TOOR Sll.il i OiWREffi.
I
BI
Bekendmaking Hinderwet.
MI1WS- EJ llifElUWIEliLAli
kinderliefde.
r/
Woensdag: 20 December 1805.
GOe Jaargang.
No. 101.
BEKENDMAKING.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieels Advertentien,
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
A
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek, brengen ter openbare kennis de volgende
KENNISGEVING.
Pt
I
2.)
Driftig had de jonge koopman het telegram ingezien,
een gloeiend rood overtoog zijne wangen, maar toen hij
het ten einde toe gelezen had, werd hij witter dan het
linnen, dat de tafel bedekte, waarop hij leunde.
De bode kan gaan, sprak hij tot het wachtende meisje
en neemt gij den kleine mede; het is noodzake
lijk, dat hij zich, na de vermoeienissen van dezen
avond, vroeger dan anders ter ruste begeeft. Goeden
nacht, mijn beste jongen.
Met hartelijke teederheid sloegen zich de korte arm
pjes van het kind om zijnen hals en drukten de zachte
kinderlippen zich krampachtig op de wangen des va
ders. Dan naderde Willy ongaarne en met geheimen
angst de elegante vrouw op de sofa.
Goeden nacht, zeide zij, terwijl ze vluchtig met de
lippen het voorhoofd van den knaap aanraakte.
Nog eenmaal vlogen de glanzende bruine oogen van
Willy op den wassen engel, voor en aleer hij aan de hand
van het dienstmeisje ’t vertrek verliet.
In de behagelijke kamer, waar het frissche groen van
den kerstboom een aangenamen geur verspreidde, bleef
het eenige minuten doodstil; alleen hoorde men somwij
len het geknetter van een dennentakje, als het zacht in
aanraking kwam met het eindje eener brandende kaars.
De jonge vrouw zat achteloos, het hoofd steunende op
de handen, met de moede koude oogen op de gedekte
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op de desbetreffende bepalingen der Hinder
wet
Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Secreta
rie dier Gemeente ter visie ligt een bij hun college
ontvangen verzoekschrift met bijlagen van:
de firma L. COCK, in koloniale waren te Sneek,
strekkende tot het erlangen van vergunning tot het
oprichten eener bewaarplaats van petroleum in het ge
bouw, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie B, no.
2003, staande aan de Havenstraat.
Dat op Woensdag, den 3 Jan. 1906, des mid
dags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaargelegenheid
zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek
bezwaren in te brengen en deze mondeling of schrifte
lijk toe te lichten en dat zoowel de verzoekster als zij,
die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie
dagen voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der Ge
meente, in de gewone bureau-uren, van de ter zake
ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 20 Dec. 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
tot Boekhouder S. Baarda, beiden aftr.;
Ni/land: tot Armvoogd Sake Tiemersma, tot Boek
houder W. Straatsma, beiden aftr.;
IJsbrechtum, dims en Tjalhuixum: tot Armvoogd
Klaas Bootsma, tot Boekhouder Sietze H. Reitsma, bei
den aftr.;
Scharnegoutum en Loènga-, tot Armvoogd Tjipke
Boersma, tot Boekhouder Roelof Walda, beiden aftr.;
Goenga, Gauw en Offingawier. tot Armvoogd G.
van Dijk, in de plaats van W. G. Jellema, die niet we
der in aanmerking wenschte te komen, tot Boekhouder
G. Wielenga, aftr.
4. Adres van den Kerkeraad der Ned. Herv. Ge
meente te Gaastmeer, tot wederinhuring schoollocaal
en huur van de onderwijzerswoning met tuin etc. al
daar.
Adressant verzoekt, zoodra de tijd der tegenwoordige
pacht verstreken is, het thans gebruikt wordend school
lokaal weder in huur te mogen ontvangen en tevens
de ledigstaande onderwijzerswoning met tuin en scha
penweide te mogen huren.
Mede is ingekomen een verzoek van Sierd Westra,
vrachtrijder te Gaastmeer, om evenbedoelde tuin en
weide, welke hij over 1905 in pacht heeft gehad voor
f 10, weder voor dezelfde pachtsom gedurende 3 jaar
te mogen inhuren.
Burg, en Weth. stellen voor, nu met 1 April a. s. de
huur van het schoolgebouw is verstreken, wederom
tegen denzelfden pachtsom van f 40 het thans gebruikt
wordend schoolgebouw voor 1 jaar aan adr. te verhu
ren. Voorts hebben B. en W. geen bezwaar de le
digstaande onderwijzerswoning met tuin en weide,
mede voor den tijd van 1 jaar, op nader door B. en W.
te stellen voorwaarden, aan adr. in huur af te staan,
en meenen zij hiervoor de pachtsom niet hooger dan
f 60 te moeten stellen.
