ïwr su:i:k orstrm.
I
i
MHIWS- B lllïBRfflTIBRLAB
De tweede vrouw.
t)
ll-
Woensdag 16 Januari 1907.
No. 5.
62e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
Verkiezingen voor de
Provinciale Staten.
4
Friesland
i
1
id.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Naar het Duitsch.
wel, dat hier goede raad duur is. Dikwijls heb ik al
gedacht, dat je niet in mijn plaats hier zou moeten
wezen. Het is geen zaak voor iedereen zich op een
vulkaan te slapen te leggen. Hoe meer gevaar, hoe
meer moed en daardoor ook hoe schooner het leven. Den
lieven God zij dank, dat Hij in moeielijke oogenblikken
ons goede ingevingen schenkt.
Door een goeden inval komen wij soms veel verder
dan door weloverlegde handelingen.
Den eersten Augustus dus verleden Zondag
heb ik Bauer weergezien. Mevrouw Kaulfuss was met
Armgard naar de kerk gereden. Ik was in de bibliotheek
toen de dokter werd aangemeld. Dat trof goed; ik liet
hem verzoeken boven te komen. Opgewekt kwam hij
binnen, zijn gelaat scheen ietwat anders te zijn dan ge
woonlijk.
«Goeden morgen, mevrouw! ik veroorloof mij de vrij
heid u mijne opwachting te maken.®
Bij die woorden sprak pijnlijke verlegenheid en droe
fenis uit zijne trekken; ik gevoelde medelijden.
»0m Godswil, dokter! wat trekt ge toch een vreemd
gezicht!® zei ik lachend. «De droomerijen van mijn
zeventiende jaar ben ik reeds vergeten en dus dokter,
vergeten en vergeven; dat behoort toch tot het verle-
dene.«
«Ge zijt toch niet boos op me, Marie? Ge wilt mijn
verantwoording toch wel aanhooren?* vroeg hij bewogen.
Dadelijk bemerkte ik, wat hij op het hart had; ik
doorzag hem geheel. Geen lafhartigheid wegens mijne
en zijne armoede had ons toen gescheiden; hij was al
leen te nauwgezet van geweten geweest om de ver
antwoording voor mijn geluk op zich te nemen en daarbij
was hij niet vatbaar voor een hartstocht, die alle hin
derpalen weet te overwinnen.
«Die verantwoording is onnoodig geworden,® zei ik
V.
Corlswald, 26 Juli.
Lieve Therese!
Mijn huwelijk scheldt je een goddeloos vabanquespel
en mij noem je een lichtzinnige speelster, die al haar
geluk op één kaart heeft gezet! Maar daarin ben je
nu toch mis, Rese. Onze toekomst is altijd onzeker;
niemand kan vooruit zeggen, welke gevolgen zijne han
delingen zullen hebben. Wij moeten dan ook steeds
den wil op prijs stellen, de uitslag der pogingen is
onzeker. Dit geldt in het algemeen, maar stellig niet
minder voor het huwelijk.
Dat de echtelijke liefde heilig is, omdat zij onze
zelfzucht loutert, heb ik nooit betwijfeld. Ook niet, dat
die liefde het heerlijkste is, wat er bestaat en ons hier
op aarde een hemel verschaft. Maar was het mijne
schuld, dat ik op zeventienjarigen leeftijd slechts het
schuim proefde van den wijn der ware liefde?
Of dat ik ouder en ouder werd, zonder dat iemand
mij dien heerlijken beker bood? Maar nog iets! Hoe
veel menschen leven gelukkig in hun huwelijk? Hoe
weinigen zijn er, die met een oprecht hart kunnen
zeggen: «Waar gij heen trekt, daarheen zal ik trek
ken; waar gij blijft, daar zal ik blijven,® zooals Ruth
tot Naomi. En wat nog meer de aandacht verdient:
velen zijn als verloofden gelukkig met elkaar, maar
nauwelijks zijn ze getrouwd, of ze gevoelen zich in de
ellende gestort. Je hebt me meermalen verweten, dat
ik mijn verstand liet spreken, waar het gevoel zich
moet laten hooren; maar deze redeneeringen zijn toch
deugdelijk, dat zal je niet ontkennen, Rese? En als ik
je nu nog beken, dat ik tot dit huwelijk ben overge
gaan, alleen omdat ik hier voor een goede zaak zou
kunnen strijden, dan, Rese, moet je tevreden zijn.
