MELWS- i mmWIEBLAD
VO«R n ÏS MSTKUUA
Pleizierreisjes.
DE ZWAKTE HOOS.
I
62e Jaargang.
Zaterdag 15 Juni 1607.
No. 48.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
w'
a
O
i
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
ey,
>ste
>P
id,
en
l
wat het nu is.
^este-
die in
5HEEKE
I
I
i
Dit blad verachijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Verdienden lof afwijzen is laf en on verdienden
lof aannemen is laag.
Vacantie
Vacantie
den 1 i
er
»elts
-nge
aatn I
terhand,
arde den
m eenige
ich neer,
sergeant
om op
zijner
nen-
bben
~-jn
1
1
tL
i;
!t
n
n
Ik weet alleen, dat hij een idioot is.
Hij is niet de eenige, antwoordde Gertrude snibbig,
maar zulk een behandeling verdraag ik niet langer.
Ik ook niet. Koetsier, stilhouden 1 Ik kom dus van
avond niet bij je thuis, ofschoon je papa er zoozeer op
gesteld was.
Zooals meneer verkiest, was Gertrude’s antwoord.
Je weet nog niet eens, hoe men een dame moet be
handelen. Wanneer ik daaraan denk, wat je me al ge
zworen hebt en hoe teeder je waart. En hoeveel moeite
het mij gekost heeft de toestemming van papa voor onze
verloving te krjjgen! Wees toch niet zoo kinderach
tig Herbert.
Heeft Kardorf je dat zwarte ding gegeven?
Ik laat me geen antwoord afdwingen Gaar je af
schuwelijk humeur het je niet veroorlooft, vandaag nog
bij ons te komen, vereer je ons misschien morgen met
je bezoek. Morgen is het Zondag misschien oefent
deze dag een kalmeerenden invloed op je uit.
Ja nu, ik weet nog niet. Misschien wanneer
het regent. Maar waarom geef je mij het verlangde
antwoord niet?
Omdat ik niet wil toegeven aan je grillen. Wanneer
je de overgroote goedheid wilt hebben, onsanorgen te
bezoeken, kan je met den trein van tien uur teruggaan.
Goeden nacht 1
Gertrude had dus niet toegegeven. Toen zij echter
in den trein zat om naar Wannsee te gaan, waar haar
vader een prachtig buiten had, maakte zij er zichzelf
een verwijt van dat zij zoo halsstarrig was geweest.
Maar ik kon loch niet anders handelen. Ik kon toch
den vriend niet verraden, die mij om strikte geheim
houding verzocht had, redeneerde zij.
Intusschen had Herbert Treutler een rijtuig geno
men en daarbij zijn fonkelnieuwen cylinder gedeukt,
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
van een Kardorf en dat dat groote afschuwelijke
i
met Gertrude gemeene zaak maakte. Ik ga al, bromde
hij, stond op en nam afscheid. Op het terras gaf hij
Gertrude een vluchtigen kus en liep dan de breede
laan af, die naar den uitgang leidde.
Het is alles voorbij, zeide hij tandenknarsend. Zij
bedriegt mij. Maar ik zal er wel achter komen. Deze
kerel, die Kardorf, mag zich wel voor mij in acht nemen.
Bij deze woorden verschool hij zich achter een
dichte rhododendronstruik en bleef daar ongeveer een
half uur wachten. Toen het tien uur sloeg, zag hij een
krachtig gebouwd man de breede laan opkomen, die
zich voorzichtig in de schaduw der boomen hield.
Het is die kerelsteunde Herbert, het is Kardorf.
Wacht maar, ellendige verrader
Plotseling zag Herbert dat Kardorf den zij weg insloeg
die naar den wintertuin leidde.
Zulk een slang, siste hij tusschen de tanden. Het
was ook in den wintertuin, dat ik haar mijn liefde ver
klaarde in den wintertuin heb ik haar den eersten
kus gegeven O, Gertrude, Gertrude
Zich voorzichtig achter struiken verbergend, sloop
Herbert geruischloos achter Kardorf aan en kwam bijna
tegelijk met dezen in den wintertuin aan en bjjna
tegelijkertijd aanschouwden beiden een wit kleed. Zij
is daarhoorde hij Kardorf zeggen.
