«IMS- BJ1IIW1WIBL1»
r-
WK SBH EJ MSTilEkEJ.
Wereldhavens.
Zaterdag 27 Juli 1807.
62e Jaargang.
3STo. 60.
Feuilleton.
De Vioolspeler.
Uitgever:
B. FALKENA Mzn., Singel,
Sneek.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Vrij bewerkt door AM0.
HOOFDSTUK II.
4). (Vervolg.)
>Das «al ik je alles vertellen, Hanna; alles, zooals het
gebeurd is. Zoodra ik gisterenavond te bed lag, sliep
ik in. Dat gebeurt me alle avonden zoo. Ik wilde
wel, dat het anders was; ik zou liever een poosje
wakker liggen, om goed te kunnen voelen, hoe heer
lijk het bed is, want als ik ’s morgens wakker wordt
is het tijd om op te staan. Maar ik kon niet wakker
blijven, al had ik er den hemel mee kunnen verdienen.
Dikwijls heb ik mjjn uitersten best gedaan om de oogen
open te houden en te luisteren naar de geheimen, die
de meiden elkaar te vertellen hadden, maar ik heb
nooit wakker kunnen blijven.»
>Maar wat heeft dat nu met je droom te maken,
Dolly Spreek nu enkel maar over je droom
«Goed, dat zal ik doen, Hanna! Ik droomde, dat
ik alleen in de weide wandelde, zonder eigenlijk doel,
en een liedje neuriede, zooals ik altijd doe als ik alleen
ben. Eindelijk stond ik stil, en daar hoorde ik dicht
bij mij eene stem roepen «Zing verder, zing verder,
gravin van Asherton*. Daarop antwoordde ik «Gravin
van Asherton ben ik niet.« «Neen, maar ge zult het
toch worden,* riep de stem weder. «En waar is de
graaf?* vroeg ik lachend, en ik washeelemaal niet bang
Wat zijn droomen toch vreemd, vindt je ook niet,
Hanna Ik bukte mij en keek onder een groot blad
van een wilde zuringplant, die voor mijn voeten groeide.
Natuurlijk was daar geen graaf, en toen lachte de
stem en ik ook, en zoo werd ik lachende wakker.
Het klokkenspel op den toren van den stal speelde
juist kwart voor elven, toen ik wakker werd. Het
was zoo’n mooie droom 1 Ik lag zoo stil als een muis
en hoopte spoedig weer in te slapen en hetzelfde nog
eens te droomen. Werkelijk droomde ik het weer.
Maar nu niet zoo pleizierig. Ik lag beneden bij den
toren en kon geen hand of voet bewegen, en een stem
riep naar beneden «Gravin van Asherton Gravin van
Asherton Kom, kom Maar het was niet dezelfde
stem van de weide. «En waar is de graaf vroeg ik
opnieuw. «Hier, hierantwoordde de stem. Toen
wilde ik opstaan en de hand uitsteken, maar ik kon
geen lid van mijn lichaam bewegen, en toen werd ik
schreiende wakker.
Kort daarna sloeg de staBdok elf uur; ik telde de
slagen. En toen viel ik weer in slaap, en zoo waar
ik leef daar droomde ik weer dat men mij gravin
van Asherton noemde. Maar die droom was erg ver
ward, en ik werd niet wakker voor den ochtendstond,
zoodat ik natuurlijk niet kan zeggen, of alles voor twaalf
uur was afgeloopen en volgens zeggen van Sarah Burt,
komt het daar juist op aan, of een droom zal uit
komen.*
«Hm, hm, een zonderlinge droom, ja, dat is het
Zou je weleen voorname dame willen wezen, Dolly
«Wel, natuurlijk! Een japon met een langen sleep,
overal groeten met een buiging, altijd met eerbied
aangesproken, en dan op de voornaamste dienstboden,
Asherton wezen, dan wat ik nu ben. Thans word
ik op de vingers gekeken, door niemand geacht,
en dan word ik nog geplaagd om het eenige goede,
dat ik bezit mijne stem
•Daar is wel wat van waar, Dolly. Vertel maar verder;
het is zoo prettig jou te hooren spreken, meisje
«Als ik lady Asherton was, zou ik een piano hebben,
juist zoo’n mooie als die, welke de organist Winter
geleverd heeft aan de dochters van den advocaat Gale,
en dan zou ik daarop den geheelen dag kunnen
spelen en er heerlijk bij kunnen zingen.
