<b
SHOTS- ES JMMJTBLA»
EEN EERSTE STEENLEGGING.
I
HIOll SM'iik ES OISWIES.
62e Jaargang.
Zaterdag 3 Augustus 1907.
No. 62.
De Vioolspeler.
1»
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
r
Feuilleton.
I
veranderen,
giug al
zei mr. Howard glimlachend.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
de
Den
Eerste boef:
genomen
Tweede boef:
de jongen een paar jaar in de gevangenis komt.
Vrij bewerkt door AM0.
Ik gevoel mij niet in staat om nu iemand te ont
vangen.*
De huishoudster begreep wel, wat haar heer bedoelde
met dat verzoek om terug te komen.
In den afgeloopen nacht toen de lord zelf en de om
standers dachten, dat hij stervende was onder een he-
vigen aanval van pijn, had juffrouw Jenner de gelegen
heid waargenomen en de belofte gekregen, dat haar
meester den volgenden dag het Sacrament zou ontvan
gen. Zij begreep, dat uitstel nu hetzelfde was als af
stel voor eeuwig.
Zij was een achtbare vrouw van den ouderwetschen
golden
maken.
zenden
aan de
in alle opzichten vreugde gebaard. Immers, onze
Koningin, die de uitnoodigingen uitzond, mocht
juist de twee staten, die ons het naast ver
want waren, niet uitnoodigen, omdat En-
stempel, die volgens haar eigen zeggen, »haar kerkplich-
ten onderhield en trachtte volgens het evangelie te
leven*. En zij meende, dat zij in dit laatste ernstig zou
te kort schieten, wanneer door haar toedoen haar
heer kwam te sterven, zonder in zijn laatste uren het
Sacrament te hebben ontvangen.
Niemand wist beter dan zij, wat haar heer geweest
was; niemand wist beter dan zij, dat hij nog steeds
dezelfde was.
Evenwel gevoelde zij toch, dat een Craven niet moest
sterven zonder Sacrament en reeds vroeg in den mor
gen was zij heengegaan om de diensten van den gees
telijke in te roepen. Deze was nog pas kort in dienst.
Op bijzondere aanbeveling van een invloedrijk edelman
was hij door lord Asherton aangewezen als geestelijke
voor de oude Abdijkerk, doch niemand wist nog iets
van mr. Howard te zeggen, geen goed en ook geen
kwaad.
Juffrouw Jenner werd onmiddellijk bij hem toegela
ten. Zij werd ontvangen door een man, wiens gebie
dende blik en deftig voorkomen haar allen lust benam
om hem met de afdalende goedheid te bejegenen waar
mee zij ieder bejegende die niet op adeldom of hoogen
rang kon bogen.
♦Uw dienaresse, mijnheer,* begon zij met een tame
lijk nederige buiging. «Neem mij niet kwalijk als ik u
stoor, maar ik ben huishoudster op het kasteel, en kom
vragen of het u gelegen komt, mylord dezen middag
het Sacrament te komen toedienen.*
♦Ik meen, dat uw heer geen ingeschreven lid is van
de kerk*, zeide Howard op ernstigen toon.
Natuurlijk wist hij wel, op welken voet lord Asher
ton met de kerk stond.
♦Dat is hij helaas niet, mijnheer, maar ik vrees dat
hij niet lang meer zal leven, en het zou toch zeer treu
rig wezen, als een Graven stierf zonder het Sacrament
ontvangen te hebben.*
♦Het lijkt wel, of ge het Sacrament beschouwt als
een soort van toovermiddel.*
♦Och neen, mijnheer Volstrekt nietMaar in den
afgeloopen nacht had ik de grootste moeite om zijn toe
stemming te verkrijgen, en als het werd uitgesteld,
vrees ik, dat hij het Sacrament zou weigeren.*
♦De grootste moeite om zijn toestemming te krijgen
♦Och mijnheer, begrijp mij toch niet verkeerd, alsje
blieft,* antwoordde juffrouw Jenner, bemerkende dat
zij haar mond voorbijgepraat had, .maar wij moeten
wat toegevend zijn voor de zwakheden van een zieke*.
Mr. Howard antwoordde niet; hij scheen in gepeins
verdiept te zijn.
