NIEUWS- EJ mmWBLA»
Pinksteren.
JOSEPHINE.
VOOR WEK ES (liKTKEKES.
j w
62e Jaargang.
Zaterdag 18 Mei 1807.
No. 40.
-f
1 I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
1
lichaam heeft natuurlijke, reine verfrissching
t
n
a
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
r
s
t
t
.t
e
e
:s
b
n
g
1-,
n
i.
n
LJ
P
3
a
e
- j
jl.
a
HOOFDSTUK VIII.
15). (Vervolg).
Norman had besloten nu de eerste stappen op eigen
verantwoordelijkheid te doen, eensdeels om geen tijd
te laten verloren gaan, anderdeels omdac hij meende
op die wijze zijn belofte aan Wally op de beste wijze
te kunnen vervullen.
In weinige minuten had hij zijn plan gereed. Hij
riep een vigelante aan en liet zich naar den schouw
burg brengen. In het kantoor van den directeur ge
komen, vond hij daar slechts een schrijver. Norman
maakte zich niet bekend als politie-beambte, maar deed
zich voor als een vereerder van den kunstenaar Victor
Garey, die in alle stilte een aangename verrassing voor
den beroemden tooneelspeler voorbereidde. De mede-
deeling, die hij op zijn navraag ontving, bevatte zoo
meende hij een onverwachte, nieuwe aanwijzing van
Garey’s misdaad, want na eenig zoeken in een aantee-
kenboekje antwoordde de schrijver eenigszins norsch
»Sedert den vijfden October woont mijnheer Garey
in de Klokstraat no. 12, eerste verdieping, bij den kleer
maker Rospott.<
In den avond van den 4en October was de moord
gepleegd en de moordenaar kon zeer goed redenen ge
had hebben, waarom hij onmiddellijk na de daad van
woning veranderde. Als terloops en op onverschilligen
toon vroeg Norman waar mijnheer Garey vroeger ge
maal in zijn leven kwam Norman nu tot de ervaring,
dateene aaneenschakeling van onaantastbare schuldaan-
wijzingen niets is daneen nietig spinneweb, zoodra de
verdachte ontkent of zijn persoonlijkheid aan de verden
king allen grond ontneemt. Juist diezelfde brieven,
welke Norman te voren gehouden had voor onweerleg
bare bewijzen van Garey’s misdaad, kwamen hem nu
voor als getuigen voor zijn onschuld. Het karakter, dat
zich in Garey openbaarde, kwam wel overeen met den
indruk, dien Norman in den avond van denöden October
van den acteur ontvangen had. Ben ijdel, met zichzelf
ingenomen komediant, die, bedwelmd door de gemak
kelijk verworven gunst der vrouwen, zich een halfgod
waant, een gewetenlooze Don Juan, die steeds mooie
woorden gereed heeft om den tegenstand van schoone
vrouwen te overwinnen een zwetser, een lafaard
zoo’n man moest Garey volgens den inhoud zijner brie
ven zijn. Maar een moordenaar Neen, neen I riep
telkens een stem in Norman’s binnenste, zoo luid, dat
hij op het punt stond den koetsier bevel te geven naar
den schouwburg terug te keeren, ten einde zijn
bevel aan den politie-agent te kunnen intrekken.
Doch juist hield de vigelante stil voor het huis, waar
mevrouw Novorka moest wonen. Ofschoon Norman niet
hoopte veel belangrijks te zullen vernemen, besloot hij
toch de twee trappen te beklimmen en de dame te on
dervragen, alvorens verdere stappen tegen Garey te
ondernemen.
Een jeugdig dienstmeisje opende de deur; en op zijn
vraag antwoordde zij, »dat mevrouw was uitgegaan,
maar als hij soms de juffrouw wilde spreken, kon hij
binnenkomen; die bestuurde toch alles.«
«Wie is de juffrouw?» vroeg Norman. »Is zij een
dochter van mevrouw Novorka
Wordt vervolgd.)
Ja, ’t is waar, voor hem, die steeds vlak land
en water ziet, is het indrukwekkend, die hooge
bergen te zien, of zelfs maar de mooie heuvels
van Gelderland en Limburg. Doch vergeet
uw eigen land niet; begrijp het schoone, het
poëtisch schoone van uw eigen waterland. Of
is dat niet schoon en vol poëzie? Ge vaart in
uw scheepje in het bruine water, dat ongeveer
even hoog staat als het aangrenzende land.