De schapenweide apart te verhuren voor 3 jaar aan
S. Westra, tegen een huur van f 10 per jaar, meenen
B. en W. te moeten ontraden.
De heer Wesselius vraagt of in de f 60 huur ook het
gebruik van de schapenpolle is begrepen en of de kosten
van onderhoud voor den eigenaar of voor den huurder
komen.
De Voorzitter antwoordt op de eerste vraag toestem
mend; alles wordt nu in huur afgestaan voor een som
van totaal f 100; het onderhoud wenschen B. en W.
voor rekening der gemeente te nemen.
De heer Wesselius acht de pachtsom van f 60 dan
te laag en zou die op f75 willen stellen.
De heer de Boer vindt een huur van f 100 voor ’t ge
heel, in verband met Nijland, waar voor de school en
onderwijzerswoning f 180 huur wordt ontvangen, en in
aanmerking nemende de stand van het schoolgebouw
etc. te Gaastmeer, niet te hoog.
De Voorzitter deelt ook deze zienswijze.
Daar het voorstel van den heer Wesselius niet wordt
ondersteund, maakt het geen punt van verdere behan
deling uit.
Het voorstel van B. en W. wordt hierop met alge-
meene stemmen aangenomen.
5. Adres van E. D. Riegstra te Abbega, om het per
ceel hooi- en rietland te Nijezijl in huur te mogen
ontvangen.
Adressant, winkelier te Abbega, verzoekt ovenge
noemd perceel hooi- en rietland, gelegen bij het Wijd-
nemingen gewaagd? Of verspeeldet gij het wellicht
aan de beurs?
Harders knikte ontkennend.
Het valt me niet gemakkelijk u de gansche waarheid
te zeggen, maar ik zie in, dat gij het recht hebt die
te vernemen. Het is mijn arme vader, wiens ongeluk
mij met zich sleept.
Uw‘vader? hoe moet ik dat verstaan?
Hij had in zijne zaken al sinds langen tijd met ver
schillende wederwaardigheden te kampen gehad en het
misplaatste vertrouwen op een oneerlijken procuratie
houder maakte den toestand van zijn voor een half jaar
nog zoo bloeiende zaak tot een zeer bedenkelijke. Hij
was echter aandeelhouder in verschillende ondernemin
gen, welke te eeniger tijd nog al belangrijke winsten
moesten afwerpen, en het scheen, dat het hem alleen
aan het noodige geld ontbrak om tot dien tijd zijne
zaken verder te kunnen drijven. Met deze gedachte
was het, dat hij zich, hoe onaangenaam ook, tot mij
om bijstand wendde, en gij kunt begrijpen dat ik geen
oogenblik aarzelde hem ter hulp te komen.
Een bevestigend antwoord, dat zij van haar kant
volkomen met hem instemde, waarnaar bij zoo vurig
verlangde, kwam niet; ongeduldig bewoog zij zich
en zeide:
Ik wil toch hopen, dat gij niet alles opgeofferd hebt?
Niet tegelijk en op eenmaal. Maar het was of mijn
ongelukkige vader uitgekozen was om alle slagen van
het lot te verduren; onberekenbare toevallen lieten
hem voortdurend nieuwe en zware verliezen lijden,
zelfs bij ondernemingen, welke den soliedsten koopman
geen reden tot overdenking zouden gegeven hebben.
Hij kampte als een held, en ik was de ondankbaarste
zoon der wereld geweest, indien ik hem in dezen kamp
niet te hulp was gekomen. (Wordt vervolgd.)
VERGADERING van den Gemeente
raad van Wymbritseradeelop Zaterdag,
den 16 December 1905des voormiddags te
11 uur.
Tegenwoordig zijn 13 leden; afwezig de beeren A. H.
Tromp en S. S. Kooistra.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
Na opening der vergadering door den Voorzitter,
wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken.
Punten van behandeling:
1. Notulen van den 18 November 1905.
Na lezing door den Secretaris, worden ovengenoem
de notulen onveranderd vastgesteld en gearresteerd.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Secretaris doet mededeeling van:
a. Een schrijven van den concierge in het gemeen
tehuis, H. de Boer te Sneek, waarbij hij, onder dank
betuiging, zijne benoeming tot bode ten gemeentehuize
aanneemt;
b. Een idem van J. Boeijenga, telefonist te Woudsend,
houdende dankbetuiging voor de verhooging van zijn
bestelloon tot f 75, tengevolge uitbreiding van de koste-
looze bestelkring voor telegrammen;
o. Een idem van het onderwijzend personeel aan de
o. 1. scholen in deze gemeente, houdende dankbetuiging
voor de verhooging met f 50 van de minima hunner
jaarwedden, tengevolge van de inwerking-treding met 1
Jan. a. s. der nieuwe pensioenregeling voor onderwij-
zers-weduwen en -weezee;
d. Eene resolutie van h.h. Ged. Staten, van 23 Nov.