Ik wou, dat ik dien droom maar kon vergeten. Ik
hoop nooit iets verkeerds te doen om te maken dat hij
uitkamt.*
«Iets verkeerds Wat bedoel je daarmee
«Dat zal ik je vertellen. Ik heb mijn moeder eens
hooren vertellen, wat zij vroeger eens in een schouw
burg te Londen heeft gezien. Drie booze oude toover-
heksen ontmoetten een voornamen lord en voorspelden
hem dat hij eenmaal koning zou worden. Hij was een
doodgoede man; hjj liep gauw naar huis om zijn vrouw
met de voorspelling bekend te maken. Die vrouw was
echter een heerzuchtig schepsel; zij spoorde haar man
aan den ouden koning op hun kasteel te noodigen, en
toen de vorst hieraan gehoer gaf, bracht zij door aller
lei middelen haar man zoover, dat hij den koning
vermoordde. Zoo werden zjj koning en koningin, maar
veel genoegen beleefden zij daar niet van. Overal
werden zjj vervolgd door de geesten van de lieden, door
hen vermoord, en ten slotte werd de koningin krank
zinnig, en moeder zei, dat het tooneel met die krank
zinnige koningin juist zoo wondermooi was.*
«Jij zult, hoop ik, toch niet in de verzoeking komen
In oude tijden
haven.
Het was omstreeks het jaar 1200, dat deze stad
beroemd was om haar handel en vooral ook
om den rijkdom der bewoners. Misschien was
Stavoren toen een plaats van bijna 30000 in
woners, wat voor die dagen al heel wat betee-
kende. Later verviel deze oude Friesche stad,
die volgens sommige overleveringen verreweg
de oudste stad van geheel Nederland is. An
dere steden kwamen op, ook aan de Zuiderzee,
totdat na de 16e eeuw deze binnenzee om
ringd werd door «villes mortes*, de doode ste
den der Zuiderzee: Stavoren, Hindeloopen,
Vollenhoven, Medemblik, Enkhuizen.
Na den bloei van Stavoren kwam die van
Brugge, dat zijn hoogsten bloei genoot in de
13e en 14e eeuw, ja nog schitterde in de 15e
eeuw, al was het toen reeds bezig zijn voor
spoed af te staan aan Antwerpen. Brugge ver
loor zijn verbinding met de zee en de handel
trok naar de Scheldestad, die de voornaamste
handelsstad van Europa werd. Twee duizend
en nog meer schepen lagen tegelijk op de
Schelde en de beweging was er buitengewoon
druk.
Terwijl Antwerpen zooveel voorspoed ge
noot, waren er ook in Italië drukke, rijke
handelsplaatsen. Aan de Middellandsche Zee
is toch altijd veel handel geweest en men mag
zich bijna verwonderen, dat er nog niet veel
meer omgaat. In zeer oude tijden, lang voor
onze jaartelling, was Carthago beroemd, dat
geheel den handel op de Middellandsche Zee
beheerschte. In de middeleeuwen waren het
vooral Venetië en Genua, die schatten verga
derden door scheepvaart en handel. Doch
toen in het midden der 16e eeuw, Antwerpen
z’n hoogsten bloei beleefde, was die der roem
ruchte Italiaansche steden reeds aan het tanen.
Terwijl Antwerpen groot was, kwam ook de
handel van Noord-Nederland op. De uitvin
ding van het haringkaken door Willem Beu-
kelszn. van Biervliet, bracht de haringvisscherij
tot hoogen bloei. H onderden schepen doorploeg
den de zee om deze het kostelijk banket te
ontrukken. En uit deze visscherij ontstond de
vrachtvaart.
De Nederlanders verzonden hunne visch naar
andere landen met eigen schepen; zij hadden
VARIA.
Voor de Rechtbank.
Rechter: «Beklaagde, je bent al verscheidene ma
len veroordeeld voor dronkenschap, landlooperij, mis
handeling, diefstal
Beklaagde: «Zou u wat zachter willen spreken,
EdelAchtbare? Mijn aanstaande schoonvader is in de
zaal en u zou mijn vooruitzichten kunnen bederven.*
Mevrouw
Wat is er nu weer
Och mevrouw, ik zou gaarne hebben
Mevrouw eenigszins ontstemd:
«Ik zou gaarne hebben, ik zou gaarne hebben,
altijd maar vragen, altgd maar eischen; heb ik je uur
van opstaan niet gebracht op 8 uur, je geen fietshok
gegeven, je geen knecht gegeven om de kachels te
poetsen, geen werkster om je keuken te schrobben,
geen noodhulp om je koperwerk te onderhouden en nu
gisteren nog heb ik in plaats van iedere veertien da
gen, je iedere week een uitgaansdag gegeven!
