lMEUWS- EN AhVELTEWIEBLAD
Het Bier.
De tweede vrouw.
VOOR SM'Lk El MSTffiEJ.
I
o
M
pet.
i
v
Zaterdag 5 Januari 1907.
62e Jaargang.
ITo. 2
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
te
Onderstaande
tabel
Biersoorten.
90,27 0,194 3,95 5,78
0,44
4,88 4,03
I
Naar het Duitsch.
IV.
n
(Wordt vervolgd.)
1
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
(ongeveer 4
bacteriën te
doet dit duidelijk
pet.
Gew. Beiersch 90,3
0,44 0,89
0,84
Moeraswater!
-
H S
pet.
millioen
constateerde dan
flesschenbier niet
voor gewoon
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
8).
Ongeveer acht uur werd er beschroomd aan de
deur van mijn slaapkamer geklopt. Ik deed open en
zag Johanna voor mij staan, het dienstmeisje, dat den
vorigen avond mij welkom had geheeten.
«Mevrouw Kaulfuss laat mevrouw de barones vragen,
of zij beneden komt om thee te drinken,* klonk haar
boodschap en daarbij zag zij mij nieuwsgierig aan. Ik
was reeds geheel gekleed en mijn haar was ook a] in
orde gebracht. Dat vond Johanna grappig en haar
groote mond vertrok zich tot een dwazen lach.
>Ga vooruit,* zei ik kortaf, »ik kom.«
Zij keek mij vorschend aan, toen ging zij vluks
vooruit de trap af. Wij gingen verscheidene deuren
voorbij, voor zij aan den linkerkant de deur van de
woonkamer opende. O, wat scheen de zon betooverend
door de bruinroode tullegordijnen op de zilveren trek
pot en de Chineesche kopjes, die op de helder gedekte
tafel stonden. Door den indruk, dien het woonvertrek
met zijn geheelen inhoud op mij maakte, stond ik iet
wat beschroomd, temeer nu de man mij naderde, die
zijn wel en wee in mijne handen had gelegd.
Ik kleurde en vroeg mij zelven af: «Waarom heeft
hij het toch gedaan?* Toen was alle beschroomdheid
op eens geweken en mevrouw Kaulfuss richtte zich
met iets voornaams in hare bewegingen van de sofa
op. Zij was gekleed in een donkergrijs morgengewaad
en had een kanten mutsje op. Zij naderde mij niet,
maar wachtte blijkbaar op mijne begroeting. Dat zij
daarop eenige minuten moest wachten, lag aan den
baron. Tiefort zag er veel bleeker uit dan gewoonlijk;
hij scheen niet geslapen te hebben. Maar zijn oogen
straalden hartelijk, die met tevredenheid op mij
rusten.
Hij stak mij vrijmoedig de hand toe en bracht de
mijne galant aan zijn lippen om er een kus op te
drukken.
«Goeden morgen, Marie, heb je goed geslapen?
Maar dat behoef ik je eigenlijk niet te vragen, je blo
zende wangen geven daar reeds antwoord op.«
«Kom, laat ons dan thee drinken,* vervolgde hij
vroolijk. «Daarna moet je mij veroorloven, dat ik je
ons huis met bijbehooren tot in de kleinste bijzonder
heden laat zien.*
Weer had hij ongedwongen mijne hand gegrepen en
geleidde mij naar zijn schoonmama. Nu eerst kon ik
haar gelaat goed beschouwen. Hese, stel je voor, een
oudachtig gezicht, zonder eenig spoor van hartstocht
als van een Hernhuttersche en denk u daarbij een
paar donkergrijze oogen, die rusteloos in beweging en
voor iedere booze of lage uitdrukking geschikt zijn.
Koelbloedig liet ik haar doorborende oogen op mij
rusten, doch plotseling verzachtte zij de uitdrukking er
van; het was, alsof hare oogen achter haar breede rood
achtige oogleden verdwenen.
