g
MEIWS- Eli IhVEKTEWIEBLAD
I
ITHIR SNEEK EJ ÖKTIiEkEA.
i
DE DOODE ÏÏILLIONNAIR.
Zaterdag 9 September 1905.
No. 72.
80e Jaargang.
;-t.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
ER.
as
en.
mij.
HOOFDSTUK XXX.
vat
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
irma
.war-
Dure.
>ofd-
Cou-
ling der begroeting
te nemen.
Zonder discussie
conform besloten.
tal
ag.
1Y-
r-
.cht
ekt
eit
sn
it u
recht tot de overtuiging kwam, dat de ontslagen gevan -
gene de moordenaar was, dan zou de ontdekking, dat
een geldschieter een voordeel van tweehonderd duizend
mark bij den dood van den graaf opstreek, wel aanlei
ding gegeven hebben tot een nauwkeurig onderzoek
naar de verschillende financiëele aangelegenheden van
de heeren Goldstein en Hollenberg.
Het was Werlingzeer welkom geweest dat Gerhard
Heyl nog eenige dagen verlof had gevraagd, alvorens
zijne betrekking te aanvaarden. Dat zijn secretaris be
langstelling koesterde voor zijn vrouw en zijne dochter,
was een ontdekking geweest, die hem zeer had ontroerd.
Dien jonkman nu in zijne omgeving te hebben, ware
hem zeer pijnlijk geweest.
Nu echter verlangde hij er naar met iemand te kun
nen spreken over de getuigenverklaringen in zake den
moord, om te vernemen hoe anderen over de zaak
dachten. Den volgenden avond, toen hij de getuigen
verklaringen las betreffende het lijk, dat in een huis
in de Reichenbergei straat was gevonden, was hij echter
blijde, dat niemand bij hem was.
Tot zijn ontsteltenis las hij, dat zijne vrouw van ge-
rechtswege was opgeroepen naar Berlijn, om het lijk
te herkennen. Ten gevolge van den schrik over den dood
van haar man,onder zulke buitengewone omstandigheden,
was zij echter ziek geworden en alzoo verhinderd ge
weest aan de oproeping te voldoen.
In plaats van hare getuigenissen had men die aange
nomen van haar broeder, majoor Hartmann; deze echter
aarzelde te verklaren, dat dit lijk van Heinz Werling
was. Hij had zijn zwager sedert jaren niet gezien, en
vroeger had deze steeds een ringbaard gedragen; alzoo
kon hij niet bezweren, dat dit lijk met glad geschoren
gelaat stellig was van zijn zwager Heinz Werling.
(Wordt vervolgd.)
ware. Hij wist, dat graaf Ahlers een geschikt man zocht
om hem op een groote reis te vergezellen. Hij zocht
den graaf op, maakte hem met Werling’s lot bekend
en zei: »Hij is de man, dien gij wenscht, als gij dien
enkelen misstap buiten beschouwing wilt laten. Spreek
eens met hem en oordeel zelf, of hij iemand is, dien
men gaarne uit zijn vreeselijken toestand zou willen
verlossen.» Graaf Ahlers keurde het voorstel goed;
’s avonds bij een diner ten huize van Hollenberg, leerden
de heeren elkander kennen. Op verlangen van den graaf
werd Werling onder valschen naam aan het gezelschap
voorgesteld. »Als ik hem meeneem, zal hij toch zijn wa
ren naam niet mogen voeren, want ik kan toch niet
iedereen laten weten, dat ik met een ontslagen gevan
gene reis,« zeide de graaf.
De ontmoeting had plaats; de graaf verklaarde, dat
hjj zeer tevreden was; na afloop verliet hij het huis in
gezelschap van Werling dit was de laatste maal dat
Hollenberg hem had gezien.
Als antwoord op eene vraag verklaarde Hollenberg,
dat het lijk, in de Reichenbergerstraat gevonden, door
hem was herkend als dat van Heinz Werling, anders
zich noemende Heinzen. Verder zeide hij nog dat Heinz
Werling den graaf zou vergezellen en ook bij hem in
huis zou gaan; waarschijnlijk had Werling het bij zijn
lijk gevonden geld op eerlijke wijze van den graaf ont
vangen, daar de graaf wist, dat Werling geen geld
bezat en voorschot wenschte om benoodigdheden voor
de reis te koopen.
