WW8- Eli ADVERTENTIEBLAD
DE DERDE COMPAGNIE.
IWR SISEBK ES OMSTRMi.
L
62e Jaargang.
Woensdag 26 Juni 1907.
No. 51.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
i
aangenaam
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
De derde compagnie van het vierde bataljon had
haar taak in het plaatsje Weefdorp volbracht waar een
werkstaking was uitgebroken en men voor rustversto
ring vreesde. De compagnie had order gekregen weer
naar haar garnizoen terug te keeren en zou ’s middags
om 4 uur met den trein vertrekken.
’s Morgens om 9 uur had kapitein Voet het welkome
nieuws aan zijn soldaten meegedeeld, waarop een hoera
had weerklonken, blij als de troep was, dat de onaan
gename taak geëindigd mocht heeten.
De kapitein zei daarna tot zijn beide luitenants
Dat is gelukkig afgeloopen, zonder ernstige ge
volgen, en wij zouden tevreden kunnen zijn als die
ongelukkige vrouw er niet was propos meneer
Das, heeft u er aan gedacht, haar die paar stuivers te
sturen
Ja kapiteinhier is de quitantie, die de fou-
rier zich heeft laten geven, alsof ’t een groote leve
rantie betrof.
Arme vrouwnu blijft er niets voor haar
over.
En ze heeft drie kinderen tot haar last.
Op dit oogenblik verscheen een veldwachter aan de
poort van het gebouw, waar de militairen ingekwartierd
waren; hij keek zoekend rond en toen hij den kapitein
bemerkte, kwam hij snel nader, maakte het militair
saluut en overhandigde hem een groote enveloppe, ge-
Van den burgemeester.
De kapitein opende het couvert en zag met verba
zing, dat ’t vier biljetten van 25 gulden bevatte, bene
vens een officieel schrijven. Het was een warme dank
betuiging van het gemeentebestuur voor de hulp en
het goede gedrag der militairen, met verzoek, de bijge
voegde som onder de manschappen te willen verdeelen.
De kapitein bleef een oogenblik peinzend staan en
ging toen naar zijn bureau, na den dienstdoenden lui
tenant te hebben gelast, de soldaten te laten aantre
den voor ’t appél. Hij stuurde een korporaal er op
uit om het bankpapier te wisselen en schreef een dank
betuiging aan het gemeentebestuur.
Na het appél hadden de soldaten zich opgesteld in
twee gelederen ’t was tractementsdag.
De sergeant-majoor telde de kleine hoopjes geld uit op
een tafeltje; de soldaten wachtten, onder elkaar babbe
lend. Ze zagen wel een stapel blinkend zilvergeld op
een hoek van de tafel, maar niemand wist waarvoor
dit bestemd was.
De sergeant-majoor riep een voor een de namen af
van de lijst, eerst van de gegradueerden, dan van de
minderen, en maakte bij elk een potloodstreepje.
Wie opgeroepen werd, antwoordde present! trad uit
het gelid, salueerde, ontving het geld, sulueerde nog
eensen keerde naar zijn plaats terug.
De plechtigheid was bijna afgeloopen, en het hoopje
zilverstukken bleef nog onaangeroerd. Toen verscheen
kapitein Voet op den drempel van het lokaal. De ser
geant-majoor, die den laatsten man had betaald, deed
de gebruikelijke vraag:
Heeft iemand wat te reclameeren?
Niemand verroerde zich.
Geef acht!
kapitein
Alles present; niemand heeft iets te reclameeren.
De kapitein ging bij het tafeltje staan, zag zijne
manschappen aan, sloeg toen een blik op ’t stapeltje
zilverstukken en zei
Jelui weet, dat we vandaag naar het garnizoen te-
rugkeeren. Denk er aan, dat het kwartier behoorlijk
schcon gemaakt en in orde gebracht wordt. Om half
vier moet alles klaar zijn.