Als een Indiaan op het krijgspad kroop Herbert ach
ter Kardorf aan. In het volgende oogenblik hoorde
de zwaarbeproefde dezen uitroepen Mijn lieveling
Ik dacht dat die afschuwelijke kerel nog niet was ver
trokken 1 En toen hoorde Herbert een geluid, dat hem
bijna waanzinnig maakte. Zij kusten elkaar. Dat kon
geen sterveling uithouden. Met een kreet van woede
sprong hij op het schuldige paar en rukte den man,
oogen^,
i zaein
tn van
voor lichaam en geest. Voor de maag, die
meer en heel wat anders dan gewoonweg te
eten en te drinken krijgt, die dus alle kans
heeft om overstuur te geraken. Voor de beenen,
die overuren moeten maken. Voor het geheele
lichaam, dat zich te veel en vooral op ongewo
ne wijze moet inspannen. Voor den geest,
die ook overwerkt wordt, evengoed als het
lichaam; want men wil van die paar dagen te
veel profiteeren, men wil in één dag afdoen,
wat beter in twee of drie dagen ware gedaan.
En zoodoende moet de uitspanning wel een in
spanning worden.
Voeg hier nog een groot, een zeer groot in
convenient bij: Men reist allemaal in denzelf-
den tijd. De spoorwegmaatschappijen geven
drie maanden lang gelegenheid om met goed-
koope vacantiekaarten heele tochtjes te maken,
maar van die drie maanden kan men eigen
lijk slechts de helft als de echte reistijd be
schouwen. Het is van half Juli tot het einde
van Augustus, dat er druk gereisd en echt
vacantie gehouden wordt. Kom op de bad
plaatsen aan de zee: Begin Juni is ’t aantal
bad- of logeergasten nog uiterst gering, het
groeit telkens aan en in het begin van Juli
groeit het sterker aan, maar half uli dan komt
de grootste stroom van bezoekers. Neem bijv,
een plaats als Zandvoort, dat slechts een dorp
is bij Scheveningen vergelekenbegin Juni
zijn er nog lang geen duizend logé’s in de hö-
tels, de pensions en de particuliere woningen.
(Dit laatste niette vergeten!) Einde Juni zijn
er misschien 2500, maar na den 15en Juli komt
men er op veel meer dan 4000, om begin Au
gustus de 5000 te passeeren.
Dit zijn natuurlijk de lieden, die werkelijk in
zoo’n plaats logeeren. Daarbij komen dan nog
de zeer talrijke daggasten, welk aantal, vooral
op mooie Zondagen, heel groot kan zijn.
Het is dus in weinige weken, dat er gereisd
wordt, want zoodra begint het niet September
te worden of de drukte verloopt nog veel snel
ler dan ze gekomen is; vooral als het begin
September slecht weer is.
Het is dus ook in dien korten tijd overal
druk, te druk. Te volle treinen en booten,
te volle hotels en café’s en uitspanningsoorden
en daardoor ook te dure prijzen voor logies
en consumptie, te weinig voorkomendheid soms
van bedienend personeel.
Voeg daarbij de soms te groote hitte en dan
is het reizen vaak een last, een inspanning,
een overspanning, Ge ziet ze daar zitten in
overvolle coupé’s, puffend van de warmte
en de gejaagdheid, er meer uitziende als lam
meren, die ter slachtbank geleid worden dan
als feestgangers.
En toch doet men het. Want aanstonds
komt immers de werkelijke ontspanning, aan
stonds als de trein ons op de bestemde plaats
heeft gebracht.
Maar dan wordt het opnieuw gejaagd werk.
Men heeft tc veel hooi op den vork genomen,
wil te veel in korten tijd afdoen en moet zich
daardoor inspannen om het programma af te
werken.
En toch, al komt men straks minder vol
daan thuis dan men gedacht had, toch is zoo’n
uitvluchtje weldadig, omdat het den gewonen
sleur breekt.
En hoe meer er gereisd wordt, hoe meer en
goedkooper gelegenheid wordt geboden om te
reizen. Spoorweg- en stoombootmaatschappijen
putten zich uit in het uitdenken van excur
sies, die voor het publiek goedkoop en ge
schikt en tevens voor haar zelf voordeelig zijn.
Het is nu nog bijna uitsluitend in binnen-
landsch verkeer, dat zich die vacantie-drukte
beweegt. Natuurlijk, duizenden gaan er naar
Duitschland, België, Frankrijk en Zwitserland,
maar gering is hun getal bij de groote massa,
die kleinere tochtjes maakt. Doch dat buiten-
landsch verkeer zal elk jaar drukker worden
en telkens zullen goedkoopere reisgelegenheden
worden aangeboden. Want de menschen zul
len geblaseerd worden van de te bekend wor
dende deelen van het kleinere binnenland.
Langzamerhand zal de tijd komen, dat ook
de groote massa even overwipt naar Parijs,
naar den Rijn, naar Zwitserland.
En zij, die vroeger hunne groote reizen
niet verder uitstrekten, of hoogstens het brach
ten tot Italië, zullen het dan veel verder gaan
zoeken. We bedoelen de personen, die geld
en tijd genoeg hebben om er eene maand of
nog meer af te nemen en die er niet van hou
den om met de groote massa mee te gaan,
omdat zulks zoo ordinair staat.