Juffrouw Jenner kuchte een paar keeren om zijne
aandacht te trekken. Toen dit niet gelukte zeide zij
♦Is er misschien een andere reden voor uwe aarzeling,
mijnheer
♦Welke reden denkt ge dan wel, juffrouw
♦Och, vergeef mij, mijnheer, neem me niet kwalijk,
maar ik dacht dat u misschien misschien
♦Misschien wat
♦Dat u misschien een weinig bevreesd is voor mylord;
neemt het me, hoop ik, niet kwalijk, maar vele lieden
zijn bevreesd voor hem. Hij heeft zoo een manier van
spreken, die door de menschen verafschuwd wordt, en
hen doet zwijgen, vooral wanneer hij boos is, of liever
gezegd, als hij niet goed gehumeurd is. Niet dat ik
iets kwaads van hem zal zengen, hij is altijd een goede
meester voor mij geweest en hij heeft het kasteel altijd
goed onderhouden zonder beknibbelen.*
♦Dat spreekt zeker in zijn voordeel, juffrouw Jenner,*
zei mr. Howard glimlachend.
(Wordt vervolgd.}
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27> cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
na zijn al een paar zeer zware oorlogen gevoerd.
De tweede Vredesconferentie is bijeengeko
men op initiatief van denzelfden Czaar. die het
eerste congres bijeenriep en die in den tusschen-
tijd in een harden strijd door Japan, de nieuwe
groote mogendheid, verslagen is. Reeds weken
vergaderen de commissies en sub-commissies
en nu en dan vergadert ook het geheele congres.
En hoe weinig is er nog tot stand gebracht.
Van ontwapening of vermindering der krijgs
toerustingen geen sprake en van zooveel, dat
men zag komen, komt nog niets.
En toch gelooven we aan den vooruitgang
der vredes-idee. Het duizendjarig Rijk en de
eeuwige vrede zullen wel nooit komen, maar
wel zal hoe langer hoe meer de arbitrage de
oorlogen voorkomen, totdat er eindelijk, mis
schien, verplichte arbitrage komt, totdat ein
delijk alle mogendheden, ook de grootste, ver
plicht zullen zijn, al hunne geschillen voor ’t
wereldscheidsgerecht te moeten brengen. Doch
hoe lang zal dit nog op zich laten wachten?
Laten we echter blijven hopen dat de vredes-
gedachte steeds meer de volkeren en regeerin-
gen en vorsten inneemt, zoodat eindelijk nie
mand meer de verantwoordelijkheid van het
beginnen van een oorlog op zich zal durven
nemen.
Er moet echter nog heel wat
voor het zoover is.
meer om betaald hebben. Waarom zou ik er dan bij
verliezen, als het hem slecht gegaan is? J)e huur moet
geheel betaald worden.*
Toen de advocaat gereed was gekomen met het
huurcontract van Martin, zeide lord Asherton: ♦Voor
vandaag genoeg, Gale. Ik gevoel mij vermoeid en
denk wel dat ik zal kunnen slapen. Er is echter nog
veel dat geregeld moet worden. Het zou mij daarom
genoegen doen als ge een paar dagen hier op het
kasteel bleeft; als ik mij in staat gevoel om zaken te
behandelen, zouden wij dan voortgaan? Zoudt ge dat
zoo kunnen schikken?»
Mr. Gale antwoordde, dat hij dat zeer goed kon schik
ken en dat hij met genoegen elk oogenblik mylord ten
dienste zou staan. Daarop legde hij al zijn papieren
bij elkaar, borg ze in de blauwe tasch en ging al
Dinsdag had te ’s-Gravenhage eene eerste
steenlegging plaats, die zeker de aandacht
van geheel de wereld heeft getrokken. Op
Zorgvliet, het uitgestrekte landgoed, had de
plechtigheid plaats en de lezer zal reeds uit
de bladen vernomen hebben, door wie en wat
er gesproken werd, wie er bij tegenwoordig
waren, enz.
Laten we hierover echter niet uitweiden,
maar liever nagaan de lange lijdensgeschiede
nis, die deze plechtigheid voorafging.
Het was in den zomer van 1899, dat op
initiatief van den Czaar aller Russen de eerste
Vredes-conferentie in onze Hofstad bijeenkwam.
Het was immers even voor dén oorlog der
Britsche jingo’s tegen de Boeren van Trans
vaal en den Oranje-Vrijstaat.
Doch gaf die eerste Vredesbijeenkomst aan
de Britsche imperialisten, aan wier hoofd
J. Chamberlain stond, weinig vreedzame ideeën,
in het hoofd van een der geldkoningen van
Amerika, van den edelen Andrew Carnegie,
bracht zij de verheven gedachte, om te zor
gen, dat in de plaats, waar de conferentie ge
houden werd, een trotsch gebouw zou verrij
zen, dat geheel bestemd was om de vredes-
idee te bevorderen.