j.l., waarbij wordt goedgekeurd de gemeente-begrooting
voor 1906;
e. Eene mededeeling van Burg, en Weth., dat de
dorpsreiniging te Oppenhuizen en Uitwellingerga is op
gedragen aan Pier van der Meer te Oppenhuizen, tegen
een bijslag van de gemeente van f 275 per jaar;
f. Een adres van de firma Meijer en Schaafsma, uitgevers
te Leeuwarden, daarbij mededeelende dat ’t haar plan is
eene nieuwe uitgave ’t licht te doen zien van eene at
las met kaarten van alle gemeenten in Friesland en van
Nederland. Alle gemeentekaartjes van Friesland zullen
in de schaal van 1 op 50,000 ook in 1 atlas worden
verkrijgbaar gesteld, ’t Plan is echter afhankelijk ge
steld van de medewerking der verschillende gemeenten.
Voor het werk, wat ook voor deze gemeente van belang
is, vraagt adr. eene subsidie van f 110, waarvoor dan
100 afdrukken van de kaart dezer gemeente worden
verstrekt, terwijl de uitgave ook kan geschieden indien
de gemeente 500 kaartjes tegen 2c cent per stuk voor
hare rekening wil nemen.
De Voorzitter zegt omtrent dit laatste adres, dat de
oude uitgave der gemeentekaarten nog van 1861 dateert;
sedert is veel veranderd, zoodat het wenschelijk zal zijn,
dat de kaarten worden aangevuld en herdrukt.
B. en W. hebben over het verzoek nog niet kunnen
beraadslagen, zoodat daaromtrent nog geen voorstel
gedaan kan worden. Spr. vraagt of men het adres nu
wil afdoen of de behandeling daarvan in eene volgende
vergadering wil doen plaats hebben.
Op voorstel van den heer Wesselius wordt besloten
het adres, ten fine van rapport, te stellen in handen van
B. en W. en het dan in eene volgende vergadering te be
handelen.
De overige ingekomen stukken worden, ingevolge
het voorstel van den Voorzitter, alle voor kennisgeving
aangenomen.
3. Benoeming van Armvoogden en Boekhouders.
Tengevolge periodieke aftreding met 1 Januari a. s.,
zijn door h.h. Armvoogden der verschillende Armvoog-
dijen voor de ontstane vacatures aanbevelingen tei be
noeming ingezonden, terwijl door B. en W. daaraan
dubbeltallen zijn toegevoegd.
Achtereenvolgens worden, allen met algemeene
stemmen, in de vacatures benoemd, voor:
Oppenhuixen en Uitwellingerga-, tot Armvoogd Pieter
J. Bruinsma, tot Boekhouder Gerrit de Jong, beiden
aftredend;
Ilommerts en Jutri/jp-, tot Armvoogd Bauke van der
Velde, tot Boekhouder Gerrit van Koningsveld, beiden
aftredend;
Woudsend, IJpecolsga, Indyk en Smallebrugge-, tot
Armvoogd Hendrik Velzen, tot Boekhouder Jan G. Krol,
beiden aftredend;
Heeg-, tot Armvoogd D. J. Reijenga, tot Boekhouder
Harmen J. de Ruiter, beiden aftredend;
Gaastmeer en Nyhuivunv. tot Armvoogd Willem H.
Kuiper, tot Boekhouder B. E. Meindersma, beiden aftr.,
Oudega, Idxega en Sandfirden tot Armvoogd Jetze
Reijenga, tot Boekhouder N. A. Zwikker, beiden aftr.;
Oosthem, Abbega en Folsgare-, tot Armvoogd R. T.
Abma, in de plaats van R. K. Abma, die niet weder
in aanmerking wenschte te komen, tot Boekhouder
Pieter Koopmans, aftr.
Westhem en Wolsum-, tot Armvoogd Siebren Faber,
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
tafel gericht. Daar klonk buitengemeen vreemd en ge
drukt de stem van den man:
Lieve Helene, ik heb het kind weggestuurd, omdat
ik u noodzakelijk iets mededeelen moest, dat, God weet
het, mij juist op dezen avond verschrikkelijk zwaar
valt. Maar ik heb het recht niet u langer onkundig te
laten van mijnen toestand, nu mij hedende laatste hoop
ontnomen werd, dat het zich nog ten goede zou kunnen
wenden.
Hij hield eenige oogenblikken op, want het was hem
als werd zijn keel vastgesnoerd; zijne vrouw echter
veranderde geenszins van houding en staarde hem on
verschillig aan.