Die donkere tint van het water, waartegen
de groene oevers en de waterplanten zoo
mooi afsteken. De groene oevers zijn geen
oevers. Ge weet niet waar ’t land begint en
’t water ophoudt. Er is geen eigenlijke afschei
ding en deze wordt nog geheel verborgen
door een doorgaan den plantengroei. En bo
ven u ziet ge de Nederlandsche lucht, en als
ge u verheft om over het groen heen te kun
nen zien, is het uitzicht naar alle zijden onbe
grensd. Nu weer zijt ge op een ruime water
vlakte, dan weer vernauwt deze zich en wordt
een vaart of sloot, die zich aanstonds weer
verwijdt tot een bekoorlijken poel. Bekoorlijk,
omdat alles zoo bijeen behoort, het groene
land met de talrijke kleurschakeeringen en
het bruine water, die zich zoo innig met el
kaar verbinden, dat men niet weet, waar land,
waar water is.
Komt, laten we wat meer, veel meer dan we
tot nu toe deden, ons mooie Friesche water
land bezoeken en daar onschuldig droomen
tusschen het groen en op het frissche water.
Het genot, dat veraf ligt, is ons vaak ont
zegd omdat de tijd of het geld ontbreken; laten
we dan nemen het genot, het echte natuurge
not, dat onder ons bereik ligt en niet steeds
denken, dat het veraf gelegene altijd mooier is,
alleen omdat het veraf ligt.
Nu het reizen, vooral het pleizierreizen,
steeds grooter omvang krijgt, is het geen won
der dat vooral van de Pinksterdagen geprofi
teerd wordt. Zijn Kerstmis en Paschen meer
de dagen voor bezoeken aan familie en vrien
den, Pinksteren is de tijd, om er op uit te
gaan. Laat dat niet zijn, zooals het voor zoo-
velen is, alleen uitgaan om een groote stad
te zien en verder van koffiehuis-genot te pro-
fiteeren. Laten we gaan naar de natuur, die
zich getooid heeft als een bekoorlijke bruid,
bereid om u te ontvangen. Dat geeft natuur
genot, dat brengt u-zelf voor eenigen tijd uit
de beslommeringen van onnatuurlijke drukte,
van woelig stadsbeweeg, dat brengt verfris-
sching aan uwen geest. En deze, zoowel als
Bewerkt door AMO.
Adverteeren.
Onlangs werd op de vergadering eener Britsche ven
nootschap die groote winsten maakt, omdat ze, door
verstandig en aanhoudend adverteeren, aandacht ves
tigt op het werkelijk zeer goede artikel, dat ze levert
door een aandeelhouder de vraag geopperd, of er
niet te veel besteed werd aan adverteeren.
Hierop zei de directeurIn de voorste rij van alle
teleurgestelde lieden staan zij, die een beetje geadver
teerd hebben. Zij. die voor korten tijd adverteeren, om
te zien wat het zal opleveren, doen mij denken aan
den Indiaan, die, toen hij vernomen had hoe heerlijk
het was op een veeren bed te rusten, een paar veer
tjes legde tusschen de koude rots en zijn eigen bib
berend lichaam. Den volgenden morgen gaf hij lucht
aan zijn teleurstelling door te zeggen«Het veeren
bed van blanken man vervloekt bedrog is.«
Een paar veertjes helpen niet.
w oond had; de schrijver antwoordde daarop»In de
Keizer Josephstraat bij de weduwe van den muziekdi
recteur Stephan Novorka.»
Norman vertrok; op de trap ontmoette hij een schouw-
burg-bediende, die hem beleefd groette.
«De repetitie is vandaag zeker nogal gewichtig, dat
de directeur en de onder-directeur allebei niet in hun
kantoor te vinden zijn,« vroeg Norman.
«Wij hebben vandaag de eerste groote repetitie van
een nieuw stuk; in de eerste drie uren zal u den di
recteur wel niet te spreken kunnen krijgen,* luidde
het beleefde antwoord.