«Goeden morgen, mevrouw Kaulfuss,* zei ik met hel
dere stem, volstrekt niet onderdanig of bevend. Lang
zaam en eentonig antwoordde zij: «Goeden morgen
mevrouw de barones.* Tiefort wees mij toen een plaat
Alleen over twee vertrekken wil ik je wat mededeelen,
namelijk over Tiefort’s kabinet en over zijn bibliotheek.
Het kabinet is klein, maar heel huiseljjk; een dichter
zou er zich op zijn gemak gevoelen.
Het is niet zoo smakeloos overladen met sieraden,
als de andere vertrekken. Ik zag er een groot rouw-
flours, dat over een schilderij hing en waaraan een
immortellenkrans was vastgemaakt. «Elsa*, zei de baron,
op de schilderij wijzende.
»W aarom is de schilderij bedekt?* vroeg ik verbaasd.
«Dat zal je aan mijn schoonmama moeten vragen,*
antwoordde hij spottend en wij gingen daarop de
bibliotheek binnen. Ik werd door een gevoel bevangen,
alsof ik een kerk binnentrad, zooveel indruk maakten op
mij die folianten, die van alle volken en tijden konden
spreken. «01* klonk het onwillekeurig van mijne lip
pen.
Bliksemsnel keek Tiefort om. «Wat scheelt er aan,
Maner* vroeg hij.
«Och niets,* antwoordde ik. Wat gingen mij ook
eigenlijk zijn boeken aan, niet waar?
Om er over heen te praten, vroeg ik hem:
«Heb je ze alle gelezen?*
Hij glimlachte en vroeg: «Je wilt me toch niet on
dervragen, om te zien of ik iets van den inhoud ver
geten heb?*
Hield hij mij voor zoo dwaas, om te denken, dat hij
al die boeken van begin tot einde had doorgelezen?
Daar zou een menschenleven niet voldoende voor zijn.
Ontstemd liep ik daarom verder ofschoon verschei
dene kleine stoelen, bij tafeltjes geplaatst, tot zitten
noodigden.
Tiefort volgde mij.
93.52 - 3,78 2,70
89,08 0,216 4,89 6,03
op den divan aan en ging zelf op een stoel zitten. Ik
draalde met te gaan zitten en vroeg bescheiden: «Zal
ik theeschenken?* Meteen spottend glimlachje viel
hierop mevrouw Kaulfuss in: «Dat is mijn ambt* en
zij stak de hand reeds uit om den theepot aan te vat
ten. Vlug kwam nu Tiefort tusschen beide met de
woorden: «Pardon, mama, u zult wel kunnen begrij
pen, hoe de jonggetrouwde man verlangt, voor de eer
ste maal een kopje thee uit de handen zijner vrouw
te ontvangen als ’t je belieft Marie en hij schoof
mij den pot toe, waarop ik dapper begon te schenken.
Zonder iets te zeggen ging mevrouw Kaulfuss weer
zitten, maar zij dronk niet van de thee, die ik voor
haar had ingeschonken. De baron en ik hielden ons,
alsof wij ’t niet bemerkten en ledigden met genoegen
onze kopjes.
«Slaapt Armgard nog?* waagde ik aan de oude dame
te vragen.
«Het lieve kind heeft veel rust noodig*, antwoordde
zij eentonig; «gewoonlijk wordt ze eerst om tien uur
wakker.»
«O, dat is minder,* zei Tiefort luchtig, «laat ik je
nu eens door ons huis rondleiden, Marie; het laatst
zullen wij Armgard’s kamer een beurt geven.*
Hij stond daarbij op en bood mij vriendelijk zijn arm.
Toen ik dien aannam, moest ik toch even een blik op
mevrouw Kaulfuss werpen, die daar zoo doodstil zat.
Haar blik trof mij als de beet van een slang; ik rilde
er van.