Het verdere verhoor leverde niets nieuws op.
Uit de verslagen, die hierover in de kranten geplaatst
werden, zag Heinz Werling onmiddellijk, dat Hollenberg
bij zijne getuigenissen gezorgd had zich te vrijwaren
van de verdenking, dat hjj den graaf met zijn eigen
moordenaar in kennis had gebracht. Wanneer het ge-
Zoo? is het ernstig?
Ik weet niet wat ik er van denken moet. Ge moet
weten, dat ik veel belang stel in een jonge dame. Deze
heeft met haar oom eenige dagen geleden plotseling haar
woonplaats verlaten, en wat mij later ter oore gekomen
is, doet mij vreezen, dat eene groote bezorgdheid aan
leiding gaf tot deze reis. Toen ik vandaag de krant in
handen nam, hoofdzakeljjk om het laatste nieuws be
treffende dien afschuwelijken moord te lezen, zie ik haar
familienaam genoemd in betrekking tot die misdaad;
natuurlijk is dit slechts toeval, maar toch heeft het mij
getroffen.
En hoe luidde die naam?
Heinz Werling.
En die jonge dame? vroeg James Waker met
stokkende adem. De jonge dame, in wie gij belang stelt?
Dat is de nicht van majoor Hartmann te Freien
walde, eene juffrouw Liesbeth Werling.
HOOFDSTUK XXXI.
Bij het gerechtelijk onderzoek omtrent den moord,
gepleegd op graaf Botha Ahlers, trad Hollenberg als
hoofdgetuige op. Wat hij reeds aan den politiebeambte
had gezegd, herhaalde hij thans voor den rechter.
Hij had Heinz Werling reeds in diens betere dagen
gekend en met hem op werkelijk vriendschappelijken
voet gestaan, totdat hij tot veeljarige tuchthuisstraf werd
veroordeeld. Kort na Werling’s ontslag uit de gevange
nis hadden zij elkander toevallig in een restaurant
aangetroffen. Toen had Werling hem dringend om hulp
verzocht, zeggende dat hij vrijwillig een einde aan zijn
leven zou maken, wanneer hjj niet spoedig middelen en
wegen vond om opeerlijke wijze zijn brood te verdienen.
Medelijden hebbende met zijn ouden vriend en kame
raad, zegde hij hem hulp toe zoo dit eenigszins mogelijk
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Dinsdag, den 5 September
1905, 's namiddags te 7 uur.
Tegenwoordig zijn eerst 8 leden, na de installatie
der nieuwbenoemde leden, 13; afwezig met kennisge
ving, wegens uitstedigheid, de heer A. Bakker; zonder
kennisgeving de heer W. D. de Jong.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van behandeling
1. Beëediging en installatie der herbenoemde Raads
leden.
Nadat, op verzoek van den Voorzitter, de Secretaris
de herbenoemde leden, de heeren Fennema, Pijttersen,
Beekhuis, Visser en Blok, heeft binnengeleid, doet de
Voorzitter mededeeling van eene resolutie van hh. Ged.
Staten, houdende bericht dat bij dit college geen be
zwaren zijn ingediend tot toelating van de ovengenoem
de heeren als leden van den Raad.
Hierop worden de eeden, genoemd in art. 39 der
Gemeentewet, door den Secretaris gelezen, en leggen,
de heer Fennema de belofte, en de heeren Pijttersen,
Beekhuis, Visser en Blok de eeden, in handen van den
Voorzitter af.
De Voorzitter herinnert hoe de nieuwe leden allen
bij le stemming zijn benoemd en rekent zich de tolk
der overige leden van den Raad, door de nieuwe leden
met deze onderscheiding geluk te wenschen. Spr.
ziet in deze benoeming een nieuw bewijs van vertrou
wen en waardeering der kiezers en hoopt dat de nieuwe
leden in het 6-jarig tijdperk, dat nu ingaat, met hunne
beste krachten zullen medewerken om de belangen
dezer gemeente voor te staan en te bevorderen.
Spr. noodigt de nieuwe leden uit de presentielijst te
teekenen en daarna de voor hen bestemde zetels in te
nemen.
