NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR SNEEK EN «ISMEN. DEDOODE MILLIOOAIR. E |N. Woensdag 4 October 1805. No. 79. 60e Jaargang. ie Jr. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. Feuilleton. RD. 6 Co, irsa, ING. in tijden van •op ène van lor um □n- ot- :h- van an et HOOFDSTUK XXXVI. ts J I; taat iren ler- net be- de tie ie Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. n- 'e ers i 4 25. >rie en- 3 r .,50. enis ?en. >ei- let dl. er Ir. e- >1. is- dl. m- 0. heer Goldstein steeds bereidwillig toestaan, mits hij daarbij dubbele woekerrente kon bedingen. De oude heer Geluk was echter iemand, van wien toch niet meer te plukken viel, en daarom kwamen zijn meubelen onder den hamer. Na den verkoop bleef hij Goldstein nog duizend mark schuldig. Toen toonde mijnheer Goldstein zijn grootmoedigheid; hij bood aan om den jongen Geluk een plaats te geven op zijn kantoor tegen een loon van twintig mark per week. De helft van dat loon zou hij echter elke week inhouden totdat de schuld van zijn vader met de bijko mende rente geheel was aangezuiverd. Rudolf Geluk deed, als hij op ’t kantoor was, steeds zijn plicht, hij was beleefd jegens ieder en zijn werk was steeds net en nauwkeurig. Het was de tijd dat Rudolf Geluk naar huis moest om het middagmaal te gebruiken. Hij klopte aan de deur van het kantoor van zijn patroon en zeide: Mijnheer, ik ga eten. Goed, riep de geldschieter. De jonkman verliet het huis. Gewoonlijk sloeg hij rechts af en de straat in, nu sloeg hij links om en ver dween in een stille zijstraat, waar een man langzaam heen en weer stapte en die man was niemand anders dan Frederik Schmelzer, commissaris der geheime politie. Schmelzer had door slachtoffers van Goldstein hooren spreken over denjongen Geluk; voorzichtig had hij kennis met hem aangeknoopt om hem uit te hooren. Weldra had hij aan den jonkman de bekentenis ontlokt, dat deze zijn patroon haatte en verachtte. Openlijk bekende Schmelzer hem toen, dat het der politie van groot be lang was te weten te komen, in hoeverre Goldstein en Hollenberg bij het afsluiten van sommige overeenkom sten elkaar in de hand gewerkt hadden. 48) Koert Hollenberg bevond zich in vreeselijke geldverlegenheid. Bij de laatste wedrennen had hij zware verliezen geleden en hij genoot niet langer de groote voordeelen, die hij had getrokken uit het aanwer ven van klanten voor Goldstein en andere geldschieters. Nadat hij graaf Ahlers in kennis had gebracht met een ontslagen gevangene, die een valschen naam voerde en onder verdenking stond den graaf vermoord te hebben, trokken alle vrienden en bekenden zich van hem terug. Verscheidene lieden, mee wie hij vroeger vertrouwelijk had omgegaan, vermeden hem opzettelijk en toen hij zich na afloop van het gerechtelijk onderzoek in zake den moord weder eens op de renbaan vertoonde, was de houding zijner bekenden bepaald beleedigend. Ieder was bang om met hem in gesprek te worden gezien; hij moest bij zichzelven erkennen, dat hier zijn rol uit gespeeld was. Zijn laatste hoop was gevestigd op het ontvangen van zijn aandeel der vierhonderd duizend mark. Dit was voor hem toereikend om naar elders te gaan totdat de storm was overgewaaid. Doch uit een schrijven van Goldstein vernam hij dat de levensverzekeringsmaat schappij de uitbetaling voorloopig weigerde, totdat be wezen zou zijn, dat de moord in geenerlei verband stond met de polis op het leven van graaf Ahlers. Bij dit alles kwam nog dat zijn schoonvader, dien hij VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Zaterdag, den 30 September 1905, ’s namiddags 61/, uur. Tegenwoordig zijn eerst 13, later 14 leden; afwezig met kennisgeving de heer R. S. H. Visser. Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling: 1. Resumtie der notulen. Na lezing door den Secretaris, worden de notulen der ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. met algemeene stemmen is benoemd, met ingang 1 October a. s. op eene jaarwedde van f 100. 