Tiefort geleidde mij nu door het gausche huis, waar
alles orde en netheid toonde. Als huisvrouw vervulde
mevrouw Kaulfuss blijkbaar in alle opzichten haar
plicht. Tot in de kleinste bijzonderheden was alles in
orde. Hoe alles er uitzag, kan ik u niet schrijven.
Door het koken is de lucht uit de wort ver
dreven. De gist echter heeft voor haar stof
wisseling zuurstof noodig. Daarom wordt de
wort in de koelbakken geaëreerd, d. w. z. door
middel van molens, die er in de bakken staan,
wordt er lucht tegen de vloeistof geblazen.
Somtijds, als dit nog te langzaam gaat, blaast
men lucht door de wort heen.
Ook bij lagere temperatuur, tijdens de al
coholische gisting, is de melkzure nog moge
lijk. Bij Faro- en Lambiobier, die men op
natuurlijke wijze laat gisten wat vrij lang
duurt wordt heel wat melkzuur ontwikkeld
(ruim 1 proc.), waarom men weer kandij aan
’t bier toevoegt, ten einde den leelijken smaak
voor een deel weg te krijgen. In verreweg
de meeste gevallen echter gebruikt men ge
kweekte gist, d. i. gewone bakkersgist. Op
deze wijze krijgt de alcoholische gisting zoo’n
reusachtige voorsprong op de melkzure, dat
van deze zoo goed als geen nadeelige ge
volgen te bespeuren zijn.
Bij de gisting wordt ongeveer 5 pct. van het
wortextract, waaronder vooral stikstofverbin
dingen, aschbestanddeelen en een klein deel der
maltose, door de gistcellen voor eigen onder
houd en vermenigvuldiging gebruiktin de 6
of 8 dagen, dat de gisting duurt, is de hoeveel
heid gist 5, 6 of zelfs 8 maal zoo groot ge
worden. Van gistsoort en temperatuur hangt
het af, of de gist zich aan de oppervlakte af
scheidt (bovengist) of op den bodem te vinden
is (ondergist).
co
pet. pet.
0,587 1,05 4,35
1,20 2,97
1,34
0,68 4,70
0,97 1,69
0,611,89
allen vergiftige bestanddeelen bevatten en
de hoofdzaak licht dragers konden worden
van infectie-kiemen. Vooral in choleratijden
moest men oppassen! Dan was bier beter!
Daarin was zooiets onmogelijk; ’t alcoholge
halte biedt daar zekerheid, daarin konden zich
geen ziekmakende bacteriën ontwikkelen. Lie
ver troebel bier, roept Dr. Bode enthousiastisch,
dan limonade.
Maar ook de wetenschap schrijdt voort,
en er is niets, dat haar kan tegenhouden.
Twee onderzoekers hielden zich met deze
kwestie bezig. De een, Dr. H. Fuhrmann, pri-
vaat-docent in technische mycologie (gistings-
wetenschap) aan de technische hoogeschool te
Gray, onderzocht verscheidene soorten van
flesschenbier. Bij de eene waren er in 1 Liter
niet minder dan 1380000 bacteriën! en dit bier
was maar weinig troebel. Een andere, glashel
der, had nog in 1 L. 605000 kiemen. Een
flesch met kurk gesloten uit een brouwerij,
«Bockbier* bevatte per liter 566000 bacteriën,
520000 schimmelspijzen en over de
gistcellen. Dr. Fuhrmann
ook, dat veel soorten van
onderdoen in bacteriën-gehalte
Dit komt, doordat ’t betrekke-
„èlijk klein alcohol-percentage
perc.), niet voldoende is om de
dooden.
