MUftX- Bi UH i:itTEYHEKI. Xh Sport- on We-lrMen. I WK SIM ia «MSTKEffi. DE DOODE MILLIOINAIR. Zaterdag 11 November 1905. 60e Jaargang. West-End-Coats. Jongeh. Cabanes. OPENBARE VERGADERING GROOTE KEUZE Ho. 90. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Demi-Saisons. Jongeh. Demi-Saisons Overjassen. Jongeh. Overjassen. Jongeh. Jekkers. Winter-Colberts. Feuilleton. HOOFDSTUK XLI1I. ze nu is. Nu is in die school niet dezelfde neutraliteit als 50 jaren geleden. Toen hadden de predikanten grooten invloed op die scholen; ’t hoofddoel van het onderwijs was in de eerste plaats godsdienst. In de 18e eeuw was ’t de Maatschappij tot N. v. ’t A., die al gauw merkte, dat er in ’t onderwijs iets was, dat niet geschikt werd bevonden voor kinderen. Wel wilde men aan dat onderwijs een godsdienstig karakter geven, maar ’t moest niet vermengd zijn met dog matiek. Van dat oogenblik af dagteekent de strijd tegen ’t kerkelijk onderwijs. De titel van «Openbare School» kwam eerst in 1806 voor den dag, toen men de openbare school tot een in richting wenschte te maken, geschikt voor alle gezind ten. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. VOLKSONDERWIJS, afd. Sneek Spreker de heer Th. M. KETELAAR, Lid der Tweede Kamer, te Amsterdam. den, vermaanden hem nogmaals bedaard te blijven, wanneer hij met onbeschadigde ledematen in den wa gen wilde komen. Daarop leidden zij hem de trap af, op den voet gevolgd door de vrouw. Onder aan de trap versperden drie of vier woest uitziende kerels den weg. De beambten wisten echter, met wie zij te doen hadden; zij lieten hunne revolvers een paar seconden zien en daarop zeide Schmelzer heel bedaard: Menschen, maakt een beetje ruimte, wij hebben hier een half dozijn sterke manschappen, daartegen kunt gij toch niets uitrichten. Dit begrepen de mannen ook, en bovendien was de »Prins« hun tamelijk vreemd. Doch nu begonnen de wij ven te schreeuwen en te schelden; een van haar wierp zelfs met een dakpan naar de politie. Ongelukkiger wijze trof zij den «Prins*, die, razend van pijn, haar dapper uitschold. Twee minuten later waren de «Prins* en Kalmuck veilig geborgen in den wagen. Onderweg werd Kalmuck, die nog steeds bewusteloos was, afgegeven in een hospitaal. De geneesheer verklaarde, dat zijn toestand zeer bedenkelijk was. Toen Proft en Schmelzer elkaar den volgenden mor gen wederzagen, kon men den laatstgenoemde zeer goed aanzien, dat hij zich verheugde over de zegepraal van zijn inzicht der moordgeschiedenis. Weet ge het al? waren de eerste woorden, waar mee hij Proft begroette. Kalmuck ligt te sterven! hij heeft echter nog een volledige bekentenis kunnen afleg gen. Hij verzekert, dat hij in vereeniging met den «Prins* den diefstal heeft gepleegd, en dat de «Prins* den graaf vermoord heeft. De gestolen juweelen zijn alle in han den gesteld van Maurits Geiger, die dezen morgen gevangen genomen is. Spreker vroeg of dit nog zoo is, of dat vergadering- houden niet een verkiezingsleuze is geweest, of dat vergaderen nu aan den kapstok moet worden gehangen. Savornin Lohman, herinnert de heer K„ noemde dat druk ageeren voor de openbare school vóór de verkie zingen een opgebrand vuur, dat uit niets anders bestond dan stroo. Een gelukkig verschijnsel noemde spreker ’t, dat men, inplaats van de zaakjes aan den kapstok te hangen, op tal van plaatsen in den lande, reeds weer gaat verga deren, om over dat openbaar onderwijs te spreken. De openbare school in ons land is ’t instituut, waar a. s. staatsburgers zullen gevormd worden. Als de heer K. spreekt over «De beteekenis der Openbare School», dan ligt ’t in zijne bedoeling, die openbare school te verdedigen, niet de bijzondere aan te vallen. Onze openbare school is niet altijd zoo geweest, als 