Hij, de man van nederige Schotsche af
komst, die thans de staalkoning genoemd
wordt en die millioenen heeft weggeschonken
ter bevordering van het academisch onderwijs,
stond nu ook zijne millioenen at om den we
reldvrede te helpen bevorderen.
De bekende Engelschman William Stead
en mevrouw Selenga kwamen bij onzen mi
nister van buitenlandsche zaken, den heer Mei-
vil baron van Lijnden, om dezen de drie mil-
lioen over te dragen, die de rijke Amerikaan
voor een vredespaleis bestemd had. Ze zullen
echter vreemd opgezien hebben, dat minister
Van Lijnden de gelden weigerde.
Welke redenen het ministerie het zwaarst
bij die weigering, valt moeilijk uit te
Doch gissen mogen we wel. Het ver-
van de uitnoodigingen ter deelneming
vredesconferentie had Nederland niet
geland toen reeds plan had die staten te an-
nexeeren en dit na een harden strijd van dui
zend dagen ook kon doen.
En dan nog iets Nederland, dat een kleine
mogendheid is, maar die ver over zee rijke be
zittingen en koloniën bezit, wenscht steeds
kalm zijn weg te gaan, niet aan den weg te
timmeren en in opspraak te komen. Want
bij geschillen met groote mogendheden zou ’t
slechts schade kunnen beloopen, terwijl het
weet, niets te winnen en alles te verliezen
te hebben, terwijl het weet, dat èn het moeder
land in Europa èn het heerlijke Oost-Indië een
uiterst gewenschten buit zouden vormen voor
eventueele veroveraars. Het wenscht stil z’n
eigen 'gang te gaan, wetende bij ondervinding,
dat ’t daarbij het beste vaart.
Het doet zijn best, zich zelf en z’n over-
zeesche bezittingen zoo goed te besturen, dat
hebzuchtige groote mogendheden, geen ge
zochte menschlievende redenen kunnen bijeen
zoeken, om daaruit het recht te putten, zich
in onze zaken te mengen.
Het Arbitragehof was nu eenmaal opge
richt en Den Haag tot zetel er van uitgeko
zen. Doch deze zetel kan verplaatst worden.
Aanvaardde Nederland als staat het geld van
Camegie, dan zou het daarmee verklaren, dat
Den Haag de vaste plaats voor dat hof en
het centrum der vredesbéweging zou zijn en
blijven.
Mocht onze regeering als regeering des
lands dit geld en daarmee al wat daarvan het
gevolg zou zijn, aanvaarden? Kon dit ons ook
te veel op den voorgrond plaatsen en in op
spraak, zelfs in geschillen met groote mogend
heden brengen?
Eerst op den 7en October 1903 -was
schenkingsacte gepasseerd en daarmee
Haag zeer waarschijnlijk als Vredeshoofdstad
der wereld aangewezen.
Doch nu ging het ook weer echt Neder-
landsch. Een jaar of drie werd er getobd over
de plaats, waar het Vredespaleis zou moeten
verrijzen. Men sprak van een deel van het
Haagsche bosch en de Koekamp. Men noemde
ook de Maliebaan en eindelijk kocht onze re
geering voor zevenhonderd duizend gulden een
deel van het uitgestrekte landgoed Zorgvliet.
Misschien zal de regeering er nog wel een
klein stuk gronds bij moeten koopen en eigen
lijk is het jammer, dat niet het geheele land
goed gekocht werd, want als eenmaal het
HOOFDSTUK III.
6). (Vervolg.)
♦Och wat! de openbare meening heeft tot heden zich
niet durven bemoeien met mijne zaken,* zeide de graaf,
terwijl een minachtende trek om zijne lippen speelde.
♦Zet die bepaling van vijf procent intrest in het huur
contract, anders onderteeken ik het niet. Eu lees nu het
contract van Martin voor. Is hij nog achterstallig met
de huur?*
♦Metleedwezen moet ik u zeggen, dat hij achterstal
lig is, mylord! Hij is niet gelukkig geweest in zijn
bedrijf; rotkreupel onder zijn schapen, ziekte in het
landbouwgewas, en hij isja hij is achter
stallig.*
♦Hoeveel wel?»