We verwonderen ons echter, dat die perso
nen hunne reisperiode niet wijzigen, niet ver
vroegen en het laatst van Mei met de maand
Juni tot uitgaanstijd kiezen.
In Augustus is de natuur niet meer zoo mooi,
bij ons in Nederland niet, maar evenmin in
Zuidelijker landen.
vrouw-
mensch, zooals hij juffrouw Merade in stilte noemde,
ip het terras gaf hij
liep dan de breede
Wanneer je dat leelijke ding niet weggooit, zeide
Herbert Treutler wrevelig, stap ik uit. Gooi het weg
Ik denk er niet aan, antwoordde zijn bruid koppig,
terwijl zij haar lief gezichtje boos van hem afwendde,
hoe afschuwelijk van je, zoo tot mij te spreken en dat
nog wel vier weken voor onze bruiloft!
Je moest je schamen, ging Herbert voort, ik heb dui
delijk gezien dat Kardorf het ding een uur, voor
dat jij op de bloemententoonstelling kwaamt, in zijn
knoopsgat droeg, of liever hij zeide het met nadruk
voordat ik geloofde dat jij gekomen waart, En nu
draag jij deze zwarte roosZulk een afschuwelijke
bloem nog bovendienIk heb nog nooit zoo iets ge
zien Hij heeft ze jou gegeven Geen mensch anders
draagt zulk een ding en dat noemen ze een roos
Een schandaal is hetGeen fatsoenlijk mensch draagt
een zwarte roos
Zeer complimenteusOmdat ik haar draag, ben ik
dus geen fatsoenlijk mensch. Wanneer je oogen in je
hoofd had, zou je gezien hebben dat aan een der tafels
uitsluitend zwarte rozen verkocht werden
Zwarte draken mijnentwege! Maar antwoord mij,
Gertrude. Heeft Kardorf je dat zwarte monster gegeven
of niet Antwoord nu
Trap den bodem niet uit het rijtuig Ik begrijp je
niet, daar je toch de ongelukkige omstandigheden van
Kardorf-
Wat gaan mjj die omstandigheden van Kardorf aan.
(oopen I
duwe
i kost
elden.
jtouw,
niets.
was
te offi-
u voor
gratifi-
ot dus-
plicht;
ruiling
- ^stelijke
jn dub-
daar hij in zijn woede te haastig was ingestegen. Hij
reed verdrietig naar zijn club, waar hij, hij wist het,
een slecht diner zou vinden, terwijl bij zijn schoon
papa in spé de heerlijkste gerechten hem zouden heb
ben gewacht. Maar dat ergerde hem minder, dan het
vermeende verraad van zijn bruid.
Dat deze vervloekte Kardorf tevoren dat zwarte ding
in zijn knoopsgat droeg, daar zou ik een eed op willen
doen, bromde hij voor zich heen. En en ik kan
morgen met den tien-uur-trein teruggaan Zoo kan
ik dat Haha 1 Waarschijnlijk om plaats te maken
voor den heer Kardorf, die ook te Wannsee woont
Ja, zeker, dat zou kunnenNu, dat zullen we nog
eens zien. En wanneer alles zoo is als ik vrees, dan
kan zjj dien prachtigen uitzet, die al gereed is, voor
den anderen gebruiken.
Maar toen Herbert den volgenden dag naar Wann
see kwam, was hij even vriendelijk als altijd. Hij was
de liefde en teederheid in persoon, alsof hij wilde goed
maken, dat hij den vorigen dag zoo onvriendelijk was
geweest. Gertrude kón niet anders denken, dan dat hij
berouw gevoelde over zijn heftigheid en zich daarover
schaamde, want hij was zelfs vriendelijk tegenover
Gertrude’s vriendin, een juffrouw Merade, die hij an
ders niet kon uitstaan.
Tegen den avond werd hij een weinig koeler. En om
halftien werd hij zenuwachtig. Toen zijne bruid op
den vriendelijksten toon tot hem zeide Je moet niet
vergeten, beste, dat je een half uur noodig hebt van
hier naar het station, sidderde hij en mompelde hij
iets onverstaanbaars, dat niet erg vriendelijk klonk.
En toen juffrouw Merade er nog aan toevoegde, dat
het jammer zou zijn, bij den heerlijken maneschijn zoo
snel door het prachtige park te gaan, toen was hij
overtuigd, dat hij plaats moest maken, voor dat beest
OURANT.
In Augustus zijn de dagen reeds aan ’t kor
ten en in Zuidelijker landen is het dan over ’t
geheel genomen te warm.