En na een pauze ging hij voort
Uw gedrag in den dienst, waarvoor we hier ge
roepen werden, is loffelijk geweest in elk opzicht en gij
allen kunt er over voldaan zijn, dat ge uw plicht hebt
vervuld om onaangename gevolgen te voorkomen van
de opgewondenheid, die hier heerschte. De beste be-
looning voor ons is het bewustzijn, dat we onzen plicht
hebben betracht, maar wij hebben buitendien den troost,
dat ons werk gewaardeerd wordt door de bevolking,
die ons sympathie heeft betoond en mogelijk gemaakt,
dat de orde werd gehandhaafd, zonder dat er van de
wapenen gebruik behoefde gemaakt te worden. Het
gemeentebestuur heeft ons zijn dank doen betuigen en
er de som van f 100 bijgevoegd als gratificatie om on
der u te verdeelen. Ieder kan daarvan f 1,25 ontvan
gen, die de sergeant-majoor u zal uitbetalen.
De kapitein pauzeerde weer; de soldaten keken naar
het geld en wreven in de handen van pleizier.
De kapitein hernam
Ik geloof, dat het een goed werk zou zijn als
ieder een beetje van dat geld afstond voor een liefda
dig doel. Jelui weet, dat vóór we hier kwamen, er
ongeregeldheden zjjn voorgevallen en dat er geweld
gepleegd is tegenover hen, die niet wilden meedoen.
Er zijn ruiten ingegooid en deuren ingetrapten er
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2*/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Amsterdam heeft, zooals men weet, een ge
meentelijke universiteit, die heel goed kan
concurreeren tegen de drie rijkshoogescholen te
Leiden, Utrecht en Groningen. Het aantal
studenten is ook niet gering; het is zeer vari-
eerend, doch gewoonlijk flink over de duizend.
Natuurlijk levert onze stad zelf een zeer
groot deel der studeerenden.
Het is zeer duidelijk, dat onze heertjes van
hetzelfde gehalte zijn als die in de andere aca
demiesteden. Ze hebben hier v.* eenigingen,
eigen sociëteiten of om in studententerm te blij
ven, een eigen kroeg en weten zich heel goed te
redden. Die kroeg voor de grootste studenten-
vereeniging, is het bekende café op den Hei
ligenweg. Tot voor een jaar was ’t een ge
woon deftig café, doch de exploitant kon ’t er
niet redden en toen hebben de aanstaande doc
toren en meesters zich van de zaak meester
gemaakt.
Natuurlijk hebben wij hier onze studenten
roeiclubs en ook een studenten-tooneelgezel-
schap en wat niet al.
En toch treden die heeren hier niet zoo op
den voorgrond als bijv, te Leiden, waar deheele
stad er uitsluitend schijnt te zijn om en voor
de studeerenden. Als de groote vacantie is
afgeloopen en de nieuwe cursus begint, wordt
er hier ook ontgroend en gerost en gereden.
Men ziet files van rijtuigen met nog al druk
doende heertjes en toch ze beheerschen
hier de beweging niet als te Leiden, ze gaan
hier verloren in de groote massa. Met verlo
ren bedoelen we natuurlijk niet, dat men hier
niets van hun doen en laten bemerkt, maar
dit vormt slechts een onderdeel van de groote
beweging, die het Amsterdamsche leven heet.
Tot het volle studentenleven behoort ook het
houden van lustrumfeesten. Die worden zelfs
te Delft niet vergeten, waar slechts een tech
nische hoogeschool bestaat, die eerst sedert
kort tot hoogeschool gepromoveerd is.
Vooral Leiden en Utrecht kunnen danig uit
pakken bij die lustrumfeesten; daar komen
meer studenten van geboorte- of geldadel,
waarvan sommigen door hunne respectievelijke
papa’s in de gelegenheid gesteld worden, dikke
sommen gelds te besteden.
Hier loopt dat zoo’n vaart niet, al zijn er
hier natuurlijk ook wel heertjes uit zeer rijke
families. Men viert hier de lustrumfeesten, de
Aan de wereldbeschouwing der meeste men-
schen hapert dit, dat zij de wereld te weinig hebben
beschouwd.
Tegenspoed is de krachtmeter voor ons geeste
lijk leven.
kalmer, en in de veertien dagen, die sedert verloopen
zijn, is de schade vrij wel hersteld. Een arme weduwe
echter, die met drie kindertjes zit, voor wie zij den kost
moet verdienen, heeft het bijzonder moeten ontgelden.
Haar boeltje is geheel vernield, ook het weefgetouw,
waaraan zij werkte. Ze heeft nu zoo goed als niets.