59) Met ’n schorren kreet sprong de «prins* op en greep naar den knuppel, die op den vloer lag. Van buiten had men een geweldigen stoot tegen de deur gegeven; deze sprong open, en twee mannen, met revolvers gewapend, stormden de kamer in. Werp dien knuppel weg, of je bent een kind des doods! riep de voorste den «prins» toe. We zijn van de politie en nemen jelui gevangen als de moordenaars van graaf Ahlers! De «prins* pakte met een vreeselijken vloek zijn kameraad Kalmuck bij de keel. Schurk! riep hij. Dat is jouw werk! Terwijl Schmelzer met zijne revolver Kalmuck tracht te te beschermen, wilde Proft den woedenden prins overmeesteren; doch voor hem dit gelukte, gaf deze in zijne kwaadaardige woede Kalmuck zulk een zwaren slag, dat de man neertuimelde zonder een kik te geven. Eerst toen gelukte het den woestaard bij de armen te grijpen en hem te binden. Hierbij kwam nog de vrouw te hulp, die beneden had gestaan; zij legde den «prins* de handboeien aan. In zijne blinde woede had hij eerst al zijn aandacht op Kalmuck gevestigd; nu keek hij de beide indringers aan en herkende hen onmiddellijk. Een mooie verrassing! krijschte hij woedend. Die hond daar draagt er de schuld van, dat ik niet minstens een van jelui om koud heb gemaakt. En met ’n spottenden blik op Kalmuck, die voor dood op den vloer lag, zeide hij Die ziet er uit, of ik hem het licht heb uitgeblazen; dat zou maar goed zijn ook, dan babbelt hij niet meer. Ge kunt nu wel gaan en onze mannen hier halen, sprak Schmelzer tot de vrouw. Wij zullen hem wel zoolang in bedwang houden. Hij moest het niet wagen zich nog te verroeren, zeide Proft dreigend. Toen de «Prins» zag dat hij machteloos was, zweeg hij en nam plaats op een half gebroken stoel. Misdadigers van zijn soort zijn nergens zoo gevoelig voor als voor lichaamspijn. Met vaste schreden stappen zij naar het schavot, maar zij schreeuwen als een kind wanneer zij met een politiestok geslagen worden. Nu moet je met ons mee, zonder tegenstand te bieden; onmiddellijk komen hier nog eenige politieman nen, beneden wacht de gevangenwagen. Wanneer je door schreeuwen de aandacht poogt te trekken, maak ik gebruik van mijn wapen. Daarop knielde hij bij Kalmuck neder. Hij schijnt hem den schedel ingeslagen te hebben, wij moeten hem zoo spoedig mogelijk vervoeren. Er werden voetstappen op de trap hoorbaar de vrouw kwam terug met twee politieagenten. Beneden hoorde men luide mannen- en vrouwenstemmen. Zij maken veel drukte, zeide een der politieagen ten, maar beneden staat de wagen gereed onder be scherming van onze mannen. Neemt dezen maar eerst, beval Proft, op Kal muck wijzende, die bewusteloos lag en moeilijk adem haalde. Die moet zoo spoedig mogelijk geneeskundige hulp hebben. Proft en Schmelzer namenden «Prins* in hun mid- Vertelde hij ook, hoe zij het huis waren binnen gekomen? vroeg Proft. Ja, zij hadden den diefstal reeds lang beraamd en wachtten steeds op een goede gelegenheid. Dien avond zagen zij den graaf met een vriend huiswaarts gaan. Toen die vriend afscheid nam, bleef de graaf nog een paar minuten aan de deur staan. Daarvan maakten de schurken gebruik om den graaf te overvallen; blijkbaar was Heinz Werling die vriend; de schurken hebben hem niet herkend. Ge ziet, dat ik gelijk had, toenik beweerde dat Heinz Werling onschuldig was. Dat is waar, erkende Proft, en hij drukte zijn ambtgenoot de hand. Mijn oprechte gelukwensch, Schmelzer! Maar hoe staat het nu met Robert Werling? Wij moeten toch hooren, wat hij te zeggen heeft. Waarde vriend, wij hebben elkaar in deze zaak ter zijde gestaan; de lof komt niet aan mij alleen, maar wel aan ons beiden toe. Laat Robert Werling nu aan mij over, wilt ge? Voor mijn part goed dat ben ik u verschul digd doe