveneens nader ter tafel te brengen;
op de adressen sub e en te letten bij de behandeling
der desbetreffende post op de begrooting voor het
volgend jaar; het adres sub d met spoed voor te berei
den en zoo mogelijk in de 2e September-vergadering
te behandelen; er zal een onderzoek moeten plaats heb
ben betreffende een locaal en of er mogelijkheid be
staat voor inwilliging van het verzoek en, zoo ja, op
welke voorwaarden.
Nog stelt Spr. voor, de niet-gememoaeerde stukken
voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
3. Benoeming van Geneesheeren bij de Algemeene
Arm voogdij.
De Voorzitter zegt, dat de geneesheeren voor den
tijd van 3 jaren worden benoemd,welke tijd nu metl Sep
tember afloopt, zoodat nu weder in de vacatures moet
worden voorzien.
Door heeren Armvoogden worden voor het tijdvak
van 1 September 1905 tot 1 September 1908 ter benoe
ming aanbevolen:
voor de vacature-dr. R. Wartena: de heeren dr. R.
Wartena en dr. J. Hannema:
voor de vacature-dr. D. H. Posthumus: de heeren Dr.
D. H. Posthumus en L. Hertzberger;
voor de vacature-dr. G. Bouma: de heeren dr. G.
Bouma en L. Hertzberger.
De uitslag der gehouden stemmingen is als volgt:
dr. Wartena 12, dr. Hannema 2 st.;
dr. Posthumus 10, de heer Hertzberger 3, dr. Han
nema 1 stem;
dr. Bouma 14 stemmen.
Hieruit blijkt dat zijn herbenoemd de heeren dr. R.
Wartena, dr. D. H. Posthumus en dr. G. Bouma; de
2 eerstgenoemden ieder op eene jaarwedde van f 350
en laatstgenoemde op eene jaarwedde van f 250.
4. Benoeming van een Geneesheer-Directeur aan het
Ziekenhuis voor besmettelijke ziekten.
Ingevolge art. 4 der verordening voor ovengenoemd
Ziekenhuis, moet de betrekking van Geneesheer-Direc
teur dezer inrichting worden opgedragen aan een der
Geneesheeren bij de Algemeene Armvoogdij, waarom
heeren Armvoogden alphabetisch ter benoeming, voor
den tijd van een jaar, ingaande 1 Sept. 1905, aanbeve
len de heeren dr. D. H. Posthumus en dr. R. Wartena.
recht had over de Franekervaart te gaan naarde Oude
Dijk maar geen recht van pad had over gemeenteland
het zou een verzwaring van erfdienstbaarheid zijn, indien
men nu aan de firma Veen toestond een verhard voetpad
over gemeenteland te leggen.
Na nog eenige discussie, waaraan deelnemen de hb.
Beekhuis, Fennema en de Voorzitter, wordt met al
gemeene stemmen (buiten medewerking van den heer
Veen) besloten, overeenkomstig het voorstel van B. en
W., afwijzend op het verzoek te beschikken.
7. Verordening op de heffing en invordering van
marktgeld voor staanplaatsen.
De Voorzitter herinnert, dat men deze en andere
belasting-verordeningen voorloopig op korten termijn
had goedgekeurd; thans moeten deze opnieuw worden
vastgesteld. B. en W. hebben nu deze verordening
herzien en geen aanleiding gevonden wijzigingen aan
te brengen, waarom dan ook wordt voorgesteld boven
genoemde verordening ongewijzigd opnieuw vast te
stellen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
8. Verordening op de heffing en invordering van
wik- en weeggelden.
Ook deze verordening wordt zonder discussie en
hoofdelijke stemming onveranderd vastgesteld.
9. Verordening op de heffing en invordering van
marktgeld wegens het ter markt brengen van Boter en
Kaas.
Eveneens wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming besloten ook deze verordening onveranderd
vast te stellen en daarop, evenals voor de 2 eerstgenoem
de, de Koninklijke goedkeuring aan te vragen.
10. Adres onderwijzeres H. v. d. Weij inzake trak-
tementsregeling gedurende het verleend verlof.
De Voorzitter herinnert dat in de vorige vergadering
aan adressante, wegens ziekte, verlenging van verlof
werd verleend tot 1 November; nu moet nog worden
uitgemaakt of het verlof al of niet met behoud
traktement zal zijn.
Burg, en Weth. stellen voor nog voor deze 2 maan
den traktement toe te kennen, doch dat 1 November
hiervoor dan ook de uiterste termijn zal zijn.
De heer Schijfsma wil in het voorstel deze laatste
clausule laten vervallen, daar dit gedeelte z. i.niet goed
op het gestel van adressante zal werken en er ook uit
kan worden opgemaakt dat, indien adressante tegen
1 November niet is hersteld, zij uit hare betrekking
wordt ontslagen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit laatste allerminst
de bedoeling is; allen zullen zeker gaarne medewerken
om aan gemeente-ambtenaren datgene te doen toeko
men, waarop ze recht hebben. Nu vroeg adressante
in de vorige vergadering, daar zij volgens een overge-
de man is, die met den graaf is meegekomen en met
hem gerookt en gedronken heeft, maar dat is bijna niet
te gelooven.
Volgens hetgeen je mij daar vertelt, is het eerder
aan te nemen, dat de dieven later ingebroken hebben.
Neen, mijnheer, voor deze onderstelling is geen
reden. De bediende vertelde mij, dat wie de moorde
naar ook moge wezen deze moet binnengeslopen of
op de gewone wijze door iemand binnengelaten zijn.
Daar werd geklopt en een bediende trad binnen.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer, maar er staat
een huurkoetsier buiten, die u wenscht te spreken. Heeft
u onlangs ’s avonds iets in zijn rijtuig laten ligger?
Ik onlangs .iets laten liggen in een rij
tuig? stotterde Heinz Werling verbaasd. Een oogenblik
vergat hij de rol die hij speelde; doch snel bedacht hij
zich en zeide tot zijn bediendeGa dien man eens
vragen, wat hij mij te zeggen heeft.
De eerste maal sedert'hij de rol van zijn overleden
broeder vervulde, gevoelde hij zich lang niet op zijn
gemak. In den korten tijd van James Walter’s verblijf
te Berlijn kon er veel voorgevallen zijn, dat hem onbe
kend was, en daardoor kon hij in groote verlegenheid
komen, ais hij niet bijzonder voorzichtig was.
Karei kwam terug met de boodschap, dat mijnheer
Walter eenige dagen geleden een brief had verloren in
een huurrijtuig en dat de koetsier hem dien brief eigen
handig wilde teruggeven.
Laat de man binnenkomen, gelastte Werling.
De deur ging open en een knap gekleed koetsier trad,
met den hoed in de hand, binnen.
Heinz Werling keek op hij duizelde; de binnen-
getredene was niemand anders dan Wilhelm Kobitz, tij
wiens vader hij vroeger had gewoond.
(Wordt vervolgd.)
shots-es immiut
i