Alsnu zijn 13 leden tegenwoordig.
2. Resumtie der Notulen.
Na lezing door den Secretaris, worden de notulen
der op 29 Augustus 1.1. gehouden vergadering onveran
derd goedgekeurd en gearresteerd.
3. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Een adres van den heer J. P. E. Veen en vele
mede-onderteekenaren, verzoekende op de gemeente-
begrooting voor 1906 eene som uit te trekken voor een
stedelijk Muziekcorps;
b. Een schrijven van den heer dr. D. H. Posthumus
alhier, berichtende, dat hij zijne herbenoeming tot ge
neesheer bij de algemeene Armvoogdjj en tot Genees-
heer-Directeur van het Ziekenhuis voor besmettelijke
ziekten, aanneemt;
c. Alsvoren van den heer dr. G. Bouma alhier, dat
hij zijne benoeming tot chirurg bij de Algemeene
Armvoogdjj aanneemt;
d. Alsvoren van den heer dr. R. Wartena alhier,
dat hij zijne herbenoeming tot geneesheer bij de Alge
meene Armvoogdij aanneemt;
e. Eene missive van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, waarbij het oordeel der Kamer wordt te
kennen gegeven over de aanhangige plannen voor den
aanleg van een stoomtram StavorenBalkSneek;
B. en W. stellen voor, ovengenoemde begroeting te
wijzigen als is voorgesteld en opnieuw vast te stellen
met een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 422.962,895,
waarschijnlijk batig saldo nihil.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
17. Verordening op de heffing en invordering van
belasting voor het bedienen der bruggen.
De Voorzitter zegt dat deze verordening behoort
onder die, welke voor korten tijd zijn vastgesteld en
nu met ingang van 1 Januari a. s. opnieuw moeten
worden vastgesteld. Burg, en Weth. hebben deze ver
ordening nauwkeurig nagegaan, doch geen aanleiding
gevonden er eenige wij ziging in aan te brengen; alleen
kon de brug over het Grootzand, welke veranderd
wordt ineen vaste brug, eruit worden gelicht.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
hierop deze verordening opnieuw goedgekeurd en zal
daarop de Koninklijke goedkeuring worden aange
vraagd.
De Voorzitter herinnert, dat nu nog de verordening
voor de heffing en invordering van markt- en weeg-
gelden voor vee moet worden herzien. Door de ver
nieuwing der veemarkt zal deze verordening op som
mige punten moeten worden gewijzigd en is door B. en
W. dienaangaande het advies gevraagd van den ge
meente- en districtsveearts, den Commissaris van Po
litie en den gaarder der marktgelden. Spr. hoopt dat
de leden over deze belangrijke bron van inkomsten ook
hunne gedachten zullen laten gaan, opdat ieder zich
te dezer zake goed voorbereide.
18. Voorgenomen vernieuwing van het hoekhuis
Marktstraat en Oud Kerkhof, eigen aan Jac. v. d. Laan.
De Voorzitter brengt in herinnering, dat adressant
een plekje gemeentegrond in bruikleen vraagt aan de
westzijde van zijn perceel bovengenoemd; het buis zal
worden geamoveerd en zullen er dan twee hoerenhui
zen met een café-restaurant worden gesticht, terwijl op
de aangevraagde grond een serre of warande, aanslui
tende aan het café, zal worden gebouwd.
B. en W. stellen voor het aangevraagde stukje tuin
grond in bruikleen af te staan, tegen eene jaarlijksche
vergoeding van f 10,onder voorwaarde dat alles
worde daargesteld in overleg met en ten genoegen
van B. en W. en de overeenkomst eindigt, nadat een
van wederzijdsche partijen een half jaar van te voren
daarvan schriftelijke opzegging heeft gedaan.
De heeren Schijfsma en Blok zijn tegen inwilliging
van het verzoek; door de warande wordt het café aan
merkelijk vergroot en zal juist dit gedeelte voor de
kerkgangers der Ned. Herv. Kerk geen aangenamen
indruk maken ook zal het café direct staan bij de kerk
met omringend Oud-Kerkhof en waar hier aan een nieuw
café bovendien geen behoefte bestaat, willen zij niet
medewerken om door de uitgifte van gemeentegrond de
pogingen van adr. te steunen.