met hem, wat ge wilt. HOOFDSTUK XLIV. Met een vreugdekreet sprong Heinz Werling op. Zoodra Kalmuck zijne volledige bekentenis had afgelegd, was Schmelzer naar de Diergaardestraat gevlogen om hem het goede nieuws mede te deelen. Zoodra zijne vrouw eenigszins was bekomen van den blijden schrik dat haar man nog leefde, had Heinz haar alles verteld, wat hij gedaan had. Zij koesterde ook niet den minsten twijfel aan zijne onschuld; maar de gedachte dat elk oogenblik aan het licht kon komen, dat hij Heinz Werling was, en zijne gewaagde onderneming dan dienst zou doen als bewijs voor zijne schuld, liet haar geen minuut met rust, of schoon hij haar zooveel mogelijk geruststelde. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Voor ’n volle zaal sprak Dinsdagavond in Amicitia de heer Th. Ketelaar, lid der 2e Kamer, daartoe uitgenoodigd door de afdeeling Volksonderwijs, over «De beteekenis der Openbare School*. In een gloedvolle rede wees spreker er op, dat de openbare school nu meer dan ooit steeds op post meet blijven staan. In de zes eerste maanden van dit jaar, toen er door de tegenpartij de strijd tegen de openbare school met alle felheid werd gevoerd, werden er door de voorstan ders dier school tal van vergaderingen gehouden, om voor hun inrichting front te maken. Men wees er op, dat ’t in ons land noodig was een dus danige inrichting te hebben; voor ons land met zijn tal van secten, was ’t van ’t grootste belang een natio nale school te bezitten. In de eerste plaats had men dan te letten op ’t gemeenschappelijk belang, n. 1. om de kinderen op te voeden tot goede a. s. Staatsburgers en niet te vragen, wat men geloofde, maar wat in ’t belang was, om ’t land tot bloei te brengen. Dat bleef echter niet zoo. Na 1815 kwam er al gauw roering in de gemoederen. Men vond de bepaling in de Grondwet niet voldoende. In 1829 had men reeds getracht die wet te veran deren. De zaak bleef echter zoo ’t was tot 1848, toen de Grondwet herzien werd en ’t bekende art. »’t Openbaar onderwijs de aanhoudende zorg der Regeering» enz. er in werd opgenomen. De inrichting van dat onderwijs moest zoo zijn, dat ’t geen aanstoot gaf aan iemands godsdienstige be grippen. Tot voor 1857 werd de oprichting van bijzondere - scholen geweigerd. ’t Lager onderwijs werd, zoo bekend is, geregeld bij de wet in 1857, waarin art. 23, over ’t neutraliteits-be- ginsel handelt. Dat aitikel werd al spoedig door de a. r. partij aan gevallen. In 1867 ging er ook uit Rome een stem op dat de openbare school niet geschikt voor de natie was. Nog 30 jaar later, kwam deopperrabijn Dunne met ’t idéé dat ook de Joden zich zouden afscheiden. In 1887 werd onder de regeering van Mackay ’t be kende wetsartikel aangenomen, waarbij aan de bijzondere scholen subsidie zou worden verleend. In 1905, laatste Schoolwetswijziging, werd die subsi die veel verhoogd, waardoor de bijzondere scholen zich vrijer konden ontwikkelen en tot grooteren bloei komen. En daarna kwam spreker weer terug op de quintes- sens zijner rede, n.l. ’t streng doorvoeren van de neutra liteit op de openb. school. In de eerste plaats is neutrali teit niet voor de ouders, maar voor ’t kind (’t verstand, ’t hart ’t gemoed van het kind, zij alle varen er wel bij.) Dogmatiek en leerstellig onderwijs is absoluut onbe grijpelijk voor ’t kind. Getracht moet worden naar een ware en goede neu traliteit. Laat ons in ’t kind datgene griffen, wat in ’t kind zal blijven. Door langen omgang met de kinderen, weten we wat ze niet begrijpen, ’t Doel van het onderwijs is, om van ’t kind een gelukkig mensch te maken. In den tegenwoordigen tijd zijn voor een gelukkig GEBfl BERVOETS, Heeren- ei KWMM. OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1905 | | pagina 1