«Je moest eene betrekking hebben,® zal je misschien
zeggen. Maar je weet, dat ik die wel gevonden zou
hebben; ik laat zoo gauw den moed niet zakken. Dat
ik ook niet verlokt ben door den adellijken titel of door
den naam van huisvrouw nu, daarvoor blijft mijn
hart borg, dat je volstrekt niet gejuicht heb, bij het
verkrijgen van zulk een kwestieuze waardigheid.
Wees dus nu tevreden!
Maar nu iets over Corlswald want hoewel je erg
uitvaart tegen mijn huwelijk, toch ben ik heel nieuws
gierig wat je daarvan zult zeggen.
Hoever ik gekomen ben met mevrouw Kaulfuss?
«Zoo dichtbij en toch zoo ver,« roep ik triomfeerend.
Nu ik geroepen ben, om haar verkeerde opvoeding te
gen te werken, zou het mij spijten, als zij zich tegen
mij anders voordeed, dan zij is. Zij is altijd zacht en
bedaard; ik zou mij gemakkelijk kunnen vergissen, als
haar oogen niet zoo dikwijls vol haat op mij rust
ten. Maar haar geniepige boosaardige trekken houden
mij wakker,
Ik heb reeds bemerkt, dat in Armgard het goede
niet geheel vernietigd is; alleen is er door mevrouw
Kaulfuss wat veel onkruid tusschen het koren gekomen
en het is inderdaad niet gemakkelijk dit uit te
roeien-
Wat ik ten goede werk, wordt zooveel mogelijk
voor de Eerste Kamer en moest die
verschillende gewesten verdeelen.
gen Friesland en
en thans moest, volgens de bevolking,
provincie eigenlijk drie, in plaats van
Eerste-Kamerleden afvaardigen. Overijsel, dat
meer inwoners telt, mag er slechts drie kiezen.
Doch daarover basta. We hebben in onze
provincie dus niet over achterstelling te klagen.
Jaren lang had de Eerste Kamer een linker
meerderheid. BrabantLimburg Zeeland,
Utrecht en Gelderland kozen rechtsche, de
andere provinciën linker leden, ’t Hangt er
maar van af, welke partij in de Staten eener
provincie de meerderheid heeft; al is die nog
zoo gering, de Eerste-Kamerleden hebben de
meerderheidskleur.
Nu kan ieder, uit hetgeen we reeds schreven,
opmaken, dat de Eerste Kamer vóór 1901
precies 29 leden van linksen 21 van rechts telde.
Nu zijn Brabant en Limburg natuurlijk vaste
bolwerken voor rechts, terwijl Zeeland, Utrecht
en Gelderland ook weinig kans hebben om an
derste worden.
Omgekeerd zijn Groningen, Drente en Noord-
Holland vast voor links; Friesland blijft den
kelijk ook wel links, (de districten Sneek en
Dokkum kiezen samen 20 rechtsche, Leeu
warden, Heerenveen en Franeker samen 30
linker Statenleden. Franeker mag eens een
enkele maal een verrassing opleveren, maar
Friesland zal voorloopig wel geen meerderheid
voor rechts brengen.)
Nu heeft men echter nog Zuid-Holland en
Overijsel, beide zeer kritiek. Overijsel, dat slechts
3 Eerste Kamerleden kiest, kon echter in 1901
de Eerste Kamer niet rechts maken. Dat moest
Zuid-Holland doen en dat heeft Zuid-Holland
in 1901 ook gedaan.
Het is te begrijpen: Zuid-Holland kiest 10
leden en 10 links of 10 rechts, dat verschilt 20
op de kleur.
Toen voor een paar jaar de Eerste Kamer
ontbonden werd, moest de verhouding in de
Eerste Kamer dus worden: 19 leden links en
31 rechts.
Ze werd 18 links en 32 rechts, doordat Over
ijsel een vreemde verrassing baarde. Door
toedoen van één der liberale Statenleden koos
dit gewest twee liberalen en één anti-liberaal
door mevrouw Kaulfuss vernietigd. En toch ik
doe mijn best, want ik begin van het kind te houden.
O ja, ik moet je wat vertellen. Zoolang Tiefort hier
was, durfde ik zijn kamer niet betreden; zelfs gisteren
ontbrak mij daartoe bijna den moed. Een onweerstaan
baar verlangen om het portret van Armgardes moeder
te zien, dreef mij daartoe aan. Vooral werd ik ook
aangespoord door het opflikkeren in de donkerbruine
oogen der kleine gedurende mijn vertellingen. Ik wilde
weten of hare oogen op die van hare moeder gele
ken. Het was dwaas, dat mijne knieën knikten, toen
ik het voorhangsel ter zijde schoof en daarbij de im
mortellenkrans op mijn hoofd viel.