Als het inderdaad onvermijdelijk is, dat ik uw onaan
genaam nieuws verneem, zoo laat hooren, erger dan
men na uwe inleiding zou vermoeden, kan het al niet
zijn.
Ik vrees, dat het u als het ergste zal toeschijnen,
wat gij u hadt kunnen voorstellen en gij zult alle
liefde, welke zich nog voor mij in uw hart bevindt,
moeten aanwenden om den zwaren slag met gelatenheid
te kunnen dragen. Ik ben geruineerd, ik heb alles ver
loren wat ik bezat, zoodat gij op dit oogenblik de vrouw
zijt van een armen man.
Zij richtte zich haastig op en in hare vermoeide oogen
was op eens alle leven teruggekeerd; met grenzelooze
verbazing staarde zij op den man, die daar als gebroken
voor haar stond.
Wat moet dat beteekenen? Gij zegt dat gij alles
verloren hebt, dus ook mijne bruidschat?
Tot nu toe had hij onafgebroken op het tapijt ge
staard; thans echter sloeg hij verontwaardigd zijne
blikken op en sprak:
Een eerlijk man kan alleen verliezen wat hem recht
matig toebehoort. Uw bruidschat ligt onaangeroerd in
de bank, waar uwe moeder hem gedeponeerd heeft.
Houdt gij mij dan voor een dief?
De ontsteltenis, welke zich nog even te voren in hare
trekken afspiegelde, verdween langzaam.
Neen, ik heb u volstrekt niet willen krenken; ’t
spreekt immers van zelf, dat gij u deze gelden niet
kondt toeëigenen; gij hadt mij ook zoo doen schrikken,
dat ik mijne woorden niet genoeg kon wikken. Gij
stelt u natuurlijk met uwe gewone angstvalligheid de
zaak erger voor dan zij werkelijk is. Ik heb volstrekt
geen verstand van handelszaken, maar dit weet ik toch
wel, dat men maar niet zoo plotseling failliet gaat. Zoo
iets overkomt alleen gewetenlooze spelers, zooals mijn
overleden vader als zijne meening placht uit te spreken.
Uw vader dacht, dunkt me, hierover nog al streng;
doch ik heb geen reden om met u over dit punt te
redetwisten, want, naar ik merk, hebt ge meniet goed
begrepen. Ik ben niet failliet, mijne schulden kunnen
tot den laatsten penning toe betaald worden; maar om
ditte kunnen doen, zal ik mijn geheele vermogen moeten
prijsgeven, ja alles wat ik bezit, het is zelfs niet on
waarschijnlijk, dat ik onze kostbaar ingerichte woning
zal moeten verkoopen.
Met verbaasde blikken staarde zij hem aan, als ver
wachtte zij, dat hij in een schaterlach zou uitbar
sten, zóó ongelooflijk scheen haar de zin zijner woor
den toe.
Onze kostbare woning verkoopen! en ge denkt dat ik
dit zoo maar on voorwaardelijk geloof?
Vóór een half uur hoopte ik zelf nog het ernstigste
te kunnen afwenden, doch het telegram dat mij zooeven
gebracht werd, heeft mijne laatste hoop in rook doen
verdwijnen.
Maar mijn God! hoe kon dit dan zoo plotseling ge
schieden? Hebt gij uw geld dan in gevaarlijke onder-
De STAATSRAAD, COMMISSARIS der KONINGIN
in de provincie Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier
provincie, van 7 December 1905, no. 79, le afdeeling J,
alsmede op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad
no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
lo. dat de jacht in deze provincie, voor zoover
betreft de jachtbedrijven, genoemd in art. 15, letters b,
o, d, e en g, der voormelde wet, namelijk de jacht met
windhonden, die met schietgeweer met of zonder staande
honden of brakken, het schieten van waterwild, het
weispel van kwartelen met steekgaren of vliegnet en
het vangen van houtsnippen met laat-, war- of valflou-
wen, met uitzondering van de, ingevolge besluit van
Gedeputeerde Staten voornoemd, van 16 November jl.,
op 2 December jl. reeds gesloten jacht op patrijzen, zal
worden gesloten op Zaterdag den 30 December 1905,
met zonsondergang
2o. dat, met herziening van het besluit van Gedepu
teerde Staten voornoemd, van 24 Augustus 1905, no.
33, le afdeeling J, de uitoefening der jachtbedrijven,
bedoeld bij art. 15, letters c en d, namelijk het jagen met
geweer met of zonder staande honden of brakken en het
schieten van waterwild, uitgezonderd het jagen op
patrijzen, welke jacht reeds is gesloten, ook zal zijn ge
oorloofd op Woensdag, Donderdag en Vrijdag 27, 28 en
29 December 1905.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afge-
kondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, 12 December 1905.
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek, den 18 December 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
1
-c
4
I
Ml
■'5
?T'