Zelfs de ziekte veroorzakende
nismen worden weliswaar in hun
Maar tegenwoordig wordt er zoo ontzettend
veel bier in flesschen getapt, dit wordt aan huis
bezorgd en juist in huis wordt niet zoo gelet
op de meerdere of mindere hoedanigheid van
’t bier. In ’t café, daar houdt de fijnproever
zijn glas tegen ’t licht en is de drank niet hel
der genoeg, dan wordt een ander bokaal ge
geven, maar thuis, och, daar zit je er nu een
maal voor, 't is zoo’n gezeur om dat bier
gaan ruilen, en zoo gaat ’t naar binnen.
Reeds bij de oude Egyptenaren werd uit
gerst bier bereid, doch in 't bijzonder bij de
volken van Noord-Europa, zoowel van Keltischen
als van Germaanschen oorsprong, was bier de
nationale drank. Vooral in de kloosters werd
aan de bierbrouwerij veel zorg besteed, en
zooals bekend is, worden ook tegenwoordig nog
verschillende biersoorten in de kloosters ge
brouwen. Vele steden in Duitschland hadden
vroeger in den bierhandel een rijke bron van
inkomsten, daar het product verzonden werd
tot in Engeland en Scandinavië. Dat ook in
ons land deze handel niet zonder beteekenis
was, blijkt uit de namen van plaatsen o. a.
Brouwershaven, en van havens en kaden, zoo
als Brouwersgracht, Bierhaven, Bierkade.
Onder de bierproduceerende landen staat
Duitschland bovenaan, gelijk uit onderstaande
opgave blijkt. De productie is aan gegeven in
mill. H. L. en heeft betrekking op’t jaar 1901.
Duitschland 70,6 of 27 proc.; Vereen. Staten
68 of 26 proc.; Engeland 59 of 23 proc.; Oos
tenrijk 21,3 of 23 proc.; België 14(2 of 5,5
proc.; Frankrijk 10,4 of 4 proc. De totale pro
ductie bedroeg in dat jaar ongeveer 260 mill.
H.L., waarvan ons land, dat de elfde plaats
innam, er ongeveer 1,5 mill, of 0,6 proc. lever
de. Beieren (München!) leverde van de ge
noemde opbrengst van Duitschland 1/4 of
17,5 mill. H.L.
Het bierverbruik is voor het gemiddelde van
de jaren 1890 tot ’95 als volgt aangegeven,
berekend in Liters en per hoofd: België 182 L;
Engeland 132 L; Duitschland 110 L; Denemar
ken 102 L; Vereenigde Staten van N. Amerika
59 L, terwijl in ons land, dat de 9e plaats in
neemt, het verbruik 34,6 L. bedroeg. Nemen
we nu ’t ronde cijfer 34 L. en voor de bevolking
van Nederland 5 millioen, dan wordt er
jaarlijks in Nederland verbruikt 170 mill,
liter bier of per dag ongeveer een half millioen
liters. Stellen we, dat per L. gemiddeld 10
cents betaald wordt, dan drinkt ’tNederl. volk
per dag voor ongeveer 50000 gulden aan
bier op.
Vervolg.
We zagen aan het slot van ons vorig arti
kel, dat de van de hopblaadjes gezuiverde
wort in de koelbakken werd gepompt, waar zij
snel wordt .afgekoeld. Waarom zoo snel?
Uit de lucht vallen er allerlei gistkiemen in de
wort, ook kiemen, die melkzure gisting ver
oorzaken. Nu heeft gisting niet bij alle tem
peraturen even sterk plaats. De melkzure gis
ting waar het met om te doen is is het
krachtigst op een temperatuur van 25 a 30°;
de alcoholische gisting echter en om deze
is het wel te doen laat men bij de bierbe-
reiding op veel lagere temperatuur plaats heb
ben. Liet men nu de wort langzaam afkoe
len, dan zou een krachtige melkzure gisting
ingetreden en dus de wort (en later ’t bier)
zuur geworden zijn, lang voor de alcoholische
gisting zich flink deed gelden.