4. Verordening op de heffing en invordering markt- en weeggelden voor vee. De Voorzitter herinnert, dat de thans geldende ver ordening op 6 September 1904 ongewijzigd opnieuw werd vastgesteld, omdat de nieuwe veemarkt toen nog niet klaar was. Thans, nu die markt gereed is, wen- schen B. en W. eenige wijzigingen in de verordening aan te brengen. Zoo wordt thans voor groot vee, als van Rossen alhier, namens de leeraren aan het gym nasium alhier, van gelijke strekking als het adres sub o; s. Een idem van het Bestuur der Afd. «Sneek* van het Nederlandsch Werklieden-Verbond «Patrimonium», sympathie betuigende met het verzoek onder h ge noemd. De Voorzitter stelt voor, de adressen sub d, e, fen q bij de behandeling der begrooting voor 1906 nader onder de oogen te zien de adressen sub m, o en r nader te behandelen, afgescheiden van de begrooting voor 1906; de adressen verzoekende verlaging van cokesprijs vóór den aankomenden winter ter thfel te brengen de adres sen sub c en p ter nadere behandeling voor te bereiden en de verdere niet-gememoreerde ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. De heer Beekhuis vraagt, of er ook iets naders bekend is in verband met de resolutie sub ker moet protest aangeteekend zijn door het Kerkbestuur der Ned. Herv. Kerk tegen bedoeld raadsbesluitspr. zou gaarne ver nemen op welke gronden dit is geschied. De Voorzitter zegt, dat Burg, en Weth. destijds in de besliste overtuiging verkeerden, dat het verzoek van den heer van der Laan gemeentegrond betrofook bij de vernieuwing der veemarkt zjin moeilijkheden voor gekomen. Toen hebben B. en W. het contract met de Ned. Herv. Kerk meermalen onder oogen gehad, doch men meende dat de door den heer van der Laan in gebruik gevraagde grond aan de gemeente behoorde. Ook.de president-kerkvoogd, de heer Boerrigter, was in de vorige vergadering aanwezig en heeft tot bedoeld besluit medegewerkt. Eenige dagen, nadat het raadsbesluit was genomen, kwam een adres dienaangaande van heeren Kerkvoogden in. De zaak zal echter nog nader worden onderzocht en dus kan men hierop moeilijk vooruit loopen. Indien mocht blijken, dat B. en W. in dezen hebben gedwaald, dan is dit te goeder trouw gebeurd. Bovendien wor den de besluiten van den Raad steeds onder goedkeuring van Ged. Staten genomen, zoodat ook van deze zijde de zaak nauwkeurig zal worden onderzocht, teneinde een en ander tot klaarheid te brengen. De heer Veen zou de adressen betreffende den prijs der cokes eerstdaags bij de behandeling der begrooting ter tafel wenschen te brengen, wijl de winter aan staande is. De Voorzitter herinnert, dat de begrooting veel tijd in beslag neemt en men dan alleen de hoogst noodige zaken onder handen kan nemende verzoeken om verlaging van den prijs der cokes zullen echter nog voor den intredenden winter worden behandeld. 3. Benoeming van een onderwijzeres in de nuttige handwerken aan school no. 3. Burg, en Weth. dragen ter benoeming voor, de eenige sollicitante, mej. Jacoba van Maanen alhier. De uitslag der stemming is, dat mej. J. van Maanen met algemeene stemmen is benoemd, met ingang van spoorde om terpen te maken, om nood met have en vee daarop te kunnen vluchten. Zooals we reeds zeiden, vorderde dit terp- maken niet zoo vlug; er moest heel wat mod der bijeengebracht worden. (Natuurlijk waren de terpen, toen ze gereed waren, hooger dan men ze nu ziet, omdat ze sedert zijn inge zakt.) In het laatst der 8e eeuw werden vele nieuwe terpen gemaakt en bestaande opge hoogd, o. a. te Koudum, Almenum, Midlum, Herbajum, Hitzum, Winsum, Tjum, Dronrijp, Uitgong (Berlikum), enz. Het dorp Slappe- terp heette oorspronkelijk Slaperterp (denk aan Slaperdijk). De eerste kerken werden ook op zulke ter pen gebouwd, z. a. te Midlum, Wijnaldum, Pietersbierum, Sexbierum, Oosterbierum, enz. De dorpen Genum, Reitsum, Lichtaard heetten van ouds her de Vlieterpen. Ook de kerken van Ferwerd en Hoogebeintum zijn op hooge terpen gebouwd. Verder vindt men deze ter pen ook veel in Ferwerderadeel en de beide Dongeradeelen. Aan het höoge terp te Win sum (Fr.) had men 3 jaren lang gearbeid; in 806 was ’t voltooid. In de tegenwoordige tijden zijn de terpen niet meer noodig, omdat de zeedijken sterk genoeg zijn om de zee tegen te houden. Vele terpen worden daarom afgegraven. Want de grond is uitstekend; terpaarde heeft voor de verbetering van gronden veel waarde. Het behoeft ook niet te verwonderen, dat juist bij ’t afgraven dier terpen zoo vele belang wekkende dingen gevonden worden, die kun nen dienen, om licht te verspreiden over de levenswijze en gewoonten van voor