Ik heb haar een beetje laten verdienen met het was-
schen voor de compagnie, en vanmorgen zonden de offi
cieren haar een klein bedrag; als ieder van u nu voor
haar een kleinigheid afstaat van zijn aandeel in de gratifi
catie, zoudtge daarmee een goed werk doen. Tot dus
ver hebt gij allen uw plicht gedaan, niets dan uw plicht;
het kleine offer, dat ik van u vraag, is geen vervulling
van een militair bevel, het is een daad van christelijke
liefdadigheid, ’t Is voldoende, als ieder van u een dub-
beltj e geeft.
Toen de kapitein uitgesproken had, was er eenoogen-
blik stiltedan ging er door de gelederen een zaciu,
gefluister en opeens hoorde men de bromstem van
den ouden Swart, die tot zijn nevenman zei
Ik laat haar al de potjes bier en sigaren, die in
mjjn portie zitten
De kapitein sloeg zijn manschappen gade, om op
hun gezichten te lezen, welke de uitwerking zijner
woorden was, en gelastte den sergeant-majoor
Begin het geld maar te verdeelen.
Sergeant Sant
Present!
Sant trad naderbij en salueerde met de rechterhand,
zonder echter de linker uit te steken, en fluisterde den
sergeant-majoor eonige woorden toe. Deze nam eenige
geldstukken van het hoopje en legde ze voor zich neer.
De kapitein glimlachte tevreden naar den sergeant
en verwijderde zich met den luitenant.
Concertgebouw, gegeven floor de bekende ste
delijke kapel van Kriens, te Haarlem, dezelfde
die geregeld speelt in het Brongebouw te
Haarlem en het groote badhuis te Zandvoort.
Het werd er op gewaagd; het zou in den
tuin van onzen Apollo’s tempel zijn en het
weer hield zich uitstekend, al dreigde de lucht
ook nu en dan met regen. Dinsdagmiddag
tegen 3 uur was het middenterrein bezet door
dames en heeren genoodigden, terwijl de studen
ten de baretten zwierig op het hoofd droegen.
Natuurlijk werd het feest ingezet met het »Iö
Vivat». De heer Speenhoff, welbekend, gaf
ter afwisseling »Het meisje, dat men nooit
vergeet,» >De Nieuwerwetsche Fee» en >Opoe<.
Des avonds werd in het Paleis voor Volks
vlijt door de Amsterdamsche Studenten-Too-
neelvereeniging voor een liefdadig doel het
bekende stuk van Molière »De Burger-Edelman»
(Le Bourgeois-Gentilhomme) gegeven op een
wijze, die beste beroepsspelers niet licht konden
verbeteren.
Doch laten we dit alles niet lang beschrij
ven, niet nog eens een kijkje nemen in »de
Kroeg* op den Heiligenweg, waar ’t nieuw
aangebrachte electrisch licht zoo keurig en fleu
rig op uitgelaten studentenjool neerziet en be
geven we ons naar ons mooie Vondelpark,
waar misschien, en voor het groote publiek zeer
zeker, het glanspunt der Lustrumweek was
te zien, bestaande in een voortreffelijk geslaagd
bloemencorso.
We hebben meerdere malen zoon bloemen
corso gezien. Verleden jaar zagen we ook
nog, in de buurt van het Paviljoen, een aar-
digen optocht van versierde wagens, waarbij
als nieuwigheid voor de Amsterdammers, eenige
echt-Noordhollandsche rijtuigen, elk met een
glunder boerenpaar, mede rondgingen.
Thans werd het bloemencorso gehouden in
de breede lange laan aan ’t eind van het Park,
’t Was er stampvol langs de afzetting met
touw; in dichte rijen stonden de duizenden ge
schaard en ze zorgden zelf voorbeeldig voor de
orde, terwijl stedelijke politie en parkwachters
voor de noodige ruimte zorgden. Er was juist
zon genoeg om fleur en glans aan ’t fraaie
schouwspel te geven. De onvermoeide Bei-
ersche Kapel van heer Ulrich opende den
stoet; ze zaten dapper te blazen in een grooten,
met pioenrozen versierden jachtwagen. Daarop
volgden de twee landauers met vierspan, van
den Senaat, met de roode livreiknechten en
daarna minstens een twintigtal keurig versierde
wagens.
Van de eigenlijke »bataille des fleurs», het bloe
men werpen, kwam niet veel; men scheen ’t
zonde en jammer te vinden voor de heerlijke
kinderen van Flora.