De suiker is ontleed in koolzuur en alcohol, vaarlijke limonades en selterswaters, die bijna
Van de 100 KG. gerst zijn in ’t bier nog
slechts weinige stoffen opgelost gebleven en
die zijn nog niet eens alle verteerbaar voor
ons en bevinden zich in een zee van water.
Voor de verloren stoffen is alcohol in de plaats
gekomen. Wat uit de gerst bereid werd,
verloor bij elke bewerking aan voedingswaar
de; door den meerderen arbeid werd het echter
tevens telkens duurder.
Na de hoofdgisting noemt men de gegiste
wort jong bier, ook wel groen bier. Dit is
geschikt om na afschuiming, ook van een
harsachtige stof uit de hop, op ’t vat te wor
den gebracht, waarbij men echter zorg moet
dragen, geen ondergist mee te tappen.
Voor ’t nagisten wordt ’t bier in ligk elders
gebracht, die zeer koel zijn, om ’t langzaam
te doen plaats hebben. Soms maakt men ge
bruik van ijs of, nog beter, rechtstreeks van
de ijsmachines, waardoor een vloeistof van be
neden 0° C. door een buizenstelsel boven in
den kelder heengeleid wordt.
Een derde gisting ten slotte heeft er nog
in mindere of meerdere mate plaats in de fles
schen, waarin het bier gedaan wordt; deze heet
de stille gisting, en kan soms nog zóó hevig
zijn, dat ze de flesschen doet springen.
Het percentage alcohol is niet in alle bier
soorten even groot; evenmin de nog overige
voedende bestanddeelen.
zien:
Gew. Beiersch 90,3 C,
Beiersch Exp. 89,65
Stout
Lagerbier
- l_ L.
Lambio A Faro 89,88
Gerstebier v.
Turnhout S
Ale 89,08 0,216 4,89 6,03 0,53
Uit een onlangs gehouden onderzoek, inge
steld namens den Volksbond, blijkt, dat het al
coholgehalte der Nederl. biersoorten loopt tus-
schen 2,72 perc. en 5,52 perc. Duitsche bie
ren hebben een sterkte van 4,14 perc. tot 5,01
perc.; Engelsche van 7,21 perc. tot 7,43 perc.
’t Is hier misschien de beste plaats om een
enkel woord te zeggen over bacteriën in bier.
Nog geen jaar geleden deed in de kranten een
bericht de ronde van Dr. Bode, waarin drin
gend werd gewaarschuwd voor die hoogstge-
mikro-orga-
groei belem
merd, maar als ze op gunstige voedingsbodem
komen (in ’t menschelijk lichaam b.v.), dan ont
wikkelen ze zich snel. Dit werd o. a. nog
bewezen bij 8 ’/a perc. alcohol-gehalte in ge
vallen van onderbuiks-typhus. In ’t bier blij
ven de bacteriën werken, ja maanden lang ont-
wikkelings- en levensvatbaar.
De tweede onderzoeker is de Japansche Dr.
Matsuquita, die in troebel bier ziekmakende
bacteriën vond, die veel op de miltziekte-bac-
teriën geleken. Muizen en dolfijnen stierven
bij inspuiting na 18 tot 36 uur onder ver
schijnselen van buik vliesontsteking en maag-
catarh.
Beide doctoren schrijven ’t hoog percentage
van die kiemen toe aan onvoldoende reiniging
van de flesschen. Nu zullen de bierdrinkers
zeggen: «Ja, troebel bier moet je ook niet
drinken*, (hoewel Dr. Bode er voor in geest
drift raakt, als hij ’t vergelijkt met limonade).
En dit alles geldt voor bier in flesschen, op
bier uit ’t vat is niets aan te merken!*
8
pet. pet.
0,227 3,47 6.05
4.06 6,29 g 0,47
87,10 0,155 5,35 7,55 g 0,69
Licht gersteh. 93.79 0,186 1,95 4,08
H
cc
cö
.2
M
<D
Q
HJRANT.
•1
ja
CD