»Drie uren, zegt ge Dat is langIk beklaag
die arme tooneelspelers. Zijn er mooie rollen voor de
eerste acteurs
»Dat zou ik meenenMejuffrouw Heinau heeft de
hoofdrol en mijnheer Garey hè, u zal verbaasd staan
als u hem in dit stuk ziet. Een man, die uit jaloersch-
heid zijn vrouw wil vermoorden Bij de lees-repetitie
was hij reeds zoo natuurlijk, dat de directeur wegens
dat tooneel reeds op vijftig voorstellingen van dit stuk
rekent.*
«Nu, dat moet ik zien, ik verlang reeds naar de eerste
voorstelling. En denkt ge, dat mijnheer Garey hier
ook nog drie uren blijft
»0p zijn minst ja 1 Onze regisseur laat zoo’n eerste
groote repetitie gewoonlijk tot in den namiddag voort
duren.*
Norman knikte den man vriendelijk ten afscheid toe
en verliet het gebouw. Buiten gekomen wenkte hij
den politie-agent, die daar op post stond, en vroeg
»Ken je mij
«Jawel mijnheer!*
«Ben je goed bekend met de uitgangen van dezen
schouwburg
«Jawel, mijnheer
«Hoeveel uitgangen worden over dag gebruikt
«Alleen de groote deur hier.*
«Dus moeten de tooneelspelers, die nu repetitie heb
ben, noodzakelijk hier voorbij gaan?*
«Er is geen andere deur open.*
«Ik vertrouw op deze inlichtingen, die op dit oogen-
blik van veel belang zijn. Nog iets ken je den too
neelspeler Garey
De politieagent glimlachte even en antwoordde
«Wie zou dien grooten kunstenaar niet kennen
«Goed Dan moet je dien grooten kunstenaar gevan
gen nemen, als hij den schouwburg verlaat, voordat ik
hier teruggekeerd ben. Dat doe je op bevel van mij en
op mijn verantwoordelijkheid. Je blijft mij verant
woording schuldig, als hij door een andere deur mocht
ontsnappen.*
De politie-agent, die in zijn vrije avonden blijkbaar
veel den schouwburg bezocht en Garey hoog scheen te
eeren, stond stom van verbazing.
Norman keek op zijn horloge, wenkte den koetsier
en gaf hem onder het instappen bevel in snellen draf
naar het opgegeven adres van mevrouw de weduwe
Novorka te rjjden. Onderweg las hij de beide brieven
van Garey nog eens over, doch nu met meer aandacht
en kalmte dan te voren. Bij deze tweede lezing werd
zijn zelfvertrouwen echter aanmerkelijk geschokt. Wel
was zijn kleeding dezelfde als van den vluchtenden
moordenaar, verder had hij ’t briefje van de te houden
voorstellingen en repetition, dat op de plek van den
moord was gevonden, ook werd in een van die
brieven de plek voorgeslagen, om er eene ontmoeting met
de vermoorde dame te hebben altemaal aanwijzingen,
die een ervaren criminalist zouden doen denken, dat
hij den moordenaar gevonden had. Doch voor de eerste
zien; de eik en nog enkele andere woudreuzen zijn
niet van de haastigsten, maar ziet den kastanje,
die reeds voor eenige dagen tusschen zijn dichten
groenen tooi de talrijke bloemtuiltjes ver
toonde.
Is Paschen de pasgeborene, die nog maar
pas het leven aanschouwt en waarvoor men
vreest, Pinksteren is de krachtige frissche jon
geling, die opkomt met overmoedige kracht,
die zelfbewust den vollen zomer tegemoet gaat,
de algeheele mannelijke ontwikkeling.
Met Pinksteren is de natuur op z’n schoonst.
De plantengroei vertoont niet hier en daar
een embryo van leven, zooals met Paschen,
maar ze is er en ze ziet er veel heerlijker uit
dan in den vollen zomer; ze heeft het bekoor
lijke van de jeugdige maagd, het flinke van
den jongeling.
Is het wonder, dat juist in deze dagen zoo
veel pleizierreisjes gemaakt worden? Neen,
integendeel, we verwonderen ons, dat nog niet
meer geprofiteerd wordt. En dan op de goede
manier. Niet uren lang in treinen en op
booten zitten om dan enkele oogenblikken ver-
afwonende verwanten of kennissen op te zoe
ken (ofschoon dat natuurlijk niet af te keuren
is), maar gaan naar de natuur, naar de heerlijke
velden, naar de bosschen, droomen op het gras
tapijt, terwijl het koeltje de bladeren boven
uwe hoofden doet ruischen, neerliggen in
dolce farniente, denkende aan alles en niets,
uwe gedachten onbestemd latende voortgaan,
terwijl ge luistert naar het lieflijk en afwisselend
gekweel der gevederde zangers. De heuvelen
opklimmende en afdalende, hier met gras, daar
met bosch bedekt en ginds weer kale plekken
vertoonende. Of ook, zooals in ons gewest,
kalm zeilende of roeiende van den eenen poel
naar den anderen. Och, wat is ons Friesche
waterland toch mooi. Ook onze wouden, na
tuurlijk! Ook onze bouwstreken. Maar eenig
mooi is ons Friesche waterland. Als ze niet
zoo ver af woonden, kwamen ze in nog veel
grooter aantal, de origineele zonen en dochte-
ren van ’t machtige Albion. Doch moet alleen
de buitenlander het mooie, het stemmig poë
tische van ons waterland begrijpen?