De heer dr. Bouma wijst er op, dat indien een wa
rande wordt gebouwd op het thans afgestekt gedeelte
grond, de straat aldaar in werkelijkheid niet nauwer
zal worden doch wel oogenschijnlijker zal minder
lucht en licht komen.
De Voorzitter gelooft, dat er in bedoeld café niet ge
makkelijk vergunning zal komen en dus voor bespotting
van kerkgangers door benevelde personen niet zoo zeer
vrees behoeft te bestaanmen kan ’t natuurljjk minder
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
f. Een idem van den Raad van Toezicht op de Spoor
wegdiensten, verzoekende de meening van den Raad
dezer gemeente te mogen vernemen over het gewij
zigde plan voor den aanleg van een stoomtram Stavoren
—Balk—Sneek en of de oorspronkelijke toegezegde
subsidie ook voor deze lijn beschikbaar zal worden ge
steld.
De Voorzitter herinnert, naar aanleiding van de
beide laatstgenoemde stukken, dat de verschillende
stukken betreffende de tramlijn Stavoren—Balk
Sneek nu compleet zijn en men dus een volledige leid
draad heeft; Burg, en Weth. zullen alles nagaan en
trachten met een volledig voorstel te komen, dat zoo
mogelijk nog in de 2e September-vergadering definitief
kan worden behandeld; de desbetreffende stukken zul
len tijdig voor de leden ter visie worden gelegd.
Verder stelt spr. voorde drie berichten sub b, c en d
voor kennisgeving aan te nemen en het adres sub a
nader voor te bereiden om vóór of tijdens de behande
ling der begrooting voor 1906 daarover eene beslissing
en hoofdelijke stemming wordt
4. Benoeming van twee Wethouders.
De Voorzitter zegt, dat zich het buitengewoon ge
val voordoet dat twee wethouders moeten worden
gekozen. In de vacature-Fennema, die als raadslid
aftrad, moet worden voorzien tot 1908 en verder moet
eene benoeming plaats hebben voor 6 jaren, wegens
periodieke aftreding van den heer Pijttersen.
Tot stemming overgaande worden achtereenvolgens
herbenoemd de heer Fennema met 12 stemmen en 1
blanco en de heer Pijttersen met 11 stemmen, waarbij
de heer D. Gorter 1 stem verkreeg en 1 briefje blanco
was.
Onder dankbetuiging aan de leden voor het in hen
gesteld vertrouwen, verklaren beide heeren de benoe
ming weder aan te nemen.
De Voorzitter wenscht de herbenoemden toe, dat hun
gezondheid en kracht moge worden geschonken om
hunne betrekking naar eisch waar te nemen.
5. Benoeming van twee Ambtenaren van den Bur
gerlijken stand.
De heeren Fennema en Pijttersen worden beiden
herbenoemd met 12 stemmen.
6. Benoeming van drie leden der Commissie voor
strafverordeningen.
Herbenoemd worden de heeren Beekhuis en ten
Gate en benoemd in de vacature, wegens het overlijden
van den heer Mr. C. C. Paehlig, de heer Boerrigter.
7. Benoeming van drie leden der Commissie voor
de Gemeentereiniging.
De heeren Beekhuis, Gorter en dr. Bouma worden
allen herbenoemd.
8. Benoeming van drie leden der Commissie voor
Openbare Werken.
Herbenoemd worden de heeren Visser en Bakker en
benoemd de heer Blok.
9. Benoeming van drie leden der Commissie voor
Straten en Wallen.
Achtereenvolgens worden herbenoemd de heeren
Veen, de Jong en Blok.
10. Benoeming van drie leden der Commissie voor
Begroetingen en Rekeningen.
De heeren Visser, Dokkum en Schijfsma worden
41)
Wat wist Gerhard Heyl van de aangelegenheden
zijns broeders? Zou hij ook niets bemerken van de
persoonsverwisseling? Zou het bedrog spoedig aan het
licht komen door de onbekendheid met alle zaken, die
zijn broeder gedaan had?
Een half uur later liet Gerhard Heyl zich aanmel
den.
Heinz Werling stond op, ging met den rug naar het
licht staan en wachtte hem zoo af.