Daarover kom ik juist, mevrouw, sprak Betje,
nu zou ik gaarne hebben, dat u me een flinken opslag
in mijn huur gaf. Uitgaan kost geld!
was Stavoren een drukke
ADVERTENTIëN 4 oent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, oent. Groote letters naar
plaatsruimte.
zout noodig en haalden dat uit Zuid-Europa,
waarvan ze tevens wijn en Zuidvruchten me
denamen; ze haalden granen uit de landen aan
de Oostzee. Zoo gaf de visscherij aanleiding
tot het ontstaan van een vrachtvaart, die zich
van de Oostzee tot de Middellandsche Zee uit
strekte en die hoofdzakelijk door Nederland-
sche schepen gedreven werd.
Langzamerhand kwam een nieuwe zeestad
op; het was Amsterdam, dat eerst in 1300 eene
stad was geworden van nog heel weinig be-
teekenis, doch reeds in de 15e eeuw begon te
bloeien. In den tijd van Karel V en Filips
II, toen Antwerpen op het hoogste punt van
bloei stond, toen op de Schelde soms 2500
schepen lagen, kon men op het IJ soms ook
500 schepen bijeen zien.
Doch onder Filips II begon de 80-jarige
oorlog en deze gaf den doodsteek aan Antwer
pen. De Noord-Nederlanders sloten de Schelde
en Amsterdam werd de erfgenaam van Ant-
werpen’s glorie. België ging een kwijnend be
staan leiden, terwijl al de energie zich in Noord-
Nederland concentreerde. Meer dan tiendui
zend onzer schepen doorkliefden de zeeën.
En het terrein van den handel was zooveel
grooter geworden.
Het was niet meer van de Oost- en Noord
zee tot de Middellandsche Zee, dat zich de rei
zen uitstrekten; thans ging het ook tot Indië
en Amerika; de geheele wereld was handels
gebied geworden.
Doch nu begint Engeland ook de concurrent
van Nederland te worden. Engeland, dat door
zijn ligging geheel op de zee is aangewezen,
trachtte de eerste op zee te worden en werd
dat ook. Was in het jaar 1650 de handel
van Nederland nog vijfmaal grooter dan die
van Brittan je, een eeuw later waren de concur
renten aan elkaar gewaagd en thans zwaait
Engeland ter zee nog steeds den schepter.
Groot-Brittanje, dat zich een koloniaal ge
bied verwierf, zooals de wereld nog nooit ge
zien heeft, dat zijn nijverheid en mijnwerken
op buitengewone wijze ontwikkelen zag, kreeg
een handelsvloot en een handelsbeweging,
zooals er nog nooit geweest is.
Doch thans, terwijl Engeland nog steeds
bloeit en rijke schatten vergadert, komen ook
andere landen vooruit.
Duitschland en Amerika zijn de groote con
currenten van den Brit geworden. Amerika,
waar zich de energie van de halve wereld
«Die oude man zal wel sterven zonder vermoorden,
Hanna, en goed beschouwd, zou dat even dwaas we
zen als het dooden van een kip, die gouden eieren legt,
zooals wel in de sprookjesboeken staat want zonder
graaf kan er toch geen gravin wezen.*
«Ik ben nieuwsgierig, wie je graaf zal wezen,» zei
Hanna, die er nu met meer ernst aan begon te denken.
«Je droom zou wel eens kunnen uitkomen, Dolly
«Och praat er niet verder over. Ik wou, dat ik het
maar vergeten kon.*
«Voordat je dit doet, moesten wij eens een waarzeg-
gersproef nemen, kind. Ik heb een oude tante gehad,
die kon waarzeggen uit den bijbel. Je weet, dat is
een goed boek; men kan dus nooit kwaad doen, als
men daarmee een proef neemt. Geef mij je bijbel eens
aan. Goed zoo. Kijk nu eens hier. Houd het beek
nu gesloten in je hand, kijk zooDoe nu je oogen
dicht, leg je hand plat op dezen kant van het boek, en
de bladzijde die nu opeavalt wijst aan wat er gebeuren
zal. Daar 1 Doe je oogen nu maar open en lees.