Wat een bekoorlijk gezichtje! Zoo frisch als een
Mei-morgen! Hoe kinderlijk! Hoe langer ik op het
blonde jonge gelaat staarde, hoe kalmer mijn hart be
gon te kloppen. Neen, zulke oogen had Armgard niet;
dus de oogen gelijken op die van haren vader. Elsa
heeft scherpe blauwe kijkers, zonder diepte of warmte.
Het zijn ook niet de trekken van Armgard als ik
ten minste verstand heb van gelijkenis.
Handig hing ik het voorhangsel weer voor de schil
derij en bevestigde den krans weer op zijne plaats. Toen
ik me omdraaide stel je voor daar stond me
vrouw Kaulfuss voor me.
«Elsa was schoon, niet waar?« vroeg ze zacht. «En
haar man heeft zoo afgodisch van haar gehouden.
Grooter liefde was er op aarde niet mogelijk!
Dat liegt zij. Tiefort kan niet zooveel van Elsa ge
houden hebben; anders had hij zich niet zoo ongeluk
kig gevoeld.
Hartelijk groetend, Mabie.«
Corlswald, 5 Augustus.
«Beste Therese
Duizendmaal dank voor je deelneming. Ik geloof het
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Zoo is ’t ook met de provinciën.
neemt ’t minst toe, Zuid-Holland ’t meest,
doch de grondwet van 1889 wilde 50 leden
over de
Toen kre-
Drente reeds ruim hun deel
onze
vier
Dit jaar moet weer een deel der leden van
de Provinciale Staten in alle elf provinciën af
treden en met groote belangstelling zal weer
den uitslag dier verkiezingen, stemmingen en
herstemmingen gevolgd worden.
Bij de verkiezingen voor de Tweede Ka
mer geeft ieder toe, dat daar op kleur, op de
partij moet gelet worden. Maar menigeen
zegt wel eens: Waarom moet dat ook zoo
zijn bij verkiezingen voor de Gemeenteraden
en voor de Provinciale Staten?
We gelooven echter niet, dat daar spoedig
verandering in zal komen.
Men moge beweren en het herhalen, zoo
veel en zoo vaak men verkiest, dat bij plaatse
lijke en provinciale belangen de scherpe partij
belangen buitengesloten moeten zijn en blijven,
dat alleen op de bekwaamheid der betreffende
personen moest worden gelet, doch ieder weet
wel, dat steeds op de kleur gelet wordt.
Men moge steeds verkondigen, dat het er
bij ’t beheer van dijken, vaarten, wegen, stra
ten, enz. niet op aankomt, van welke politieke
of kerkelijke richting de heeren bewindvoer
ders zijn, de praktijk verkondigt dit wel an
ders.
En dan komt er bij de Provinciale Staten
nog wat anders in het spel; iets anders, dat
maakt, en vooral tegenwoordig, dat de verkie
zingen voor de Provinciale Staten van het
hoogste partijbelang zijn.
Zooals men weet, bracht de Tweede Kamer
verkiezing van 1905 de rechtsche partijen in
de minderheid. Het werd: links 52 tegen
rechts 48. Verleden jaar is (Tat kleine ver
schil nog kleiner geworden, door de Leidsche
verkiezing. Professor mr. W. van der Vlugt
moest om gezondheidsredenen bedanken voor
het Kamermandaat en de stembus gaf een
kleine meerderheid aan den chr. historischen
dr. de Visser, waardoor de verhouding in
de Tweede Kamer werd: 51 links tegen 49
rechts. De kleinst mogelijke meerderheid dus.
Voeg hierbij, dat de wetten, aangenomen
door de Tweede Kamer, nog moeten worden
goedgekeurd door de Eerste Kamer, voor ze
aan de Koningin worden voorgelegd.
Nu bezit de Eerste Kamer niet het recht
van amendement, het recht om wijzigingen in
een wet te brengen. Zij kan slechts aannemen
of verwerpen. Een middenweg is er niet.
Gelukkig laat de Eerste Kamer bijna nooit
een wet tuimelen, maar zij kan het toch doen.
En daar moet rekening mee gehouden wor
den, vooral nu de linkerzijde der Tweede Kamer
slechts over zoo’n kleine meerderheid be
schikt en de Eerste Kamer juist voor rechts
een flinke meerderheid heeft. (Precies anders
om als in 1889 onder het ministerie-Mackay,
toen de grootste helft der Tweede Kamer
rechts, die der Eerste Kamer links was.)
In 1901, toen de Kamerverkiezingen een
meerderheid voor de rechterzijde brachten in
de Tweede Kamer, vielen ook de' verkiezin
gen voor de Provinciale -Staten zoodanig uit,
dat, bij ontbinding der Eerste Kamer, deze
een rechtsche meerderheid zou krijgen; hetgeen
later dan ook is geschied.