♦Wel bijna een jaar.*
♦Ik zal hem nog drie maanden uitstel geven en
dan
♦Hij heeft een groot gezin, mylord!*
♦Daar moet h ij voor zorgen! In geldzaken heeft
het gevoel niet mee te spreken; dat moet men goed in
het oog houden. Mijn rente moet ik hebben.*
♦Zou u misschien wegens zijn tegenspoed hem een
gedeelte willen kwijtschelden, als hij het overige be
taalt, mylord?*
♦Waarom zou ik hem iets kwijtschelden? Als het
hem goed gegaan was, zou hij er mij geen penning
Vredespaleis gebouwd wordt, zal de specula-
tiewoede zich wel spoedig van het overige
deel van Zorgvliet meester maken, om daarop
reeksen huurwoningen te doen verrijzen, die
het Vredespaleis in een gedrukte omgeving
kunnen brengen.
Eindelijk werd een commissie van architecten
benoemd, die als keurmeesters moesten optre
den van de in te zenden plannen voor het
nieuwe paleis. Uit Nederland, Duitschland,
Frankrijk, Oostenrijk, Engeland en Amerika
kwamen de zes leden dier commissie; die zich
spoedig door de vele ingekomen plannen wist
heen te werken en aan Cordonnier, den Rijs-
selschen architect, een Franschman dus, den
eersten prijs toekende.
Spoedig bleek, dat het plan-Cordonnier meer
geld zou eischen dan Carnegie voor het paleis
bestemd had en een verzoek aan den milden
schenker om meer geld, leidde tot niets. Toen
moest het plan heel wat gewijzigd worden,
hetgeen dan ook geschiedde.
En zoo is nu dan eindelijk den eersten
steen gelegd van het trotsche gebouw, dat een
nog veel trotscher bestemming heeft.
Het trof mooi, dat juist het tweede Vredes
congres bijeen was. Zou het een op het ander
gewacht hebben?
Men weet het niet; wel weet men, dat ook
dit tweede congres een jaar verlaat is.
Als de bouw voltooid is, krijgt het Perma
nente Hof van Arbitrage een waardigen zetel.
Bovendien zal in ’t paleis een boekenverzame
ling bijeengebracht worden, waar alles ver
gaard zal worden, wat op den vrede betrek
king heeft of dezen kan bevorderen.
De lezer weet, dat in het hoofd van dr.
Eydman en anderen nog grootscher plannen
waren gerezen. Zij willen op Haagsch grond
gebied, doch geheel afzonderlijk staande, een
werkelijke Vredestad stichten. Zij vonden veel
belangstelling voor hun grootsch plan, doch
niet genoeg steun om de bestuurders van het
Carnegie-fonds te bewegen, het Vredespaleis
naar den Koekelberg te doen verhuizen.
De grondsteen is nu gelegd voor een mach
tig gebouw; de grondsteen is ook, in 1899, ge
legd van een machtig idee. Doch wanneer
eindelijk dat gebouw zal zijn voltooid, zal het
machtige vredesidee nog slechts weinige vor
deringen gemaakt hebben. Het voornaamste,
wat het eerste congres uitwerkte, was het stich
ten van een Permanent Hof van Arbitrage. Daar-
VARIA.
Troef.
Heer: ♦Hé, boerenkinkel, is dat hooi best?*
Boerenknecht: ♦Wis en zeker. Heb je honger?*
In de automobiel.
Angstige vriend: ♦O, goede hemel, binnen een mi
nuut slaan we omver.*
Automobilist: ♦Maak je daarover niet bezorgd, ami
ce. De firma, bij wie ik dezen auto kocht, heeft me
een jaar garantie toegestaan.*
Ondei boeven.
♦Heb je voor je zoon geen verdediger
Ben je stapel! ’t Is heel goed, dat
.Dan
leert hij ten minste nog wat.*
Aan trekkingskrach t
Dame: ♦Zorg toch, dokter, dat mijn man dien rooden
neus kwijt raakt. Als wij gaan wandelen, krijgen we
een half dozjjn wijnkoopers achter ons.*
Poëzie en proza.
Zij: Wat ’n heerlijk bankje om met ons beiden te
zitten droomen.
Hij: Onzin. Een bankje van 100 is veel beter.
bij elkaar, borg ze in de blauwe tasch
buigende de kamer uit.
Weder was het stil rondom den zieke.
Daar hoorde men eenig gedruisch in de gang en
onmiddellijk daarna trad juffrouw Jenner binnen,
ging naar het bed en zeide: ♦Mylord, de geestelijke
i» hier.*
♦Verzoek hem op een anderen tijd terug te komen.
j
i
t
r
i
r
t
hi
RCOURANT