Gerhard Heijl trad binnen. Blijkbaar was hij zeer
zenuwachtig.
Mijnheer NV alter, begon hij, toen zweeg hij weer.
Neem mij niet kwalijk, stamelde hij, ik ik herkende
u niet dadeljjk, ah, ik zie, waaraan dit ligt, ge hebt
uw baard laten afscheren.
Ja, antwoordde Werling, die natuurlijk lang niet
op zijn gemak was. Verandert mij dat zoo?
N neen zoo erg niet, ik ik kan dat
moeilijk beoordeelen. Zooals ge weet, heb ik u slechts
eenmaal gezien in uw kantoor te Johannesburg.
Juist! Welnu, wanneer zult ge hier uw betrek
king aanvaarden, denkt ge? Ik moet nog het een en
ander schrijven.
Het zou mjj zeer aangenaam zijn, als u mij nog
een paar dagen kon missen, sprak dejjonkman levendig.
Ik ben namelijk in groote zorg over vrienden van
allen herbenoemd.
11. Benoeming van drie leden der Commissie voor
Gemeente-eigendommen.
Herbenoemd worden de heeren Gorter, Huges en
Bakker.
12. Benoeming van drie leden der Commissie voor
het beheer der Plantsoenen.
De heeren Veen en Dokkum worden herbenoemd
en benoemd de heer Boerrigter.
13. Voorloopige vaststelling der gemeente-rekening,
dienst 1904.
De Voorzitter herinnert, dat deze rekening ter on
derzoek werd gesteld in handen van 2 raadssectiën, die
rapport hebben uitgebracht en waarop B. en W. een
antwoord hebben gegeven.
In ’t geheel zijn slechts een 5-tal vragen of opmerkin
gen gemaakt.
Na behandeling der door de secties ingediende rap
porten en het daarop door B.ën W. gegeven antwoord,
wordt bovengenoemde rekening, buiten medewerking
der beide wethouders, met algemeene stemmen onver
anderd voorloopig vastgesteld, bedragende in
Ontvangsten f 378.984.206
Uitgaven - 350.467.476
en een batig saldo van f 28.516.73.
De rekening zal, met al de daarbij behoorende be
scheiden, ter definitieve vaststelling aan heeren Ged.
Staten worden toegezonden.
14. Aanbieding der gemeente-begrooting, dienst ’06.
B. en W. stellen voor, evenals vorige jaren, deze
begrooting te stellen in handen van 2 raadssectiën, om
daarover rapport uit te brengen.
De 2 sectiën worden door trekking aldus samenge
steld
le sectie de heeren Boerrigter, voor»., Gorter, Bak
ker, Visser, Dokkum, Schijfsma en Blok.
2e sectie de heeren ten Cate, voor»., de Jong, Beek
huis, dr. Bouma, Huges en Veen.
De begrooting zal op de secretarie voor een ieder
ter inzage worden gelegd en tegen betaling der kosten
algemeen verkrijgbaar gesteld.
15. Voorziening leerkracht aan de Herhalings
school.
De Voorzitter zegt, dat, volgens eene mededeeling
van het hoofd der herhalingsschool, den heer Visscher,
de aangifte van het aantal leerlingen er toe leidt, voor
te stellen, evenals ten vorigen jare, nog een leerkracht
aan te stellen, daar alleen bij voldoende leerkracht het
onderwijs goede vruchten zal kunnen afwerpen.
Burg, en Weth. hebben het niet noodig geacht
daarvoor nu eene oproeping te doen, daar volgens het
advies van het hoofd der school en den arr.-schoolop-
ziener, de heer F. Bergsma zich bij den vorigen cursus
op loffelijke wijze van zijn taak heeft gekweten. B.
en W. stellen dan ook voor den heer Bergsma weder voor
den duur van dezen wintercursus eene gelijke aan
stelling te verleenen als ten vorigen jare.
Tot stemming overgaande wordt de heer Bergsma met
algemeene stemmen benoemd.
16. Wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1905.
De Voorzitter deelt mede, dat de voorgestelde wijzi
ging noodig is wegens ontvangen grondrente en verkoop
van gemeente-eigendommen, waarvooreene inschrijving
op het Grootboek is genomen.
10.-
f
rs te
•den,
SNEE
COURANT.