En hiermee zijn we gekomen op het poli
tiek, op het partij-belang van de verkiezingen
voor de Prov. Staten. Door de Prov. Staten
worden de leden der Eerste Kamer gekozen.
Het aantal leden der Prov. Staten is in de
verschillende provinciën zeer verschillend en
staat in verband met de bevolking. Friesland
heeft 50 Statenleden (10 voor elk der 5
districten). Zuid-Holland heeft de mee ste, Drente
de minste Statenleden.
Ook het aantal heeren, dat elke provincie
naar de Eerste Kamer afvaardigt, staat in nauw
verband met de bevolking.
Terwijl voor de Tweede Kamer het geheele
land in 100 enkelvoudige districten verdeeld is,
telt de Eerste Kamer slechts 50 leden.
Daarvan worden er gekozen door de Staten
van Zuid-Holland 10, Noord-Holland 9, Gelder
land en Noord-Brabant elk 6, Friesland 4,
Overijsel, Groningen en Limburg ieder 3,
Utrecht, Zeeland en Drente ieder 2 leden.
Of die verdeeling goed is? Evenmin als de
verdeeling van het land in districten voor de
Tweede Kamer. Maar volkomen billijk is die
verdeeling niet te maken. Voor de Tweede
Kamer zou men elke 4 jaren weer een nieuwe
verdeeling moeten maken, omdat het eene dis
trict veel sneller in bevolking toeneemt dan
het andere. Neem bijv, eens de buitendistricten
der groote steden, of neem een fabrieksdistrict
als Enschede. Rotterdam, dat 5 districten telt,
is bijv, in 1906 meer dan 11.300 personen
toegenomen in bevolking, terwijl er ook distric
ten zijn, die niet of bijna niet aangroeien.
voor onzen Senaat.
Men weet nog, hoeveel drukte daarover
geweest is en er blijkt uit, dat de liberale
meerderheid in de Staten van Overijsel zoo
gering mogelijk is.
Wat zullen de zomerverkiezingen in Zuid-
Holland en Overijsel brengen?
Wij weten ’t niet, maar wel durven we
buitengewone belangstelling voorspellen, omdat
bij de huidige verhoudingen in de Tweede
Kamer zooveel van de Eerste Kamer afhangt.
Op 10 Januari j. 1. is een tusschentijdsche
verkiezing te Gorinchem gehouden, die span
ning wekte evengoed als de Kamerverkiezing
voor een paar maanden te Leiden. Uit beide
blijkt, dat ’t van een kleinigheid afhangt.
In October werd de plaats (voor lid der Sta
ten in ’t district Gorinchem) opengelaten door
een liberaal en gewonnen door een chr. histo
rische.
En thans, op 10 Jan. jl. verkreeg mr. Boll,
de liberaal, 2450 stemmen, tegen 2439 op den
chr. hist. G. de Vor.
Of ’t ook weinig verschilde.
We herhalen dus nog eensde a. s. verkie
zingen voor de Provinciale Staten zullen met
groote belangstelling gevolgd worden en voor
al in de beide kritieke gewesten Zuid-Holland
en Overijsel een verbazenden stembus-agitatie
te weeg brengen.
Eene teleurstelling
De wagen vol pleizierreizigers stond op het punt
van te vertrekken, toen een mooi meisje aankwam, dat
met een vriendelijk stemmetje vroeg:
«Is er nog één plaatsje?.®
»Neen,« zei de koetsier.
«Wat een allerliefst juffertje® riep een der passagiers.
«Een volmaakte schoonheid!® zei een ander.
«Kom, er is toch nog wel plaats voor ééntje?® pleitte het
meisje.
«Het gaat niet, juffrouw, zonder toestemming van de
heeren.*
«Er is plaats genoeg!® riepen stemmen vanbinnen uit.
«We zijn geen van allen erg dik en kunnen wel wat
inschikken,® zeiden anderen tot den koetsier.
De vracht werd betaald en de conducteur opende het
portier.
«Stap gauw in, juffrouw. We zijn al over onzen tijd«,
zei hij.
«Kom, Grootmoe!® riep het juffertje tot eene achtens-
waardige oude vrouw, die nu kwam aanstappen. «De
heeren hebben plaats voor u gemaakt.®
En zij hielp het oudje instappen.
«Het is eene vergissing! Ge drukt ons plat!« riepen
eenige passagiers.
Maar de wagen reed voort en in het gerammel gingen
alle kreten van protest en teleurstelling verloren.
JURAN7
NEE
i
F