Wel was ’t een moeilijke keuze voor de
jury, waarvan onze »burgemeestersche«, me
vrouw Van Leeuwen, presidente was.
Na afloop der beoordeeling en prijsuitdeeling
ging ’t in optocht naar >de Kroeg».
Voor de feestvierenden-zelve was misschien
het aangenaamste gedeeltede Kermesse d’été,
op Woensdagavond in den tuin van het
Concertgebouw.
De tuin was mooi geïllumineerd. En dan
overal muziek; draaiorgels, harmonica’s, Beier-
sche oempa’s, een draaimolen, die de kwestie
van het perpetuum mobile scheen op te lossen,
een houten dansvloer, zwevende paren, een
kop van Jut, vroolijke studenten, massa’s lieve
gezichtjes van omtrent duizend weken.
Toen kwam men los; ’t was de echte-dolle-
boel; de Amsterdamsche student had nu >je
pret*.
Die groote animo gaf nog een financiëele
schadepost voor de kas der studenten. Men
zou entrée heffen en allen moesten daarom,
door ééne geopende deur in den tuin komen;
maar het gedrang was zoo groot, dat het
bestuur zei: Zet alle deuren maar open, dan
kunnen ze spoedig binnenkomen. En in een
oogenblik stroomde ’t in den tuin.
Daar draaiden onze aanstaande geleerden
in den mallemolen of sloegen Jut op z’n kop
en lieten zich de toekomst voorspellen. Ik wed,
dat de waarzegster (somnambule) dit maal een
uiterst goede bui had.
En dan weer bewonderde men Ben Ali Bey,
professor in de edele goochelkunst of men hoste
achter Ulrich en z’n kapel aan.
Ik zal maar niet zeggen dat ’t laat in den
nacht werd. Doch om te bewijzen, dat er
echte jool heerschte, zij alleen gezegd, dat zelfs
een paar professoren met minzame jonge
dames een dansje waagden.
Onze studenten hebben een
Lustrumfeest achter den rug.
alle vijf jaren terugkomende herinneringsda-
gen van de oprichting der hoogeschool, even
goed als elders, doch men doet 't eenigszins
anders.
Verleden week werden die feesten weer ge
vierd. Natuurlijk waren daarbij delegation der
andere academies genoodigd en zelfs was een
studentenkoor van de beroemde Zweedsche
hoogeschool te Upsala aangekomen.
Het was een week van feestvreugde voor
de studenten en allen, die met hen te maken
hadden, voor hunne genoodigden en voor nog
zoovelen, terwijl ook het publiek een deel der
feesten kon bij wonen.
Het lust ons niet om alles op te noemen of
te bespreken, wat de studenten in die week
gaven. Laten we een paar punten aantee-
kenen.
Er werd een boottocht gehouden naar Vo
lendam en Marken, welke plaatsjes, zooals ik
reeds vroeger schreef, vooral door vreemdelin
gen, die Amsterdam bezoeken, druk bezocht
worden.
Leuk ouderwetsche Volendammers en Mar
kers, gij, die zoo’n moeitevol bestaan verovert
op de zilte golven van Zuiderzee en Noord
zee, bewaar uw oude kleeding, uwe oude wo
ningen, uw antiek huisraad, uwe typische
straatjes, steegjes en brugjes. Gij kunt er
misschien nog lang en nog veel geld mee ver
dienen van menschen, die u eenige eeuwen
vooruit zijn in beschaving en leefwijze, maar
zorgt, dat ge bij die antieke eenvoud ook de
ouderwetsche eenvoud des geestes bewaart,
dan hebt ge misschien veel voor op ons, mo
derne menschen.
Er werd door onze studenten ook een fakkel
optocht gehouden naar het bekende huis in
»de Bocht* van de Heerengracht, waar onzen
burgervader mr. Van Leeuwen, president-cu
rator der hoogeschool, een serenade werd ge
bracht.
Na afloop paste natuurlijke gulle jool en in
navolging der Duitschers werd een »bier-com-
mers« in »de Kroeg» van de studentenvere
niging N. I. A. gehouden, waarbij het edele
gerstenat overvloedig stroomde.
Laat ik hier tussch en voegen, dat er ook
een waardige nieuwe Senaatskamer gekomen
is in fraaien ouden stijl, zoodat de Senaat
onzer hoogeschool op waardige wijze bijeen
kan komen.
En laat ik thans noemen een matinee in het
I
1URANT