Ons land is het land van prachtige tinten,
van de mooie zee en van de eigenaardige
luchten. Ons land is het aangewezen land
voor een schilderschool, zooals zich die in de
laatste tientallen jaren weer heeft ontwikkeld.
Maar, gij Friezen, zoekt dat schoone niet
altijd veraf, als het zoo dichtbij te vinden is.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
uw 1
noodig.
Uw geest!
O, Pinksteren is de dag, waarop de geloo-
vige Christen herdenkt, dat de Heilige Geest
nederdaalde over de Apostelen. Zij, die eerst
eenvoudige, onervaren en ongeletterde vis-
schers waren, werden met den Geest vervuld,
werden daardoor bezield met een nieuwen
geest en kregen die geestkracht, waardoor zij
konden optrekken om de wereld, die zoo be
dorven was, te hervormen.
Ook in de natuur is thans weder een nieuwen
geest gevaren. Laten we daar allen van pro-
fiteeren, opdat ook onze geest vernieuwd,
verfrischt worde. Dat is voor ons weldadig
en noodig. We zijn steeds zoo zeer met onze
gedachten gebonden door de dagelijksche be
slommeringen, dat het meer dan noodig is,
nu en dan tot de natuur terug te keeren om
onzen geest weer natuurlijker te maken, om
eens te zijn buiten het gewoel der moderne
samenleving.
Pinksteren is daar de mooie tijd voor, Pink
steren met z’n krachtige jeugdige natuur, als
alles een nieuwen geest ademt. In vele stre
ken wordt reeds op de scholen de Paaschva-
cantie omgezet in een Pinkstervacantie.
De reden, waarom nog niet veel meer scho
len dit doen, zal zijn, dat bij een laten Pink
ster de schooltijd van Kerstmis af wat heel
lang is en de groote zomervacantie zoo dicht
bij. Maar dit is niet tegen te spreken; Pink
steren is een veel geschikter tijd, omdat er
dan beter weder is te wachten en omdat
de natuur ons wacht in haar bekoorlijkste
weelde.
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Weer zijn we genaderd tot een grooten
feestdag. Zondag is het Pinksteren; Pfingst-
fest zeggen de Duitschers, les Pentecötes
heet het bij de Franschen in navolging van
het Latijnsche Pentecostes.
Evenals Paschen en Kerstmis wordt het
Pinksterfeest in twee dagen gevierd.
Kerstmis, Paschen en Pinksteren zijn de
drie groote Christenfeesten, die voor den Chris
ten de hoofdmomenten weergeven, waarop zijn
geloof berust. Kerstmis is het feest van de
geboorte van het Christuskindje: een echte
herinneringsdag vol poëzie. Daarbij denkt men
zich een heerlijk sneeuwlandschap, een helde
ren sterrennacht en dan een rij vrome geloo-
vigen, die optrekt naar het kerkje, dat zich
verheft op den heuvel in het dorp. Aan het
Kerstfeest zijn de meeste legenden verbonden,
verhalen waarin het Kerstkindje een lieflijke,
weldoende rol speelt.
Paschen is ’t groote feest der Verrijzenis,
der Opstanding van den Christus uit het graf.
En dan vieren de Israëlieten plechtig hun Pa
scha, de doortocht des Heeren door het land
van Egypte.
Paschen is ook juist de tijd van de verrij
zenis der natuur, van de opstanding van al wat
leven kan, al wat plant is, uit het wintergraf.
Dan zien we ze weer komen, die bekoorlijke
bloemen, die teere blaadjes, die frischgroene
grassprietjes, de knoppen der boomen ontlui
ken. Alles komt weer als verjongd, met nieu
we kracht toegerust, te voorschijn. En ook de
vogelenwereld begint een nieuw leven. Ze
gevoelen zich weer geheel te huis, de vroolijke
zangers, in het prachtig groen en herstellen
hunne oude nestjes of bouwen een nieuw, ten
einde er opnieuw de zorg voor een huishouden
te kunnen dragen. En verder komt er in de
geheele dierenwereld nieuw leven.
Nog beter echter dan met Paschen zien we
de nieuwe, de verjongde natuur in de Pinkster
dagen. Dan komt het nieuwe leven er niet,
maar het is er in al zijn jonge kracht, zijn
jeugdige bekoorlijkheid, zijn verscheidenheid
van geur en kleur, van grootte en vorm. Het
gras en de bloemen des velds zijn reeds flink
opgeschoten; de boomen staan niet meer ont
bladerd, maar vertoonen reeds geheel of ge
deeltelijk den nieuwen tooi. Slechts enkele
nakomers laten nog maar heel kleine blaadjes
r
t
i
B
Q
r
1
n
e
h
e
3
j
3
l.
1
3
i
1
JURANT. I