In MeiJuni is de natuur als de jeugdige
bruid, die met haar heerlijksten tooi prijkt; dan
is ’t groen veel heerlijker, dan is de bloemen
wereld het schoonst en dan zijn de dagen op
z’n langst. Dan is ’t ook niet zoo vol in de
uitspanningsgelegenheden, men wordt er voor
minder geld beteren voorkomender behandeld.
Met het veel drukker reizen neemt ook het
aantal gelegenheden, het aantal plaatsen, die
de pleiziergasten trekken, nog steeds toe.
Neem alleen in ons land de badplaatsen aan
de zee. Scheveningen, Zandvoort, Noordwijk,
Wijk aan zee, Egmond, Domburg en nog meer
plaatsen zijn tegenwoordig bekend. Schevenin
gen profiteert van de nabijheid van Den Haag
en Rotterdam en heel het dichtbevolkte Zuid-
Holland, en verder van de geheele wereld.
Zandvoort is de badplaats voor Amsterdam en
Haarlem en ook nog voor zoovelen elders. De
Rotterdammers hebben er in de laatste jaren
nog een uitspanning bij gekozen en wel te
Oost-Voorne, aan de duinen in de buurt van
Brielle. En ook onze Wadden-Eilanden trach
ten badplaatsen te worden, zooals de Duitsche
het reeds lang zijn.
De gelegenheden te land zijn bijna niet te
tellen.
Wat ons echter verwondert, is, dat niet veel
meer geprofiteerd wordt van het heerlijk
schoon onzer Friesche oorden en vooral van het
echte Friesche waterland.
Zijn de meeste andere oorden plaatsen van
inspanning in stede van uitspanning, als men
kalm ronddrijft op de Friesche meren, die al
len met elkaar in verbinding staan door poelen
en vaarten, zoodat men ongemerkt steeds va
rende tusschen het zachtste groen, van de
ee«e watervlakte in de andere komt, dan moe
ten lichaam en geest, die ontspanning zoeken,
waar ze het geheele jaar zoo ingespannen wa
ren, wel een weldadige kalmte genieten.
Mogen de jongste pogingen, door de hee-
ren, die hier de zeilsport hoog houden, gedaan
er toe medewerken om ons mooie waterland
eens tot een der gezochtste uitspanningsoorden
te maken.
We zijn nu ongeveer half Juni en over een
maand is het voor velen weer de tijd van
ontspanning. Dan is het vacantie voor de
duizenden, die als leeraren of onderwijzers aan
verschillende inrichtingen van onderwijs ver
bonden zijn, vacantie voor de vele tienduizen
den, die daar onderwijs ontvangen,
voor leden der rechterlijke macht.
voor hen, die zitten in het bestuur van rijk,
provincie of gemeente. En nog voor zoovelen,
die in betrekking zijn. Maar bovendien wordt
de gelegenheid aangegrepen door zoovele an
deren, om ook eenige dagen er af te nemen.
Vele ouders en huisgenooten wachten op den
vacantietijd van de kinderen en de studenten
regelen hunne reisplannen naar dien tijd.
Wat een verschil bij vroeger, zelfs bij weinige
jaren geleden! Ge behoeft niet eens naar vori
ge eeuwen terug te gaan, toen op reis gaan
iets zeldzaams was, toen het maken van een
groote reis een »évènement« was, en een bui-
tenlandsche reis iets, dat voor zeer, zeer wei
nigen was weggelegd. Neen, ook voor een
kwart eeuw beteekende het reizen niet half
Tegenwoordig is de halve we
reld er in den vacantietijd op uit en de andere
helft tracht ten minste zoo nu en dan eens een
paar, of desnoods een enkelen dag er van te
nemen.
Men moet zich eens verzetten! Dat is thans
de leuze. Men moet eens, zij het ook maar
voor een paar dagen, uit de gewone sleur, de
dagelijksche omgeving, uit den kring, waarin
men anders het geheele jaar doorbrengt. Vaak
zijn die korte reisjes, die uitvluchtjes nog ver
moeiender dan het alledaagsche leven, maar
men is dan toch eens uit de oude sleur, uit
z’n gewone doen geweest; er is afwisseling in
het leven gekomen en daar was ’t om te doen.
AfwisselingWant anders gaat men zoo geheel
op in z’n gewone werk, dat het leven een planten
leven gelijk wordt. Zeer dikwijls zijn die korte
pleizierreisjes niets dan tijden van veel grooter
inspanning dan anders. Men moet uit z’n werk
vaak breken; dus er moet van te voren reeds
overgewerkt, vooruitgewerkt worden; in elk
geval moeten aparte regelingen getroffen
worden. En breekt men er eindelijk eens uit,
dan blijkt de geheele tijd van uitspanning een
tijd van extra inspanning te zijn, inspanning