duizend en meer jaren. In ’t museum te Leeuwarden bestaat een heele verzameling van voorwerpen in de terpen gevonden. toch altijd goed had behandeld, onder den invloed was gekomen van de rondgaande praatjes. De man drong bij zijn dochter aan, dat zij zich van Hollenberg zou laten scheiden en Melly, die zeer onder den indruk van den moord was, had daar wel ooren naar. Zij sprak ervan dat zij haar vroeger beroep weer opvatten en een kunstreis in Duitschland wilde onder nemen. Ook kwam Hollenberg te weten, dat zij met dit doel voor oogen reeds in onderhandeling was met een artisten-agentschap; haar vader zou haar op die reis natuurlijk vergezellen. Hollenberg was zeer zenuwachtig en terneergeslagen. Hij zag dat hij door ieder verdacht werd, zelfs door zijn eigen vrouw. Onder deze omstandigheden zou hij van haar geen geld kunnen loskrijgen, en geld moest hij hebben. Hij wilde heimelijk verdwijnen en naar Amerika gaan. Blijkbaar wenschte Goldstein alle verkeer met hem af te breken. Als hij nu begon Goldstein lastig te vallen, dan was hij bijna zeker, dat die in zijn lafhartigheid hem een goede som op afkorting zou geven, wanneer hij, Hollenberg, buitenlands ging. Alzoo besloot hjj om den volgenden morgen een be zoek te brengen.aan Goldstein, hem wat «komedie® voor te spelen en hem een flinke som af te persen. Rudolf Geluk, de klerk met zijn onschuldig voorko men, beantwoordde niet de vriendelijke genegenheid van zijn patroon Goldstein, integendeel, hij koesterde tegen dien man een diepen haat, welken hij slechts met moeite verborgen hield. Hij kon maar niet vergeten, dat zijn vader hem eens met een brief naar den geldschieter had gezonden, waarin deze dringend werd verzocht om eenig uitstel van betaling voordat hij de meubelen van zijn schulde naar gerechtelijk liet verkoopen. «Uitstel* wilde mijn- Wat Schmelzer van den jongen klerk vernam, liet hem niet meer in twijfel. Beiden hadden er belang bij gehad, graaf Ahlers te «plukken*; bovendien had Geluk nog toevallig een paar woorden opgevangen, waaruit bleek, dat Hollenberg bij den dood van graaf Ahlers zijn aandeel zou ontvangen inde winst, die de polis der levensverzekeringsmaatschappij opleverde. Welnu, mijn vriend, sprak Schmelzer, zoodra deze naast hem was, brengt ge verder nieuws? Ja, Hollenberg is er dezen morgen geweest; hij ging dadelijk in de kamer van den patroon. Spoedig waren zij in twist, waarbij luid gesproken werd. Hollen berg wilde geld hebben en Goldstein verwenschte hem en zei, dat hij de geheele zaak had verdorven, zij zouden nu geen penning van de levensverzekeringsmaatschappij ontvangen. Daarna spraken zij zacht, zoodat ik niets kon verstaan, ofschoon ik met het oor tegen de deur luisterde. Doch Hollenberg kreeg geld, want mijn pa troon trok een wissel van vierduizend mark en stuurde mij dadelijk uit om er geld voor te halen. Best, ge hebt mij kostelijk inlichtingen verschaft, jonkman, ik zal zorgen, dat ge uw loon daarvoor krijgt. Ik wil niets hebben, antwoordde de jonkman op trotschen toon. Ik verkoop mij aan niemand, ik geef u inlichtingen, omdat ik Goldstein voor een schurk houd. Hij heeft den ondergang van mijn vader bewerkt en steeds heb ik plannen gekoesterd om wraak te nemen, als daartoe de gelegenheid mocht komen. Wel, ik geloof, dat ge die gelegenheid nu ge vonden hebt en bovendien bewijst ge daarmee nog een grooten dienst aan de menschelijke samenleving, zei Schmelzer. Doch laten wij nu scheiden, in deze om standigheden moogt ge geen gevaar loopen uwe betrek king te verliezen. Zij scheidden. Over dit onderwerp kan veel geschreven worden. We zullen 't echter slechts kort maken. Wanneer de Friezen hier gekomen zijn? Men weet ’t niet, doch denkelijk nog eerder dan de Batavieren, die omstreeks 100 jaren voor onze jaartelling uit Duitschland hierheen togen. Deze gewesten zagen er voor de Friezen ook niet erg aanlokkelijk uit. Denkelijk woon den de eerste bewoners op de hoogere zand streken van Drente, waarvan nog de daar aanwezige hunebedden getuigen. Ook Gaaster- land en ’t Oosten of Zuidoosten onzer provin cie werd dra bewoond en denkelijk gingen de daar wonende Friezen alleen des zomers naar de lage, moerassige streken, die nu de Wad den en verder de klei- en laagveenstreken van ons gewest vormen. Doch de