«Wel, heeremijntijd riep Dolly. «Hier staat de
droom van koning Farao. Dat is een goed teeken
«Zeker, dat is hetKom aan, nu nog eens Drie
maal is naar den eisch
«Weer dezelfde droom Dat is ongelukkig Nu zal
ik het boek eens schudden om het geluk de behulp
zame hand te bieden. Lieve tijd, nu heb ik het bedor
ven, hier staat niets. Op de tegenoverstaande bladzijde
staat de droom van Jacob, maar
«Zoodra een keer mist, is het bedorven, Dolly
«Mijn derde proef is juist als mijn derde droom, ge
heel verward.*
verzamelde, ontwikkelt zich met geweldige
kracht op industrieel, landbouw- en handels
gebied. Doch ook Duitschland is opmerkens-
waardig.
Na eeuwen een plantenleven geleid te heb
ben, is de energie van den Duitscher ontwaakt
en vooral na den oorlog van 1870’71, waarin
Frankrijk’s legers verslagen werden, gingen
industrie en handel er met reuzenschreden
vooruit.
Opmerkenswaard is ook, dat Noorwegen,
met een bevolking van 21/, millioen zielen.de
derde plaats in Europa bezet, wat de tonnen
inhoud der zeeschepen betreft.
Doch zien we ook eens naar België en Ne
derland.
In België heeft de industrie een buitenge
wone vlucht genomen en Antwerpen is weer
een groote handelsplaats geworden, terwijl ook
Gent verbinding met de zee heeft gevonden
door het kanaal naar Terneuzen, teneinde zijne
fabrieksproducten zelf te kunnen verzenden.
En nu is ook Brugge weer gekomen, Brugge,
dat eens zoo groot was, maar eeuwen ten
doode scheen opgeschreven, dat zijne verbin
ding met de zee zag verzanden, heeft een
flink kanaal gekregen en zoo is thans Zee-
brugge in opkomst.
En Nederland, dat eens zoo’n schitterende
plaats innam, doch in de 18e eeuw indommelde
en in den Franschen tijd voor altijd verloren
scheen, toen het aan Frankrijk was overgele
verd en al zijne koloniën verloren had, is ook
weer opgekomen. Wel zijn we niet weer de
vrachtschippers van de wereld geworden, wel
is onze industrie niet te vergelijken met die
van Engeland, Duitschland of België, wel is
onze handelsvloot nog klein in verhouding tot
de drukte in onze havens, maar alles gaat
hier toch voorspoedig. Wij trekken op goede
wijze profijt van onze overzeesche bezittingen.
Tal van cultuur-maatschappijen werken in den
Oost, mijnen werken er met voordeel en onze
eigen schepen hebben het grootste deel van
de Oostindische handelsbeweging. Onze indus
trie is groeiende. Onze landbouw en veeteelt
staan op een hoog punt. Doch niet het minst
profiteeren wij van onze ligging ten opzichte
van Duitschland. Terwijl de scheepvaart van
Amsterdam behoorlijk vooruitgaat, is Rotter
dam een wereldhaven van den allereersten
rang geworden.
Marseille, dat voor een kwart eeuw, na
Hamburg, de drukste haven van ’t vasteland
was, is reeds flink door Antwerpen en Rot
terdam overvleugeld en thans is het een op
merkelijke zaak om na te gaan hoe Hamburg,
Antwerpen en Rotterdam als havensteden
vooruitgaan. Hamburg en Antwerpen steunen
op een eigen industriëel achterland, Rotter
dam concentreert den handel van Nederland
en is de haven voor het belangrijkste nijver-
heidsgebied van Duitschland.
Steeds breiden deze plaatsen hunne ha
vens uit.
Lezers, let op Rotterdam. Ge houdt mis
schien niet veel van getallen, die zoo dood lij
ken en toch zoo leerzaam zijn. Doch als ge
dit jaar de getallen gevolgd hebt, die de han
delsbeweging van Rotterdam aangeven, zult
ge opgemerkt hebben, dat de Rottestad dit
jaar voor 't eerst de Scheldestad overtroefd
heeft. In ’t eerste half jaar was voor 't eerst
de gezamenlijke tonnenmaat der ingekomen
schepen te Rotterdam grooter dan te Antwer
pen; in de maand Juni werd Hamburg zelfs
overtroefd.
Wie zal ’t op den duur winnen van de con
currenten? Antwerpen verbetert z’n havens
en wil een kanaal naar den Rijn graven.
Rotterdam heeft een mooie verbinding met
de zee en met Duitschland en begint weer
een haven te graven, zóó groot, dat het sprook
jesachtig schijnt.
neerzien als op nietige aardwormen. Ik zou liever lady
stem met een lach. «Kijk maar eens goed rond
l
WRANT
VLU JC lUCÜOlClj uuacu
die slechte koningin?*