kleistreken, die door overstroo- mingen steeds hooger kwamen te liggen en steeds vruchtbaarder werden, trokken de men- schen meer aan dan de schrale zandstreken. Langzamerhand gingen de Friezen die klei streken meer bevolken en om zich tegen over- stroomingen en hooge vloeden te beveiligen, werden met gezamenlijke krachten langs de Noordzee en Middelzee talrijke heuvels of terpen opgeworpen. Op deze wijkplaatsen of vliedbergen sloeg men zijne woningen op en steeds werden die terpen nog verhoogd. Ook de aarden lijkbussen hunner afgestorvenen be groeven ze daarin. Eerst later, toen de zee hoe langer hoe meer stukken van deze gewesten afnam, werden de dijken gemaakt, die eerst heel zwak waren en tegen stormvloeden bijna geen beschutting boden. Wanneer de eerste terpen opgeworpen zijn, valt moeielijk te zeggen; de oude kronieken vermelden er niet veel van. Even als met andere zaken, ging ’t hiermee ook heel lang zaam aan. Ook van de Batavieren en andere stammen, die ons land bezetten, leest men, dat ze de hoogten opzochten en die verhoogden, of dat ze zelf hoogten (terpen) maakten. Men leest van Adgillus, die in 630 koning der Friezen werd, dat hij zijn onderdanen aan- op 5 September j.l. gehouden vergadering onveranderd goedgekeurd en gearresteerd. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. De Secretaris doet mededeeling van: a. Een schrijven van mej. H. van der Weij, onder wijzeres alhier, daarbij dank betuigende voor het haar toegestaan verlof b. Alsvoren van F. Bergsma alhier, berichtende dat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan de herhalings school onder dankbetuiging aanneemt c. Een adres van W. de Wit alhier, verzoekende verhooging zijner toelage uit de gemeentekas, overeen komstig het raadsbesluit van 21 Oct. 1904 d. Een idem van H. Schotsman, F. Koning, S. Siebrands, R. Boeijenga en A. Kappenburg, agenten van politie voor de nachtdienst alhier, verzoekende verhoo ging hunner jaaiwedden; e. Een idem van 0. Wielsma, agent van politie alhier, van gelijke strekking f. Een idem van J. Jansen, gaarder der veemarkt- gelden alhier, van gelijke strekking; g. Een adres van L. de Vries en 31 mede-ondertee- kenaren, allen leden van het pensioenfonds dezer ge meente, verzoekende wijziging en aanvulling van het bestaande pensioenfonds-reglement h. Een idem van het Bestuur der Sociaal-Democr. Arbeiders-partij alhier, verzoekende de cokes van de Gemeente-gasfabriek voor de arbeidersklasse tegen ver minderden prijs beschikbaar te stellen i. Eene resolutie van hh. Gedeputeerde Staten de zer Provincie, houdende goedkeuring van ’t raadsbesluit tot af- en overschrijving van een post der gemeente- begrooting, dienst 1905 j. Een idem, houdende goedkeuring van het raads besluit van 5 Sept, jl., tot wijziging der gemeente- begrooting, dienst 1905 k. Een idem, waarbij de beslissing wordt aangehou den omtrent het raadsbesluit van 5 Sept, jl., tot on- derhandsche verhuring van een stukje grond aan J. vari der Laan alhier l. Het proces-verbaal van kasverificatie bij den ge- meente-ontvanger, gehouden op 14 Sept. jl. m. Een adres van J. v. d. Veen e. a. onderwijzers bij het openbaar lager onderwijs in deze gemeente, ver zoekende eene verhooging der vergoeding voor huis huur voor gehuwde mannelijke onderwijzers n. Twee ongezegelde adressen van het Plaatselijk Arbeids-Secretariaat en van de Afd. «Sneek* van den Algemeen Nederlandschen Typografenbond, betreffende het onderwerp in het adres sub h genoemd o. Een adres van het Bestuur der vergadering van leeraren der Hoogere Burger School, verzoekende eene regeling hunner jaarwedden te maken naar het model voor de Rijks Hoogere Burgerscholen, gewijzigd naar plaatselijke toestanden p. Een idem van het Bestuur der Timmerlieden- vereeniging «Ons Belang* alhier, verzoekende, zoo mo gelijk in de bestekken der gemeentewerken op te nemen dat bij slappe werkzaamheden er op gelet zal moeten worden, dat de timmerlieden, woonachtig in deze ge meente, hunne arbeidskracht daaraan zullen besteden q. Een idem van J. Giliams, concierge aan het Rechtsgebouw alhier, verzoekende verhooging zijner jaarlijksche toelage van f 40 op f 60 r. Een idem van de heeren Dr. J. L. Chaillet en L. 11- ilio. 5 I 3- •URANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1